Geen sport zonder politiek en geen politiek zonder sport in Burundi

Reportage

De politieke kracht van voetbal in Burundi

Geen sport zonder politiek en geen politiek zonder sport in Burundi

Vijftien jaar lang was voetbal voor de Burundese president een politiek wapen. Zijn politieke erfgenamen bouwen nu, twee jaar na zijn overlijden, hun eigen sportimperium uit. MO* ging een balletje meetrappen en zocht uit hoe Burundese politici ook vandaag nog proberen te scoren met sport.

De statige tribune ligt half verzonken in het Tanganyikameer en biedt enkel nog plaats aan behendige jongeren die natte voeten niet schuwen. Aan de oevers werken de jongeren van voetbalacademie Messager hun training af. Op de andere helft van het voetbalveld lopen de veteranen van Haleluya F.C. de spieren warm.

Ooit maakten beide ploegen deel uit van de sportpolitiek waarmee oud-president Nkurunziza, die in 2020 overleed, zijn macht legitimeerde. Maar sinds zijn dood zijn de kansen en werkingsmiddelen van deze twee ploegen niet meer wat ze waren. In een land waar sport en politiek zo met elkaar verweven zijn, stroomt het geld naar waar de macht zit.

De voetbalacademie en ploeg die nu de toekomst van de sport lijken te gaan bepalen, zijn die van Aigle Noir. Ze zijn eigendom van Révérien Ndikuriyo, de machtige voorzitter van de regerende politieke partij. In een snel tempo doet de politicus wat Nkurunziza hem voordeed: een eigen sportimperium uitbouwen.

Geen sport zonder politiek en geen politiek zonder sport, dat lijkt in Burundi twee jaar na de dood van de voetbalpresident meer dan ooit de realiteit.

Rebels voetbalpresident

‘Wat was dat?’, roept de trainer streng naar een jonge voetballer. Die vist de bal behendig uit het water en drukt zich als straf tien keer op. Trainer Kazadi Milambwe is niet de eerste de beste. Zijn naam en foto prijkt in alle Burundese schoolhandboeken. Ooit was hij een van de spelers van de meest succesvolle ploeg van het land, Vital’O. ‘Hij is een nationale held’, knikt een omstaander. Voor de voetbaldroom van Nkurunziza was enkel de beste goed genoeg.

Naast het oefenveld staat een groot, wit gebouw dat veel weg heeft van een luxehotel. ‘Hier stond ooit de naam Messager Academie’, wijst journalist Majeste Barenga, die samen met mij de training gadeslaat. De muur is pas gewit en werkmannen lijken bezig het gebouw op te knappen. ‘St Stephane Appartements’ prijkt nu op de zijgevel.

‘De spelers van Messager konden hier gebruik maken van een fitnesszaal’, vertelt Barenga. Maar nu niet meer. ‘Er zijn voor deze academie betere tijden geweest’, bevestigt trainer Kazadi. Sinds de dood van de president is nog weinig interesse van sponsors om deze erfenis te steunen. ‘Op enkele goede vrienden na, dan. Zelf heb ik veel aan de president te danken. Al word ik nu niet meer vergoed, ik blijf dit doen als eerbetoon aan de man.’

President Nkurunziza timmerde aanvankelijk niet aan een politieke maar aan een sportieve carrière.

De zon staat al laag wanneer Kazadi en de jongeren plaats ruimen voor de veteranen van Haleluya, die nu graag het volledige terrein innemen. Drie keer per week spelen zij hier nog een wedstrijd onder elkaar. In twee ploegen, opgedeeld in oranje en gele truitjes, beginnen ze aan hun vriendschappelijke wedstrijd.

Nkurunziza toonde zich tot aan zijn onverwachte dood in datzelfde gele voetbalshirt, jonglerend met een bal, een gewone sterveling. Bij elk bezoek, in elke uithoek van het land, predikte hij zijn twee religies: een evangelische dienst, geleid door de man zelf, werd gevolgd door een voetbalwedstrijd met de president in de spits.

