Verkiezingen met het oog op sociale vooruitgang
Spanje: Een toekomst maken in een systeem zonder toekomst
De crisis van 2008 hakte zwaar in op Spanje. Vooral jongeren werden zwaar getroffen. De nieuwe politieke formatie van Podemos probeerde het ongenoegen te vertalen naar een nieuw politiek project. ‘De heropbouw van de staat is voor ons een economisch axioma’, stelt Podemos. Nu zondag trekken de Spanjaarden - opnieuw- naar de stembus voor een nieuwe regering.
Lucia (24) en Pablo (23) doen beiden een master in de journalistiek in Madrid. Lucia: ‘Ik zie niet zoveel verbetering, werk vinden is nog steeds onmogelijk.’ Ze behaalde haar bachelor in de journalistiek en ging naar Londen. In eigen land vond ze toch geen werk, en dan kon ze meteen haar Engels bijspijkeren. ‘Ik deed er welgeteld twee middagen over om een baan te vinden in de horeca’, vertelt Lucia.
‘Ik wil graag een master behalen, maar niet om tegen vier euro per uur in een restaurant te werken.’
Lucia vult haar dagen met onbetaalde stages, in de hoop zich zo te perfectioneren.
©Alma De Walsche
Acht maanden woonde ze er. ‘Hier zit er niets anders op dan toch maar aan een masterstudie te beginnen, wil je kans maken op de arbeidsmarkt. Maar je moet intussen ook ervaring opdoen via onbezoldigde stages. In het beste geval betalen ze 250 euro per maand voor vier uur werk per dag. En als je dan het vooruitzicht zou krijgen op een baan, dan wil je dat best doen, maar dat is niet zo. Dat is niet eerlijk.’
Pablo valt haar bij: ‘Ze willen altijd dat je ervaring hebt. Maar hoe kun je ervaring opdoen als je geen kansen krijgt?’ Pablo verbleef een half jaar in Ierland, waar hij heel veel uren per dag draaide in een hotel. ‘Ik wil die master graag behalen, maar waarvoor? Om tegen vier euro per uur in een restaurant te werken? Of om een minimumloon van 600 of 700 euro te verdienen? We moeten onze rechten opeisen. De crisis wordt afgewenteld op de jongeren. Dit is geen kwestie van rechts of links, dit is gewoon een kwestie van rechtvaardigheid en gezond verstand.’
Volgens Pablo wordt de crisis afgewenteld op de jongeren.
©Alma De Walsche
Ze gooien ons eruit
Het jongerencollectief Juventud Sin Futuro (JSF – Jongeren Zonder Toekomst) is een beweging die in de crisis van 2008 is ontstaan met de bedoeling die specifieke jongerenproblematiek zichtbaar te maken. In 2013 lanceerde JSF de campagne No nos vamos, nos hechan – Wij stappen niet op, ze gooien ons eruit. Volgens een onderzoek van JSF verblijven 200.000 Spaanse jongeren in andere Europese of Latijns-Amerikaanse steden. Niet alleen voor afgestudeerde journalisten is het moeilijk. Ook pas afgestudeerde wetenschappers en ingenieurs vinden geen werk en hebben zich verenigd in de Federatie van precaire jonge onderzoekers.
Almudena van Juventud sin Futuro voert actie tegen de lage-loon-ketens
©Alma De Walsche
Almudena (20) is activiste van JSF. Ze studeert filosofie, een richting die over heel Spanje sterk in opkomst is_._ ‘Als je toch geen werk vindt, kun je maar beter doen wat je echt interesseert.’
Trabajo precario
“Precair werk” is in Spanje een veelbesproken fenomeen. Het “precariaat” (een samentrekking van precair en proletariaat) is een term die door de Britse econoom Guy Standing geïntroduceerd is om te wijzen op een verschuiving op de arbeidsmarkt naar steeds schaarsere en onzekerder banen, met steeds minder rechten en sociale bescherming.
