Op bezoek bij "La Nación de los Muchachos"
Hier vinden Colombiaanse kinderen in conflictsituaties een thuis en een toekomst
Staat de guerrilla voor je deur, of is er geen school en eten in huis, dan rest je als jongere weinig andere keuze dan je aan te sluiten. Maar er is minstens één uitweg voor deze kinderen en jongeren in Colombia: "La Nación de Los Muchachos", de Natie van de Kinderen. MO* ging ter plaatse kijken.
![© Ynske Boersma](//images.mo.be/sites/default/files/styles/3_2_standard_photo_format__wide_/public/field/image/66482_135467_JPNKRm.jpg?itok=yum2U3XJ " Kinderen die de school verlaten, dreigen terecht te komen in de cocateelt of bij een gewapende groep. "La Nación de los Muchachos" bij hoofdstad Bogotá biedt hen een nieuwe thuis. ")
Kinderen die de school verlaten, dreigen terecht te komen in de cocateelt of bij een gewapende groep. “La Nación de los Muchachos” bij hoofdstad Bogotá biedt hen een nieuwe thuis.
© Ynske Boersma
Gewapende groepen in Colombia hebben sinds het begin van de pandemie minstens twee keer zoveel Colombiaanse kinderen gerekruteerd. Maar ook kinderen die dat lot kunnen ontlopen hebben een veilige plek nodig. Die vinden ze in La Nación de los Muchachos, een gemeenschap waarin ze zelf de regie over hun leven en toekomst terugkrijgen.
Ernesto (schuilnaam) was veertien toen drie guerrillero’s zijn huis binnenvielen. Ze zetten een machete op de keel van zijn stiefvader en gaven de familie 24 uur de tijd om het gebied te verlaten. Het was de zoveelste keer dat Ernesto zijn vertrouwde omgeving moest verlaten.
Hij is intussen zeventien. ‘In mijn dorp bestaat geen politie, alleen de guerrilla. Zij zijn de wet. Ze vermoordden veel vrienden van mijn broer, omdat ze drugs gebruikten en stalen. Dan gooiden ze iemand in een plas op straat en schoten ze hun pistolen leeg.’ Hij vertelt het bijna terloops, alsof het normaal is. En vraagt dan, met de oprechte nieuwsgierigheid van een kind: ‘Gebeuren dat soort dingen ook waar jij vandaan komt?’
‘Ze gooiden iemand in een plas op straat en schoten hun pistolen leeg. Gebeurt dat ook waar jij vandaan komt?’
Ernesto groeide op in een grensregio van Colombia. Het is een gebied waar al lang om wordt gevochten, en het wordt gecontroleerd door guerrillabewegingen, paramilitairen en andere gewapende groepen. Die verrijken zich met drugshandel, smokkel en afpersing. De enige manier waarop de overheid hier aanwezig is, is het leger. De meeste bewoners leven van de cocateelt, omdat er geen economische alternatieven zijn.
Ook het vredesakkoord dat in 2016 gesloten werd met Colombia’s oudste guerrillabeweging, de FARC, heeft niets aan die situatie kunnen veranderen. Integendeel: door het vertrek van de FARC ontstond een machtsvacuüm, en dat mondde uit in een bloedige strijd tussen de overige gewapende groepen in de gebieden die werden gecontroleerd door de FARC.
Als gevolg nam ook een van de meest courante praktijken van het Colombiaanse conflict opnieuw toe: gewapende groepen gingen weer kinderen rekruteren.
Vatbaar voor mooie beloftes
De cijfers over hun aantallen lopen uiteen, want in veel gevallen wordt geen aangifte gedaan. Maar alle statistieken laten een stijgende lijn zien van het aantal geronselde kinderen sinds de FARC de wapens neerlegde. In 25 van de 32 departementen van Colombia lopen kinderen het risico om gerekruteerd te worden, volgens rapporten van de Verenigde Naties en van de Colombiaanse ombudsman.
De coronacrisis en moeilijke thuissituaties maken kinderen extra vatbaar voor de gewapende groepen.
Sinds het begin van de pandemie is hun aantal nog verder opgelopen. De maandenlange quarantaine bood gewapende groepen de kans om hun greep op de regio’s te versterken.
