‘Een Hongaar in Oekraïne staat tegenwoordig gelijk aan de vijand’

Reportage

Ook ver van de frontlijn brokkelt de vrede af

‘Een Hongaar in Oekraïne staat tegenwoordig gelijk aan de vijand’

‘Een Hongaar in Oekraïne staat tegenwoordig gelijk aan de vijand’
‘Een Hongaar in Oekraïne staat tegenwoordig gelijk aan de vijand’

Beeld: Márta Popovics, hoofd van het Hongaarse bisdom Munkács in Transkarpatië: ‘Deze historische Hongaarse vlag is een erfstuk. Ik vond ze in de kast van mijn grootvader. Daarom hangt ze aan de muur, niet om te verwijzen naar het grotere Hongaarse rijk uit het verleden. Dat wil ik héél duidelijk stellen.’ © Pieter Stockmans

‘De eerste dag van de Russische invasie zijn duizenden Oekraïense Hongaren gevlucht naar Hongarije. Het was een nachtmerrie.’ En dat is het nog steeds, want de oorlog maakt deze historische minderheid in Oekraïne tot speelbal van Kiev én Boedapest. MO*journalist Pieter Stockmans trok naar Transkarpatië en botste er op solidariteit en angst, maar ook op propaganda en taalkwesties.

‘Ben jij een provocateur? Er is oorlog. Je brengt onze veiligheid in Oekraïne in gevaar.’ Volksdansers in Hongaarse klederdracht kronkelen over de dansvloer van het Hungarian House in Moekatsjevo, niets wijst op een gespannen situatie.

Toch dreigt de directeur van dit cultuurcentrum van de Hongaarse minderheid in Transkarpatië ermee om ons het gebouw uit te laten zetten. Hij weigert te antwoorden op onze vragen over het politieke belang van de tentoonstelling over de traditionele klederdracht.

Cultuur krijgt vaak een politieke betekenis wanneer een gemeenschap zich bedreigd voelt in zijn voortbestaan.

Transkarpatië, in het westen van Oekraïne, is al eeuwenlang de thuis van etnische Hongaren. Door emigratie sinds de Russische invasie liep hun aantal terug van 150.000 naar 90.000.

De tentoonstelling in het cultuurcentrum moet de gelijkenissen tonen tussen de kledingpatronen van Hongaren en die van de lokale Oekraïense bevolkingsgroepen. Zodat duidelijk wordt dat dit één cultuur is.

En dat het verwijt ‘Ga terug naar je land’, dat de Hongaren hier van sommige Oekraïners te horen krijgen, absurd is. Cultuur krijgt vaak een politieke betekenis wanneer een gemeenschap zich bedreigd voelt in zijn voortbestaan.

Na de Tweede Wereldoorlog verloor Hongarije Transkarpatië definitief aan Oekraïne, toen deel van de Sovjet-Unie. Maar sinds 2010 probeert de regering van de Hongaarse premier Viktor Orbán de Hongaarse minderheden in het buitenland opnieuw aan te hechten met financiële steun. En sinds de Russische invasie in Oekraïne escaleren de spanningen tussen Hongarije en Oekraïne.

Steeds meer Oekraïners vinden dat Viktor Orbán zich gedraagt als het Trojaanse paard van de Russische president Poetin in de Europese Unie. Ze horen Orbáns anti-Oekraïense retoriek en zien de Hongaarse veto’s tegen Europese steunpakketten voor Oekraïne. De Oekraïense overheid nam daarop maatregelen om de rechten van de Hongaarse minderheid in te perken. Maar dat werkte, zoals verwacht, averechts.

Wat volgde was een stroom van nepnieuws in de Hongaarse media. Die moest de Hongaarse minderheid in Oekraïne bang maken en Orbán profileren als hun beschermer. Waarop Oekraïense politici en media het schrikbeeld van de Hongaarse minderheid nog meer gingen oppoken, om zichzelf te profileren als goede Oekraïense patriotten.

© Pieter StockmansTranskarpatië, in het westen van Oekraïne, is al eeuwenlang de thuis van etnische Hongaren. Toch krijgen ze vandaag het verwijt: ‘Ga terug naar je land.’ © Pieter Stockmans

Een dag voor onze aanvaring met de directeur van het Hungarian House had de burgemeester van Moekatsjevo, Andriy Baloha, er de Hongaarse vlaggen laten verwijderen. Maar zulke maatregelen kunnen een schending zijn van het recht op vrije meningsuiting volgens de Commissie van Venetië, een orgaan van de Raad van Europa.