Tien jaar geleden raakte in Spanje ook het begrip “de generatie van 1000 euro” in zwang. De term staat voor jongeren die een of meer diploma’s op zak hebben maar geen gekwalificeerde baan vinden, meer dan een derde van hun loon aan huishuur besteden en niets overhouden om te sparen. Zonder auto, zonder huis, zonder kinderen en zonder toekomstplannen. Die 1000-euristas zijn intussen 800-euristas geworden en de werkloosheid onder jongeren blijft torenhoog.Samen met het collectief Oficina Precaria, het Precaire Kantoor, voert JSF momenteel een campagne No más becas por trabajo, Geen studiebeurzen meer voor werk. Sommige bedrijven nemen studenten aan die een studiebeurs uitgekeerd krijgen en wie ze een maandloon van 300 euro betalen. Als ze toch al een studiebeurs hebben, hoeven ze niet extra betaald te worden, is de redenering. Het is dubbel onrechtvaardig, vindt Almudena, omdat het uitbuiterslonen zijn en omdat de studenten op die manier ook de plaats innemen van andere werkzoekenden die totaal geen inkomen hebben.
‘We leven echt om te werken in plaats van omgekeerd. En mensen slikken dat, bang dat ze anders alles verliezen.’
Er zijn ook nog andere uitbuitingspraktijken. Almudena: ‘Iedereen weet dat ZARA geen overuren betaalt, terwijl je er makkelijk een dag per week overuren draait. Een werkweek voor ZARA is 30 uur voor 700 euro per maand, maar dan wel in een systeem van opdeling van de werkdag: van 9 tot 14 en van 17 tot 20 uur, je hele dag gaat eraan op. We leven echt om te werken in plaats van omgekeerd. En mensen slikken dat, bang dat ze anders alles verliezen.’ Dat moet veranderen, vindt ze. ‘Hoe?’ vraag ik haar. ‘De verandering komt van de straat en van de instellingen. De slogan van JSF: Sin casa, sin curro, sin pensión y sin miedo.’ Zonder huis, zonder inkomen, zonder pensioen en zonder angst.
Een werkweek voor ZARA is 30 uur voor 700 euro per maand, maar dan wel in een systeem van opdeling van de werkdag: van 9 tot 14 en van 17 tot 20 uur.
Ryan McKnight (CC BY 2.0))
Werkende armen
Op het bureau van de Katholieke Arbeidersbeweging HOAC haalt directeur José Fernando Almazán er de cijfers bij, uit 2014.
‘Alles hangt af van hoe je naar die zogezegd positieve macro-economische cijfers kijkt’, steekt Almazán van wal. ‘De werkloosheid is gedaald omdat de actieve bevolking daalde: van 20,5 miljoen naar 17,5 miljoen. Een hele groep werknemers, vooral mannen tussen veertig en vijftig jaar oud, werden massaal ontslagen en met al dan niet vervroegd pensioen gestuurd. Heel wat immigranten zijn teruggekeerd naar hun land en Spanjaarden migreerden massaal naar het buitenland.’
‘De werkloosheid is gedaald omdat de actieve bevolking daalde, niet omdat er banen bij kwamen.’
Zijn zoon van 24 studeerde voor burgerlijk ingenieur. Een bedrijf uit Bradford, Groot-Brittannië, is naar Spanje gekomen om de beste studenten een contract aan te bieden nog voor ze hun diploma behaalden. Nu woont hij daar, in een stad van 100.000 inwoners met niet minder dan 400 andere Spaanse landgenoten. In Spanje lijkt deze vervanging van oudere door jongere werkkrachten ook de vaste praktijk bij Telefónica en bij El Corte Inglés.
Banen kwamen er niet echt bij. Mensen werken formeel minder uren: een veel voorkomende praktijk is een contract voor vier uur formeel, maar acht uur in de praktijk. Dat is het echte zwartwerk. En slechts een op de tien contracten is er een van onbeperkte duur. 12 procent van de werkende bevolking leeft in armoede.
