De Green Deal in de praktijk: Griekenland
Het grootste oliebedrijf van Griekenland bouwt zonneparken met Europees geld
Hoe krijgt de Green Deal waarmee de Europese Commissie de economie wil verduurzamen in de praktijk gestalte? Journalist Hans Wetzels trok voor MO* op onderzoek uit. In deze laatste aflevering: Griekenland, waar de energietransitie een verdienmodel dreigt te worden voor fossiele megabedrijven.
Het zonnepark van Helleniq Energy bij het voormalige mijnstadje Kozani.
© Hans Wetzels
Hoe krijgt de Green Deal waarmee de Europese Commissie de economie wil verduurzamen in de praktijk gestalte? Journalist Hans Wetzels trok voor MO* op onderzoek uit. In deze vierde en laatste aflevering: Griekenland, waar de energietransitie een verdienmodel dreigt te worden voor fossiele megabedrijven.
Hoog in de bergen van West-Macedonië kleurt het landschap zwart van de zonnepanelen. De bruinkoolmijnen en vervuilende kolencentrales die Griekenland vanuit hier decennialang van elektriciteit hebben voorzien, maken in sneltreintempo plaats voor duurzame energie.
Daarvoor lenen de rotsachtige bergkammen rondom het voormalige mijnstadje Kozani zich uitstekend. In het hooggelegen gebied woont behalve een handjevol herders helemaal niemand. De grond is er spotgoedkoop en de zon schijnt er fel en vaak, wijst zonneparkbeheerder Dimitris Karapatsidis om zich heen.
‘Bovendien waait het hier hard genoeg om de panelen te koelen. Dan produceren ze het efficiëntst. Dat totaalpakket maakt het voor energiebedrijven buitengewoon interessant om in West-Macedonië te investeren.’
Zeker op dit moment kunnen zulke investeringen erg lucratief zijn. In 2019 presenteerde de Europese Commissie haar Green Deal: een megabeleidsplan om de economie te verduurzamen en de CO2-uitstoot in de EU terug te dringen. Sindsdien is er via een wirwar van Europese banken en fondsen veel meer geld dan voorheen beschikbaar voor duurzame-energieprojecten.
Zo is het project bij Kozani gerealiseerd dankzij een royale bijdrage van 75 miljoen euro door de European Bank for Reconstruction & Development (EBRD). ‘Maar we zijn hier niet omdat de politiek dat wil’, haast Karapatsidis zich te zeggen. ‘Wij hebben hier geïnvesteerd omdat de grond goedkoop was en we op deze manier een bijdrage kunnen leveren aan de transformatie van een voormalige mijnbouwregio in een hub voor duurzame energie.’
Het zonnepark van Helleniq Energy bij het voormalige mijnstadje Kozani.
© Hans Wetzels
Monotoon zwart
Vanaf het hoogste punt is de enorme omvang van het zonnepark goed te zien. Bergtop na bergtop is bedekt met eindeloze velden van aaneengesloten zonnepanelen. Het is stil hoog in de bergen. Wie goed kijkt, ziet tussen het monotone zwart zelfs bloemen bloeien en vogels nestelen in de schaduw. Dwars door het zonnepark heen zijn corridors van gras aangelegd, zodat de konijnen, vossen en beren vrij kunnen blijven rondlopen.
Het park bij Kozani is het grootste van zijn soort in Zuidoost-Europa. Het werd in april 2022 geopend door Grieks premier Kyriakos Mitsotakis zelf, en wekt genoeg zonnestroom op om 75.000 huishoudens van schone energie te voorzien.
Beheerder Karapatsidis houdt kantoor in een grijze bouwkeet op de parkeerplaats. Buiten liggen grote rollen met dikke kabels opgeslagen. Monteurs rijden het terrein rond in kleine jeeps om onderhoudswerkzaamheden uit te voeren terwijl Karapatsidis gasten ontvangt voor een rondleiding.
‘Natuurlijk was er ook kritiek op zo’n groot project als dit’, vertelt hij later. ‘Maar dat waren vooral lokale herders die bang waren om hun graasgebieden te verliezen. Mensen die dit project nog altijd afwijzen, spelen een politiek spelletje. Want duurzame energie is hoe je het ook wendt of keert de toekomst.’
Oliegigant
Wat is de Green Deal?
