Groeiende Kringwinkel wordt de spin in een netwerk

Reportage

Groeiende Kringwinkel wordt de spin in een netwerk

Groeiende Kringwinkel wordt de spin in een netwerk
Groeiende Kringwinkel wordt de spin in een netwerk

De Kringwinkel van Antwerpen groeide in wat hij al deed, maar hij wil ook iets anders worden: een forum dat mensen en organisaties bijeenbrengt om op een creatieve manier met gebruikte spullen om te gaan. En verder wil hij blijven perspectief geven aan mensen die het moeilijk hebben.

De Ronde van de Circulaire Economie
MO* maakte een Ronde van de Circulaire Economie. Van de Deceuninckvestigingen in Diksmuide en Gits waar van stokoude PVC-ramen nieuwe PVC-ramen worden gemaakt, over het Gentse autodeelsysteem Dégage! naar de studaxen van de materie aan de KU-Leuven. Van de korte ketens van de Gentse Lousbergmarkt, over Unilin dat afvalhout in vezelplaten omzet tot de Antwerpse kringwinkel die onze gebruikte goederen op allerlei manieren opnieuw tot leven wil wekken.

‘Ik begon te werken voor de kringwinkel in 1998. Dat jaar werkten hier 25 mensen en haalden we 370 ton tweedehandsgoederen op. Nu werken we met vierhonderd mensen en halen we om de twee weken 370 ton op. Vorig jaar klokten we af op 9000 ton.’ Aan het woord is Danny Vercauteren, de directeur van de Antwerpse Kringwinkel.

Die winkel startte, zoals veel andere Kringwinkels, als een tewerkstellingsproject voor langdurig werklozen en dat blijft nog altijd belangrijk. Om in aanmerking te komen voor een subsidie in het kader van de sociale economie moet het gaan om mensen die al minstens vijf jaar inactief zijn, en laaggeschoold – dat wil zeggen dat ze ten hoogste een A3-diploma hebben. Vercauteren: ‘De allergoedkoopste spullen leveren vinden we eigenlijk iets minder belangrijk dan perspectief bieden aan onze medewerkers, mensen die aan de grond zitten, schulden hebben, een slecht zelfbeeld hebben. We willen hun ambitie terug wekken.’

© Bart Lasuy

Waar de medewerkers twintig jaar geleden bijna allemaal Belgen waren uit wat de vierde Wereld wordt genoemd, heeft nu zeventig procent van de medewerkers een migratieachtergrond.

© Bart Lasuy​

Link

Deceuninck smeedt zijn oude ramen om tot nieuwe

Waar de medewerkers twintig jaar geleden bijna allemaal Belgen waren uit wat de vierde Wereld wordt genoemd, heeft nu zeventig procent van de medewerkers een migratieachtergrond. Daardoor kan de kringwinkel ook een rol spelen in het bredere integratieverhaal.

Link

‘Leuven’ kijkt in het hart van de materie om er zuiniger mee om te springen

De tewerkstellingssubsidies zijn goed voor 45 procent van de inkomsten van de winkel, terwijl de verkoop van goederen veertig procent van de inkomsten levert.

Link

Unilin maakt spaanplaten met het “stadsbos”

De milieupoot

Link

Een markt die de vruchten van het Gentse ommeland verkoopt (online vanaf vrijdag)

Vercauteren noemt de milieupoot de tweede steunbeer van de Kringwinkel. Hergebruik is een belangrijk element in een circulaire economie en de Kringwinkels worden beschouwd als een essentiële schakel in dat verhaal. Vercauteren: ‘Wij hebben daarin onze plaats verworven en zijn een gesprekspartner geworden van de OVAM, de Openbare Vlaamse AfvalstoffenMaatschappij.’

Link

De groeispurt van het Gentse autodeelsysteem Dégage! (online vanaf vrijdag)

Vijf procent van de inkomsten komen dan ook van de vergoeding voor de ophaling van grofvuil. Een andere vijf procent komt van Recupel Antwerpen voor de rol die de winkel speelt in het hergebruik van elektrische toestellen die op de Antwerpse containerparken worden achtergelaten.

© Bart Lasuy

© Bart Lasuy​

OVAM wil graag het hergebruik opdrijven van de huidige vijf kilogram per Vlaming per jaar, naar zeven kilogram in 2022. Daar staat tegenover dat het maatwerkdecreet geen verdere groei van tewerkstelling in de sociale economie voorziet. Vercauteren: ‘Vlaams minister van sociale zaken, Liesbeth Homans, wil bovendien dat zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk doorstromen naar andere sectoren. Maar als wij onze sterkste mensen sneller kwijt geraken, verzwakt dit de organisatie.’

De Kringwinkels hebben daardoor de indruk dat de verschillende beleidsdoelstellingen van milieu en sociale zaken niet bijster goed op elkaar zijn afgestemd: ze moeten almaar meer ophalen, met evenveel en meer kwetsbare mensen.

