Het nieuwe Congo komt eraan

Reportage

Het nieuwe Congo komt eraan

Het nieuwe Congo komt eraan
Het nieuwe Congo komt eraan

De Democratische Republiek Congo is in crisis. Jonge activisten roeren zich en proberen de publieke opinie te beïnvloeden. Maar intussen voert de regering een schrikbewind. Maakt de Congolese jeugd het verschil? Kinshasa broedt. Op een voetnoot of op een afspraak met de geschiedenis?

© Kris Pannecoucke

Ja, ik ben bang om te worden gearresteerd, maar ik probeer die angst in moed om te zetten

© Kris Pannecoucke​

Telewerken als reporter

Mijn koffer staat klaar, ik heb online ingecheckt, mijn afspraken zijn gemaakt, de dollars afgehaald – geen te grote coupures, makkelijk voor direct gebruik. Toch beslis ik nog geen 24 uur voor vertrek om niet naar Kinshasa af te reizen. Dat besluit valt na een sliert van berichten die me de voorbije week via zowel officiële als vriendschappelijke weg hebben bereikt. Berichten waaruit blijkt dat de veiligheidssituatie er niet naar is om in Kinsasa vrij met jongeren op pad te gaan die zich tegen het huidige systeem verzetten en zo een nieuwe wind door Congo laten waaien. Want dat is de opzet van mijn reportage. Uiteindelijk haakt zelfs mijn fixer af: ook de straatinterviews over politiek en verandering blijken ‘te riskant’ zonder persvergunning.

Zijn oordeel wordt bevestigd door anderen. De politie patrouilleert door de straten van Kinshasa en ook het leger is present. Vooral tegen de avond worden op cruciale knooppunten barricades opgezet en automobilisten gecontroleerd. Wie zijn papieren niet bij zich heeft, riskeert problemen. Officieel maken die verscherpte veiligheidsmaatregelen deel uit van de zoektocht naar gevangenen die in mei uit de centrale gevangenis van Makala zijn ontsnapt. ‘Vreemd’, vindt een vriend die net uit Kin is teruggekeerd. ‘Je papieren worden wel bekeken, maar niet met een lijst van voortvluchtigen vergeleken.’

De controles zijn niet het enige, begrijp ik stilaan. De sfeer blijkt met de dag te veranderen. Willekeurige arrestaties, afluisterpraktijken, in scène gezette opstootjes, inlichtingendiensten in burger… Kinshasa gonst van de geruchten. ‘De situatie vertoont alle tekenen van een “fin de régime”, vertelt een bevriend onderzoeker ter plaatse. Congo-experts bevestigen dat: het kán ontploffen en dan dreigt de chaos.
Dus interview ik een heleboel jongeren niet live, maar via sociale media en via mensen die mijn vragen her en der in de Congolese hoofdstad voorleggen.Hij: ‘Ik kijk ernaar uit je te ontmoeten.’ Ik: ‘Goeie nacht!’ Hij: ‘Hetzelfde voor jou.’

Ik lees het einde van ons gesprek nog eens over, en nog eens. We zouden elkaar volgende week live zien, in Kinshasa. Om over zijn engagement te praten. Ik kijk naar het tijdstip van die laatste regels. Eergisteren, rond middernacht. Sindsdien geen berichten meer. Enkel stilte en het onwezenlijke nieuws dat hij door de militaire inlichtingendienst werd opgepakt. Hoe het nu met hem gaat? Geen idee. Please, hoor ik mezelf denken. Doe hem niks aan…

Hij heet Jean-Marie Kalonji en is 32 jaar. Hij stond mee aan de wieg van de stroming La Quatrième Voie, de Vierde Weg. Die ontstond zes jaar geleden in Ngaliema, een commune in het westen van Kinshasa. Een groepje jongeren verzamelde er regelmatig om over de Congolese politiek te praten. Het viel hen op dat er niet echt naar de jeugd werd geluisterd, dat er eigenlijk op hen werd neergekeken. Ze besloten een vereniging te stichten om hun stem te laten horen, om verandering te brengen, om de antiwaarden aan te vechten. Jean-Marie Kalonji was de voortrekker. De groep vertegenwoordigt de stem van de jeugd, naast die van het regime aan de macht (eerste weg), de oppositie (tweede weg) en het maatschappelijk middenveld (derde weg).

De Congolese politiek zit in een impasse en wie te luid voor verandering pleit, riskeert de nor.

Het is niet de eerste keer dat Kalonji wordt opgepakt en hij is ook niet de enige. Het voorbije anderhalf jaar zag je op sociale media regelmatig foto’s en #free-hashtags voorbijkomen, aangevuld met namen van jonge activisten: #freefred #freegloria #freechris #freesilva #freebienvenu #freeradek… De reden van hun arrestatie blijft doorgaans vaag. Deelname aan een vreedzame manifestatie, “circulatie” op een openbare plaats. Verschillende van deze jongeren zouden vandaag nog steeds door de veiligheidsdiensten geschaduwd worden.

