15 december 2012. Egypte schrijft geschiedenis. Miljoenen Egyptenaren zegden in een eerste ronde ja of neen tegen de eerste grondwet na de val van Moebarak. Een verdeeld land, maar niet steeds langs de lijnen die wij als vanzelfsprekend aannemen. Het draait om meer dan een JA of een NEEN. Wij doken het labyrint van de waanzinnig drukke straten van Caïro in. En dwaalden door een labyrint van gevoelens, dromen, frustraties, angsten en verwachtingen van vrijheid en geluk. Een indruk van Caïro tijdens de dag van het referendum.
Lees ook wat voorafging in ‘Vooravonden van hoop en wanhoop’
In de dagen voor het referendum zagen we massademonstraties tegen de president én steunbetuigingen georganiseerd door de moslimbroeders. Op die plaatsen van polarisatie lijkt het alsof elke neen-stem een stem is tegen president Morsi, en elke ja-stem een stem voor hem. Maar als je de straten van Caïro induikt, merk je al snel dat er meer aan de hand is. Egypte is diep verdeeld. Maar de argumentaties die Egyptenaren voor hun ja- of neen-stem geven, kunnen niet zomaar worden opgedeeld in pro en contra moslimbroeders. Een neen-stem toont lang niet altijd de angst voor een land gecontroleerd door een religieuze beweging, of de angst voor een ‘Islamitische staat’, zoals in het Westen wel eens wordt overdreven. Mensen geven ook gewoon politieke of economische redenen op en kunnen neen stemmen uit protest tegen het regeringsbeleid, net zoals bij ons.
De revolutionaire jongerenbeweging 6 April Youth Movement vermeldt trots op hun facebookpagina ‘NO is strong’. De neen-stem is echt en beslaat brede lagen van de Egyptische maatschappij. De moslimbroeders lijken kost wat kost door te zetten met deze grondwet, ongeacht deze diepe gevoelens bij veel Egyptenaren. De ja-stem is inderdaad niet oppermachtig, en dat ondanks de machtige campagnemachine van de moslimbroeders. Maar wat betekent die neen dan? En de ja? We wandelen door de waanzinnig drukke straten van Caïro en spreken hier en daar willekeurig mensen aan. Door het constante geclaxonneer van het opgestopte verkeer en het geroezemoes van de krioelende straten horen we vele neen-stemmen en een paar ja-stemmen. Iedereen heeft wel zijn reden voor die stem. Dezelfde argumentatie komt terug bij verschillende mensen, wat doet vermoeden dat mensen de argumentaties van de politieke partijen overnemen die zijn verspreid via nieuws, flyers, brochures, kranten,…
Stemmen voor stabiliteit
‘Als je het maar deels oneens bent, stem dan toch voor. Nu is stabiliteit belangrijk en de grondwet kunnen we later amenderen’, zeggen mensen tegen elkaar. Dat is een argumentatie die de moslimbroeders “geplugd” hebben in het publieke discours en heel wat mensen in de straat nemen het over. Maar niet iedereen die hunkert naar stabiliteit, stemt ook ja. Een taxichauffeur reageert cynisch op onze vraag, net als we voorbij een kleine protestactie van schoolmeisjes en de leraarsvakbond rijden: ‘Wij taxichauffeurs lijden erg onder het dalende toerisme. En zij blijven maar doorgaan met hun demonstraties, die idioten op Tahrir en aan het presidentieel paleis. Ze kunnen me allemaal gestolen worden en daarom stem ik NEEN.’
‘Ze beloven nu beterschap en stabiliteit, maar dat zeiden ze bij de vorige verkiezingen ook al. En waar is de stabiliteit? Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen. Dat zei ook onze profeet Mohamed’, zegt een jongen uit de sloppenwijk Manshiyet Nasr.
Natuurlijk draagt president Morsi zelf een grote verantwoordelijkheid voor de huidige instabiliteit. Is het logisch dat een grondwet pas gestemd wordt nadat parlements- en presidentsverkiezingen al gezorgd hebben voor de greep op de macht van één partij? Waarom is er nu, in december 2012, geen overgangsregering die het referendum over de nieuwe grondwet organiseert, waarna dan parlements- en presidentsverkiezingen zouden worden gehouden.