Nkurunziza werd in 2005 Burundi’s eerste verkozen president nadat de vredesakkoorden van Arusha een einde maakten aan de burgeroorlog en het etnische geweld tussen hutu’s en tutsi’s. De jonge Nkurunziza studeerde sportwetenschappen aan de universiteit van Burundi en timmerde aanvankelijk niet aan een politieke maar aan een sportieve carrière.

Na zijn opleiding was hij even sportleraar aan een middelbare school, assistent aan zijn vroegere universiteit en ook trainer van een voetbalploeg in eerste klasse. Daarnaast gaf hij ook les aan de militaire hogeschool.

Maar een vliegtuigcrash op 6 april 1994 veranderde het lot van Nkurunziza én de geschiedenis van Burundi en buurland Rwanda. Bij de crash kwamen de Burundese president Cyprien Ntaryamira en de zijn Rwandese ambtsgenoot Juvénal Habyarimana om.

Een jaar na de moord op Burundi’s eerste president, Melchior Ndadaye, verliest het land opnieuw zijn leider. De dood van de president steekt, net als in Rwanda, de lont in het kruitvat dat Burundi dan is. Wanneer aan de universiteit van Burundi meer dan 100 hutustudenten gedood worden, kiest Nkurunziza voor het gewapend verzet. De sportleraar sluit zich aan bij de Conseil National Pour la Défense de la Démocratie — Forces pour la Défense de la Démocratie (CNDD– FDD), die voornamelijk etnische hutustrijders verenigt.

De trainer van de tegenpartij zou het bekopen met een gevangenisstraf wegens samenzwering tegen de president.

In 1998 wordt hij secretaris-generaal van de politieke vleugel van de CNDD-FDD. In 2001 kreeg hij de opdracht om mee te onderhandelen over een staakt-het-vuren. Nkurunziza leidt een delegatie in Tanzania en ondertekent in 2002 mee de vredesakkoorden van Arusha. Twee jaar later wint zijn partij de verkiezingen en wordt hij het nieuwe staatshoofd van een land met diepe wonden.

Meteen na zijn verkiezing richt Nkurunziza Haleluya F.C. op. Overal waar hij gaat, neemt hij zijn voetbalploeg mee. De oud-militieleider is ook maar een gewone sterveling, is de boodschap. Al gaat een presidentiële wedstrijd wel gepaard met eigen regels. Zo maakt de president bij elke wedstrijd minstens één doelpunt, en liefst een derde van het totale aantal doelpunten.

Hard contact van andere spelers met het staatshoofd is geen aanrader. Haleluya laten winnen is ook sterk aan te raden. Dat bleek uit een wedstrijd in 2018, waarbij een ploeg Congolese vluchtelingen met de overwinning ging lopen. De trainer van de tegenpartij zou het bekopen met een gevangenisstraf wegens samenzwering tegen de president.

© Elien Spillebeen

Meteen na zijn verkiezing richtte oud-president Pierre Nkurunziza Haleluya F.C. op. De ploeg laten winnen was sterk aangeraden.

© Elien Spillebeen

Voetbal op elke heuvel

Hoe langer Nkurunziza aan de macht was, hoe meer voetbal een propagandamiddel werd, legt onderzoeker Celestin Mvutsebanka (Université de Burundi) uit. ’Maar de eerste stappen in die voetbalpolitiek werden gezet als deel van het verzoenings- en herstelbeleid. Naast maatregelen zoals de oprichting van een waarheids- en verzoeningscommissie werd er in het land echt aan verzoeningsvoetbal gedaan.’

Overtuigd van de kracht van voetbal riep Nkurunziza in 2006 op om op elke heuvel een ploeg te laten spelen en in elke provincie een stadion te bouwen. ‘Hij decentraliseerde zo eigenhandig het voetbal’, legt Mvutsebanka uit. ‘Terwijl voordien de ploegen van de eerste klasse vooral uit de hoofdstad kwamen, is het gewicht onder zijn beleid verschoven naar de andere provincies. Als sportliefhebber kan je daar blij mee zijn.’

Zelf gaf hij het goede voorbeeld door op vijf plaatsen een afdeling van zijn voetbalacademie Messager op te richten en drie ploegen naar de eerste klasse te loodsen.

