Spanje en Portugal kreunen onder cirkel van droogte, bosbranden en leegloop
Iberisch Schiereiland: bossen vol vuur, platteland zonder mensen
Bossen vol vuur, platteland zonder mensen. Deze twee apocalyptisch aandoende uitzichten zijn altijd aanwezig, op de achtergrond én akelig dichtbij, tijdens de vakantie van Pieter Stockmans in Portugal deze zomer en zijn fietstocht van de Spaanse naar de Portugese hoofdstad.
Twee boeren staan staan voor de bergflank waar rook achter vandaan komt, in het dorpje Linhares da Beira in het Portugese gebergte Serra da Estrela.
© Pieter Stockmans
Bossen vol vuur, platteland zonder mensen. Deze twee apocalyptisch aandoende uitzichten zijn altijd aanwezig, op de achtergrond én akelig dichtbij, tijdens de vakantie van Pieter Stockmans in Portugal deze zomer en zijn fietstocht van de Spaanse naar de Portugese hoofdstad.
In negen etappes fiets ik met de Portugese organisatie Portugal Nature Trails over het Castiliaanse Scheidingsgebergte, een Iberisch gebergte met pieken tot 2600 meter hoogte in regio Castilië en León. Deze autonome Spaanse regio in het vergeten binnenland is drie keer zo groot als België en telt vier keer minder inwoners.
Een maand later trek ik opnieuw naar het Iberische Schiereiland, naar het Portugese Serra da Estrela, een gebergte en natuurpark dat Unesco-werelderfgoed is. Daar kom ik midden in de grootste bosbranden van de voorbije jaren terecht. Maar zowel in Spanje als in Portugal groeit de politieke aandacht voor het vergeten binnenland.
Spanje loopt leeg
Net zoals de Castiliaanse bergen scheren ook de temperaturen hoge toppen, tot 36 graden. Vroeg vertrekken om de hitte voor te zijn, is het plan. Eenmaal over de Sierra de Guadarrama rijden we dwars door de Meseta Central, de Spaanse Hoogvlakte ten westen van Madrid. ‘Nueve meses de invierno, tres meses de infierno’, wordt wel eens over dit onmetelijke plateau gezegd. Negen maanden winter en drie maanden hel.
Overal rondom wit dor gras, hier en daar een plukje bomen op de landschapsgolven, aan de horizon de bergketen.
Een verzameling huisjes in de woestijn, meer lijkt het niet. Wonen hier ook gezinnen met kinderen?
De Carretera de Ávila snijdt 40 kilometer kaarsrecht door het maanlandschap op 1300 meter hoogte. Na anderhalf uur rechtdoor fietsen onder de loden zon verschijnt in het midden van de woestijn de imposante middeleeuwse stadsmuur van Ávila, als een fata morgana. Op 1127 meter hoogte is dit de hoogst gelegen stad van Spanje.
Daarachter ligt de Sierra de Gredos, een paradijs van dorre uitgestrekte berg- en woestijnlandschappen, rotsformaties, asfaltbaantjes kilometers ver voor je uit kronkelend, reusachtige valleien, rivieren, eenzame dorpjes.
In die dorpjes is geen levende ziel te bespeuren. Solosancho, Robledillo, La Hija de Dios, Lagunilla: een verzameling huisjes in de woestijn, meer lijkt het niet. Wonen hier ook gezinnen met kinderen, vraag ik me af, of zijn deze dorpen ten dode opgeschreven als de oude generatie er niet meer zal zijn?
In een van de smalle steegjes van Lagunilla zitten drie mensen op stoelen voor wat lijkt op een café. Verder niks te bespeuren. De lucht die in onze gezichten blaast, is heet. Haardrogerlucht.