Proteststemmen
Een taxichauffeur: ‘Ik ga NEEN stemmen. Deze regering maakt er een zootje van. Ze zijn incompetent. Zijn al onze martelaren hiervoor gestorven?’ Een groenteverkoper aan het stembureau in Ataba, een handelswijk aan de grote souk van Caïro: ‘Ik ga NEEN stemmen. Ik vertrouw de regering niet. In de tweede ronde van de presidentsverkiezingen stemde ik noodgedwongen voor Ahmed Shafiq. Ja, die is van het oude regime, maar ik zal nooit voor de moslimbroeders stemmen. En dus ook niet voor deze grondwet.’ Mensen in de demonstratie van de moslimbroeders zeggen dan weer: ‘De oppositie heeft het niet zozeer op de grondwet gemunt, maar op president Morsi en alles wat uit zijn mond komt.’
Een winkelhouder in de handelswijk Ataba: ‘Ik ga NEEN stemmen. De regering verhoogt de belastingen en de prijzen zonder dat de lonen stijgen. Trouwens, in deze wijk stemmen vele mensen gewoon neen uit protest tegen het economisch beleid van de president.’ Onder de neen-stemmen tegen de grondwet zitten dus ook veel proteststemmen tegen de regering. Die hebben niet altijd met religie te maken, maar evenzeer met economie.
Stemmen voor God
Een jongen aan een t-shirtstand op het Tahrirplein grapt: ‘Natuurlijk ga ik morgen ja stemmen, de sjeik heeft het gezegd.’ Daarna barst hij in lachen uit. Het is niet voor iedereen een grap. Dahy, een jongen uit sloppenwijk Manshiyet Nasr die lang als toeristische gids werkte, beaamt: ‘De moslimbroeders zijn al decennialang actief in onze wijk. Mijn NEEN-stem is een stem tegen de islamisering van de maatschappij. Ik ben zelf moslim, maar ik houd niet van de manier waarop de moslimbroeders politieke steun verwerven. Ze verspreiden hier in onze wijk dat oppositieleiders zoals El Baradei en Sabahy tegen de islam zijn. Ze maken mensen bang van die oppositieleiders, omdat religie zo belangrijk is in hun leven.’
Maar hun campagnemethode heeft grenzen. ‘De regering verhoogde bijvoorbeeld de prijzen van sigaretten en frisdranken, en na amper 48 uur werd de beslissing weer ingetrokken na protesten die de media hadden bereikt’, zegt Dahy. ‘Zulke prijsstijgingen zijn letterlijk dodelijk voor miljoenen arme mensen. En dan wordt economie snel belangrijker dan religie. Na vier jaar zullen de moslimbroeders waarschijnlijk weinig concrete resultaten voor het volk kunnen voorleggen, en ook dan zullen de Egyptenaren hen afstraffen om economische redenen.’
Op de terugweg van al-Azhar zegt een taxichauffeur ons: ‘Habibi, je weet toch dat de moslimbroeders armen in sloppenwjjken of in arme dorpen op het platteland omkopen met voedselhulp? Weet je wel hoe het voelt als je kind vraagt om eten en jij het niet kan geven?’ Mohamed Lotfy van Amnesty International nuanceert dat: ‘De moslimbroeders kunnen rekenen op een uitgebreid netwerk van liefdadigheidsorganisaties op die plaatsen. Ze binden mensen aan zich met hulp. Maar de oppositie moet stoppen met zeuren en zelf maar bewegingen uitbouwen die dicht bij het volk staan.’
We praatten ook met een jong lid van de moslimbroeders. Gaber Mohamed, rechtenstudent aan de al-Azhar Universiteit: ‘De moslimbroeders doen dit zeker niet. Maar ik ken genoeg mensen die zeggen dat ze ja stemmen omdat iemand heeft gezegd heeft dat het hun religieuze plicht is. Mij stoort dat mateloos. Tegen die mensen zeg ik: “Jouw God zegt je niet ja of neen te stemmen, jouw God zegt dat je zelf moet nadenken.”
