Hindoenationalisme: ‘Zonder cultuur blijft alleen het shoppingcenter over’
India is een van de echte zwaargewichten in de nieuwe economische en politieke wereldorde. Met minstens 1,3 miljard inwoners en een alsmaar groeiende economie, is de aanspraak op grootmachtstatus niet onterecht. Premier Narendra Modi belichaamt dat zelfvertrouwen met overtuigend gemak. Zijn bepaald minder moderne, eendimensionale opvattingen over wat het “echte” India moet zijn, staan zijn politieke succes blijkbaar niet in de weg.
Rasik Peedadheeswan (voormalig voorzitter van het Rama-tempelcomité in Ayodha) en Mahesh Soni (juwelenverkoper en hindoenationalistisch vrijwilliger. ‘De tempel komt er toch.’
© Gie Goris
De hindoenationalistische partij van premier Modi, de Bharatya Janata Party, en de militante hindoenationalistische beweging waaraan hij zijn leven wijdde, de RSS, vinden dat de tijd voor revanche gekomen is. Het hindoenationalisme belooft vandaag het “herstel van nationale grootheid” door een meerderheidscultuur op te leggen. De diversiteit van India wordt niet ontkend of bestreden, maar moet onder de heerschappij van de hindoemeerderheid komen, want alleen zo kan India van zijn slavenmentaliteit en onderontwikkeling bevrijd worden.
Met die boodschap is de BJP er intussen in geslaagd de enige echte nationale partij van India te worden, met een ruime meerderheid in een parlement dat voor de rest gefragmenteerd is in alles samen niet minder dan 34 politieke partijen. En haar leider draagt graag de massale en zorgvuldig gecultiveerde ‘schaamte en woede over ruim “duizend jaar slavernij” onder islamitisch en Brits bestuur’ uit, zoals de Indiase auteur van Tijd van woede, Pankaj Mishra, het omschrijft. Die slavernij is dan weer een citaat van Savarkar, de denker die begin twintigste eeuw een militant hindoenationalisme formuleerde en op de politieke kaart zette.
India’s diversiteit wordt niet ontkend of bestreden, maar alleen onder leiding van de hindoemeerderheid zou zogenaamd een einde aan slavenmentaliteit en onderontwikkeling kunnen komen.
Dit voorjaar behaalde de BJP ook een verpletterende meerderheid in de deelstaat Uttar Pradesh. Dat gaat in Europa onopgemerkt voorbij, deels omdat premier Modi zoveel vertrouwen geniet in de westerse hoofdsteden, deels omdat India te ingewikkeld bevonden wordt voor gewone berichtgeving. Maar Uttar Pradesh is met 220 miljoen inwoners dus wel goed voor bijna een halve Europese Unie en weegt zwaarder dan Brazilië. Als apart land zou het de op vijf na volkrijkste natie ter wereld zijn.
Zou het onopgemerkt voorbijgaan als Indonesië onder de leiding kwam van een haat predikende imam? Of als Poetin een nationalistische monnik tot premier van Rusland zou benoemen? Wellicht niet. In Uttar Pradesh kan een religieuze leider als Yogi Adityanath, altijd gekleed in een saffraanoranje kurta, zomaar deelstaatpremier worden zonder dat de Europese pers of politiek erom maalt.
Yogi Adityanath heeft nochtans een geschiedenis van verbaal geweld die Trump zou doen blozen. Enkele jaren geleden bijvoorbeeld maakte de razend populaire Bollywoodster Shah Rukh Khan zich zorgen over de groeiende intolerantie in India. De yogi schoot meteen met scherp: ‘Die mensen spreken de taal van terroristen. Er is geen verschil tussen de taal van Shah Rukh Kahan en Hafiz Saeed (de Pakistaanse activist die door India verantwoordelijk gehouden wordt voor de drie dagen durende aanval op Mumbai eind 2008). Hij zou erom moeten denken dat een massale boycot van zijn films hem op straat kan doen belanden, zoals een normale moslim.’
In het hart van het land
Ik bestel thee en krijg meteen een kopje warme gesuikerde melk waar tien zakjes thee in gedrenkt werden. This is India. Het is behoorlijk rustig in de stad en ondanks het middaguur is het ook in het theehuis allesbehalve spitsuur. Op straat zie ik moeders en dochters, oude mannen met lange baarden, flukse veertigers, meisjes van dertien. Hier wandelen de kleuren en geuren van het meest diverse land ter wereld achteloos voor je plastic tafeltje langs.