Er golden onder andere avondklokken en brute sancties voor burgers die de quarantaine niet naleefden. Duizenden kinderen dreigen te stoppen met school nu ze al maanden thuiszitten, in gebieden waar vaak geen internet of zelfs geen elektriciteit is. Dat, in combinatie met moeilijke thuissituaties, maakt hen extra vatbaar voor de gewapende groepen, die hen geld, eten of een mooie telefoon beloven.
Volgens Coalico, een samenwerkingsverband van verschillende mensenrechtenorganisaties tegen het inzetten van kinderen in het conflict, werden in de eerste helft van 2020 al evenveel kinderen geronseld als in heel 2019. Dat jaar werden tussen 200 en 300 kinderen het slachtoffer van de gewapende groepen.
Natie van kinderen
Bij Ernesto zou het zover niet komen. Hij woont sinds 2017 in Benposta, een opvangplek voor kinderen die het slachtoffer zijn van het Colombiaanse conflict, net buiten de hoofdstad Bogotá.
Het project wordt geleid door de gelijknamige ngo Benposta, bijgenaamd La Nación de los Muchachos (‘De Natie van de Kinderen’). De ngo haalt de kinderen weg uit risicosituaties en helpt hen op weg naar een nieuw leven, zonder conflict of sociale uitsluiting.
La Nación de los Muchachos is een bijzonder project: de kinderen besturen hun “dorp” helemaal zelf, met een democratisch gekozen zelfbestuur. Elk kind heeft een stem. Er is een burgemeester met een gemeenteraad en alle leeftijdsgroepen hebben hun eigen district, met een afgevaardigde die hen vertegenwoordigt in algemene vergaderingen.
Benposta-directeur José Luis Campo: ‘Wanneer je kinderen als kindsoldaat of ontheemde blijft behandelen, komen ze nooit vooruit.
© Ynske Boersma
Het idee is dat de kinderen de regie over hun eigen leven terugkrijgen, zegt José Luis Campo (72), directeur en sinds de oprichting in 1974 betrokken bij Benposta in Colombia. ‘We werken hier met het fundamentele principe dat ook kinderen rechtspersonen zijn, zonder hen te stigmatiseren als kindsoldaat of ontheemde. Wanneer je kinderen als zodanig blijft behandelen, komen ze nooit vooruit. Wat telt zijn het heden en de toekomst.’
En dat werkt. ‘Het is leuker om taken uit te voeren wanneer je zelf verantwoordelijk bent’, zegt Ernesto, die bij de laatste verkiezingen tot burgemeester van de gemeenschap werd verkozen. ‘Als burgemeester heb ik een bestuursraad met negen raadsleden die elk verantwoordelijk zijn voor een deel van de gemeenschap. Bijvoorbeeld voor de eetzaal of de gemeenschapswinkel en de televisiekamer.’
‘Je leert hier verantwoordelijkheid op te nemen. We zijn in een etappe van ons leven waarin we nog niet goed weten wat goed en wat fout is.’
‘Met de gemeenteraad zien we erop toe dat alle kinderen de regels naleven, en we corrigeren hen wanneer dat niet gebeurt’, zegt Ernesto’s rechterhand Miyela (schuilnaam). Ze is 18 en raadslid voor ‘Harmonie en Samenleving’. ‘Zelfbestuur leert ons onafhankelijk te zijn’, vindt ze. ‘Dat is waar het om gaat in Benposta. Dat je leert verantwoordelijkheid op te nemen voor je daden en voor de gevolgen ervan. We zijn in een etappe van ons leven waarin we nog niet goed weten wat goed en wat fout is.’
Miyela wijst naar een paar jonge kinderen die de paden van het complex aan het vegen zijn. Het is een groen terrein in de bergen, met een weids uitzicht over de miljoenenstad. ‘Hier leren de jongens van jongs af aan dat ze ook verantwoordelijk zijn voor het huishouden. Waar ze vandaan komen, is er vaak nog veel machogedrag.’