Stemmen tegen islamisering en dictatuur
Nathan, de klusjesman en gedreven kerststalbouwer van het Franciscanen klooster in Caïro: ‘Natuurlijk stem ik NEEN. Dit is een grondwet van de moslimbroeders. Hier in deze handelswijk leven moslims en christenen gewoon als Egyptenaren onder elkaar. Mensen zijn meer met hun zaken en hun geld bezig dan met geloof en religieuze verschillen. Met moslims heb ik geen problemen, met “islammers” wel. Islamisten breken de gelijkheid tussen Egyptische moslims en christenen. Breng volgende keer maar een fles whisky mee. Ik sla een voorraad in, voor het geval de islamisten alles overnemen.’ Een taxichauffeur uit Gizeh: ‘Ik stem NEEN. Deze grondwet is geschreven door en voor islamisten. Egypte is van alle Egyptenaren.’ Een andere taxichauffeur geeft een vergelijkbare reden: ‘Ik stem NEEN omdat ik vrees voor een verdeeld Egypte onder de moslimbroeders. In de tijd van Moebarak waren we tenminste allemaal Egyptenaren, de moslims en de christenen.
Vader Mansour, de Syrische abt-priester-hoofdbibliothecaris van het klooster: ‘Christenen hebben schrik. In het verleden was er al vervolging van christenen of bleven misdrijven tegen christenen onbestraft. We vrezen dat dit met de islamisten erger zal worden. De moslimbroeders staan trouwens onder druk van de salafisten, laten we dat niet vergeten. Ze zijn via vervalsing aan de macht gekomen, maar de seculiere partijen hebben laten betijen omdat ze de enige andere presidentskandidaat Ahmed Shafiq ook niet konden promoten, want die is van het regime van Moebarak. En ze beïnvloeden het denken van de mensen: ze verspreiden dat een ja-stem een stem voor stabiliteit is en dat eventuele verschilpunten later nog kunnen aangepakt worden via amendering van de grondwet. Maar ik vertrouw hen voor geen haar.’
Een winkelhouder in de handelswijk Ataba: ‘Ik heb NEEN gestemd omdat ik niet wil dat de Freedom and Justice Party van de moslimbroeders een nieuwe machtspartij wordt zoals de vroegere partij van Moebarak. Een stem voor de grondwet is een stem voor de consolidatie van hun greep op de macht.’ Dat hoorden we ook bij een taxichauffeur: ‘Ik stem NEEN. Ik wil niet dat Morsi het land overneemt en moslimbroeders plaatst op alle belangrijke postjes in instituten.’ Hij toont een religieuze folder die zegt “neen tegen de valse grondwet”.
Er vloeide bloed in gevechten tussen supporters van de president en zijn tegenstanders. Zijn partij liet die supporters op een demonstratie van zijn tegenstanders afgaan. Amper 2 jaar geleden stonden die moslimbroeders nog zij aan zij met hen op Tahrir tegen de bendes van Moebarak. Dit heeft iets gebroken in de harten en geesten van vele Egyptenaren, hun angsten voor de moslimbroeders sterk aangewakkerd.
Willen stemmen, maar niet kunnen
In de sloppenwijk Manshiyet Nasr ontmoeten we jongeren. Ze lazen en bestudeerden de hele grondwet in een college aan de al-Azhar Universiteit. ‘Vooral het verbod op een te grote loonkloof tussen rijk en arm is belangrijk. Ik heb geluk dat mijn vader in de Golf werkt en de kosten voor de universiteit kan betalen, maar de meeste van mijn vrienden kunnen niet studeren omdat ze arm zijn’, zegt Ibrahim. Zijn vader werkt al 30 jaar in de Golf en komt slechts sporadisch terug naar Caïro. Ibrahim groeide op zonder een vader. Hij mist hem erg. Dit gezin offert zoals zovele anderen het geluk vandaag op aan verhoopt geluk via goed onderwijs voor de kinderen.