De situatie in Kinshasa is gespannen. Sinds december 2016 regeert de Congolese president Joseph Kabila immers zonder mandaat. De grondwettelijke presidentsverkiezingen vonden toen niet plaats – een scenario dat niemand écht verraste. De Congolese politiek belandde in een impasse en wie te luid voor verandering pleit, riskeert de nor.

Vaderlandsliefde

Kippenvel krijg ik ervan. Maar de jongeren zelf lijken niet bang. Hun angst wordt door iets groters overwonnen. ‘Actie voeren voor een positieve verandering is een daad van burgerschap’, gelooft Elsie Lotondo, woordvoerster ad interim van La Quatrième Voie. ‘Ja, ik ben bang om te worden gearresteerd, maar ik probeer die angst in moed om te zetten.’

© GF

Leden van de stroming La Quatrième Voie, de Vierde Weg.De groep vertegenwoordigt de stem van de jeugd, naast die van het regime aan de macht (eerste weg), de oppositie (tweede weg) en het maatschappelijk middenveld (derde weg).

© GF​

Ook Bienvenu Matumo (28) van La LUCHA werd opgepakt en zat een tijd vast. LUCHA, voluit Lutte pour le Changement, omschrijft zichzelf als een burgerbeweging met jongeren uit alle lagen van de bevolking die geweldloos ijveren voor een “Nieuw Congo”. ‘Voer ik wel de juiste strijd? Dat heb ik me tijdens mijn gevangenschap vaak afgevraagd. Na veel nadenken en praten met mijn collega’s concludeerde ik van wel. Mijn gevecht is juist en nobel. Ik wil respect voor onze grondwet, ik wil mensen bewust maken van hun rechten, om de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen veilig te stellen.’

Deze jongeren houden van Congo en zijn verontwaardigd: over het gebrek aan democratie, de schending van hun rechten, de lamentabele toestand van het land.

Bienvenu is de jongste van vijf, de eerste jongen na vier meisjes. Het gezin woont in Goma (Oost-Congo), de geboorteplaats van La LUCHA. Daar werd Bienvenu tijdens zijn studie activist. De afdeling in Kinshasa bestaat nog maar twee jaar. Bienvenu heeft ze mee opgericht.

Door zijn verhaal heen schemert een vaderlandsliefde die ik bij veel jonge activisten ontwaar. Ze houden van Congo en zijn verontwaardigd: over het gebrek aan democratie, over de schending van hun rechten, over de lamentabele toestand van het land. Ze geloven dat het anders en beter kan. Daarom voeren ze acties, schrijven ze verklaringen, mobiliseren ze on- en offline. Ze zwijgen niet langer en steken hun nek uit.

© GF

© GF​

Waag je je leven?

Dat vindt niet iedereen een goed idee. Pierre, een jonge kunstenaar, gelooft niet in die vrijheid van meningsuiting. ‘Je weet hoe de ordediensten dat hier regelen. Wie vandaag op straat komt voor het gemeenschappelijk belang, waagt zijn leven. Dat moet dan maar’, oordeelt Junior Mapeki (35), alias Radek “le rage de Kinshasa”.

Radek is rapper en zat 210 dagen vast, ‘omdat mijn teksten te geëngageerd waren en door mijn contacten met andere résistants. Hij neemt de tijd, tot diep in de nacht, om duidelijk te maken waar hij voor staat. De vermoeidheid, de netwerkonderbrekingen hebben geen vat op hem. ‘Ons land is niet ziek, maar stervende. De overheid heeft het hele systeem vernield. Een minimale toegang tot onderwijs, gezondheidszorg… het bestaat hier gewoon niet. Ondertussen worden de mensen afgeleid met bier, seks en inhoudsloze muziek.’

Zijn stem klinkt warm, maar ook verontwaardigd. Zijn temperament past bij de foto die ik voor me heb: één brok energie, strijdvaardig, recht door zee. ‘De tijd van blabla verkopen is voorbij. Vanuit het buitenland of online om verandering schreeuwen is niet genoeg. Vandaag moeten we de straat laten spreken. Het regime maakt de mensen bang, maar in werkelijkheid is het volk de baas. Dat moet iedereen goed beseffen. De mensen moeten voor hun rechten durven op te komen.’

‘Je kunt beter dood zijn dan je hele leven te worden geknecht.’