© Pieter Stockmans
España Vaciada
Samen met Castilië-La Mancha, Extremadura en Aragón vormt Castilië en León een uitgestrekt ruraal binnenland dat leegloopt. Jongeren trekken naar de grote steden, waardoor de kloof tussen platteland en stad nog groter wordt. Bijna de helft van alle Spaanse gemeentes kampt met leegloop. Zo zag de provincie Zamora, in Castilië en León, haar bevolking sinds 1975 met meer dan 30% dalen.
Zou de leegloop aan de droogte kunnen liggen, die Spanje al jaren teistert? Water is immers de bron van leven. Maar sociale bewegingen wijzen op een doelgerichter beleid. La España vacía (‘leeg Spanje’) en La España vaciada (‘leeggemaakt Spanje’) zijn al lang gekende benamingen in politiek en media, maar sinds een aantal jaar is het ook een protestbeweging en een politieke partij die het opneemt voor het vergeten binnenland.
Een overwinning van extreemrechts is nodig om de aandacht van het land op de achterblijvers te vestigen.
Ze zegt dat de Spaanse staat actief een ontwikkelingsmodel heeft gevolgd waarbij industrie en diensten het platteland verlieten, met ontvolking als gevolg. Het werd stilaan ‘vooruitstrevend’ om je eigen plattelandsregio te verlaten.
In februari haalde España Vaciada voor het eerst drie zetels binnen in de regionale verkiezingen van Castilië en León. Maar de grote winnaar was het extreemrechtse Vox, dat zich ook opwerpt als beschermer van het vergeten platteland. España Vaciada behaalde slechts 3% van de stemmen, Vox 17%. Vox klom van 1 naar 13 zetels en vormt nu samen met de conservatieve Partido Popular de regering. De socialistische PSOE verloor 7 zetels.
Een graadmeter voor de nationale verkiezingen van 2023? Het is een trieste les die we in Europa maar niet kunnen leren: een overwinning van extreemrechts is nodig om de aandacht van het land op de achterblijvers te vestigen. Want voor de eerste keer waren de verkiezingen in Castilië en León, en de leegloop van het platteland, nationaal nieuws.
© Pieter Stockmans
Belangrijke kanttekening: in de provincie Soria, waar España Vaciada ontstond, haalden zij 42% van de stemmen en Vox zijn slechtste resultaat.
In het midden van een beklimming stop ik aan een bronnetje met ijskoud water. Hoofd eronder: heerlijk gevoel!
‘Het is gewoon water’, merkt Kobi, een van de fietsers, op. Hij bedoelt: kijk hoe wij ons als hongerige wolven op water storten. Water is de bron van leven, weet je nog?
We vlammen door uitgestrekte velden met zwarte koeien en smalle steegjes van lege dorpjes. Martiago: 302 inwoners. Cespedosa de Agadones: 38 inwoners. El Sahugo: 196 inwoners. Robleda: 513 inwoners. Ze baden in de hete middagzon te midden van de golvende velden, de paar honderd inwoners zitten binnen in hun gesloten huizen.
We zoeken eten. Een typisch Spaanse bar: van buiten ziet het er gesloten uit. In de meeste van deze barretjes zijn ze verbaasd om ons te zien komen. Ze zijn het waarschijnlijk niet gewoon dat een groep fietsers eten wil bestellen op dit uur. Broodjes met kaas en wat tapas.
© Pieter Stockmans
Portugal brandt
Na vier dagen bereiken we de Portugese grens en zetten we koers naar het hoogste punt van Portugal: de Torre, een epische col in de magistrale Serra da Estrela, op nét geen 2000 meter hoogte.
De Serra da Estrela is het meest westelijke uiteinde van het Castiliaanse Scheidingsgebergte, en Unesco-werelderfgoed. Het gebergte, dat ontstond na een complex geografisch proces van gletsjervorming, huisvest een unieke biodiversiteit.
Ook hier rijden we door het dunbevolkte binnenland van Portugal. ‘Je kan wel 100 kilometer fietsen zonder auto’s te kruisen’, zegt onze gids Renato. ‘De meeste Portugezen wonen opeengepakt aan de kust tussen Lissabon en Porto.’