Eind 2019 presenteerde de Europese Commissie de Green Deal als een politieke leidraad waarmee ze de EU naar een duurzame toekomst wil loodsen. Volgens het document moet de CO2-uitstoot voor 2030 drastisch dalen, worden de oerbossen gered, het vervoer elektrisch en komen er duizenden nieuwe banen bij in duurzame sectoren. Ook wil de Commissie dat de EU wereldleider wordt in klimaatvriendelijke technologie en groene financiering, komt er een einde aan de steenkoolwinning en moet de landbouw verduurzamen.
Omdat de Green Deal zelf niet bindend is heeft de Commissie sindsdien hard gewerkt aan allerlei beleidsvoorstellen, resoluties, richtlijnen en financieringsfondsen. Over elk voorstel moest vervolgens overeenstemming bereikt worden met de EU-lidstaten in de Raad van de EU en met de 705 leden van het Europees Parlement.
In vier jaar tijd is er veel bereikt, maar lidstaatregeringen met eigen nationale belangen en de machtige industrielobby hebben ook veel voorstellen weten te frustreren, vertragen en verwateren. Desondanks heeft de Green Deal een wereldwijde pandemie, een invasie in Oekraïne en de daaropvolgende energiecrisis overleefd en zijn bijvoorbeeld CO2-reductiedoelen, een grensbelasting op vervuilende import, duurzame financieringsdoelen en een verbod op verbrandingsmotoren wettelijk geregeld. Ook hebben veel regio’s aanzienlijke sommen geld ontvangen om zelf hun transitie in gang te zetten.
Eigenaar en exploitant van het gigantische project is het Griekse olieconcern Helleniq Energy. Het conglomeraat bestaat uit verschillende dochterbedrijven die zich bezighouden met gaswinning, plasticproductie, consultancy en technische onderhoudsdiensten.
Maar Helleniq Energy geniet met name bekendheid als de allergrootste olieboer van Griekenland: het bedrijf bezit twee uitgestrekte raffinaderijen ten westen van de havenstad Piraeus en nog een derde in het noorden van het land. Het exploiteert honderden benzinestations en levert via een lange pijplijn direct de vliegtuigbrandstof om het internationale vliegveld van Athene draaiende te houden.
Het onopvallende hoofdkantoor zit direct aan de snelweg naar de luchthaven van Athene. Achter een goed beveiligd hek worden okergele muren omgeven door strak vormgegeven waterpartijen. Binnen staan vitrinekasten vol met managementawards.
Sinds 2006 heeft het concern ook een duurzaamheidstak: Helleniq Renewables. Die is verantwoordelijk voor de uitrol van windturbines, zonneprojecten en in de toekomst hopelijk ook waterstof, zegt algemeen directeur Sotiris Kapellos.
‘Oliebedrijven als wij hebben bij uitstek de technische kennis in huis om infrastructuur voor duurzame energie aan te leggen. Wij weten hoe je gaspijpleidingen geschikt maakt voor waterstof, en hoe je zonneparken op het elektriciteitsnet aansluit. De Green Deal is heel erg ambitieus en om ambitieuze doelen te verwezenlijken heb je grootschaligheid nodig. Dan kun je eigenlijk niet zonder de kennis en het kapitaal van bedrijven zoals het onze.’
Machtige lobby
Toen de Europese Commissie eind 2019 haar Green Deal presenteerde was dat in feite niets meer dan een politiek beginselprogramma. Op basis daarvan werd de EU-Klimaatwet aangenomen. Daarin is wettelijk vastgelegd dat in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met 55 procent gedaald moet zijn.
Om daar weer handen en voeten aan te geven, werd onder meer het Fit for 55-pakket ontworpen. Dat is een reeks praktische maatregelen die de gewenste daling in CO2-uitstoot moet helpen realiseren. Bijvoorbeeld door een ambitieuzer EU-emissiehandelssysteem (EU-ETS) en het afschaffen van gratis uitstootrechten voor vervuilende sectoren, strengere emissienormen voor auto’s en bestelwagens, en de ontwikkeling van duurzame vliegtuigbrandstoffen.
Ook zijn de vergunningsprocedures voor hernieuwbare-energieprojecten korter gemaakt. De Commissie wil dat het aandeel schone energie in de Europese energiemix in 2030 is gegroeid tot 40 procent – tegen 22 procent in 2021.
