Hoe maak je de meest vervuilde rivier ter wereld schoon?

Reportage

Indonesische overheid wil Citarum-rivier schoon op zeven jaar tijd

Hoe maak je de meest vervuilde rivier ter wereld schoon?

Hoe maak je de meest vervuilde rivier ter wereld schoon?
Hoe maak je de meest vervuilde rivier ter wereld schoon?

De schoonste rivier ter wereld: die titel wil de Indonesische overheid wegkapen voor de Citarum, op het eiland Java. Die rivier staat momenteel bekend als de meest vervuilde ter wereld, omdat het afvalwater van meer dan 1000 fabrieken erin geloosd wordt. Maar hoe maak je een rivier vol chemisch afvalwater van de textielindustrie schoon? Het Indonesische leger probeert met angst en met goudvissen.

© Sandra Mermans

'Er is veel internationale aandacht voor de Citarum. Daardoor stroomt er geld van zowel de Wereldbank als de Asian Development Bank naar de opkuis.' Het Indonesische leger, belast met die opkuis, houdt dat soort opdrachten graag in eigen handen.

© Sandra Mermans

‘Toen ik klein was, zwom ik in het water van de Citarum-rivier. Het was zo helder. Ik heb hier heel veel fijne momenten beleefd. We gebruikten het water van de Citarum voor alles: wassen, koken. We konden het zelfs drinken.’

De Citarum-rivier, nooit van gehoord?

  • stroomt door West-Java, Indonesië

  • 269 kilometer lang

  • 40 miljoen Indonesiërs zijn afhankelijk van de rivier (o.a. voor drinkwater)

  • meer dan 1000 fabrieken gevestigd langs de oevers

De blik in de ogen van Nindiana Euis (46) uit Majalaya, West-Java, verraadt haar nostalgie. Maar als Nindiana (Nin voor de vrienden) haar kleinkinderen Mia en Ahmed te dicht bij de rand van de nu sterk vervuilde rivier ziet lopen, verandert haar toon naar weemoedig. ‘Mijn kleinkinderen zullen nooit kunnen zwemmen in deze stroom. Ze mogen niet van mij. Telkens ze dicht bij het water komen, roep ik ze terug. Niet doen! Het is gevaarlijk.’

‘Zelf heb ik huidproblemen door de vervuiling. Mijn zus Aisha en haar man hebben astma-aanvallen. Het water is vergif. Ruik je dat? Wat een vieze geur. Daar was ik mijn kleren niet meer in. Ik gebruik nu water van de waterput achterin mijn huis. Maar ook aan dat water zit een geurtje. Is dat dan een goed idee? Ik weet het niet.’

Zus Aisha Euis (57) en schoonbroer Ahdi Wijaya (64) nemen het zekere voor het onzekere. Ahdi toont ons de gelige kleur van het water uit zijn eigen waterput. ‘Dat is niet meer te drinken’, vindt hij. ‘We durven er zelfs niet mee te koken.'

'In de plaats betalen we de overheid voor schoon water. Dat kost ons 100.000 roepia per maand.’ Omgerekend komt dat neer op 6,5 euro. Voor Aisha en Ahdi een hele brok uit hun budget: ‘Met ons winkeltje verdienen we samen amper 1 miljoen roepia per maand. Een tiende van onze maandelijkse inkomsten gaat dus naar water. Het zijn enorme kosten, want we betalen ook nog voor onze studerende kinderen. En door astma wordt het steeds moeilijker om onze winkel uit te baten.’

© Sandra Mermans

Nindiana Euis gebruikt het water van de rivier niet meer. ‘Ik gebruik nu water van de waterput achterin mijn huis. Maar ook aan dat water zit een geurtje. Is dat dan een goed idee? Ik weet het niet.’

© Sandra Mermans

Het zijn verhalen die lokale activist Deni Riswandani bekend in de oren klinken. Maar liefst 40 miljoen inwoners van de provincie West-Java zijn afhankelijk van de 269 kilometer lange rivier. Zelf koopt Riswandani bidons met water om te drinken. De was en de plas, die doet hij wel nog met water uit de rivier.

‘Onze ngo Elingan patrouilleert op het water', vertelt Riswandani. 'Als de fabrieken afvalwater aan het lozen zijn, slaan we alarm. Zodra de illegale lozingen stoppen, halen we water uit de rivier. Dat water is nog steeds vuil, maar het kleurt tenminste niet rood of fluogeel zoals bij een lozing. Het schuimt tenminste niet.’

