'Het is beter arm te zijn dan een vriend van de overheid'

Reportage

'Het is beter arm te zijn dan een vriend van de overheid'

'Het is beter arm te zijn dan een vriend van de overheid'
'Het is beter arm te zijn dan een vriend van de overheid'

In het detentiecentrum van Angol (Chili) zijn vier Mapuche al meer dan een maand in hongerstaking. Ze zitten in voorarrest en eisen de overplaatsing naar een andere gevangenis, waar ze een betere behandeling willen. Helemaal anders liep het met Juan Ciriaco Millacheo. Toen hij twaalf jaar geleden onder de antiterrorismewet veroordeeld werd voor brandstichting, nam hij de benen. Aan MO* vertelt hij het verhaal van zijn ondergedoken bestaan.

We rijden door Pidima, een dorpje zo’n 500 kilometer ten zuiden van de Chileense hoofdstad Santiago. Aan de voet van een heuvel woedt een bosbrand die meer dan een maand zal duren en een deel van het dorp met rook omsluiert.

‘Ze zullen het wel weer op ons steken’, zegt Juan Ciriaco, leider van de Mapuche gemeenschap Newen Mapu.

Tijdens onze reis passeren we meermaals door deze regio, en keer op keer zien we kleine en grote bosbranden. Tijdens een droge zomer kan dit wel eens voorvallen, maar de frequentie verraadt dat er meer aan de hand is.

​‘Ik wilde wel eens zien hoe de mensen in Europa leven, hoe hun overheid hen daar behandelt’, licht Ciriaco zijn beslissing toe om in te gaan op de uitnodiging van mensenrechtenorganisatie FIDH in Brussel.

Afgelopen december deed hij zijn verhaal in drie Europese steden: Brussel, Genève en Parijs. Vlak daarvoor was de huidige Chileese presidente Michelle Bachelet op bezoek in Duitsland.

‘De Chileese politici gaan naar Europa om te vertellen over de successen van Chili’, zegt Ciriaco. ‘Ze verkondigen er dat de Mapuche goed behandeld worden en dat hun rechten als volk worden gerespecteerd. Leugens. Ik hoop dat de Europese politici druk kunnen zetten op de Chileense overheid zodat onze situatie kan verbeteren.’

© Kaja Verbeke

Kleine en grote bosbranden zijn in Pidima niet uitzonderlijk.

© Kaja Verbeke

Traangas

De armoede waarin heel wat Mapuche leven is de katalysator van de strijd. Hun territorium is door de jaren heen afgebrokkeld, waardoor verschillende families leven en werken op een te klein stuk grond. Aan de hand van bezettingen van nabijgelegen land en demonstraties eisen ze hun oorspronkelijke territorium terug. Land waar intussen multinationals, Chilenen en Europeanen zich hebben gevestigd.

‘Het Mapuche volk wordt niet erkend. Dit is discriminatie.’

‘Er zijn inderdaad heel wat Mapuche die geradicaliseerd zijn, maar er is geen andere manier’, zegt Ciriaco. ‘Wij hebben het technische niveau van de overheid niet in huis. We beheersen hun politieke en technische taal niet omdat we niet opgeleid zijn. Door de dringende noodzaak aan betere levensomstandigheden zien wij ons wel verplicht om actie te ondernemen. Dat is de enige wijze waarop wij ons kunnen laten gelden zodat de overheid zou luisteren.’

‘De Mapuche zijn een onderdrukt volk. Vrijheid van expressie bestaat niet voor ons. Wanneer we demonstreren worden we geslagen en gooit de politie traangas. De publieke opinie en de pers maken alles nog erger. Het Mapuche volk wordt niet erkend. Dit is discriminatie.’

© Iñigo Moure Abad

De gemeenschap Newen Mapu heeft lang zonder hun leider moeten overleven.