Om al die doelen te realiseren is heel veel geld nodig. Dat probeert de Commissie dan weer bij elkaar te krijgen door aan bestaande EU-fondsen allerlei nieuwe klimaat- en duurzaamheidseisen te verbinden. Zo moeten EU-lidstaten voortaan 30 procent van het geld dat ze ontvangen uit het European Regional Development Fund (ERDF) besteden aan groene investeringen. Ook moet een derde van alle subsidies uit het InvestEU-programma gaan naar klimaatprojecten.
‘De productie van olie daalt al jaren en duurzaamheid is nu eenmaal de toekomst.’
Publieke financiering is echter niet voldoende. Daarom rekent de Commissie ook op de private sector om meer te gaan investeren in projecten die bijdragen aan het terugdringen van CO2-uitstoot.
Om voldoende privaat kapitaal te mobiliseren spelen Europese financiële instellingen een belangrijke rol. Om die reden heeft de Europese Investeringsbank (EIB) een heuse routekaart ontwikkeld om het eigen investeringsbeleid in lijn te brengen met gemaakte internationale klimaatafspraken. En om genoeg nieuw geld bijeen te brengen van bedrijven en investeerders.
Volgens de EIB en de Commissie is er tot 2030 namelijk in totaal een biljoen euro (dat is 1.000.000.000.000) nodig om de Green Deal te verwezenlijken. Ook de in Londen gevestigde Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) zal daaraan bijdragen.
De EBRD is een grote ontwikkelingsbank die in 1991 werd opgericht met als missie de voormalige communistische landen in Oost-Europa te helpen hun staatsbedrijven te privatiseren en zo de transitie naar een markteconomie te ondersteunen.
Klein rendement
Aandeelhouders van de EBRD zijn de Europese Unie, de EIB en meer dan zeventig nationale overheden van over de hele wereld. Over de jaren is het mandaatgebied van de bank uitgebreid tot ver buiten Oost-Europa.
Na meermaals in verschillende landen betrokken te zijn geraakt bij uiteenlopende milieuschandalen, streeft de bank er nu naar om, geheel in lijn met de Green Deal, in 2025 de helft van de investeringen in duurzame projecten te doen.
‘Het financiële rendement op hernieuwbare energie is nog erg laag. Dat maakt het lastig om grote investeringen te verantwoorden.’
‘Al onze aandeelhouders moeten hun mening geven over een nieuwe strategie voor die publiek gemaakt wordt,’ legt Grieks EBRD-bankier Harris Damaskos uit. ‘Het is dus niet zo dat de EU de Green Deal goedkeurt en ze ons vervolgens opdraagt die als leidraad te nemen.’
Het 130 miljoen euro kostende zonnepark van Helleniq Energy is gerealiseerd dankzij een miljoenenbijdrage uit het GET-Framework (Green Economy Transition) dat de EBRD hanteert om duurzame projecten te financieren.
‘Ons project in Kozani is een pilootproject,’ vertelt Kapellos. ‘De productie van olie daalt immers al jaren en duurzaamheid is nu eenmaal de toekomst. Helaas is het financiële rendement op hernieuwbare energie nog erg laag. Dat maakt het lastig om grote investeringen te verantwoorden. Toen wij hoorden dat de EBRD een deel van haar kapitaal zou besteden aan groene energie hebben we meteen bij haar aangeklopt om ons idee te helpen verwezenlijken.’
Het zonnepark van Helleniq Energy bij het voormalige mijnstadje Kozani.
© Hans Wetzels
Financieel extraatje
Volgens een EBRD-woordvoerder zijn er heldere afspraken gemaakt met Helleniq Energy om te voorkomen dat de voor duurzame projecten bedoelde EBRD-financiering terecht zou komen bij de fossiele activiteiten van het megaconcern.
Critici als beleidsanalist Nikos Mantzaris van milieuorganisatie The Green Tank vinden die garantie echter onvoldoende. Ze zijn het er niet mee eens dat topvervuilers als Helleniq via de EBRD toegang krijgen tot miljoenen euro’s die bestemd zijn voor het verminderen van de CO2-uitstoot. Niet in de laatste plaats omdat de machtige fossiele-energielobby in Brussel juist om het hardst heeft gevochten om klimaatmaatregelen uit de Green Deal te blokkeren.
‘Cynisch genoeg hebben precies dezelfde bedrijven die nu zoveel geld opstrijken er ook alles aan gedaan om wetgeving tegen te houden. Op die manier wordt zo’n zonnepark nooit meer dan gewoon een leuk financieel extraatje voor wat in de essentie gewoon een gigantische fossiele onderneming blijft.’