Ayodhya is met zijn half miljoen inwoners een relatief kleine stad in Uttar Pradesh, op zo’n 150 kilometer van Lucknow, de hoofdstad. De hoofdstraat heeft niet de allure van een centrale laan, er is geen hoogbouw en er zijn geen internationale toeristen, ook al staan er in deze kleine stad niet minder dan 750 tempels. Het religieuze, economische en politieke leven van Ayodhya draait echter niet om de opvallende veelheid en verscheidenheid aan tempels, maar om die ene tempel die er níet staat.
Twee dagen voor mijn bezoek begin april werd de stad nog overspoeld door pelgrims die de geboortedag van de belangrijke hindoegod Rama kwamen vieren in zijn mythische geboortestad. Afhankelijk van de bron zouden er op 5 april 1 tot 3,5 miljoen pelgrims geweest zijn. Ayodhya herinnert aan de katholieke bedevaartoorden in Europa met zijn eetkraampjes, de souvenirs – inclusief plastic windmolentjes – en de combinatie van devotie met anarchistische Wanderlust.
Een pelgrim in Ayodhyah
© Gie Goris
De naam Ayodhya veroorzaakt een maatschappelijke waterscheiding in heel India, niet zozeer tussen hindoes en andersgelovigen, maar tussen hindoenationalisten en alle andere politieke strekkingen die India rijk is. Ayodhya is het symbolische epicentrum van een politieke storm die al meer dan een eeuw in kracht toeneemt.
In 1822 stelde een zekere Hafizullah voor een rechtbank in Ayodhya dat de Babri-moskee er gebouwd was op de plek waar Rama geboren was. Op die plek zou bovendien de Ram Janmabhoomi-tempel gestaan hebben, de tempel van de geboorteplaats van Rama. Dertig jaar later leidde dat tot de eerste gewelddadige rellen tussen hindoe- en moslimactivisten.
Eigenlijk loopt die rechtszaak anno 2017 nog steeds. De eindeloze en uitzichtloze juridische procedure is door de jaren heen steeds meer koren op de molen geworden van militante hindoebewegingen die politieke erkenning en macht nastreven op basis van een diep ressentiment tegen de eeuwenlange bloedige overheersing door de mogols, van oorsprong Centraal-Aziatische moslimdynastieën, en tegen de Britten, die een actieve missionering door christelijke kerken voorstonden.
Op 6 december 1992, een kwarteeuw geleden, ontspoorde de massamobilisatie rondom de afwezige Ramatempel in de bestorming en de verwoesting van de Babri-moskee. Sindsdien staat het Ramaschrijn er tussen de resten van een moskee die de facto onbruikbaar geworden is, en wordt het geschil opnieuw via juridische weg uitgevochten. Het Opperste Gerechtshof stelde eind maart dat de zaak het best buiten het gerecht om geregeld zou worden, aangezien het in zaken van geloofsovertuiging ‘geen wetenschappelijke uitspraak’ kon doen.
Op 19 april besliste dat zelfde Opperste Gerechtshof dat enkele van de grootste namen uit de BJP vervolgd moeten worden voor hun verantwoordelijkheid voor de rellen van 6 december 1992. Onder anderen Lal Krishna Advani, die voordien genoemd werd als kandidaat voor het presidentschap, Murli Manohar Joshi en Uma Bharti, minister in de huidige regering-Modi, dreigen zo 25 jaar na de gebeurtenissen in Ayodhya toch nog voor de rechter te moeten verschijnen.
BJP blaakt van zelfvertrouwen
‘De tempel komt er toch. Het heeft geen zin om er nog langer tegen te strijden’, zegt de journaliste Manjula Lal tijdens een lang gesprek op het kantoor van de krant The Statesman, waarvoor zij nu schrijft. Die “vaststelling”, die ik ook te horen krijg van religieuze leiders en historici in Ayodhya en Lucknow, is geen signaal van de hindoenationalisten dat ze een vreedzame oplossing voor het eeuwenoude conflict nastreven. Het is de voortijdige afkondiging van een overwinning.