Jongeren zijn de kwetsbaarste groep: voor jongeren met een laag diploma ligt de gemiddelde werkloosheid boven de 45 procent. En zo zijn er nogal wat, omdat veel jongeren de school verlieten tijdens de hoogconjunctuur van de bouw. Maar toen die zeepbel barstte, stonden ze van de ene dag op de andere op straat. Almazán: ‘Die jongeren kunnen geen plannen maken voor de toekomst, voor een zelfstandig bestaan. Ze zullen wellicht ook nooit kunnen afdragen voor sociale zekerheid, een werkloosheidsuitkering of een pensioen. Het enige wat telt voor hen is het nu.’
In Spanje lijkt de vervanging van oudere door jongere werkkrachten ook de vaste praktijk bij bedrijven als Telefónica en El Corte Inglés.
damian entwistle (CC BY-NC 2.0)
Meer zelfmoorden
Enkele cijfers
De ravage die de financiële collaps van 2007-2008 in Spanje aanrichtte was enorm. De bouwsector, die al een aantal jaren liep als een tierelier, implodeerde en miljoenen mensen werden werkloos. In 2007 had 8,57 procent van de actieve bevolking geen werk, in 2010 was dat 20,11 procent en in 2012 steeg dat cijfer tot 25,77 procent (cijfers van het Nationaal Instituut voor Statistiek). De zwaarst getroffen groepen waren de jongeren en de 45-plussers, die ontslagen werden met de zekerheid dat dat het einde was van hun actieve loopbaan.
Een deel van die miljoenen werklozen kon hun hypotheeklening niet langer betalen en werd massaal uit hun huizen gezet. De cijfers lopen uiteen: tussen de 400.000 en de 600.000 gezinnen tussen 2007 en 2014.
Vandaag gaat het beter, zeggen de macro-economische rapporten. De economie groeit met 2,7 procent en 2015 sloot af met een werkloosheidscijfer van 21 procent. Maar de regionale verschillen zijn groot: in Andalusië is dat 40 procent, in Madrid en Barcelona respectievelijk 9 en 10 procent.Spanje telt 1,8 miljoen gezinnen waar niemand werk heeft en 800.000 gezinnen die geen enkele vorm van inkomen hebben, geen pensioen, geen uitkering, niets. Doordat er minder mensen werken en de lonen en de koopkracht dalen, groeien de armoede en de ongelijkheid. In 2009 zaten er in Spanje meer dan acht miljoen mensen op de armoedegrens; nu zijn dat er tussen elf en twaalf miljoen, op een totaal van 46 miljoen. Op de armoedegrens betekende eind 2014 met een jaarinkomen van minder dan 7.961 euro per persoon. Het minimumloon in Spanje bedroeg in 2014 752 euro per maand, en daarmee kwam Spanje binnen Europa net voor de Midden-Europese landen, de Baltische staten en Portugal.
Spanje telt 1,8 miljoen gezinnen waar niemand werk heeft en 800.000 gezinnen die geen enkele vorm van inkomen hebben.
Almazán ziet weinig redenen voor optimisme: ‘Ik zie niet meteen krachten die hier tegenin gaan. Toen Lehman Brothers viel, zei men: “We moeten een einde maken aan dit soort banksystemen”. Sindsdien zien we een politiek van verder inkrimpen van publieke uitgaven, individualisering van werkrelaties en een verdere financialisering van de economie.’
‘Dit systeem leidt niet tot collectieve verbetering, het leidt nergens toe. Ecologie en solidariteit zijn van geen tel. Het is een wedloop zonder einde, de enige uitweg is zelfmoord. Ieder wordt verondersteld voor zichzelf in te staan en zijn eigen leven op orde te krijgen. Kijk naar de vluchtelingencrisis: ook die bekijkt men enkel in economische termen. Het is geen kwestie van geld. Nooit eerder in de geschiedenis was er meer geld dan vandaag en nooit eerder was het zo slecht verdeeld. Dit is ronduit obsceen!’