© Sandra Mermans

Riswandani koopt waterbidons aan om uit te drinken. De was en de plas, die doet hij wel nog met water uit de rivier.

© Sandra Mermans

‘Chemische vervuiling in stromend water kan je niet altijd met het blote oog zien’, waarschuwde wetenschapster Marjolein Vanoppen, waterexperte aan de UGent, voor ons vertrek naar Indonesië. ‘Een rare kleur of geur zijn wel duidelijke waarschuwingstekens. Textielverf is bijvoorbeeld gemaakt om heel goed te kleuren en te binden. Dat zal je makkelijk zien door de verkleuring van het water. Ook schuim is enorm nefast voor het milieu, zeker in hoge concentraties.’

De doctoranda geeft nog enkele laatste tips mee. ‘Vermijd best alle contact met dat water, zeker met lichaamsopeningen als de mond en ogen. En weet dat koken niet voldoende is om chemicaliën uit het water te halen.’

‘Koken met rivierwater is een noodmaatregel, van twee kwaden het minste', zucht Riswandani. ‘We zouden graag een nieuwe waterfilter hebben, maar zo’n filter is duur en gaat niet lang mee. Met het geld dat onze ngo ophaalt, werken we liever aan preventie. We willen dat die giftige lozingen stoppen. Zolang dat niet gebeurt, is het dweilen met de kraan open.’

De schoonste rivier ter wereld

In totaal zijn meer dan 1000 fabrieken gevestigd langs de oevers van de Citarum-rivier. De meeste daarvan zijn textielfabrieken. Riswandani wijst hen met de vinger voor de vervuiling. Meiki Paendong van de ngo WALHI, de Indonesische tak van Friends of the Earth die al sinds de jaren 1990 de rivier monitort, geeft hem daarin gelijk.

© Sandra Mermans

In totaal zijn ruim 2000 textielfabrieken gevestigd langs de oevers van de Citarumrivier.

© Sandra Mermans

Milieuorganisatie Greenpeace publiceerde in 2013 het rapport Toxic Threads over de vervuiling, onder andere door textielfabriek Gistex. Samen met hen spande WALHI in 2016 een rechtszaak aan tegen drie vervuilende fabrieken. ‘We hebben die zaak gewonnen', vertelt Paendong. 'De vergunning die de fabrieken nodig hebben om hun afvalwater te lozen, werd ingetrokken tot ze met een oplossing voor de dag kwamen.’

Intussen hebben ze een nieuwe vergunning gekregen. ‘Wie weet wat ze achter de schermen nog uithalen? De overheid houdt geen onaangekondigde inspecties. Die fabrieken kunnen doen wat ze willen.’

Voor Paendong is zo’n rechtszaak eerder symbolisch van aard. ‘We willen de overheid waarschuwen, hen eraan herinneren dat ze moeten optreden als fabrieken chemicaliën lozen. Zelf heeft de overheid nog nooit een rechtszaak aangespannen.’

De milieuambtenaar van de provincie, Prima Mayaningtias, gaat er nochtans mee akkoord dat de textielindustrie een deel van de vervuiling veroorzaakt. ‘Maar,’ beweert ze stellig, ‘het water is daarom nog niet toxisch. Wij hebben nooit vastgesteld dat er chemische stoffen of zware metalen in de rivier zouden zitten. De Citarum is enkel sterk vervuild.’

De activist, Meiki Paendong, zucht. ‘Als je er niet eens in gelooft, hoe kan je er dan iets aan doen?’

Professoren Sunardi Sunardi en Parikesit Pampang, milieuwetenschappers aan de Padjadjaran Universiteit (UNPAD), kunnen niet anders dan de boodschap van Mayaningtias weglachen. ‘Onze universiteit doet al dertig jaar onderzoek naar de vervuiling in de Citarumrivier’, zegt professor Sunardi. ‘Dat is drie decennia aan data. De overheid heeft één onderzoek gedaan, met slechts honderd samples, toevallig met negatieve resultaten. Het komt hen goed uit om daarnaar te blijven verwijzen.’