‘De burgemeester van Moekatsjevo wil weer in de nationale politiek in Kiev raken. Hongaren viseren is daarvoor handig.’
Pál Popovics (leerkracht in een Hongaarse school in Oekraïne)

En begin 2023 was er de meest controversiële actie van burgemeester Baloha tot nu toe: hij liet op het middeleeuwse kasteel van Moekatsjevo het standbeeld van de Turul, een Hongaars nationaal symbool, vervangen door de Oekraïense drietand.

Zo’n actie valt op een voedingsbodem van etnische spanningen: Tsjechoslowakije en de Sovjet-Unie, de voormalige, niet-Hongaarse autoriteiten in Transkarpatië in de vorige eeuw, deden het ook al eens. Pál Popovics, leerkracht informatica in een geviseerde Hongaarse school, legt uit: ‘Je zou denken dat de burgemeester een Oekraïens nationalist is, maar niets is minder waar. Hij was zelfs minister onder de pro-Russische president Janoekovitsj. Politici als Baloha zijn als kameleons. Nu surfen ze op de nationalistische golf. Baloha wil weer in de nationale politiek in Kiev raken. Hongaren viseren is daarvoor handig.’

Hongaarse solidariteit

Márta Ádám bracht de eerste vijf jaar van haar leven door in oorlog, alleen met haar moeder, in vluchtelingenkampen. Haar vader was soldaat aan het front. Vandaag is ze 83. Sinds een paar jaar verblijft ze in een woonzorgcentrum dicht bij de stad Oezjhorod, op een steenworp van het dorp waar ze haar leven doorbracht. In deze dorpen in Transkarpatië wonen veel Hongaren, zoals Márta.

Onmiddellijk na de Russische invasie in februari 2022 beslisten het katholieke bisdom en Caritas om Oekraïners op te vangen in het woonzorgcentrum. Beide instanties worden hier geleid door Hongaarse Oekraïners die contacten onderhouden met de Hongaarse regering.

Op de eerste verdieping wonen de ouderen, op de tweede verdieping de vluchtelingen. De oude Márta zag in de vluchtelingen van de nieuwe Europese oorlog flitsen van haar kindertijd: kinderen zonder hun vader, moeders zonder hun echtgenoot. Onder hen ook een zwangere vrouw. ‘Toen de baby geboren werd, was het alsof we allemaal herboren werden’, zegt Márta.

© Pieter StockmansIn het woonzorgcentrum van Márta (links in beeld) verblijven op de eerste verdieping de ouderen en op de tweede gevluchte Oekraïeners zoals Lidia (rechts). © Pieter Stockmans

‘De burgemeester van Boetsja is mijn vriend. We spreken over de levering van humanitaire hulp. We werken samen voor de overwinning.’
Karol Laszlo, dominee in Tsjatsjiv

De Oekraïense Lidia Cherednichenko (70) zit naast Márta in de woonkamer. Lidia moest eerst uit haar thuisstad Sjevjerodonetsk vluchten, dan uit Kiev, waar ze veiligheid had gezocht voor de bommen. ‘Ik had eerder moeten vluchten,’ huilt ze, ‘dan had ik niet hoeven te zien wat geen enkel mens zou mogen zien. Doden in de straten, bloed, puin.’

Sommige Oekraïners houden Orbán medeverantwoordelijk voor het lijden van mensen als Lidia. De volgende stap is haat tegen etnische Hongaren in Oekraïne.

Het woonzorgcentrum is nochtans niet het enige voorbeeld van solidariteit van de Hongaarse minderheid met hun gevluchte Oekraïense landgenoten. Zo vormde Gabriella Instisei, directrice van het Reformatorisch Hongaars Lyceum in Rachiv, zich om tot coördinatrice van noodopvang in haar school.

De Hongaarse dominee Karol Laszlo, van de Reformatorische Kerk in Tjatsjiv, nam het woord op een wake voor de slachtoffers van de Russische gruwelen in Boetsja, partnerstad van Tjatsjiv, net zoals de vertegenwoordigers van andere geloofsgemeenschappen. ‘Dit land is aangevallen en deze oorlog is ook mijn oorlog’, zei hij in zijn kerk. ‘De burgemeester van Boetsja is mijn vriend. We spreken over de levering van humanitaire hulp. We werken samen voor de overwinning.’

© Xander StockmansDe Hongaarse dominee Karol Laszlo, van de Reformatorische Kerk in Tjatsjiv, Oekraïne: ‘De burgemeester van de getroffen Oekraïense stad Boetsja is mijn vriend. We spreken over de levering van humanitaire hulp. We werken samen voor de overwinning.’ © Xander Stockmans

De kerk van een andere dominee, Ferenc Taracközi in Berehove, ving 380 vluchtelingen op. ‘We spraken onze contacten binnen de gereformeerde kerk in Duitsland en Hongarije aan’, vertelt de dominee. ‘We organiseerden hulptransporten naar Oekraïne. Ook naar het leger.’