Niet gediend van kritiek
Mantzaris zit namens de Griekse milieubeweging regelmatig aan tafel bij de Europese Commissie. Om duurzaamheidsdoelen te realiseren in Griekenland is een snelle omschakeling van bruinkool naar schone energie noodzakelijk. Ook zonneparken spelen daarin volgens hem een belangrijke rol.
Zolang de duurzaamheidstak binnen Helleniq Energy piepklein is, zet hij echter vraagtekens bij de klimaatwinst die zulke investeringen onder de streep opleveren.
Voorwaarde voor EU-steun zou volgens Mantzaris moeten zijn dat grote energiebedrijven ook daadwerkelijk stappen zetten om snel hun fossiele portfolio af te bouwen. ‘Maar Helleniq Energy investeert op dit moment juist in seismisch onderzoek naar nieuwe olie- en gasconcessies op zee,’ vertelt hij op het dakterras van een museum voor oudheden tegenover het kantoor van de EU-delegatie in Athene.
‘Wij zien meer grote olie- en gasbedrijven aan de slag gaan met hernieuwbare bronnen.’
‘Iedereen is het erover eens dat een verschuiving van bruinkool naar schone energie een goede zaak is die investeringen verdient. Maar het geeft een fossiel concern als Helleniq ook de perfecte gelegenheid om zichzelf als groen te presenteren terwijl het dat in feite niet is. Want als je naar de cijfers kijkt, zie je dat zijn totale uitstoot helemaal niet daalt.’
De EBRD is niet gediend van alle kritiek en probeert uit angst voor reputatieschade de publicatie van dit artikel tegen te houden.
Ook benadrukt bankier Damaskos in een gesprek dat het helemaal geen uitzondering is voor fossiele concerns om groen geld te ontvangen: ‘Wij zien meer grote olie- en gasbedrijven aan de slag gaan met hernieuwbare bronnen. Hoe meer investeringen je kunt aantrekken in deze sector hoe beter dat is voor de Green Deal.’
Een verlaten kolencentrale in de vallei bij Kozani.
© Hans Wetzels
Littekens
Wie vanuit de bergen afdaalt naar de vallei waarin Kozani ligt, ziet overal de littekens die decennia van bruinkoolmijnbouw hebben achtergelaten. Tegen een imposant decor van groene hellingen staan verlaten graafmachines in een wijds maanlandschap te wachten op een onzekere toekomst.
Van de kolencentrales die ooit de trots van de regio waren, is er nog maar eentje open: in 2019 kondigde de Griekse regering aan alle centrales binnen vier jaar definitief te zullen sluiten.
‘Gewone mensen merken er helemaal niets van, want veel banen leveren al die zonneparken niet op.’
In een verlaten dorpje liggen straathonden verveeld uit te rusten voor nagenoeg lege winkels. De dorpsbewoners hebben zich jarenlang en met succes verzet tegen de plannen om het kolenbekken onder hun woonplaats af te graven. Velen van hen zijn alsnog vertrokken.
Tegen de berghellingen duiken ook steeds meer zonneparken op. Sommige zijn kleinschalig en in handen van lokale gemeenschappen, andere worden in sneltempo uit de grond gestampt door energiebedrijven die van West-Macedonië een hub voor duurzame elektriciteit willen maken.
Niet iedereen is daar blij mee. Panagiotis Andrikopoulos studeert werktuigbouwkunde in Kozani. Op zijn telefoon laat hij een regionale kadasterkaart zien vol grote paarse, blauwe en bordeauxrode vlakken. Allemaal zijn het percelen waarvoor bouwaanvragen voor zonneparken zijn ingediend, goedgekeurd of inmiddels gerealiseerd.
Op verschillende van die plekken is het inmiddels tot schermutselingen gekomen tussen de politie en dorpsbewoners, vertelt hij. ‘Alweer is er van hogerhand besloten dat deze regio heel Griekenland van energie moet voorzien. Daar gaat nu al het EU-geld naartoe. Gewone mensen merken er helemaal niets van, want veel banen leveren al die zonneparken niet op.’
Al dat geld uit Brussel
Nu de Europese Commissie West-Macedonië heeft aangemerkt als transitieregio is er ook geld beschikbaar uit het Just Transition Fund (JTF). Ook daarin ligt de focus onevenredig sterk op het aantrekken van kapitaal en investeerders, vindt Maria Stefanidou van jongerenorganisatie GoAlive.
