Een markt die de vruchten van het Gentse ommeland verkoopt

Reportage

Een markt die de vruchten van het Gentse ommeland verkoopt

Een markt die de vruchten van het Gentse ommeland verkoopt
Een markt die de vruchten van het Gentse ommeland verkoopt

Korte ketens horen bij een circulaire economie. De Lousbergmarkt in Gent die een maand geleden zijn deuren opende, heeft daar zeker oren naar: je vindt er groenten, kaas en brood die een hechte band hebben met het nabije land.

De Ronde van de Circulaire Economie
MO* maakte een Ronde van de Circulaire Economie. Van de Deceuninckvestigingen in Diksmuide en Gits waar van stokoude PVC-ramen nieuwe PVC-ramen worden gemaakt, over het Gentse autodeelsysteem Dégage! naar de studaxen van de materie aan de KU-Leuven. Van de korte ketens van de Gentse Lousbergmarkt, over Unilin dat afvalhout in vezelplaten omzet tot de Antwerpse kringwinkel die onze gebruikte goederen op allerlei manieren opnieuw tot leven wil wekken.

Sommige dingen zijn de vrucht van vele jaren aan de weg timmeren door vele mensen. Dat is het geval met de Lousbergmarkt, de biomarkt die onlangs zijn deuren opende in de Gentse Machariuswijk. De markt bevindt zich op de plaats waar de kaascoöperatie Het Hinkelspel al enkele decennia is gevestigd.

Link

Deceuninck smeedt zijn oude ramen om tot nieuwe

De groeiende kaasproductie, en de steeds strengere hygiënenormen van de Europese Unie zorgden ervoor dat de kaas niet langer in de Gentse vestiging kon worden gemaakt. De kaasproductie verhuisde naar Sleidinge, maar de (intussen te kleine) winkel bleef in Gent. Na rijp beraad vond de coöperatie dat de tijd gekomen was om in de ruimte waar vroeger de kaas werd geproduceerd en gerijpt, een heuse biomarkthal op te starten. Die overtuiging werd tevens gesterkt door de menselijke banden die de coöperatie had met de andere partners die intussen deel uitmaken van die biomarkt.

Link

‘Leuven’ kijkt in het hart van de materie om er zuiniger mee om te springen

Uiteraard is er het Hinkelspel zelf dat nu zijn kazen kan verkopen in een ruimere winkel. Zestig procent van de verkochte kazen zijn eigen productie die gemaakt wordt met melk uit Oost-en West-Vlaanderen.

In Wallonië leeft echt een andere kijk op landbouw die meer inzet op kwaliteit dan op kwantiteit.

Link

Groeiende Kringwinkel wordt de spin in een netwerk

Ook de meeste andere kazen komen uit België met aandacht voor lokale productie. Zegt Alexander Claeys, medestichter van Het Hinkelspel: ‘We hebben al lang goeie banden met Waalse kaasmakers. In Wallonië is er een veel sterkere traditie van ambachtelijke kaasmakers. Als Wallonië zich verzet tegen het handelsverdrag met Canada, CETA, zijn dat geen holle woorden: daar leeft echt een andere kijk op landbouw die meer inzet op kwaliteit dan op kwantiteit. In Vlaanderen volgt de politiek de industriële visie van de Boerenbond. Onze Waalse partners zijn vaak nog gemengde boeren die de melk van hun eigen vee omzetten in kaas.’

Terug een warme bakker in de wijk

Link

Unilin maakt spaanplaten met het “stadsbos”

CoPain is, zoals de naam al suggereert, een coöperatie die brood bakt. Toon Van der Meeren werkte vroeger bij het Hinkelspel maar droomde al een leven lang van een bakkerij. En dus waagde hij, samen met twee andere werkende vennoten, de sprong in een wijk die niet langer over een bakkerij beschikt.

Link

De groeispurt van het Gentse autodeelsysteem Dégage!

© Bart Lasuy

© Bart Lasuy

De Lousbergmarkt richt zich uiteraard tot heel Gent, maar het is tevens een in de buurt geworteld gebeuren. ‘De mensen weten ons hier makkelijk te vinden en dat helpt enorm om zoiets op te starten. We zitten al in het collectieve geheugen van de buurt en de Gentenaar,’ vertelt Alexander Claeys van het Hinkelspel.

Ook CoPain probeert te werken met lokale grondstoffen. Dat lukt vooral met de spelt en de rogge die van de Steenmolen in Ertvelde komen, die zich zoveel mogelijk lokaal bevoorraadt. Het tarwemeel van de Molens van Oudenaarde heeft een meer diverse oorsprong.

Groenten met weinig kilometers

© Bart Lasuy

© Bart Lasuy​

De derde pool van de markt is de Vroente, een coöperatieve winkel die groenten aanbiedt van drie biobedrijven uit de provincie Oost-Vlaanderen: de Kollebloem uit Sint-Lievens-Esse, de Zonnekouter uit Astene en Ourobouros uit Zwalm.

80 % van het winkelaanbod is afkomstig van drie boerderijen die zich op een straal van dertig km van Gent bevinden.

‘Omdat we de klanten een ruim aanbod willen bieden, betrekken we ook twintig procent van onze producten bij de groothandel maar de rest komt van de drie partners,’ zegt Antoine De Paepe van De Kollebloem. Dat betekent dat tachtig procent van het winkelaanbod afkomstig is van drie boerderijen die zich op een straal van dertig km van Gent bevinden. Groenten met weinig kilometers dus.

Dat is op zich positief voor de ecologische voetafdruk maar De Paepe wil de nabijheid ook nog op een andere manier benutten. ‘We willen een dialoog aangaan met onze klanten. De ecologische en sociale redenen duidelijk maken waarom we niet heel het jaar door tomaten kunnen aanbieden. We willen liever geen groenten aanbieden die geteeld worden door mensen die slechts een hongerloontje ontvangen.’

De nabijheid laat ook een bezoek aan de boerderij toe. ‘We zouden toekomst kunnen zaaien: samen met onze klanten een perceel graan uitzaaien, samen wieden, dorsen, malen, oogsten kortom. We willen op die manier de klant ook iets meer bewustzijn en verantwoordelijkheid bijbrengen rond zijn voeding. Er is meer dan alleen maar de prijs: wie de prijs van het voedsel almaar willen drukken, drukt ook op de mensen en het milieu die het voedsel voortbrengen. De korte keten laat ons toe dat verhaal beter te brengen.’