In zijn favoriete song, “Monsieur le président”, vraagt hij Kabila om op te stappen. Het is genoeg geweest, Radek wil een radicale verandering. In het cachot schreef hij ‘Le parcours du combattant’, de weg van de strijder. Zijn lijflied, op een stuk karton, met de pen van een bewaker. Over de strijd die móet gestreden worden, met vallen en opstaan, desnoods au prix du sang. Hij wil zijn land dienen ‘zoals Martin Luther King of Malcolm X’. Een dag later lees ik op zijn Facebook-account: ‘Vaut mieux mourir qu’être dominé toute sa vie’, je kunt beter dood zijn dan je hele leven te worden geknecht.

© GF

© GF​

Taalgrens

Als journalist richt je de schijnwerper op bepaalde mensen, maar worden die ook door anderen opgemerkt? Radek treedt op in binnen- en buitenland. De jongerenbewegingen genieten op sociale media best wat aanhang. Maar zijn ze bekend in de miljoenenstad Kinshasa?

Chris Shematsi (31) begon vorig jaar in oktober met Compte à Rebours, Aftellen. ‘We ijveren voor een democratische samenleving, om van daaruit het land te ontwikkelen.’ Chris is geen groentje. Na zijn studie in de rechten sloot hij zich aan bij een politieke partij, waar hij al snel opklom tot de hogere rangen. Maar hij begreep dat de vernieuwing van elders moest komen. ‘De toekomst is voor de sociale bewegingen die zich grondig toeleggen op onze problemen – in tegenstelling tot politieke partijen die meer met een machtsstrijd bezig zijn.’

Compte à Rebours telt 57 leden in Kinshasa, een héél kleine fractie van de twaalf miljoen Kinois. Maar volgens Chris is het niet het aantal dat telt. ‘Het belangrijkste is een sterke en dynamische kern. Verder moet je de capaciteit hebben om te mobiliseren, om de motivatie van andere jongeren op het moment van de actie te bundelen.’

Die andere jongeren zijn er bij de vleet in Kinshasa. Alleen spreekt niet iedereen dezelfde taal – letterlijk en figuurlijk. De taalgrens splitst de stad grosso modo in tweeën, in een westelijk en een oostelijk deel. Ze weerspiegelen de sociale opdeling, met een kleine rijke klasse en veel armen. In het westen van Kinshasa, aan de fleuve (de Congorivier) vind je dure hotels, ambassades, westerse supermarkten, ommuurde en bewaakte villa’s. Hoe meer oostwaarts, hoe meer olielampjes er ’s avonds branden, hoe meer mensen er dag en nacht op straat leven, hoe minder er kunnen schrijven en lezen, hoe minder dollars om rond te komen per dag, hoe minder elektriciteit en stromend water.

De jonge activisten met wie ik praat, hebben allemaal gestudeerd. Ze zijn in staat zichzelf te onderhouden en spreken perfect Frans. Geen van hen woont in de oostelijke en dichtstbevolkte wijken, de quartiers populaires. Het is niet hun natuurlijke habitat.

‘De jongeren uit die wijken hebben het allesbehalve breed’, bevestigt Charis Basoko van RODHECIC (Réseau d’Organisations des Droits Humains et d’Educations Civiques d’Inspiration Chrétienne, Netwerk van christelijk geïnspireerde organisaties voor mensenrechten en burgerschapsontwikkeling). ‘Ze proberen zich te redden. Sommigen hebben een handeltje in internet- en telefooneenheden, anderen werken als chauffeur of bewaker bij de rijke klasse. Maar velen kunnen zichzelf niet onderhouden en moeten op familie en vrienden terugvallen of stelen om te overleven.’

Volgens Charis is een groot deel van die jongeren bereid om voor hun rechten op te staan. ‘Zij waren het die in januari 2015 tegen de veranderde kieswet en in december 2016 tegen het uitstellen van de presidentsverkiezingen als eerste de straat op gingen. Zij vingen toen ook de klappen op. Maar je moet hen met de juiste argumenten aanspreken.’

© GF

Dilemma

Volgens de jonge onderneemster Lucille draait alles om sociale bescherming en werk. Lucille runt een restaurant in de welgestelde commune Gombe. Een groot deel van haar personeel heeft het niet breed, woont in de meer volkse quartiers. ‘Zolang de rijke klasse de macht behoudt, verandert er voor hen niet veel. Wil je hen in beweging krijgen, dan moet je je richten op het sociale systeem – op de betaling van de lonen, op de beteugeling van de inflatie, op redelijke marktprijzen, op het scheppen van banen. Zo kun je mensen emanciperen en een middenklasse creëren. Pas daarna kun je hen voor politieke kwesties interesseren.’