Dat zelfvertrouwen heeft alles te maken met de onverwacht grote verkiezingsoverwinning van de BJP in de deelstaatverkiezingen in Uttar Pradesh. De BJP behaalde daarbij 324 zetels in het deelstaatparlement, tegenover 55 voor het kartel SP-Congress, 19 voor de BSP en nog 5 voor de overigen. Die verpletterende meerderheid is deels het gevolg van het alles-voor-de-winnaarsysteem dat India voor verkiezingen erfde van de Britten, maar ze is ook de uitdrukking van het feit dat de BJP veertig procent van de kiezers wist te overtuigen, tegenover ruim twintig procent voor elk van de twee echte concurrenten.
Aan de ingang van het BJP-hoofdkwartier in Lucknow, Uttar Pradesh. Op de affiche onder andere Indiaas premier Narendra Modi (linksboven), BJP-voorzitter Amit Shah (rechtsboven) en deelstaatpremier Yogi Adityabath (midden onder)
© Gie Goris
Opvallend: de BJP had bij deze verkiezingen niet één moslim als kandidaat, ook al is ongeveer twintig procent van de inwoners van de deelstaat moslim. ‘Dat is logisch’, vindt journalist en onderzoeker S.N. Sukhla in Ayodhya. ‘De doelstellingen en symbolen van de BJP zijn uitgesproken hindoeïstisch. Dan kan je niet verwachten van moslims dat zij die gaan uitdragen.’ Sukhla vindt het overigens ook niet problematisch dat die 45 miljoen moslims daardoor geen enkele vertegenwoordiging hebben in de parlementaire meerderheid, want ‘zo zit de democratie in elkaar’.
Kastepolitiek
Bewijst die electorale strategie, met haar onverhulde boodschap voor de moslimminderheid dat zij overbodig is, dat de BJP de identitaire partij bij uitstek is? De meeste westerse waarnemers vinden van wel, en ook de seculier gebleven delen van de Indiase intelligentsia zijn die mening toegedaan.
Toch slaagde de partij er tijdens de campagne in om identity politics als een toxische aanpak te presenteren en met die teerkwast de politieke concurrenten van de SP en BSP zwart te maken. Voor de BJP is een partij die inzet op kaste immers “identitair”, terwijl een partij die haar aantrekkingskracht baseert op cultureel nationalisme dat niet is.
Oranje of saffraan is de dominante kleur in India vandaag
© Gie Goris
In de politieke arena van Uttar Pradesh botsen de verschillende invullingen van identitaire politiek. De twee grote regionale partijen, de SP en de BSP, zijn beide gebouwd rond de belangen van specifieke kasten. De SP presenteert zich op de eerste plaats als de belangenbehartiger van de kastelozen of dalits, terwijl de BSP de lagere kasten vertegenwoordigt die in het Indiase jargon Other Backward Castes of OBC heten.
‘Het is niet dat de BJP geen kastebasis heeft’, zegt Manoj Dixit, hoofd van het Departement Openbaar Bestuur aan de Universiteit van Lucknow. ‘Alleen heeft de partij haar aanhaken bij de handelaars- en andere hogere kasten nooit als een electoraal verkoopsargument gebruikt. Dat deden SP en BJP nu juist wel.’
Die politiek heeft de BSP tijdens de voorbije tien jaar het deelstaatpremierschap opgeleverd. Maar wie bepaalde groepen bedient, vergeet of marginaliseert er andere. Het is sowieso een heel kwetsbare manier om aan politiek te doen, en als daar dan ook nog massale corruptie en politieke zelfbediening bovenop komen, dan is een electorale afstraffing nooit veraf.
Ook de Congress-partij, die zich sinds de onafhankelijkheid zeventig jaar geleden altijd presenteerde als een seculiere partij voor iedereen, zag zich in de loop van de decennia genoodzaakt aan kastenrekenkunde te doen. Het gevolg was dat ze zich steeds meer profileerde als de partij die garant stond voor de rechten van minderheden – met name moslims. Maar ze deed dat altijd halfslachtig en onder steeds minder overtuigend leiderschap. Dit jaar moest Congress een alliantie sluiten met de toen regerende partij, de SP onder Akilesh Yadav.