Volgens de milieuwetenschappers is het water van de Citarum wel degelijk toxisch. ‘Ik zou durven te beweren dat het de meest vervuilde rivier ter wereld is’, stelt professor Parikesit, hoofd van het departement voor milieu en duurzaamheid van zijn universiteit. ‘Of toch alleszins van Indonesië. Nergens bestrijkt een vervuilde river zo’n grote oppervlakte in een industriële zone. Dit is dramatisch. Hoe gaan we dat oplossen? Niet op de manier waarop we nu bezig zijn.’

Enkel plastic ruimen is zinloos

Professor Parikesit verwijst naar het plan van de president om de rivier in zeven jaar tijd schoon te maken. ‘Van de meest vervuilde naar de schoonste rivier ter wereld’, verzekerde Joko Widodo de internationale pers in februari 2018. Daarvoor schakelde hij de hulp van het leger in.

© Sandra Mermans

Het leger patrouilleert langs de rivier, zodat de bevolking afgeraden wordt om afval zomaar te dumpen. Hun kuisoperaties — in samenwerking met de lokale bevolking -houden vooral in dat huishoudelijk afval, zoals plastic, uit het water gevist wordt

© Sandra Mermans

Het leger patrouilleert langs de rivier, zodat de bevolking ontmoedigd wordt om afval zomaar te dumpen. Ze houden schoonmaakoperaties in samenwerking met de lokale bevolking, en die houden vooral in dat huishoudelijk afval, zoals plastic, uit het water gevist wordt. ‘Intussen hebben we al veertig procent van de vervuiling opgevist’, beweert Felix Wellyanto, communicatieverantwoordelijke van het leger, met trots.

'Veel fabrieken hebben wel een installatie voor waterzuivering. Maar ze zetten die enkel aan als ze weten dat er inspectie komt.'

Al is die trots ongepast. ‘Door plastic op te ruimen verdwijnen de chemicaliën in het water niet’, weet professor Sunardi. ‘Het huishoudelijk afval dat op het water drijft mag dan fel verminderd zijn, de toxische bestanddelen zijn daarmee nog niet weg.’

Dat vreest ook Marjolein Vanoppen. ‘Zolang de lozing doorgaat, zal de vervuiling blijven’, stelt zij. ‘Het is veel efficiënter de vervuiling aan te pakken vóór het afvalwater geloosd wordt, zoals bijvoorbeeld bij ons gedaan wordt met rioolwater in waterzuiveringsinstallaties. Het water van een volledige rivier behandelen is zinloos, zeer moeilijk en duur. Er is maar een oplossing: preventie.’

Vertrouwen op goudvissen

Op het vlak van preventie onderzoekt het leger of de textielfabrieken illegaal water lozen, en indien nodig blokkeert het de illegale pijpen. Die tactiek werd eerder toegepast door de lokale ngo Elingan, die daarnaast ook nieuwe vegetatie plant en de bevolking op mogelijke gevaren wijst.

© Sandra Mermans

‘Veel fabrieken hebben wel een waterzuiveringsinstallatie, maar vinden het gebruik erg duur. Ze zetten de installatie enkel aan als ze weten dat er inspectie komt. Meestal gebruiken ze illegale pijpen, die niet langs de waterzuiveringsinstallatie passeren, om hun afvalwater te laten afvloeien.’

© Sandra Mermans

Duivelspijpen, zo noemt Riswandani de illegale pijpen. ‘Veel fabrieken hebben wel een waterzuiveringsinstallatie, maar vinden het gebruik erg duur. Ze zetten de installatie enkel aan als ze weten dat er inspectie komt. Meestal gebruiken ze illegale pijpen, die niet langs de waterzuiveringsinstallatie passeren, om hun afvalwater te laten afvloeien.’

'Als de goudvissen het een uur volhouden in de rivier, wil dat zeggen dat het water schoon is.'

Wanneer de patrouilles van Elingan zo’n illegale lozing waarnemen, sturen ze een brief naar de provincie en naar de fabriek in kwestie. ‘Krijgen we geen passend antwoord binnen de maand, dan gaan we tot actie over’, zegt Riswandani. Het effect is niet van lange duur. Na verloop van tijd merken de patrouilles nieuwe pijpen op en begint de correspondentie opnieuw.