‘Mensen zijn helemaal niet gelukkig in dit systeem,’ gaat Almazán voort. ‘Het aantal zelfmoorden stijgt en de verkoop van antidepressiva was nooit groter. We kunnen deze wereld zo niet doorgeven aan onze kinderen. Mensen gaan op zoek naar alternatieven. Tegen de stroom ingaan is hard. Het is het hoofd bieden aan een andere logica dan die van “Jij alleen voor jezelf”. Wat we nodig hebben is een diepgaande omkering van waarden. We moeten ons afvragen: wat laten we toe? Hoe ver willen we gaan? Waarvoor willen we op straat komen? Dat gaat veel verder dan wie er politiek aan de macht is. Het gaat over welke samenleving we willen. Het moet een heel diep “nee” zijn tegen dit systeem.
Een ander model
Vanuit zo’n diep nee is 15M er gekomen, de bezetting van de Puerta del Sol op 15 mei 2011. Het was een actie van de Indignado-beweging, de beweging van Verontwaardigden. Als uitvloeisel van 15M ontstonden de verschillende sectorale bewegingen, in het onderwijs, de gezondheidszorg, justitie, en de beweging tegen de gedwongen emigratie. Als reactie op de huizencrisis ontstond er La Pah, het Platform voor de slachtoffers van de hypothecaire leningen. Op 15 mei werd aan de Puerta del Sol een gedenkplaat onthuld voor de vijfde verjaardag, met daarop de tekst: Durmíamos. Despertamos. “We sliepen. We zijn ontwaakt.”
Intussen is er ook een nieuwe generatie in de politiek aangetreden: Podemos aan de linkerzijde en Ciudadanos aan de rechterzijde, die het ongenoegen voor zich wisten te mobiliseren. En de verontwaardiging stijgt, met de corruptieschandalen die vandaag naar boven komen over gewezen functionarissen van de PP en de PSOE, en met leden van de koninklijke familie die genoemd worden in de Panama Papers.
‘Dit is een crisis van een beschavingsmodel, maar hoe die postkapitalistische manier van doen eruit zal zien, weten we nog niet.’
Niet alle jongeren hebben het land verlaten. Heel wat gediplomeerden zochten elkaar op om met vrienden of studiegenoten een eigen zaak te beginnen, buiten de kapitalistische logica om. Fernando Sabín, een socioloog van 37 en kind van 15M, coördineert Mercado Social (Sociale Markt) in Madrid, een federatie van coöperaties in de sociale economie. Je vindt ze in de dienstensector, de levensmiddelensector, de rechtsbijstand, de grafische vormgeving, de geestelijke gezondheidszorg. De criteria die ze hanteren zijn transparantie in de rekeningen, het gebruik van een eigen munt (in de regio Madrid is dat de boniato, de naam van een soort aardappel) en communicatie over en bewustmaking van die andere economie.
Fernando Sabin: ‘De pensioenuitkering van mijn ouders is het dubbele van mijn loon.’
©Alma De Walsche
Madrid alleen al telt vandaag 120 van die coöperaties, maar je vindt ze over heel Spanje. Vooral het domein van de agro-ecologie is een groot succes, met een jaarlijkse groei van 7 procent. Coöperanten verdienen 800 euro per maand, voor een duurzame baan. Het maximumloon is 1.500 euro. Ariadna, collega van Fernando Sabin, werkt voor Tangente, een coöperatie die nieuwe initiatieven ondersteunt, onder meer om financiering te vinden. Hiervoor werkt ze vaak samen met COOP57 een ethische bank waaraan vooral na de bankencrisis de Spanjaarden veel geld toevertrouwden, toen ze hun spaarcenten weghaalden bij de traditionele banken. COOP57 heeft momenteel meer kapitaal dan er initiatieven zijn om te financieren.
‘Wij zullen het met dertig procent minder moeten stellen dan onze ouders. En wie na ons komt met nog minder.’