Modi Magic
Het belangrijkste wapen van de BJP om de beschuldiging van communautarisme van zich af te schudden, was de nationale premier, Narendra Modi. Hij nam gedurende dagen verlof van zijn federale verantwoordelijkheden om campagne te voeren voor zijn partij in UP. De basisslogan van Modi was “Sabka vikas sabke saath”: Ontwikkeling voor en door iedereen. Daarmee werd de hindoenationalistische agenda verschoven van emotionele en uitsluitende symbolen zoals Ayodhya naar de belofte van wegen, economische groei en internationaal respect, dingen die door iedereen gedeeld kunnen worden.
‘Het is Modi’s kracht dat hij schijnbaar alle tegenstellingen weet te overstijgen: bij belooft bescherming van de heilige koe én de bouw van honderd smart cities.’
‘Hindoenationalisme en ontwikkeling zijn voor Modi altijd deel geweest van één pakket: de belofte van Indiase grootheid’, zegt Pankaj Mishra tijdens een gesprek in Mashobra, zijn dorp in de noordelijke deelstaat Himachal Pradesh. ‘Het probleem is dat die grootheid volgens hem en de BJP alleen mogelijk is onder één identiteit, waaraan iedereen zich moet conformeren. Die identiteit zet zich af tegen alle andere identiteiten die het recht opeisen om anders te zijn: moslims, progressieve intellectuelen, Engelssprekenden…’
Tegelijk absorbeert de hindoenationalistische identiteit alle historische tegenstanders door hen tot deelgenoten in die strijd voor het nationale belang te verklaren. Modi annexeerde zo onder andere de radicale anti-hindoe- en pro-dalitpoliticus B.R. Ambedkar en Mahatma Gandhi, die vermoord werd door een kaderlid van de radicale RSS, waarvoor Modi van 1979 tot 2001 voltijds werkte. ‘Modi mobiliseert een democratische meerderheid om de hindoenationalistische agenda uit te voeren. Zijn succes bewijst hoe kwetsbaar democratie altijd is voor uitsluiting en het negeren van de rechten van minderheden.’
De afgewerkte delen van de Ram Jan-mabhoonitempel liggen klaar
© Gie Goris
Pankaj Mishra: ‘De rest van de wereld ziet Narendra Modi graag als een neoliberaal die uit is op de verdere inschakeling van India in de mondiale economie, en hij tutoyeert de kapitalisten natuurlijk wel, maar zijn benadering gaat niet uit van individueel gewin maar van nationaal belang. Hij belichaamt een soort liberale Indian Dream – de zoon van een theeverkoper die het door hard werken en doorgedreven discipline tot eerste minister heeft geschopt –, maar uiteindelijk gaat het hem om het vergroten van de nationale macht.’
‘Bovendien is Modi, net als zijn autoritaire collega’s in Turkije, de Verenigde Staten, Rusland, de Filipijnen en elders, perfect in staat om schijnbaar tegengestelde projecten te combineren in één nieuw project. De bescherming van de heilige koe gaat naadloos samen met de belofte van het bouwen van honderd smart cities: op die manier krijgen de groeiende groepen zoekende en ontevreden burgers het gevoel van zekerheid en de belofte van een betere toekomst.’
Het is de cultuur, domoor
Het verdacht maken van moslims en progressieve intellectuelen is in India wellicht nog makkelijker dan in Europa, maar de échte moeilijkheid voor het hindoenationalisme ligt in het controleren van de religieuze overtuigingen, de culturele gebruiken en de honderden miljoenen levens die samen het hindoeïsme uitmaken. De enorme diversiteit aan goden en gebruiken die hindoes eropna houden worden door hindoenationalistische ideologen meestal gezien als zwaktes in hun strijd tegen monotheïstische religie als christendom en islam.
Dat is de achtergrond waartegen de inzet voor de Rama-tempel in Ayodhya gezien moet worden, zegt Manjula Lal: ‘De politieke massamobilisatie kan de cultus van Rama laten primeren op de vele andere goden, zonder die evenwel uit te schakelen, en daardoor kan ook de Ramayana uitgroeien tot dé heilige tekst bij uitstek, zonder de Veda’s, Oepanisjaden, Poerana’s en de Mahabharata helemaal te vergeten. Wie een sterke natie wil bouwen op religieus-culturele gronden – en dat is nodig –, d ie heeft een rechtlijnige en mobiliserende religieuze cultuur nodig.’