Op het dak van Portugal zien we een eerste onheilspellend teken van de aanhoudende droogte.
Maar hier geen politieke beweging ‘Portugal Esvaziada’, ook al zijn de oorzaken dezelfde: sluiting van industrie op het platteland, politieke en sociale verwaarlozing, droogte.
Het voelt wel “paradijselijker” aan. Overal langs de kant van de weg hoor ik het klotsen en stromen van water, watervalletjes, riviertjes,… Het is een verleiding tijdens de lange klim bij 35 graden. Maar hogerop zou een fontein met ijskoud water op ons wachten. Dat motiveert.
Klimmen in hete temperaturen, sommigen balen ervan. Maar als je zo’n douche kan nemen in een eeuwenoude bron, dan is het een plezier. Aan een verre horizon, op het dak van Portugal, zien we dan weer de eerste onheilspellende tekenen van de aanhoudende droogte die Portugal al maanden teistert: een reusachtige rookpluim. Ergens woeden bosbranden.
© Pieter Stockmans
Op dat moment weten we nog niet dat de Portugese bergregio exact een maand later de langstdurende, grootste bosbranden van de voorbije jaren zal doormaken.
Op 6 augustus breekt de hel los in Covilhã, in het zuidoosten van de Serra da Estrela. De branden groeien een volle week lang uit tot monsterlijke proporties. Het toeval wil dat ik er juist dan nog eens op vakantie ben.
Die dag worden we wakker met het angstwekkende zicht van een grijze rookpluim die van achter de berg opstijgt. Niet zomaar een kolom rook, maar een grote paddenstoelwolk.
© Pieter Stockmans
‘Voor Portugezen zijn bosbranden niets nieuw’, zegt Luis, de eigenaar van het landhuis op het platteland rond Gouveia, waar we verblijven. ‘De zomer kan je hier evengoed bosbrandseizoen noemen. Maar de omvang en duur van déze brand, dat hebben we nog niet vaak gezien.’
Het heeft hier al maanden niet geregend. Ideale omstandigheden voor bosbranden. ‘En voor criminelen die er munt uit willen slaan’, voegt Luis er cynisch aan toe.
De volgende dag heeft de brand heeft de paradijselijke vallei rond Manteigas bereikt, het bergdorp waar ik een maand geleden de beklimming naar de Torre aanvatte. Renato stuurt me een foto via WhatsApp. Een verschrikkelijk aanzicht: het paradijs is veranderd in een inferno. En slechts een paar bergruggen scheiden die hel van ons huis in Gouveia.
Zolang de wind weg van ons blaast, zien we slechts de rookpluim en een voor het overige blauwe lucht. Maar de volgende dagen zal de wind draaien. Langzaam maar zeker raken we helemaal gehuld in de rook.
Bij het ontbijt dwarrelt as als sneeuwvlokken in onze kommen cornflakes.
Tijdens ons bezoek aan de middeleeuwse stad Guarda, de dichtstbijzijnde stad, begint een alarmsirene luid te loeien. Een uur lang. Bij het Castelo da Guarda op het hoogste punt van de stad hebben we een 360 graden-uitzicht over alle bergen rondom.
‘Daar!’, roepen de kinderen. ‘En daar! Oooooh, daar, nog groter!’ Aan elke horizon zien we rookpluimen. De ene klein, de andere reusachtig. Sommige ver weg, andere dicht bij huizen. Een paar dagen later zullen honderden mensen hun huizen moeten verlaten, en zullen twintig huizen in de vlammen opgaan.
Bomenresten
De volgende ochtend bij het ontbijt dwarrelt as als sneeuwvlokken in onze kommen cornflakes. Het water van het zwembad is bedekt met een laagje as, en op de grond liggen zelfs grotere stukjes houtskool. De resten van wat ooit bomen waren. Ik vind het redelijk macaber.
