Waarom Bolivia niet het Saudi-Arabië van Latijns-Amerika werd
Hoe verkwansel je je lithiumvoorraad?
Bolivia zit op de grootste voorraad lithium ter wereld, een cruciale grondstof voor batterijen. Maar het lithiumbeleid blijkt een lege doos met een strik errond, stelde MO*journalist Arne Gillis ter plaatse vast.
‘Puto’ (smalende term voor homoseksueel) staat in verse letters gekalkt op een muur in de hoofdstraat van het gehucht Colcha K. Twee huizen verderop: ‘perra’ (slet). De lokale intrige bewijst in ieder geval dat dit dorp bewoond is. Maar voorts lijkt Colcha K verlaten. De toegangspoort naar het stenen kerkje is met een zwaar hangslot afgesloten. Er is geen hotel en het enige restaurant zit potdicht.
Staalhard priemt de zon door de blauwe hemel. Vanop de kale bergflank houdt een handvol lama’s de eenzame bezoeker in de gaten. Wat een vreemd dorp. Het telt maar liefst drie voetbalvelden, inclusief betonnen tribunes, maar op een gemiddelde vrijdagnamiddag is er op straat geen hond te zien. De armoedige huisjes van adobe contrasteren met het blitse gemeentehuis. ‘Colcha K, hoofdstad van het Boliviaanse lithium’, valt er door de voordeur te lezen in glanzende letters.
Op papier is dit het rijkste dorp van Bolivia. Colcha K ligt aan de zoutvlakte Salar de Uyuni, waaronder volgens de Amerikaanse Geological Survey de grootste voorraad lithium ter wereld ligt. De lokale overheid nam daar, met het gemeentehuis en de voetbalvelden, duidelijk al een voorschot op. Maar voor de bewoners is het lithium vooralsnog geen vetpot. Ze delven zink en zilver in de naburige San Cristóbalmijn, verbouwen quinoa of hoeden lama’s. Dat zijn zowat de opties op dit vierduizend meter hoge Andes-plateau.
Vijftien jaar geleden, in 2008, moeten de champagnekurken hier hebben geknald, toen de regering aankondigde dat Bolivia zijn lithium te gelde zou maken. Plots kregen de inwoners van het armlastige dorp een gouden lootje in de handen gedrukt, want lithium is een cruciale grondstof voor moderne batterijen. Daarmee is het vederlichte metaal dé sleutel tot de energietransitie. Het 21ste-eeuwse zilver, warempel.
Op papier is Colcha K het rijkste dorp van Bolivia. Het telt maar liefst drie voetbalvelden, inclusief betonnen tribunes, maar op een gemiddelde vrijdagnamiddag is er op straat geen hond te zien. Behalve een hond.
© Arne Gillis
Eigen pad of fata morgana?
Chili, Argentinië en Bolivia beschikken samen over 68% van de mondiale lithiumreserves, zo stelt een studie van de Latijns-Amerikaanse Raad voor Sociale Wetenschappen (Clacso).
De Andesregio, die de grens vormt tussen de drie landen, heet dan ook de ‘lithiumdriehoek’. Maar elk van de drie landen hanteert een ander tempo waarin het lithium ontgint. Chili doet het al sinds 1984, Argentinië sinds 1997.
Dat vertaalt zich in de productie: de Chilenen haalden in 2021 zo’n 26.000 ton boven, Argentinië komt op de tweede plaats met 6200 ton in datzelfde jaar. Bolivia blijft steken op enkele honderden ton.
© Stefanie Verhoeyen
Aan de basis van dat productieverschil ligt een verschil in visie. Argentinië laat alles over aan de vrije markt, Chili hanteert een model van overheidscontrole. En Bolivia kiest voor volledige sturing door de staat. De socialistische regeringspartij MAS wil zo de fouten uit het verleden vermijden. ‘Wat het lithium betreft mogen we niet de grondstoffenroof van Potosí herhalen, waarbij uitbuiters al het zilver meenamen en niets achterlieten voor Bolivia’, speechte toenmalig president Evo Morales in 2008.
Morales verwees daarmee naar de berg Cerro Rico (‘Rijke Heuvel’), vlak bij de Boliviaanse stad Potosí. Die leverde in koloniale tijden fabelachtige hoeveelheden zilver op, exclusief voor de Spaanse kroon. De roof vormt de basis van wat later ‘extractivisme’ is gaan heten: het ongebreideld exploiteren van natuurlijke rijkdommen, zonder bekommernis om mens of leefomgeving.
De eeuwenlange koloniale plundering is messcherp beschreven in onder meer de klassieker De aderlating van een continent van Eduardo Galeano.