Maar onder Nkurunziza werd het voetbal niet alleen gedecentraliseerd, het werd ook een politiek instrument. Door de jaren heen zijn de banden tussen politiek en sport wel erg sterk geworden. 18 van de 32 ploegen van de twee eerste klassen worden vandaag bestuurd door politici van de regerende partij.

De huidige president, Evariste Ndayishimiye, werd na de burgeroorlog voorzitter van het Nationaal Olympisch Comité en stond in voor het project ‘Sport voor vrede’. Ontwapende rebellen van de CNDD-FDD spelen tegen en met militairen van het leger. De wedstrijden moesten tonen dat ze voortaan samen spelen, en niet langer tegen elkaar. Overal in het land werden gelijkaardige projecten opgezet.

Ook de bouw van nieuwe stadia gaat gepaard met partijpolitiek. Nieuwe stadions worden gefinancierd door provinciale inzamelacties te houden. Voor de bouw zelf doet men een beroep op de bevolking via de TDC, Travaux de Développement Communautaire’, legt Mvutsebanka uit.

‘Wie niet bijdraagt, kan nadien ook niet meer op de overheidsdiensten rekenen.’

Deze gemeenschapswerken zijn een vertrouwde manier om solidariteit van de bevolking te vragen bij openbare werken. Voor de bouw van scholen, wegen, ziekenhuizen, en in Burundi dus voetbalstadions, wordt de bevolking gevraagd stenen te verplaatsen of water met cement te mengen. Winkels en markten worden gesloten om iedereen naar de werf te krijgen.

Maar zowel de financiële inzamelacties als de TDC zijn minder vrijblijvend geworden sinds de politieke crisis van 2015. Toen stelde Nkurunziza zich kandidaat voor een derde presidentsmandaat, wat hevige protesten uitlokte. Er volgden een mislukte staatsgreep en hardere repressie. Zo goed als het volledige middenveld en de oppositie zijn sinds 2015 monddood gemaakt.

De gemeenschapswerken zijn vandaag politieke bijeenkomsten om de steun aan de CNDD-FDD te uiten en vooral ook te meten. ‘Wie niet bijdraagt, kan nadien ook niet meer op de overheidsdiensten rekenen’, klaagt Faustin Ndikumana van de middenveldorganisatie Parcem aan. ‘Stel, je hebt een document nodig bij een lokale overheidsdienst, en je hebt niet meegeholpen aan de bouw van het stadion. Dan kan het dat men weigert dit document af te leveren.’

© Elien Spillebeen

Alles in Burundi is politiek geworden. Van de 32 ploegen in de twee eerste klassen worden er vandaag 18 bestuurd door politici van de regerende partij.

© Elien Spillebeen

De zwarte adelaar

In het oosten van Burundi, niet ver van de grens met Tanzania, maken de spelers van de Aigle Noir zich op om de ploeg B.S. Dynamik te ontvangen. Het stadion biedt plaats aan 2000 toeschouwers maar is niet helemaal gevuld. De aanwezigheid van de voorzitter in de eretribune zet de veiligheidsagenten van de partij-jongeren, inbonerakure, op scherp. Ze staan er sinds 2015 om bekend mee de repressie te organiseren.

Sinds de dood van Nkurunziza is Aigle Noir de nieuwe motor van de sport in het land. De naam van de ploeg verwijst naar de adelaar in de partijvlag. Eigenaar van de club is de stichting Pax, in handen van Révérien Ndikuriyo. De man is partijvoorzitter van de CNDD-FDD en was tot voor kort ook voorzitter van de nationale voetbalfederatie.

Zijn stichting omvat ook de bijhorende voetbalacademie en een basketploeg en organiseert sporttornooien. Het ene ter ere van de vorige president, een ander voor de nationale helden, en nog een ander voor de nationale eenheid.

‘Pax heeft vandaag de beste voetbalacademie van het land’, zegt woordvoerder Fabrice Niragira. ‘We zijn ook de eersten die echt een gezond financieel model opzetten.’