Zelf betaalt Lucille haar werknemers naast hun salaris ook een transport- en een maaltijdvergoeding uit. Ze probeert hen ook te wijzen op hun rechten. Lang niet iedereen kent die. Ze stimuleert haar werknemers ook om een vak te leren, om onafhankelijkheid na te streven en vooruit te komen in het leven. ‘Maar ik zet hen er niet toe aan om de straat op te gaan en zich daar te laten oppakken of neerknallen.’

Lucille vertolkt het dilemma van veel Congolezen. Iedereen wil een beter leven, maar doe je dat door daar in stilte aan te werken of door het huidige beleid publiek op zijn plaats te zetten?

Stemmen uit de volkswijken

Via een vriend die in Kinshasa woont, lopen een aantal getuigenissen binnen uit de volkswijken.

‘Als je wilt dat jongeren zich voor verandering inzetten, dan moet je er eerst voor zorgen dat ze werk hebben. Van de honderd jongeren zitten er negentig zonder baan. Waarom denk je dat er hier zoveel kuluna’s (rovende jongeren) rondzwerven, die je na een bepaald uur ’s avonds alles afpakken?’

‘De situatie is catastrofaal. De koers van de dollar stijgt met de dag […] De jongeren kunnen niet meer. Trop, c’est trop, te veel is te veel.’

Dat laatste is een retorische vraag van Ange. Ange is 27, volgde een opleiding knippen en naaien, maar zit momenteel zonder werk. Zij en haar drie broers zijn wees. Ange woont bij haar tante, in een volkswijk van de commune Bandal. Elke dag komt ze met de jongeren uit de buurt samen. Gewoon, om over het leven te praten. Ze zien dat het land de verkeerde kant opgaat. Ange: ‘De situatie is catastrofaal. De koers van de dollar stijgt met de dag. Vandaag betalen we 1600 Congolese francs, morgen is dat 1700, de dag nadien 1800. De jongeren kunnen niet meer. Trop, c’est trop, te veel is te veel.’

Volgens Ange doet de overheid niet wat er van haar wordt verwacht en zijn daar vooral de jongeren het slachtoffer van. Ze legt haar lot in handen van een nieuwe president. ‘Hij moet de huidige toestand verbeteren.’ Of ze zelf iets aan de situatie kan veranderen? Dat vindt Ange een moeilijke vraag. Ze heeft het al zo moeilijk met haar eigen leven. Maar ze is ook bang om op te staan en iets te ondernemen. ‘Want iedereen weet dat de ordediensten zich vooral op jongeren richten.’

Ook Richard uit het bruisende Matonge (36) houdt zich liever gedeisd. Hij heeft zes kinderen bij verschillende vrouwen en zit momenteel zonder werk. Hij ziet wel dat zijn land er slecht voor staat en hoorde ook dat er dit jaar geen verkiezingen komen, maar hij houdt zich liever ver van dat soort onderwerpen.

‘We leven hier in de jungle. De mensenrechten, dat is een verhaal voor de Europeanen.’

‘Je kan er in een hoekje met je vrienden over discussiëren en plots luistervinkende veiligheidsagenten opmerken. Dat kan je grote problemen opleveren. Ik kijk en observeer, maar niets meer.’ Bovendien heeft hij vertrouwen in president Kabila. Die is volgens Richard jong, invloedrijk en elegant, maar het slachtoffer van zijn entourage. ‘Dat zijn mensen die zich alle rijkdom van Congo toe-eigenen zonder te denken aan de gewone man. Ze verdelen die dan als oude rotten onder elkaar.’

Of hij zichzelf ziet opstaan voor een verbetering van zijn situatie? ‘Hoe zou ik dat doen? Ik ben zo mager’, zegt hij haast verontwaardigd. ‘En waarom? Om in de gevangenis te eindigen?’ Richard besluit: ‘Het is beter gewoon rustig een biertje te drinken, we leven hier in de jungle. We moeten onszelf niets wijsmaken. De mensenrechten, dat is een verhaal voor de Europeanen.’

Toto (25) tot slot woont in een quartier chaud, een “warme wijk”, waar de spanningen plots snel kunnen oplopen, van Ndjili, een van de oostelijkste communes van Kinshasa. Hij is motorchauffeur, heeft een dochter van vier maanden en woont met vrouw en kind in bij zijn ouders. Toto behoort tot een groep van vijftig jongeren die de veiligheid van hun wijk garanderen. ‘We verhinderen dat anderen hier problemen komen zoeken.’ Maar Toto en zijn makkers zijn zelf ook geen doetjes. ‘De beleidslui doen niets anders dan stelen. Dus worden ook wij verplicht de zwakkeren te intimideren en wat van hen los te krijgen, om waardig te kunnen leven.’

__Dit artikel werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Voor slechts €28 kan u hier een jaarabonnement nemen!