Ik wil dichterbij komen en besluit met de fiets op verkenning te gaan. In moordend steile bochten trekt de grindweg omhoog, telkens nieuwe valleien en bergruggen over. Beneden dwars door de wijngaarden, boven door ruwe landschappen. De wolken boven me zijn geen wolken. De lucht is staalblauw. Het is rook. Allesoverkappende rook.
© Pieter Stockmans
As landt op mijn bezwete huid. Van achter bergwanden, in alle windrichtingen waar je maar kan kijken, op verschillende plaatsen tegelijk, stijgen grote rookpluimen op.
Ik klim door de noordelijke Serra da Estrela, door de vallei van de rivier de Mondego richting Linhares da Beira, een van de twaalf mooiste ‘historische dorpen van Portugal’. Dat zijn goed bewaarde dorpen die in de geschiedenis een belangrijke rol hebben gespeeld in de verdediging van Portugal tegen Spanje en islamitische legers.
De wolk lijkt een weersomstandigheid: het is niet bewolkt, het is ‘berookt’.
Het kasteel zie je al van ver, van op de steile grindhellingen aan de andere kant van de vallei. Op de top torent het 820 meter boven de zeespiegel uit. Vanaf het kasteel klim ik nog 100 meter hoger, over een mooie grindweg die een spectaculair uitzicht biedt over de heuveltop waarop Linhares met zijn kasteel gebouwd werd.
Mijn adem wordt benomen door het schitterende uitzicht over de vallei, maar ook door de rook. De zon, die als een rode vuurbol achter de rookwolk schuilt, hult alles in een vreemde oranje gloed.
© Pieter Stockmans
‘Berookt’
De volgende dag gaat het van kwaad naar erger. ‘Waarom trekken de Portugezen niet de straat op, om te protesteren?’, vraagt Gabriela, de vriendin van Luis, zich bij het ontbijt af.
Ik vind het ook een bevreemdend zicht, tijdens mijn volgende fietstocht: hele dorpen, steden en valleien zijn gehuld in rook, maar de mensen zitten in de cafeetjes, gaan naar de winkel, alsof er niets aan de hand is. In de dorpen zitten oudjes met hun hemd voor hun neus en mond op bankjes voor hun huizen.
Het lijkt wel alsof de rookwolk een weersomstandigheid is. Het is niet bewolkt, het is ‘berookt’. Want elke zomer is het hier van hetzelfde: bosbranden.
© Pieter Stockmans
Deze keer klim ik richting Folgosinho en kom ik dichter bij de rookontwikkeling. Het is een van die parels van dorpen die de Serra da Estrela rijk is, met opnieuw een middeleeuws kasteel op het hoogste punt van het dorp, op 930 meter hoogte.
Ik klim langs kolonnes van brandweerwagens. Door de rook. Het vuur woedt al dagenlang, maar pas vandaag domineren de branden in de Serra da Estrela het nationale nieuws. Nu pas lijkt een massale mobilisatie van brandweerlieden op gang te komen. ‘Het is verschrikkelijk’, zegt een van de brandweerlieden. Als ik vraag of hij, op basis van wat hij ziet, kan oordelen of de branden met opzet aangestoken zijn, antwoordt hij ontwijkend.
© Pieter Stockmans
Het is alsof ik op twee verschillende planeten ben geweest op amper 30 kilometer. Beneden in de vallei zag ik nog de echte weersomstandigheden: geen wolkje aan de lucht, felle zon, prachtig weer. Maar hoe hoger ik klim, hoe grimmiger de sfeer. Alles wordt grijs. Er is nu geen vleugje blauw meer aan de lucht te bespeuren. Alles is gehuld in rook.
Hier heeft het vuur in 2017 al vernieling gezaaid. Rondom enkel afgebrande boomstammen. Nu brandt het áchter de berg, maar met die rook ziet het er hier nu uit als de Apocalyps.