Decennialang draaide de economie exclusief op de productie van bruinkool. Alternatieven daarvoor komen tot op de dag van vandaag niet van de grond, vertelt ze. De jeugdwerkloosheid in de regio is daardoor opgelopen tot meer dan 50 procent.
‘Het merendeel van de EU-subsidies hier gaat naar onderwijsprogramma’s waar niemand iets aan heeft.’
‘Wij hebben regelmatig ontmoetingen met de regionale autoriteiten over wat ze nu eigenlijk van plan zijn met al dat geld uit Brussel. Jongeren zien hier geen toekomst en vertrekken naar de Griekse eilanden om onderbetaald seizoenswerk te doen in de toerismesector. Degenen die hier blijven, wonen noodgedwongen bij hun ouders. Zolang niemand naar ons luistert, zie ik daar niet snel verandering in komen.’
Om de stem van jonge mensen beter onder de aandacht te brengen, richtte Stefanidou (ook met EU-subsidie) begin 2020 GoAlive op. Het kleine kantoortje van de stichting zit op de eerste verdieping boven een kledingwinkel in het centrum van Kozani. Op de muur hebben vrijwilligers een grote EU-vlag geschilderd en er hangt een schema van conferenties waar ze naartoe willen om samenwerking te zoeken met jongerenorganisaties uit andere landen.
‘Het merendeel van de EU-subsidies hier gaat naar onderwijsprogramma’s waar niemand iets aan heeft. Zakenlunches op het stadhuis of netwerkevenementen voor het bedrijfsleven,’ zucht Stefanidou. ‘Ik twijfel niet aan de goede intenties van de mensen die bij de Europese Commissie werken. Maar ik denk weleens dat ze naïef zijn over hoe corrupt Griekenland is. Ze zien niet dat het Europese geld hier vaak gewoon wordt verdeeld tussen lokale politici en zakenlui.’
Zonneparkbeheerder Dimitris Karapatsidis.
© Hans Wetzels
Wantrouwen
Ook buiten Griekenland blijven de kansen die de energietransitie in West-Macedonië biedt niet onopgemerkt. Zo heeft de Duitse energiereus RWE begin 2023 aangekondigd om met 90 miljoen euro aan EU-steun te gaan investeren in vijf zonneparken in de regio.
Mantzaris houdt voet bij stuk dat die eenzijdige focus op energie het draagvlak voor de Green Deal gevaarlijk ondermijnt. ‘Lokale gemeenschappen worden bijna niet betrokken bij de landverkoop aan zulke partijen, en de besluitvorming over wie subsidie krijgt uit allerlei transitiefondsen gebeurt op een schimmige manier.’
‘Politici moeten ophouden met alleen te luisteren naar de bedrijven die zelf veel geld verdienen aan gas en olie.’
‘Als dan geen enkel plan materialiseert behalve alles wat met energie te maken heeft, leidt dat tot veel wantrouwen. Ik heb de Commissie meermaals gewaarschuwd dat daardoor de hele groene transitie verschrikkelijk in de soep kan lopen.’
Hoog in de bergen bij Kozani is Dimitris Karapatsidis intussen hard aan het werk. Druk telefonerend loopt hij op en neer voor zijn bouwkeet.
Verderop worden drie gloednieuwe watertanks geïnstalleerd om de zonnepanelen schoon te houden. Achter een bergkam is nog net de rookpluim van de allerlaatste actieve bruinkoolcentrale van West-Macedonië te zien.
Hij glimlacht en kijkt naar de lucht, zichtbaar genietend van de rust midden in de natuur. Toch plaatst ook hij wel degelijk vraagtekens bij de manier waarop de Green Deal in de praktijk wordt uitgevoerd.
‘Kijk, het is natuurlijk niet onze schuld dat er te weinig wordt gedaan aan werkgelegenheid in de regio hier’, besluit hij nadenkend. ‘Het was ook nooit de bedoeling dat dit zonnepark de plaats van de mijn zou innemen.’
‘Ik denk dat we om stappen voorwaarts te zetten realistische politieke doelen nodig hebben. En dan moeten politici toch eens ophouden met alleen luisteren naar de bedrijven die zelf veel geld verdienen aan gas en olie.’
Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (www.fondsbjp.nl) en verscheen eerder in Vrij Nederland.