© Iñigo Moure Abad

In de fik

Lonko – wat ‘leider’ betekent in het Mupudungun – Ciriaco werd 61 jaar geleden geboren in Pidima. Opgroeien was erg moeilijk en beschamend. Mapuche mochten geen bus nemen en op de trein moesten ze vaak hun plek afstaan. Praten met de leerkracht was lastig omdat ze het Spaans niet goed beheersten. In de ogen van niet-Mapuche woonden ze in de wildernis, want ze kwamen nooit dichtbij wegen.

Toen een bos van multinational Mininco in brand werd gestoken, veranderde zijn leven drastisch.

Juan Ciriaco wandelde anderhalf uur naar school, maar op z’n veertiende moest hij gaan werken om te kunnen overleven. ‘Gelukkig is het leven voor de huidige generatie een stuk beter’, zegt de lonko.

Tijdens de dictatuur van Pinochet veranderde er heel wat voor de Mapuche. Stukken land werden afgenomen en protesteren kon niet. In die tijd werkte de lonko voor houtbedrijven, multinationals die nu gehaat en bestreden worden door de Mapuche omdat ze eucalyptus en dennenbomen planten –en zo alle waterreserves van het gebied opgebruiken.

‘Ik moest elf kinderen opvoeden’, zegt hij zonder spijt. In 2001, het jaar van de feiten, waren al zijn kinderen meerderjarig en werkte hij als landbouwer. Toen een bos van multinational Mininco in brand werd gestoken, veranderde zijn leven drastisch.

© Kaja Verbeke

Twee van de elf kinderen van Juan Ciriaco Millacheo bewerken het hout dat al dan niet legaal werd ontgonnen.

© Kaja Verbeke

Verdwenen met de noorderzon

‘Ik had geen geld om een goede advocaat te betalen’, zegt de lonko. Ciriaco zat een jaar en vier maanden in voorarrest, een lange periode vergeleken met internationale standaarden. ‘Ik werd schuldig bevonden aan de hand van anonieme getuigenissen –dat kan wanneer de antiterrorismewet wordt toegepast. Om acht uur ‘s avonds zou de uitspraak worden gedaan, maar ik wist al wat er me te wachten stond. Iemand pikte me op met de auto en ik verdween met de noorderzon. Ik dacht er geen minuut aan om mijn straf uit te zitten. Mijn eerste schuilplaats waren de bergen.’

Confrontaties tussen de familieleden en de politie werden een gewoonte.

Zijn familie en gemeenschap kregen de opdracht om de politie tijdens huiszoekingen gewoon binnen te laten en zich niet te verzetten. Een raad die in de wind werd geslagen.

Confrontaties tussen de familieleden en de politie werden een gewoonte. Als bewijsmateriaal nam de politie bijlen, een jachtgeweer en ander materiaal mee –spullen die heel normaal zijn op het platteland in Chili. Voor Ciriaco was dat opnieuw een teken dat ze hem het zwijgen willen opleggen.

Clandestien

‘Ik verbleef vier jaar vlakbij de zee’, zegt Ciriaco. ‘Ik zaagde samen met andere Mapuche bomen om van ingenomen stukken land. Omdat ze me op het spoor kwamen, moest ik ook die woonplaats verlaten.’

Hij keerde terug naar Pidima en sliep telkens op een andere plek. ‘Vaak in een tent vermits de politie alleen huizen doorzoekt. Omdat ik enkel veilig was in de gemeenschap, ging ik nooit naar de stad. Eén keer hadden ze me bijna te pakken. Gelukkig kon ik op tijd vluchten. Mijn brein werkte als een computer. Ik herprogrammeerde het om de politie telkens een stap voor te zijn. Angst heb ik niet gekend.’

‘Mijn brein werkte als een computer. Ik herprogrammeerde het om de politie telkens een stap voor te zijn.’

Toen het opnieuw heet werd onder zijn voeten, gebruikte de lonko zijn contacten om naar Argentinië te vluchten. Twee teams, een in Chili en een in Argentinië, hielpen hem daarbij. Omdat hij de grens niet kon oversteken langs reguliere wegen, moest hij wel een wandelpad nemen.