Propaganda

Maar deze Hongaren onderbouwen hun solidariteit met Oekraïners anders dan de meeste Europeanen. Het officiële Hongaarse narratief is: wij zijn solidair met de Oekraïners, die slachtoffer zijn van het Westen. Dat het Westen verantwoordelijk is voor de Russische invasie van Oekraïne, is een prominent thema in de Hongaarse regeringspropaganda.

De gelijkenissen tussen de uitspraken van bijna alle Hongaren die we spraken, zijn treffend. Dominee Taracközi zegt: ‘Orbán wil vrede. Rusland is de agressor en dan moet je je verdedigen, maar niet zoals Oekraïne dat doet. Het was niet de bedoeling dat Oekraïne lid zou worden van de NAVO.’

Márta Popovics, zus van Pál en hoofd van het Hongaarse bisdom Munkács (de Hongaarse naam voor Moekatsjevo) en Caritas Transkarpatië: ‘Iedereen is het erover eens dat de Russische invasie een agressie is, maar de meeste Hongaren voelen dat het Westen Oekraïne gebruikt als slagveld tegen Rusland. De uitbreiding van de NAVO naar het oosten heeft de vrede in Oekraïne gebroken.’

‘In de Oekraïense media lezen we onder artikels over Viktor Orbán commentaren over “Hongaarse honden” en ander ontmenselijkend taalgebruik.’
Márta Popovics, hoofd Hongaars bisdom Munkács

Beide dominees én Márta Popovics herhalen ook de propagandaboodschap van Viktor Orbán: dat hij wapenleveringen aan het Oekraïense leger zou weigeren ‘omdat hij niet wil dat Transkarpatië gebombardeerd wordt’. Popovics: ‘Orbán zei dat hij 150.000 redenen heeft om zich uit de oorlog te houden. Die redenen, dat zijn wij, de Hongaren van Transkarpatië.’

Het lyceum van Instisei, de kerken van Laszlo en Taracközi, het bisdom: allen worden ze gul gesteund door de Hongaarse regering. Een zelfklever op de printer in het kantoor van Caritas in Moekatsjevo toont het logo van de geldschieter: het Gábor Bethlen Fonds. Dat fonds beschikt over miljoenen euro’s van de regering om Hongaarse organisaties in het buitenland te steunen.

© Xander StockmansGabriella Instisei, directrice van het Reformatorisch Hongaars Lyceum in Rachiv, vormde zichzelf om tot coördinatrice van noodopvang in haar school. © Xander Stockmans

Angst

De straten van Moekatsjevo zijn in donker gehuld. Vaak zijn er enkel ’s nachts een paar uurtjes elektriciteit, waardoor mensen dan moeten opstaan om de huishoudelijke taken te doen. Het prachtige, eeuwenoude, Hongaarse huis van Márta Popovics, waar generaties van haar familie opgroeiden, ligt in een wijk waar wél elektriciteit is.

Popovics hoopt dat haar kinderen hier ook kunnen opgroeien, maar ze vreest dat Hongaren zullen moeten emigreren voor hun veiligheid. ‘Een paar jaar geleden vroegen mijn kinderen of er ooit nog oorlog zou komen’, vertelt Márta wanneer ze ons ontvangt in haar huis. ‘Ik antwoordde dat ik het me niet kon inbeelden dat er na twee wereldoorlogen nog oorlog in Europa zou komen. Maar ik was verkeerd. De oorlog komt ook hier binnen. Wij worden stilaan slachtoffers van de slachtoffers.’

‘Zelfs mijn intelligente Oekraïense vrienden geloven de nieuwsberichten dat Orbán Transkarpatië gaat annexeren.’
Márta Popovics

Bij de koffie vertelt Márta over ‘oude vrouwtjes met een pensioentje van vijftig euro’ die hun zelfgemaakte confituur aan de vluchtelingen gaven, over Hongaren die vluchtelingen bij hen thuis opvingen. Zelf coördineerde ze voor Caritas en het bisdom ‘voor miljoenen forint aan Hongaarse hulp’. Ze betreurt dat de Oekraïense media nooit schrijven over deze solidariteit.