‘Goed is dat islam de grondslag is van wetgeving, maar dat christenen en joden vrij hun geloof kunnen beleven’, zegt Islam. Dit horen we van vele mensen. Het valt op dat mensen de vrijheid om niet te geloven, nooit vermelden. De meeste mensen blijven de vrijheid van levensbeschouwingen binnen het religieuze kader definiëren. In ieder geval zijn deze jongeren bewust met de grondwet bezig. Ze willen doodgraag JA stemmen, maar na meer dan een uur discussiëren en analyseren van specifieke grondwetartikels zegt Ibrahim plots dat zij niet kúnnen stemmen. ‘We zijn oorspronkelijk van Opper-Egypte, een regio in het verre zuiden. De president besliste dat iedereen in het eigen district moet stemmen. En wij zijn nog in Opper-Egypte geregistreerd. De regering maakt op referendumdag het openbaar vervoer wel gratis, maar voor ons is het acht uur heen en acht uur terug. Onmogelijk!’ We lezen een diepe teleurstelling en cynisme in Ibrahim’s ogen.
Tegen de avond komen we aan bij een stembureau aan een schooltje in Ataba. Politie en leger bewaken de stembusgang. We vragen toestemming aan een politieagent om te praten met kiezers en die krijgen we. Maar als we in gesprek gaan met wachtende kiezers komt een andere agent tussen om ons te stoppen. De geagiteerde reactie van de kiezers op de agent is veelzeggend: ‘Wat kom je doen? We bepalen zelf wel met wie we praten.’ De rijen wachtenden aan de stembureaus vervullen ons deze keer niet met ontzag, zoals de eerste vrije verkiezingen in Tunesië na jarenlange dictatuur. In december 2012 zien we in Caïro eerder vermoeide dan euforische blikken op de gezichten van de mensen. En kunnen we het gevoel niet onderdrukken dat al deze mensen slechts spelers zijn in een groot theaterspel waarin anderen, niet het volk, aan de touwtjes trekken. Dat is een zwaar besef, omdat de revolutie van 25 januari 2011 het volk had vervuld van een nooit gezien machtsgevoel. Anderzijds, wie bestuurt Egypte eigenlijk? Misschien broeit er onder de oppervlakte wel een nieuwe revolutie. Want wie had die van 25 januari echt zien aankomen? Ook Moebarak leefde in de illusie van controle. Die illusie zorgt ervoor dat machtspartijen overal samenzweringen zien. Ze vertrouwen hun eigen volk niet.
Eerste resultaten, eerste klachten
De eerste resultaten komen binnensijpelen via Twitter en websites van nieuwsmedia en de politieke partijen. De miljoenenstad waar wij al een week de straten onveilig maken, stemde neen.
De afwezigheid van rechters – 90% van de rechters boycotten de stembusgang uit protest tegen autoritaire maatregelen van president Morsi tegen de rechterlijke macht – laat zich snel voelen: de oppositie betwist meteen de door de moslimbroeders aangekondigde resultaten in verschillende kiesdistricten. In stembureaus waar geen rechters aanwezig zijn, zouden gewoon leraars aanwezig zijn om de stembusgang te observeren en dat is verre van betrouwbaar. Er komen ook klachten binnen over leden van de Freedom and Justice Party van de moslimbroeders, die aan stembureaus in de volkswijken Elwaily en Sayeda Zeinab, wijken waar wij vele neen-stemmers ontmoetten, nog flyers uitdeelt voor een ja-stem.
De origineelste NEEN die we registreren, is zonder twijfel die van een christelijke bakker in de souk van Ataba: “Ik stem niet voor een grondwet die de Nijl geen enkele keer vermeldt! De Nijl! Het hele leven voor Egypte!’
Pieter Stockmans
Dit artikel is onderdeel van het project “Tussen vrijheid en geluk”.
Dit project komt tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos. Info: www.fondspascaldecroos.be
Volg ons op Twitter: @VRIJHEIDenGELUK https://twitter.com/VRIJHEIDenGELUK