“Lean” worden en neen durven zeggen

De vraag naar bijkomende tewerkstellingsmogelijkheden betekent niet dat de Kringwinkel geen aandacht zou hebben voor efficiëntie. Het tegendeel is waar, betoogt Vercauteren terwijl hij ons door de grote sorteerzaal leidt. ‘We werken hier met het zogenaamde lean management, een systeem dat voor het eerst werd ingevoerd door de Japanse autoproducent Toyota. We proberen de goederenstroom in de Kringwinkel die tevens dienstdoet als verdeelcentrum voor de andere winkels in Antwerpen, efficiënter te maken. We denken ook meer vanuit de klant: wat wil die? Vroeger duwden we dingen in de winkel, zonder te weten of we die ook zouden kunnen verkopen. Dat betekende extrawerk om dingen in de winkel te stallen, en uitstalruimte die lange tijd ingenomen werd door producten die niet verkocht raakten.’

© Bart Lasuy

Sommige burgers zien ons als een gratis stort. We moeten dus onze mensen – vaak kwetsbare, onzekere mensen – leren om op een beleefde manier neen te zeggen. Dat is niet altijd makkelijk want sommige burgers durven druk uitoefenen.’

© Bart Lasuy

Die efficiëntie is belangrijker dan ooit omdat de goederenstroom fel is toegenomen nadat het stadsbestuur in 2014 de containerparken betalend heeft gemaakt. ‘Het gevolg is dat sommige burgers ons zien als een gratis stort. We moeten dus onze mensen –vaak kwetsbare, onzekere mensen - leren om op een beleefde manier neen te zeggen. Dat is niet altijd makkelijk want sommige burgers durven druk uitoefenen.’

Om de grotere hoeveelheden van vaak wat minderwaardige goederen toch kwijt te geraken, is de Kilomeet opgestart waar klanten grotere hoeveelheden aan lagere prijzen kunnen kopen. ‘De Kilomeet heeft verschillende soorten klanten: creatievelingen die iets met afval willen doen, opkopers voor rommelmarkten, thuisloze migranten, heel arme mensen…,’ vertelt Frank Dingemans die verantwoordelijk is voor innovatie in de Antwerpse Kringwinkel.

Kringwinkel neemt bad in andere cultuur

© Bart Lasuy

Danny Vercauteren (L) en Frank Dingemans (R)

© Bart Lasuy​

Een andere vernieuwing is dat de Kringwinkel een rol speelt in het ‘hermaken’ van spullen. Zegt Frank Dingemans: ‘Op dat moment zijn we niet alleen grondstoffenleverancier maar ook een platform dat architecten en ontwerpers samenbrengt met het oog op het scheppen van nieuwe producten vertrekkende vanuit ons materiaal. In die functie maakt de Kringwinkel contact met de hippe stedeling.’

Dat gebeurt soms ook in de verhuur: de Kringwinkel werpt zich op als huisleverancier van bepaalde evenementen. Dingemans: ‘Tegenwoordig willen sommige mensen trouwen in en met de stuff van de Kringwinkel’.

Gaandeweg verandert zo de cultuur rond de Kringwinkel. Dingemans: ‘We mogen niet langer een black box zijn waar mensen aan de ene kant de dingen dumpen en waar aan de andere kant dingen in de winkels worden verkocht. Het is veel interessanter om ons op te stellen als een open systeem. De samenleving mag hier parkeren wat ze wil, maar we willen graag dat ze mee verantwoordelijkheid opneemt over hoe we met die oude spullen omgaan. We moeten bruggen bouwen, verbindingen maken tussen ontwerpers, huurders, kunstenaars, onze medewerkers…’

‘We moeten daarbij ook niet iedere keer het warm water willen uitvinden. Buddyschappen zijn een gekend systeem uit andere sectoren: waarom zouden we sommige van onze medewerkers niet laten adopteren door externe mensen?’

Dat is dan weer een ander soort brug die de Kringwinkel zou bouwen – die tussen migranten en autochtonen, op weg naar een plaats in onze samenleving. De Kringwinkel wordt zo stap voor stap als een spin in een netwerk van organisaties.

Een voorbeeld van dat ‘spin-in-het-net-zijn’ is De Collectie, het samenwerkingsverband van Kringwinkel Antwerpen met onder meer Oxfam en Missiewerk om voortaan samen het gebruikte textiel van Antwerpen in te zamelen.

© Bart Lasuy

© Bart Lasuy​

Opvallend is dat ook Oxfam, Wereldmissiehulp, Kindervriend en Mensenzorg het textiel vooral lokaal willen verwerken, en niet langer naar zogenaamde ontwikkelingslanden willen brengen. Frank Dingemans: ‘Op korte termijn zetten we voort in op bestaande en nieuwe upcycling-initiatieven. We denken aan How to’s die in een paar beelden uitleggen hoe je bijvoorbeeld van een versleten trui een paar wanten kan maken, of een mandje voor de hond of de kat. Ook zullen we afgedankt textiel verder aanbieden aan professionele designers die dit dan weer verwerken in meubilair en/of andere toepassingen. Op lange termijn gaan we onderzoeken hoe we op vezelsoort kunnen uitsorteren om zo bijvoorbeeld iets te betekenen in de keten van duurzame isolatiematerialen.’