Tien uur duurde de tocht door de bergen. Hij wandelde ‘s nachts. In Argentinië werd hij opgepikt door een groep journalisten. Nadien woonde hij enkele jaren in het noorden en werkte er als landbouwer. De bedoeling was om er te blijven tot de looptijd van zijn straf erop zat.

© Kaja Verbeke

Leider Juan Ciriaco Millacheo in het huis van zijn moeder.

© Kaja Verbeke

De vangst

‘Toen die einddatum in zicht kwam, ging ik op zoek naar een manier om terug te keren naar Chili. Opnieuw clandestien uiteraard’, zegt Ciriaco, ‘Ik voelde echter dat ze me nog eerder te pakken zouden krijgen. Ik had een brief gekregen… op mijn echte naam. Niet lang daarna stond de politie me op te wachten toen ik van mijn werk kwam. Ik heb nog steeds geen idee hoe ze me hebben gevonden.’

‘Ik zat vier dagen in de cel in Argentinië en werd toen overgebracht naar de gevangenis van Angol in Chili. Door een procedurefout moest de Chileense overheid me al na twintig dagen vrijlaten.’

Enkele maanden geleden werd hij definitief vrijgesproken. Het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens tikte de Chileense overheid op de vingers voor de racistische manier waarop de antiterrorismewet was toegepast in enkele zaken. Daarenboven zou de wet de internationale standaarden niet halen.

De lonko werd vrijgesproken en kreeg er een schadevergoeding bovenop. Hij leeft momenteel terug bij zijn familie in het dorp waar hij geboren werd.

‘Neen, ik miste mijn familie niet. Ik leefde intussen al te lang gescheiden van hen om die gevoelens nog te hebben. Dat mocht niet.’

‘Als ik mijn familie zou missen, zou ik worden opgesloten of gedood. Ik heb hen gelukkig wel vaak kunnen zien en horen gedurende die jaren. Het was vooral heel moeilijk om terug te keren naar mijn familie. Er is eigenlijk geen familie meer. Die emoties waren weg.’

‘Ook mijn gemeenschap heeft zich al die jaren moeten redden zonden leider. We werken hard om alles terug op te bouwen. Sinds het vonnis van het Inter-Amerikaans Hof heb ik daar alle tijd voor.’

‘Trouw aan mijn Mapuche hart’

‘De Mapuche in Argentinië leven zoals wij in de jaren zestig: op kleine stukken land en in grote armoede.’

Over de situatie van de Mapuche in Argentinië is in open bronnen weinig informatie te vinden. Er leven beduidend minder Mapuche in Argentinië dan in Chili, maar hun levensomstandigheden lijken slechter te zijn.

Volgens lonko Ciriaco leven ze in politieke onderdrukking, al wordt er in tegenstelling tot in Chili geen actie ondernomen. Een kwestie van tijd, meent Ciriaco.

‘Ze leven daar zoals wij hier leefden in de jaren zestig: op kleine stukken land en in grote armoede. Heel wat van hen verlaten het platteland om in de steden te gaan wonen. Het kapitalisme is er zeer intelligent. Ze krijgen eten van de overheid waardoor ze kalm blijven.’

Tijd. Dat hebben ze in Argentinië nodig volgens de lonko. Tijd en een gids. ‘Ze hebben iemand nodig uit Chili om hen te helpen, om hen te tonen hoe het moet. Als het niet deze generatie is, zal het de volgende wel zijn die de strijd inzet.’

‘We mogen de hoop hierop niet verliezen. Ik zie dat mijn eigen inspanningen al veel hebben opgeleverd. Wie actie onderneemt, zet ook anderen aan om hetzelfde te doen. De buren wonen al een stuk verder en we hebben nieuwe gemeenschappen gesticht.’

‘Wie een salaris krijgt of overlegt met de overheid, gaat akkoord met het kapitalistische systeem. Het is beter arm te zijn dan een vriend van de overheid. Ik blijf trouw aan mijn Mapuche hart. En ik blijf vechten.’