Het tweetal geeft een rondleiding over het terrein. Een rommelige verzameling van in vrolijke kleuren geschilderde bakstenen gebouwen, een voetbalveldje en een theater dat nog het meest weg heeft van een Oost-Europese bunker. Zoals elke namiddag doen de kinderen mee aan activiteiten: sport, muziek, dans en fotografie. Vandaag zijn er lessen in computeranimaties maken, salsamuziek en een traditionele dans uit de regio van de Stille Oceaan, met kinderen die in lange rokken door een theaterzaal zwieren.
De kinderen en jongeren kunnen in La Nación meedoen aan buitenschoolse activiteiten. ‘Waar ik vandaan kom zien kinderen het nut van onderwijs niet in.’
© Ynske Boersma
‘Ze oefenen nu voor de voorstellingen straks in november, wanneer organisaties en ambassadeurs komen kijken of hun geld goed terechtkomt’, merkt Miyela op. Die nadruk op de public relations is niet zo vreemd, want de organisatie is grotendeels afhankelijk van ontwikkelingsgeld van de internationale gemeenschap.
Conflictmentaliteit
De meeste docenten van La Nación wonen op het terrein, in kleine huizen met hun familie. Velen van hen waren ooit zelf bewoner van Benposta en kwamen na hun studie terug om les te geven. Anderen zijn simpelweg nooit weggegaan. Kinderen die hun school afmaken hebben de optie om in Benposta te blijven wonen als mantenedor, een soort verzorger van de kinderen.
‘Net als veel kinderen hier kwam ik aan met een conflictmentaliteit, alsof ik nog steeds in de oorlog leefde.’
Dat is precies wat David Cuenu (25) deed, vandaag een lange Afro-Colombiaan met een innemende lach. Hij moest op 15-jarige leeftijd zijn thuis verlaten, in zijn dorp aan de kust van de Stille Oceaan.
David liep twee jaar leerachterstand op, en die haalde hij in Benposta in. Inmiddels studeert hij lichamelijke opvoeding aan een universiteit in Bogotá. ‘Waar ik vandaan kom zien kinderen het nut van onderwijs niet in. Waarom naar school gaan als je ook kan werken of op andere manieren aan geld kan komen? Hier leerde ik dat je niets bent in de maatschappij zonder een opleiding.’
“Mantenedor” David Cuenu: ‘In mijn dorp wordt alles met geweld opgelost. Om dat om te keren is veel begeleiding nodig, en sociaal werk en correcties.’
© Ynske Boersma
Eenvoudig was die overgang niet. ‘Net als veel kinderen hier kwam ik aan met een conflictmentaliteit, alsof ik nog steeds in de oorlog leefde. In mijn dorp wordt alles met geweld opgelost. Mensen gaan met elkaar op de vuist, ook wanneer iets hen niet zint. Om dat om te keren is veel begeleiding nodig, en sociaal werk en correcties. Daarvoor zijn er de mantenedores, om de kinderen bij te sturen wanneer ze er zelf niet uitkomen. En als ze echt niet willen, dan zijn ze vrij om te gaan. Niemand verplicht je om hier te zijn.’
De ngo Benposta begeleidde tussen 2000 en 2006 honderden kindsoldaten bij hun terugkeer naar de maatschappij. Tot de overheid haar eigen re-integratietraject voor kindsoldaten opzette. Sindsdien vangt Benposta vooral kinderen op die op andere manieren slachtoffer werden van het conflict. Kinderen die dreigen te worden geronseld door gewapende groepen, maar ook kinderen die hun thuis verloren door de oorlog en slachtoffers van seksueel geweld.
In de havenstad Buenaventura komt bijvoorbeeld het zogenaamde tratado de blancas voor, een praktijk van mensenhandel waarbij gewapende groepen jonge kinderen ontvoeren om hen seksueel te misbruiken en in te zetten als drugskoerier. ‘Of ze verkopen hun organen’, zegt Miyela, die uit Buenaventura komt. Het meisje wil niet vertellen waarom ze uit Buenaventura weg moest, behalve dat het nodig was ‘voor haar bescherming’. Maar de bijna vanzelfsprekende manier waarop ze vertelt over de gruwelijke praktijken, zegt veel.