‘Zonder cultuur blijft alleen het shopping center over. En dat is een toekomstperspectief van een zo fundamentele treurnis dat we het de komende generatie niet mogen aandoen.’
Dr. Sunita Sastri is helemaal klaar voor een hindoeïsme waarin de Ramayana centraal staat. Die tekst is namelijk haar academische expertise. Haar beschrijving van Ram Rajya, een wereld onder de heerschappij van Rama, klinkt wel eerder bijbels-poëtisch dan wetenschappelijk. ‘Er is geen lijden en geen ongelijkheid, geen hiërarchie en geen bekering, geen ziekte en geen geweld onder Ram Rajya. Iedereen is mooi en iedereen is gezond, iedereen is welvarend en iedereen is verstandig, iedereen heeft land en iedereen is gelukkig.’
Tijdens het gesprek in het halfduister van haar ontvangstkamertje in Ayodhya haalt ze er oude teksten bij en verklarende commentaren. Om te besluiten: ‘De echte heerschappij van Rama zal er niet komen door verkiezingen of politieke partijen, maar door een diepgaande verandering in het gedrag van mensen. We moeten af van de imitatie van het Westen en durven kiezen voor onze eigen cultuur.’
Dr. Sunita Sastri is helemaal klaar voor een hindoeïsme waarin de Ramayana centraal staat.
© Gie Goris
‘Wij waren marxisten’, zegt Manjula Lal, als ze vertelt over de manier waarop ze haar kinderen opvoedde zonder hen de rituele geboden en verboden van het hindoeïsme op te leggen. Maar dat is nu voorbij. Niet dat ze een gelovige geworden is, maar ze is intussen wel overtuigd van het belang van de cultuur die ze zelf afzwoer. ‘Zonder cultuur blijft alleen het shopping center over. En dat is een toekomstperspectief van een zo fundamentele treurnis dat we het de komende generatie niet mogen aandoen.’
Het culturele alternatief dat aangeboden wordt door het hindoenationalisme overstijgt de tristesse van de kooptempel echter niet. In de weken na de BJP-overwinning in Uttar Pradesh werden zowel anti-koehandel- als anti-Romeo-milities ingezet. De eersten namen het recht in eigen handen en molesteerden of intimideerden arme veehandelaars of -vervoerders. Het is illegaal om koeien te slachten in UP, maar de militanten gooiden het net veel wijder.
‘Hoe komt het dat men altijd arme moslims of dalits lastigvalt, en nooit de machtige hindoes die rijk worden door vleesfraude?’
‘Hoe komt het dat men altijd arme moslims of dalits lastigvalt, en nooit de machtige hindoes aanpakt die rijk worden door vleesfraude?’ vraagt de onderwijsactiviste R.R. Verma zich in Lucknow af. De Romeo-brigades zijn politiemensen die in principe moeten zorgen dat er minder vrouwen en meisjes lastiggevallen worden. Dat is niet overbodig in de deelstaat met de meeste misdaden tegen vrouwen, maar in werkelijkheid vallen de agenten zelf zowel meisjes als jongens lastig.
Heel wat waarnemers vrezen dat het minder gaat om het recht op vrijheid voor meisjes dan om een weinig wettelijke actie tegen wat de Love Jihad genoemd wordt: een verhaal over een systematische poging van moslims om hindoemeisjes te bekeren door hen in een liefdeshuwelijk te lokken. O, en de deelstaatregering kondigde voor onderwijzend personeel ook nog een verbod op het dragen van jeans af.
Achin Vanaik, emeritus hoogleraar Internationale Relaties en Mondiaal Beleid aan de Universiteit van Delhi: ‘De hindoenationalisten spelen in op de onzekerheid en machteloosheid die in brede lagen van de bevolking ontstaan, vroeger als gevolg van vreemde overheersing, vandaag door de economische globalisering. Mensen slagen er steeds moeilijker in zelf zin te geven aan hun bestaan, ze leven met toenemende culturele vervreemding. Daar moet een bevredigend antwoord op gegeven worden, maar dat kan in de 21ste eeuw geen exclusief religieus nationalisme zijn.’
De kiezers lijken er in India voorlopig anders over te denken. En de seculiere partijen hebben niets, of veel te weinig in de aanbieding.
__Dit artikel werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Voor slechts €28 kan u hier een jaarabonnement nemen!