Almazán ziet de beperkingen van deze initiatieven, maar gezien de situatie zijn ze wel belangrijk. ‘Wij zullen het met dertig procent minder moeten stellen dan onze ouders. En wie na ons komt met nog minder. Ik verdien 1.250 euro per maand, mijn ouders hebben elk het dubbele voor hun pensioenuitkering; ze hebben gratis toegang tot cultuur en reductie op het openbaar vervoer. Het idee dat er ooit nog volledige werkgelegenheid komt is een illusie. Dit is een crisis van een beschavingsmodel, maar hoe die postkapitalistische manier van doen eruit zal zien, weten we helemaal nog niet. Wat wij hier doen, is experimenteren, om niet met lege handen te staan wanneer er voldoende kritische massa is om het tij te keren. De eerste boer die agro-ecologisch begon te werken, had ook niet kunnen denken dat twintig jaar later zoveel mensen dit spoor zouden volgen.’
Een andere politiek
2015 was een verkiezingsjaar in Spanje. Op 24 mei werden de lokale besturen vernieuwd, op 20 december moest een nieuwe regering gekozen worden. Podemos, een partij van jonge dertigers, eindigde op 20 december verrassend derde, met 20,66 procent van de stemmen. De nieuwe rechtse formatie Ciudadanos wist 13,93 procent van de stemmen in de wacht te slepen.
Het traditionele tweepartijensysteem van de Volkspartij PP (28,72%) en de Socialistische Partij PSOE (22,02 %) is met deze uitslag definitief doorbroken. Een nieuwe regering vormen is niet gelukt en op 26 juni gaan de Spanjaarden opnieuw naar de stembus. Sommigen verwijten Podemos koppigheid, maar waar het hen uiteindelijk om te doen is, is een andere politiek en een andere economie.
Podemos, een partij van jonge dertigers, eindigde op 20 december verrassend derde, met 20,66 procent van de stemmen.
In het parlement heb ik een afspraak met Ivan Ayala, econoom van Podemos.
‘De PP-regering van Rajoy heeft massaal uitverkoop gehouden van de openbare diensten. In de periode-Rajoy (2011-2015) is er 18 miljard bespaard op de uitgaven voor gezondheidszorg en onderwijs, en dat in een periode van zogenaamde economische hoogconjunctuur. Dat is heel moeilijk te verdedigen,’ stelt Ayala. Podemos kiest voor meer staat. ‘De heropbouw van de staat is voor ons een economisch axioma.’
Een energietransitie gestimuleerd door de overheid moet daar een onderdeel van zijn. Een ander thema op hun agenda is werkherverdeling. Het feit dat jongeren uit de boot vallen, heeft onder meer te maken met de manier waarop de arbeidsmarkt is gereguleerd en met de wetten die vorige regeringen hebben gemaakt, zegt Ayala. 2,5 miljoen werknemers zijn buiten de onderhandelingen gehouden. Het gemiddelde loon is 675 euro en dat ligt net iets boven de armoededrempel van 550 euro.
Ivan Ayala, economist Podemos: ‘We moeten nieuwe arbeidsvoorwaarden creëren, maar er is ook een plan nodig voor een gegarandeerd inkomen’
©Alma De Walsche
‘We moeten nieuwe arbeidsvoorwaarden creëren, maar er is ook een plan nodig voor een gegarandeerd inkomen, een plan voor “zero armoede” in vier jaar tijd om het inkomen van die laagste groepen aan te vullen. Dat gaat ons 15 miljard kosten, maar die investering zal zichzelf terugverdienen.’
Een ander element in het Podemos-voorstel is om de terugbetaling van de overheidsschuld te spreiden in de tijd en om meer belastingen te heffen. Op die manier komt er opnieuw meer ruimte voor het scheppen van meer en duurzamere banen. Niets revolutionairs, wel transparante en robuuste economie. ‘Ons programma is open source,’ zegt Ayala. ‘En heel wat wetenschappers hebben het al bestudeerd, maar niemand heeft fundamentele kritiek kunnen formuleren. Het is een kwestie van politieke wil.’