Voor Aigle Noir is de verkoop van de spelers topprioriteit. De scouting staat in volledig in functie van de internationale markt. ‘Een speler als Yussuf Ndayishimiye verkochten we aan een Turkse ploeg voor 50.000 dollar. Een jaar later werd hij doorverkocht voor 2 miljoen en hadden we recht op 10 procent.’ Ze doen wat ploegen wereldwijd doen, legt hij uit, maar waar Burundi in achterophinkte. ‘Bovendien is het een investering in onze nationale ploeg.’

Trésor Mossi, een speler van het Belgische KVC Westerlo, is een goed voorbeeld van de verkoopstrategie. Mossi is een van de spelers die Aigle Noir in het Congolese Kinsangani opviste, bij Aigle Noir klaarstoomde voor de internationale markt en voor vertrek de Burundese nationaliteit gaf. Vandaag is Mossi geselecteerd voor de Burundese nationale ploeg.

De spelers van Aigle Noir hebben een bijnaam: The Fighters. Ze spelen in hun tijdelijke thuishaven in de kleine provinciestad Ruyigi. Tijdelijk, omdat het gloednieuwe stadion in de thuisstad van Révérien Ndikuriyo nog in aanbouw is. ‘Het stadion in Makamba wordt het eerste in Burundi dat voldoet aan de eisen van de FIFA (de internationale voetbalbond, red.)’, zegt de woordvoerder. ‘Vandaag moet de nationale ploeg voor officiële wedstrijden nog naar Tanzania trekken. Dat zal in de toekomst niet meer hoeven.’

De moeder van de natie

Aigle Noir wint met twee-nul van B.S. Dynamik, maar desondanks is de sfeer in het stadion weinig uitbundig te noemen. Na de wedstrijd staan veel mensen eerder apathisch toe te kijken hoe Ndikuriyo op de terugweg de wagen uitstapt om mensen te begroeten.

Vreemd is dat niet. De partijbaas bracht de academie een half jaar geleden niet toevallig onder in dit stadje, op 140 kilometer van zijn thuisbasis. Het lijkt een poging van de politicus de partijvlag te planten op de erfenis van de nog steeds erg geliefde Marguerite Barankitse, beter bekend als Maggy.

Deze internationaal en nationaal gelauwerde vrouw wist verschillende kinderen te redden tijdens de genocide in de jaren 90. ‘Het deed er niet toe welke etnie ze hadden, ze waren allemaal slachtoffers van het geweld’, zegt ze aan de telefoon vanuit Rwanda. Tijdens de burgeroorlog trok Maggy naar de strijdende partijen en overhaalde ze hen om de kindsoldaten te laten vertrekken. Ze bood hen onderdak.

Maggy moest Burundi verlaten en alle gebouwen werden in beslag genomen.

Haar thuisstad groeide uit tot een thuis voor iedereen. Ruyigi werd gebouwd op haar filantropische initiatieven. Haar domein Maison Sjaloom omvatte een weeshuis, een dorp voor kwetsbare moeders en kinderen, een ziekenhuis, een school voor gewezen kindsoldaten, een cinema en een zwembad.

De politieke crisis van 2015 dreef ook Maggy het land uit. Ze moest Burundi verlaten en alle gebouwen werden in beslag genomen. Jarenlang stonden ze leeg, tot Ndikuriyo recent besliste om het onkruid te laten wieden en er academie onder te brengen. Geen toevallige keuze, dus. Het ziekenhuis draait weer, het zwembad werd opgeknapt en de voetballers moeten leven brengen in Maggy’s Maison Sjaloom.

De sporters willen ons graag ontvangen in de academie en we vangen nog net een glimp op van de oecumenische kapel die werd gebouwd met steun van de stad Hasselt. Maar al snel vraagt een jonge man, die door een voetballer een ‘politiek medewerker’ wordt genoemd, ons om het domein te verlaten.

Basket als nieuwe god

Alles in Burundi is politiek geworden sinds de crisis van 2015, van de kerk tot het sportterrein. ‘Dat zoveel ploegen in handen van de regerende partij zijn, is de reden waarom veel Burundezen niet meer naar het voetbal gaan kijken. Zelf ga ik ook liever naar het basket’, zegt Faustin Ndikumana van Parcem. ‘Die sport is veel neutraler.’