‘Het leger doet hetzelfde, maar fabriekseigenaren gaan bij hen lobbyen’, zegt Paendong (WALHI). ‘De pijpen worden geblokkeerd, maar meestal slechts voor een week. Zo creëer je geen impact.’ Leger-woordvoerder Wellyanto gaat daar tegenin. ‘Meestal wachten we toch wel drie tot vier maanden om te kijken of de fabrieken hun afvalwater beter zuiveren.’

‘We controleren het nieuwe waterzuiveringssysteem van de fabrieken door gebruik te maken van goudvissen’, vertelt Wellyanto zonder schroom. ‘Die dieren zijn heel gevoelig, bij de minste vervuiling in hun bokaal komen ze in de problemen. Daarom vertrouwen we hen.’ Het leger laat de vissen aan het einde van het zuiveringsproces te water. ‘Als de goudvissen het een uur volhouden in dat water, wil dat zeggen dat het schoon is’, zegt Wellyanto.

Op de vraag hoeveel vissen er zo al gestorven zijn, wil hij niet antwoorden. ‘De meeste tests zijn een succes voor de fabrieken.’

Terug naar af?

‘Pijpen blokkeren is sowieso geen echte oplossing’, vindt professor Sunardi. ‘De manier waarop het leger te werk gaat, biedt geen garanties. Wat wel zou helpen, is een betere rechtshandhaving. Maar de overheid is zwak.’ Mugi Mugiyanto, beleidsmedewerker bij de ngo voor Indonesische ontwikkeling INFID, gaat daarmee akkoord. ‘Zeker op lokaal niveau treden politici en politie amper op.’

© Sandra Mermans

Op vlak van preventie onderzoekt het leger of de textielfabrieken illegaal water lozen en indien nodig blokkeren ze de pijpen.

© Sandra Mermans

Mugiyanto stelt veel corruptie vast in de dorpen waar veel industrie is. ‘De politici hebben een sterke band met de fabrieksbazen. Wil je als politicus aan de macht komen, dan heb je geld nodig. Dat geld leen je van de industrie. Zodra je burgemeester bent, sta je bij de fabrieksbazen in het krijt. Zo ontstaat een vicieuze cirkel.’

'Ik zie de militaire inmenging als een positieve evolutie voor het milieu.’

WALHI-activist Paendong vult aan: ‘Daarom werkt lobbying zo goed en zijn er geen nieuwe rechtszaken. Politiek en industrie zijn wezenlijk met elkaar verbonden.’

Volgens Paendong is de rechtshandhaving wel verbeterd sinds het optreden van het leger. ‘Zij kunnen wat de regering moeilijk kan: angst zaaien. Die angst is nodig om de vervuiling tegen te gaan. De bevolking is bang om huishoudelijk afval te storten. De boeren kunnen het makkelijker melden als industrieel afvalwater hun akkers bevuilt. En de fabrieken zelf zijn gewaarschuwd dat het leger er niet voor terugdeinst om illegale pijpen te blokkeren. Ik zie de militaire inmenging als een positieve evolutie voor het milieu.’

Mugiyanto, zijn collega van de ngo INFID, denkt daar anders over. Die ziet het aandeel van het leger in de schoonmaak van de Citarum met lede ogen aan. ‘Zij zien het grote geld in deze opdracht’, zucht de beleidsmedewerker. ‘Er is veel internationale aandacht voor deze casus. Daardoor stroomt er geld van zowel de Wereldbank als de Asian Development Bank naar de schoonmaak.’

‘Het leger wil dat soort lucratieve opdrachten maar al te graag op zich nemen. Door de rol van milieuambtenaren over te nemen, trekt het leger de macht naar zich toe. En dankzij het vele geld dat er te verdienen valt, kan het die macht consolideren. Dit scenario doet me heel sterk denken aan de militaire dictatuur van Suharto, die tot 1998 de plak zwaaide in Indonesië. Gaan we terug naar af? Ik hoop dat de geschiedenis zich niet herhaalt, maar die kans zit erin.’

Ook Riswandani is niet te spreken over het optreden van het leger: niet op politiek, maar vooral niet op ecologisch vlak. Hij vreest dat het probleem van de vervuiling zo nooit opgelost zal raken. ‘Het geld is aan het rollen. Maar zodra de schoonmaak gedaan is, stopt die geldstroom’, legt de activist de vinger op de wonde. ‘Dus waarom zou het leger zijn best doen om de rivier schoon te krijgen, als het veel winstgevender is om te laten vervuilen?’