‘In de plaats daarvan lezen wij onder artikels over Viktor Orbán in de Oekraïense media commentaren over “Hongaarse honden” en ander ontmenselijkend taalgebruik’, zegt Márta. ‘Dan denk ik altijd aan de genocides in Rwanda en ex-Joegoslavië, die ook zo begonnen. Zelfs mijn intelligente Oekraïense vrienden geloven de nieuwsberichten dat Orbán Transkarpatië gaat annexeren. Nonsens. Ze spreken altijd over “jullie Orbán”. Maar gewoon “Hongaar” staat tegenwoordig al gelijk aan vijand.’

Taal

De volgende ochtend aan het ontbijt bij Márta thuis is de school waar Pál Popovics werkt gespreksonderwerp nummer één_. ‘_De schooldirecteur werd ontslagen’, zegt Pál. ‘Weer een actie van de burgemeester. Dit komt boven op de taalwetten, die al ongerustheid creëerden bij Hongaarse scholen in Transkarpatië.’

Leerlingen vanaf tien jaar zullen twintig procent van de lessen in het Oekraïens moeten krijgen. Vanaf zestien jaar zal dat zestig procent zijn. Een ombudsman van de Oekraïense regering zal de scholen bezoeken om de naleving van die taalwetten te controleren. Niet-naleving kan leiden tot ontslag van de schooldirecteur.

‘De nationalistische reflex is begrijpelijk,’ zegt Pál, ‘maar niet verstandig. Zo bewijzen ze wat de Russen zeggen, dat de Oekraïense overheid nazistisch zou zijn.’

We bezoeken de school. Het is vakantie, maar toch geeft leerkracht Valeria Kovacs bijles Hongaars aan vier kinderen. Vier Oekraïense kinderen. ‘Jazeker, sommige Oekraïense ouders willen dat hun kinderen Hongaars leren’, zegt Kovacs. ‘Mogelijk hebben ze Hongaarse wortels, en met kennis van het Hongaars verzekeren ze hun kinderen van Hongaars staatsburgerschap en dus een EU-paspoort.’

De Hongaarse regering gebruikt de Hongaarse identiteit, hoe diep je ook in de stamboom moet graven, als instrument om mensen los te weken van Oekraïne.

© Pieter StockmansLeerkracht Valeria Kovacs geeft bijles Hongaars aan vier Oekraïense kinderen in de Hongaarse school in Transkarpatië. © Pieter Stockmans

De Hongaarse regering steunt ook Páls school met geld voor renovatie- en uitbreidingswerken, bonussen boven op de lonen van de leerkrachten en de aankoop van computers. De school was van 1875 tot 1944, bij de machtsovername door de Sovjets, volledig Hongaars. In 1970 mocht de Hongaarse school heropenen, in een ander gebouw.

Anno 2023 ziet ze haar Hongaarse karakter opnieuw bedreigd. Op 1 juli 2023 zou de nieuwe Wet op Nationale Minderheden in werking treden. Die bevestigt de bepalingen van de onderwijswet van 2017 en de taalwet van 2019. Maar dat is voorlopig uitgesteld tot 1 september.

‘De historische onderdrukking van het Oekraïens kan maatregelen ter bevordering van de taal verantwoorden’, erkent de Commissie van Venetië. Maar ook het recht van minderheden op onderwijs in de eigen taal moet volgens de Commissie gewaarborgd worden. ‘Het taalbeleid is een gevoelige kwestie, die in het verleden zorgde voor spanningen met de verwante staten van de minderheden en daar ook in de toekomst nog voor kan zorgen’, klinkt het in de rapporten van de Commissie.

Gevlucht naar het moederland

Die toekomst is al heden. De oorlog in Oekraïne heeft geleid tot twee grote incidenten, rond dienstplicht en rond krijgsgevangenen.

Gezonde Oekraïense mannen tussen 18 en 60 jaar moeten dienen in het leger, maar de Hongaarse minderheid in Oekraïne staat daar niet meteen voor te springen. ‘De Hongaren van Transkarpatië maakten gedurende de twintigste eeuw deel uit van vijf landen’, legt Márta uit. ‘Neem nu de grootvader van mijn man. Die werd geboren, groeide op én stierf in dít huis, maar moest vijf keer van staatsburgerschap veranderen. Dan is het toch niet verwonderlijk dat de loyaliteit van deze Hongaren minder sterk is?’

‘Veel van onze vrienden zijn vertrokken. Anderen zijn in doodskisten teruggekomen van het front.’

Dominee Ferenc Taracközi voegde daar nog aan toe: ‘De Sovjets zetten in de jaren ’40 Oekraïense divisies in om Hongaren te arresteren wegens collaboratie met nazi-Duitsland. De wreedheden die daarmee gepaard gingen, zitten nog in het geheugen van alle Hongaarse families hier.’