Hij is niet alleen. Vooral wanneer basketploeg Urunani speelt, wordt de capaciteit in het Vivastadion opgedreven van 2000 naar 10.000. De bezoekers, The Young Eagles – ook met een ploegnaam die naar de partijvlag verwijst – , nemen het op tegen de gespierde reuzen van Urunani. Een enthousiaste supporterskern van de thuisploeg zweept het publiek op. Het wekt bewondering dat de tengere spelers van The Young Eagles de moed niet verliezen. Ze worden uiteindelijk ingemaakt met een verpletterende score van 125-63.

‘Urunani betekent “samen” in het Kirundi’, legt voorzitter Nkonyereza uit. ‘Hier maakt het niet uit welke taal je spreekt of welke etnische achtergrond je hebt.’ Ook hier komen de laatste jaren wel vaker politici van de CNDD-FDD in de eretribunes zitten. Waar de massa gaat, willen zij ook graag zijn, klinkt het. Maar hoewel gezegd wordt dat ze ook graag meer inspraak in de ploeg zouden willen, lijkt dat voorlopig niet te lukken. ’We doen hier niet aan politiek. We hebben voldoende sponsors. Geld is geen probleem.’

De woordvoerder van de enige oppositiepartij die nog getolereerd wordt, Uprona, ziet hoe basketbal nu dezelfde evolutie moet ondergaan als het voetbal.

Tickets voor een basketwedstrijd zijn duur, maar toch is de ploeg het kind van volkswijk Jabe in Bujumbura. Op de avondtrainingen is iedereen welkom. Terwijl de ploeg een oefening instudeert op de ene terreinhelft, spelen de buurtkinderen op de andere helft hun bewegingen na. Langs het veld wordt frisdrank verkocht, jongens verkopen eieren en aan de overkant verkoopt een vrouw gegrilde vis. De hele buurt lijkt wel verzameld rond het basketveld. ‘Zo is het hier iedere avond’, bevestigt de voorzitter. ‘Die band met de wijk is belangrijk voor ons.’

In 2015 werd Jabe hard getroffen door de repressie na de opstanden tegen het derde mandaat. Ook de ploeg heeft dat ondervonden. ‘Ach, je weet hoe jongeren zijn. Velen van hen zijn mee de straat op gegaan. Sommige spelers zijn opgepakt, andere zijn gevlucht.’ Na dat jaar moest de ploeg van Urunani voor een deel weer heropgebouwd worden. ‘Maar we staan er weer’, zegt de voorzitter trots.

Het succes van het basket is de partij zeker niet ontgaan. Tatien Sibomana, woordvoerder van de enige oppositiepartij die nog getolereerd wordt, Uprona, ziet hoe basketbal nu dezelfde evolutie moet ondergaan als het voetbal. ‘Aan het einde van zijn mandaat als voorzitter van de voetbalbond begreep Révérien Ndikuriyo dat basket populairder aan het worden is. Hij is er recent in geslaagd om een partijlid en lid van het bestuur van Aigle Noir tot voorzitter van de basketfederatie te laten verkiezen.’

Net voor die voorzittersverkiezingen trokken alle andere kandidaten zich terug en bleef enkel de kandidaat van de partijvoorzitter over, Jean-Paul Manirakiza. Dat getuigt van politieke druk, stelt Sibomana. ‘Maar de impact is nog onduidelijk.’

De plannen die de nieuwe voorzitter verduidelijkt aan MO* lijken erg op de veranderingen die Nkurunziza in het voetbal aanbracht. ‘Het basket moet decentraliseren’, zegt Manirakiza. ‘We willen meer ploegen in het binnenland zien en daarom investeren in infrastructuur.’ Nieuwe gemeenschapswerken voor de bevolking lijken op til te zijn.

© Elien Spillebeen

© Elien Spillebeen

Deze reportage werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Word proMO* voor slechts 4 euro per maand en je ontvangt ons magazine. Je steunt zo ook ons journalistiek project en geniet van tal van andere voordelen.