De Boliviaanse regering wil het koste wat het kost dat model vermijden. In talrijke exposés stellen ambtenaren al jarenlang dat het lithium alleen onder staatsvlag een ‘hoorn des overvloeds’ mag betekenen voor alle Bolivianen. Uit de as van vijf eeuwen grondstoffenroof moet een nieuw land opstaan: niets minder dan ‘het Saudi-Arabië van Latijns-Amerika’, surfend op de golf van de wereldwijde energietransitie.
© Stefanie Verhoeyen
Miljard dollar in de vuilbak
Na de aankondiging van Morales werd in Rio Grande, een deelgehucht van Colcha K, een pilootproject opgericht. De Llipi-fabriek behelst een raster van gigantische “zwembaden”. De bedoeling is dat het lithium daarin uitkristalliseert. Het is een standaardmethode in buurlanden Chili en Argentinië.
Maar een team ingenieurs waarschuwde al in 2008 voor de eigenheid van de Boliviaanse geologie: de zwembadmethode zou niet werken. Er zitten te veel andere materialen in de grond, waaronder magnesium. ‘De regering legde hun aanbevelingen terzijde’, zegt Héctor Córdova aan de telefoon vanuit hoofdstad La Paz. Córdova kan het weten. De man was destijds viceminister bij het ministerie van Mijnbouw. Jaren later keerde hij regeringspartij MAS teleurgesteld de rug toe en engageerde hij zich als mijnspecialist bij de invloedrijke, onafhankelijke Fundación Jubileo.
‘Omdat Japan en Zuid-Korea niet wilden samenwerken onder Boliviaans meerderheidsbelang, werd ook hun expertise aan de kant geschoven.’
Héctor Córdova (Fundación Jubileo)
De inschattingsfout uit 2008 vertaalde zich in de productie: de doelstelling in 2008 was 40 ton per maand, maar de Llipi-mijn blijft in de praktijk steken op een schamele 5 ton. Het zou niet de laatste flater worden van de regering. In de loop van 2023 kwam die met een andere oplossing. President Arce, opvolger en partijgenoot van Morales, kondigde een reeks akkoorden met Russische en Chinese bedrijven aan.
De bedrijven Rosatom, CITIC Guoan en CATL moeten vooral technische kennis leveren aan het Boliviaanse staatsbedrijf Yacimientos de Litio Boliviano (YLB), dat het meerderheidsbelang blijft behouden. De deal, ter waarde van 1,4 miljard dollar, zal een nieuwe techniek introduceren: Direct Lithium Extraction (EDL).
Daarmee lijkt er eindelijk schot te komen in een zaak die al minstens vijftien jaar aansleept. De prognose van de regering is dat de Boliviaans-Russisch-Chinese deal goed zal zijn voor 100.000 ton lithium per jaar, vanaf 2025. Wat intussen wordt verzwegen voor de bevolking: de EDL-techniek lag dertien jaar geleden al op tafel, maar werd toen afgevoerd. ‘In 2008 namen verschillende landen, waaronder Japan en Zuid-Korea, stalen op de Boliviaanse zoutvlakte. Daaruit bleek dat alleen de EDL-methode geschikt is om het lithium te ontginnen’, weet Héctor Córdova. ‘Maar omdat die landen niet wilden samenwerken onder Boliviaans meerderheidsbelang, werd ook hun expertise aan de kant geschoven.’ Het resultaat is volgens hem hemeltergend: ‘Vandaag gaan we uitvoeren wat we vijftien jaar geleden al wisten.’
‘De zwembadmethode heeft een miljard dollar gekost. Dat kan recht de vuilbak in’, klinkt het even onomwonden bij José Carlos Solón, lithiumexpert bij de Fundación Solón. De stichting is genoemd naar zijn grootvader, de invloedrijke Boliviaanse kunstenaar en criticus Walter Solón. ‘Afkomstig van de Boliviaanse belastingbetaler’, voegt hij nog toe. Solón is zo verontwaardigd over het beleid dat hij er een boek over schreef: Espejismos de abundancia (luchtspiegelingen van overvloed).
Kritische vragen
‘Bolivia is industrialisatie’ luidt intussen de officieuze overheidsslogan, die alomtegenwoordig is in het straatbeeld. En lithium blijft de hoeksteen van die industrialisatie. Maar de hoop op overvloed is sindsdien alleen nog maar onder MAS-leden te vinden. ‘Bolivia is er klaar voor. Binnen enkele jaren zullen we lithium op de internationale markt brengen’, bevestigt Marco Copa (MAS), gouverneur van het departement Potosí.
We treffen hem toevallig op het stadsplein van Potosí, waar hij een onderhoud heeft met wat boeren uit de regio. Het is een kort gesprek, de man maakt een gehaaste indruk. Of wil hij voor zijn achterban liever geen kritische vragen beantwoorden?