© Pieter Stockmans
Op de top, in het Castelo de Folgosinho, sta ik voor de bergflank waar de wind reusachtige rookwolken deze kant van de Serra da Estrela inblaast. Daarachter branden de bossen. De brandweer voert inmiddels een strijd op drie fronten, op drie verschillende plaatsen in het zuiden, het noordwesten én het oosten van de Serra.
We hadden gehoopt in de nacht van de vallende sterren vele wensen te kunnen doen, zeker hier, in het Gebergte van de Ster. Maar sterren zien we niet.
17.000 hectare
Op 14 augustus, de dag van ons vertrek, kondigt de brandweer aan dat het vuur onder controle is. 1700 brandweerlieden en 14 helikopters hebben strijd gevoerd. De balans: 17.000 hectare bos in een natuurpark zijn in vlammen opgegaan, unieke biodiversiteit is voor altijd verloren gegaan, verschillende habitats op verschillende hoogtes in het gebergte zijn beschadigd, zeven brandweerlieden zijn gewond geraakt waarvan drie ernstig.
‘De traagheid waarmee besluiten werden genomen, waardoor het vuur bleef woeden: een absolute schande.’
De politie sluit brandstichting niet uit. De openbare aanklager is een gerechtelijk onderzoek gestart. Dat komt bovenop de rechtszaak die vorig jaar voorkwam, over een bosbrand die vijf jaar geleden het leven kostte aan 63 mensen.
Maar de Portugezen hebben er weinig vertrouwen in. ‘De burgemeesters van Guarda, Gouveia, Manteigas en Covilhã hebben de centrale overheid openlijk beschuldigd van doelbewust wanbeheer’, zegt Gabriela nog voor we vertrekken.
Vooral de woorden van de burgemeester van Gouveia in de Portugese media waren hard: ‘Er zijn zeer vreemde dingen gebeurd. Bijvoorbeeld de traagheid waarmee sommige besluiten zijn genomen, of de totale afwezigheid van besluiten, waardoor het vuur bleef woeden. Het is een absolute schande. Werelderfgoed is verwoest. De schade kunnen we nooit ten volle begrijpen. Het is niets minder dan een milieutragedie.’
© Pieter Stockmans
‘Milieuterrorisme’, noemen sommigen het in de Portugese media. Zal de rol van de overheid ook onderzocht worden? Zal onderzocht worden of er achter de lakse en trage besluitvorming corruptie schuilging? En waarom vroeg Portugal geen hulp van de EU, terwijl Frankrijk en Spanje dat wel deden?
Sophia, die voor ons een wandeling met paarden organiseerde, denkt er het hare van: ‘Ik denk dat ze het vuur doelbewust hebben laten woeden en pas na een paar dagen écht hebben gemobiliseerd. Er is corruptie bij betrokken tot op het hoogste niveau.’
‘Ik denk dat ze het vuur doelbewust hebben laten woeden. Er is corruptie bij betrokken tot op het hoogste niveau.’
Langs de neus weg zegt ze iets over ‘corrupte bedrijven die op het leeggekomen bosland eucalyptusplantages willen aanleggen voor papierproductie’. Meer wil of kan ze daar ook niet over kwijt.
De zomer van 2022 is een waarschuwing voor de komende jaren, want hittegolven zullen Europa steeds meer teisteren. Politici wijzen terecht op de link met de klimaatverandering, maar als bosbranden aangestoken worden, ligt de directe oorzaak ook elders.
Zoals met alle rampen zullen sommigen er munt uit proberen slaan. Laten we hopen dat hun verstrengeling met de politieke macht niet zo ver gevorderd zal zijn dat een oplossing onwaarschijnlijk wordt.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in de zomerreeks ‘Zonnige groeten uit’ van het politieke maandblad Samenleving & Politiek.