Gedwongen om mee te gaan
‘Om vijf uur ‘s middags haalde de guerrilla me op, met een motor. Ik was zo bang dat ik geen woord kon zeggen.’
Om risicosituaties vroegtijdig te signaleren beschikt Benposta over een netwerk van lokale teams in de conflictgebieden, de zogeheten ‘Veilige Omgevingen’. Die identificeren kinderen die hulp nodig hebben en sturen hen naar de opvang in Bogotá wanneer het echt dreigt mis te gaan.
‘Meestal gaat het om kinderen die dreigen de school te verlaten. Want wanneer dat gebeurt, gaat een kind op zoek naar inkomsten. Dat betekent óf coca plukken, óf bij een gewapende groep gaan’, zegt Benposta-directeur Campo.
In andere gevallen worden de kinderen gedwongen mee te gaan. Zoals de 17-jarige Rosa (schuilnaam), een schuchtere tiener met kort bruin haar die sinds februari 2020 in Benposta verblijft. Op een doodgewone schooldag belde haar moeder haar huilend op. Ze vertelde haar dat de guerrilla aan de deur was verschenen om Rosa mee te nemen.
‘Mijn moeder zei dat ik naar huis moest komen en mijn tas moest inpakken. Ik wilde niet, maar ze zei dat het moest. Om vijf uur die middag haalden ze me op, met een motor. Ik was zo bang dat ik geen woord kon zeggen’, vertelt Rosa.
Ontsnappen uit een conflictsituatie en zelf een toekomst opbouwen, daar gaat het om in Benposta. ‘‘Zelfbestuur leert ons onafhankelijk zijn’, vindt Miyela (18).
© Ynske Boersma
Rosa’s verblijf bij de guerrilla zou gelukkig niet lang duren. Na een aantal dagen in een kamp in de bergen werd ze zo ziek dat de guerrillero’s haar naar het plaatselijke ziekenhuis brachten, waar ze drie dagen moest blijven. ‘Daarna wilden ze me weer meenemen. Maar ditmaal kon mijn moeder hen overtuigen om me met rust te laten.’
Een geluk, zo bleek achteraf. Kort nadien werd het front van de guerrilla aangevallen door het leger. Onder andere de man die haar had gerekruteerd kwam om. Rosa, haar moeder en een jongere broer waren toen al ondergedoken bij een familielid in een andere regio, waarna Rosa naar Benposta werd gestuurd. ‘Dat ik ziek werd, is mijn redding geweest.’
Met Rosa gaat het nu goed. Ze is haar leerachterstand aan het inhalen en maakt plannen om te studeren. Ze wil systeemingenieur worden. ‘Ik wil graag mijn moeder helpen, zodat ze eindelijk kan uitrusten. En ik wil mijn neefje en nichtje naar een goede school kunnen sturen. Zodat ze niet hetzelfde als ik moeten meemaken.’
La Nación de los Muchachos
De geschiedenis van de ngo Benposta gaat terug tot de jaren ‘60. Een eigenzinnige priester in Spanje, Jesús César Silva Mendez, stelde een groep van 15 weesjongens op straat voor om een democratische gemeenschap met een nieuw sociaal model op te richten: La Ciudad de los Muchachos oftewel De Stad van de Kinderen was geboren. Spanje zuchtte op dat moment onder de dictatuur van Franco, en veel kinderen groeiden er op in armoede en uitsluiting.
Vader Silva was een priester met een radicaal evangelische visie, vergelijkbaar met de Latijns-Amerikaanse bevrijdingstheologie. Hij had de overtuiging dat de sociale structuren veranderd moesten worden, te beginnen met een democratische gemeenschap waarin alle kinderen een stem hadden. Om die boodschap uit te dragen richtte de groep een circus op, waarmee de Muchachos in de daaropvolgende decennia de hele wereld over zou reizen.
In verschillende landen werden zustervestigingen opgericht, waaronder de Natie van de Kinderen in Colombia. In de loop van enkele decennia groeide die uit tot de ngo van vandaag.
Een monument voor priester Jesús César Silva Mendez, de oprichter van Benposta, op het terrein van La Nación in Colombia.
© Ynske Boersma