De zenuwen van de MAS-apparatsjiks staan gespannen, zoveel is duidelijk.
De MAS-burgemeester van Colcha K, César Ali Lupa, maakt wel tijd voor een gesprek. Hij blijft positief: ‘De technische uitdagingen hebben ons achterstand opgeleverd. Maar nu die van de baan zijn, kunnen we verder.’ Geen hond die het nog gelooft. ‘We zullen wel zien’, klinkt het gelaten bij Olga (niet haar echte naam) wanneer ze het restaurant in Colcha K opent. Wijzend op het pamflet op haar restaurantmuur, dat in enkele woorden het lithiumbeleid aanprijst, schokschoudert ze. ‘Ach, hier moet je weten wie je te vriend houdt.’
Staatsbedrijf YLB is intussen onbereikbaar voor een gesprek. Het bedrijf beschikt over een communicatie-afdeling, maar telefoons worden niet beantwoord. E-mails bouncen. Op zijn geafficheerde adres in Potosí huist een andere organisatie. In hoofdstad La Paz is het kantoor wel open, maar worden we kordaat wandelen gestuurd. De zenuwen van de MAS-apparatsjiks staan gespannen, zoveel is duidelijk.
Marco Copa, gouverneur van het departement Potosí (links op de foto), blijft ervan overtuigd dat lithium overvloed zal brengen: ‘Bolivia is er klaar voor. Binnen enkele jaren zullen we lithium op de internationale markt brengen’,
© Arne Gillis
Illegaal bestuur
En dat mag niemand verwonderen. Want los van de enorme leercurve van de Boliviaanse regering is de deal met Rusland en China simpelweg illegaal. Dat benadrukken zowel José Carlos Solón als Héctor Córdova. ‘Buitenlands kapitaal mag volgens de wet alleen gebruikt worden voor meerwaardeproductie, niet voor de ontginning zelf. Die moet in handen van het staatsbedrijf blijven’, zegt Córdova. ‘Daarmee handelt de regering tegen haar eigen Mijncode, afgekondigd in 2014.’
Het is niet het enige probleem. De wet voorziet er ook in dat ontginning moet gebeuren in overleg met de lokale gemeenschappen én met respect voor Pachamama, Moeder Natuur.
In Colcha K leren we dat van beide zaken niets in huis komt. Dat blijkt uit een gesprek met Reynaldo Colgue Calcina, die in het dorp fungeert als curaca, traditionele autoriteit. Hij vertelt hoe ingenieurs van de regering naar waterbronnen begonnen te boren in de regio. ‘Nochtans hebben wij als inheemsen zelfbeschikkingsrecht over ons land. En voor die boringen hebben wij nooit de toestemming gegeven. Het water is hier al schaars, we hebben het nodig voor onze lama’s en quinoa.’
‘De regering heeft het technische aspect totaal onderschat en denkt bovendien dat ze haar bevolking een rad voor ogen kan draaien.’
José Carlos Solón (Fundación Solón)
Het wettelijk voorziene overleg bleek ook een lachertje: ‘Ze riepen het dorp samen om de plannen uit te leggen, maar belichtten alleen de positieve kant. Nooit vertelden ze hoeveel water er gebruikt zou worden, bijvoorbeeld.’ Daar komt het dorp vandaag mondjesmaat achter. ‘De quinoavelden liggen er elk jaar droger bij’, klinkt het in het dorp.
Van de beloofde tewerkstelling is ook geen sprake: ‘De mensen die er werken zijn niet van deze regio. Ze komen uit andere delen van het land’, zegt Colgue Calcina. In ieder geval stemde het dorp destijds in met de bouw van de Llipi-mijn. ‘Dat gebeurde puur op emotie. Mensen begonnen “si” te roepen bij de stemming. We werden misleid.’
Op papier zijn de rigoureuze voorwaarden die de Boliviaanse regering zichzelf oplegt de reden dat de ontginning zo traag verloopt. Traag en langzaam wint de race, heet het. Maar de pogingen van de socialistische regering om een eigen model uit tekenen, vermommen vooral slecht bestuur, vindt lithiumexpert José Carlos Solón. Is het onkunde of onwil van de regering? ‘Het is manifeste onkunde. De regering heeft het technische aspect totaal onderschat en denkt bovendien dat ze haar bevolking een rad voor ogen kan draaien.’
Daaraan koppelt Solón het totale gebrek aan transparantie. De onderzoeker heeft zelf het raden naar de plannen van de regering. Op het hele internet is er geen document over terug te vinden. Ook mensen als Reynaldo Colgue Calcina hebben geen idee van de plannen. ‘En wat er achter de muren van Llipi gebeurt, is een mysterie. We worden niet geïnformeerd’, vertelt ook restauranthoudster Olga.