Hongaarse media spelen gretig in op die Oekraïense wreedheden uit het verleden. Ze bulken van sensationele nieuwsberichten. De Oekraïense politie zou in Transkarpatië van deur tot deur gaan om de Hongaren af te voeren naar het front en hen te gebruiken als kanonnenvlees. Deze berichtgeving laat zich het best samenvatten in volgende Hongaarse krantenkop: ‘De Hongaarse doden van Zelensky’s oorlog’.

© Pieter StockmansHet officiële Hongaarse verhaal is dat de Oekraïners slachtoffer zijn van het Westen. Dominee Ferenc Taracközi (foto): ‘Orbán wil vrede.’ © Pieter Stockmans

Zulke berichten versterken het beeld van de Oekraïense staat als onderdrukker van de Hongaren en het imago van Orbán als hun beschermer.

‘De eerste dag van de invasie zijn duizenden Oekraïense Hongaren gevlucht naar Hongarije’, zegt Pál wanneer hij zijn glas Hongaarse palinka nog eens bijvult. ‘Potten met eten bleven onaangeroerd op het vuur staan, bedden bleven onopgemaakt achter. Het was een nachtmerrie. Veel van onze vrienden zijn vertrokken. Anderen zijn in doodskisten teruggekomen van het front.’

Dit trauma kwam boven op de al torenhoge emigratie van Hongaren uit Transkarpatië. Veel families zijn gescheiden. Páls eigen zonen kunnen niet naar huis komen. Ze studeren in Hongarije en vrezen te worden opgeroepen voor het Oekraïense leger wanneer ze in Oekraïne zijn.

Krijgsgevangenen

Ook wanneer etnische Hongaren gaan dienen in het Oekraïense leger, stopt de Hongaarse regering haar ondermijnende acties niet. Het meest recente diplomatieke incident was in juni, toen de Hongaarse regering met de Russische regering afsprak om elf Oekraïense krijgsgevangenen over te dragen aan Hongarije zonder medeweten van de Oekraïense regering. Ze behoorden tot de Hongaarse minderheid.

De deal zou gesloten zijn tussen de vicepremier van Hongarije en de patriarch van de Russisch Orthodoxe Kerk. Die laatste staat nochtans op de EU-sanctielijst, die bepaalde Russen een inreisverbod of bevriezing van tegoeden oplegt.

Oekraïense diplomaten klaagden dat de Hongaarse regering hen het contact met de elf vrijgelaten Oekraïense staatsburgers weigerde. Orbán gaf hiermee aan dat hij deze mensen eerst als Hongaren en pas dan als Oekraïners beschouwt, en dat hij hen ‘beschermt tegen Oekraïne’.

© Xander StockmansDe Hongaarse premier Viktor Orbán laat uitschijnen dat hij de Hongaren van Oekraïne eerst als Hongaren en pas dan als Oekraïners beschouwt. Maar de Oekraïens-Hongaarse dominee van Tjatsjiv in Oekraïne zegt: ‘Dit land is aangevallen en deze oorlog is ook mijn oorlog.’ Hij was aanwezig op de wake voor de Oekraïense slachtoffers van de Russische gruwelen in Boetsja. © Xander Stockmans

De Europese Commissie en de Oekraïense regering reageerden geschokt op deze abnormale gang van zaken. ‘Orbán speelt de etnische kaart door Hongaren “thuis te brengen” zonder dat Oekraïne er zelfs maar iets van wist’, verduidelijkte Peter Krekó van de Hongaarse denktank Political Capital in Euronews.

In diezelfde juniweek stelde de Hongaarse regering opnieuw haar veto tegen de goedkeuring van een nieuwe schijf van 500 miljoen euro aan militaire hulp van de EU voor Oekraïne. Boedapest nam hiermee wraak op Oekraïne, omdat het Oekraïense Anticorruptieagentschap de grootste Hongaarse bank OTP Bank op zijn lijst van ‘internationale oorlogssponsors’ had gezet.

Zo zullen de incidenten nog wel even doorgaan. Marianna Kuni, een Hongaarse uit Transkarpatië die we aan de grens ontmoeten, is het beu. Ze staat op het punt om zowel Oekraïne als Hongarije te verlaten: ‘Ik wil van niemand een speelbal zijn. De Hongaarse regering geeft de Oekraïense regering genoeg redenen om wantrouwig te zijn. Ik begrijp niks van haar vriendschap met het Kremlin. Ik schaam me om te zeggen dat ik Hongaarse ben.’

Deze reportage werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.