Lithiumcoup
Zoveel onkunde is wraakroepend, vinden de Bolivianen. Het brengt de gemoederen dan ook in beroering. Niet in het minst in Potosí, hoofdstad van het gelijknamige departement waar de lithiummijnen zich bevinden. Het was hier dat in 2019 de zeepbel voor het eerst uiteenspatte. Woedende Bolivianen trokken de straat op om een deal aan te klagen die de regering in alle stilte had gesloten met een Duits mijnbedrijf. De Duitsers zouden lithiumhydroxide gaan produceren en er zou zelfs een fabriek voor batterijen komen.
‘De royalty’s voor ons departement, waar het lithium zich nota bene bevindt, waren schandalig laag.’
Roxana Graz (burgercomité Comcipo)
Dat was niet naar de zin van het burgercomité Comcipo. Uit onvrede over de voorwaarden van de deal vatte het in 2019 een staking aan. Het was kort voor de verkiezingen van oktober 2019, die Morales won, zij het niet zonder wijdverspreide beschuldigingen van fraude. De volkswoede in Potosí verspreidde zich al snel over het hele land. Daarop verbrak Morales de Duitse deal. Maar de gemoederen bleven verhit, en het leger suggereerde dat Morales beter opstapte. Kort daarop vertrok hij effectief, naar Mexico.
Volgens de oud-president waren de gebeurtenissen een ‘lithiumcoup’. De Verenigde Staten zouden een hand hebben gehad in de volksprotesten, en vooral uit zijn geweest op ’s lands lithium. ‘Manifeste leugens’, stelt Roxana Graz van het burgercomité Comcipo.
‘Wij waren niet akkoord met de Duitse deal omdat die simpelweg te weinig opleverde. Het lithium zou voor zeventig jaar in Duitse handen overgaan. Er zou geen technologie-overdracht zijn. En de royalty’s voor ons departement, waar het lithium zich nota bene bevindt, waren schandalig laag. Dát zijn de redenen waarom wij op straat kwamen.’ In Graz’ kantoor hangt een gedenksteen: ‘Voor het moedige volk van Potosí (…), dat de dictator Evo Morales Ayma verjaagde.’
Zo hard kan het gaan voor de eerste inheemse president van het land. Maar Morales’ partijgenoot en huidig president Luis Arce kan op even weinig sympathie rekenen. ‘De corrupte bende. Ze heeft het land verkocht aan transnationale bedrijven’, doelt Graz op de Chinees-Russische deal.
Made in Bolivia
In weerwil van de politiek beweegt er intussen wat in onverwachte hoek. In een buitenwijk van Cochabamba stampte José Carlos Márquez een fabriek voor elektrische auto’s uit de grond. Zijn secretaresse neemt ons mee aan boord van het pronkstuk: de Quantum E4.
We mogen zelf rijden. Gezwind rijden we door het verkeer van Cochabamba. Maximumsnelheid: 55 kilometer per uur, rijbereik: 100 kilometer. Het bakje valt met een gewoon stopcontact op te laden. Ideaal voor snel personentransport in de stad.
Dan komen we aan bij de fabriek. Het is een oude loods, die sinds de opstart in 2017 nauwelijks opgekalefaterd is. Achterin zit iemand op z’n teenslippers carrosseriepanelen op
te blinken. Wat hier telt, is duidelijk de inhoud van de autootjes. En dat begint op te leveren: in het Boliviaanse grootstedelijke straatbeeld zie je ze al opduiken. En ook in Paraguay, Peru, Mexico en El Salvador rijden ze al rond.
In een buitenwijk van Cochabamba stampte José Carlos Márquez een fabriek voor elektrische auto’s uit de grond.
© Arne Gillis
Bij aankomst in de loods legt Márquez de vinger op de wonde. Hij maakt z’n batterijen zelf, in een tweede fabriek in Cochabamba. Maar het lithium dat daarvoor nodig is, komt niet uit Bolivia. ‘Boliviaans lithium is niet geschikt om batterijen van te maken.’
De CEO heeft meer slecht nieuws. ‘Heb je al eens naar de lithiumprijzen gekeken? Eind 2022 kreeg je nog 70.000 dollar voor een ton lithium. Vandaag is dat amper 10.000 dollar. In tussentijd staat de technologie niet stil, hé. Bolivia heeft de trein gemist.’
Het klinkt hard, maar Márquez is een ondernemer en kijkt – in tegenstelling tot de Boliviaanse regering – naar de feiten. Die zijn niet rooskleurig. Zoals Colcha K een leeg dorp is met een prachtig gemeentehuis, is ook het nationale lithiumbeleid een lege doos met een strik errond. Wat overblijft van de belofte van het 21ste-eeuwse Saudi-Arabië zijn hoogstens de fata morgana’s.