Indonesische arbeiders betalen om te mogen solliciteren
Vaste baan in textiel- of elektronicasector kan tot tien maanden loon kosten (vooraf te betalen)
Wie een job wil als arbeider in de Indonesische textiel- of elektronicasector, betaalt voor zijn sollicitatiegesprek. Dat klaagt de lokale arbeidsrechtenorganisatie LIPS aan. ‘Vakbonden incasseren een deel van die vergoedingen, die tot 20 miljoen rupiah oftewel 1275 euro per persoon kunnen oplopen’, zegt onderzoeker Syarif Arifin.
© Sandra Mermans
Wie een job wil als arbeider in de Indonesische textiel- of elektronicasector, betaalt voor zijn sollicitatiegesprek. Dat klaagt lokale arbeidsrechtenorganisatie LIPS aan. ‘Vakbonden incasseren een deel van die vergoedingen, die tot 20 miljoen rupiah oftewel 1275 euro per persoon kunnen oplopen’, zegt onderzoeker Syarif Arifin.
‘Geld toevertrouwd om aan het werk te kunnen.’ Dat staat op het ontvangstbewijs dat Muthmainnah meekreeg na zijn sollicatiegesprek bij kledingfabriek PT Glostar Indonesia, in het zuidwesten van Java. Het is een van de fabrieken waar onder andere sportmerk Nike loopschoenen laat produceren. Een totaalbedrag van 2,5 miljoen rupiah, oftewel 160 euro, staat afgestempeld. Sindsdien heeft Muthmainnah niets meer gehoord van zijn toekomstige werkgever. ‘Ik ben een job beloofd. Ik ga klacht indienen.’
De duurdere sollicitatie van Galbi, bij een elektronicabedrijf in Bekasi, had meer succes. ‘Voor een contract van zes maanden heb ik 4 miljoen rupiah (256 euro) betaald. Andere collega’s betaalden 20 miljoen rupiah (1275 euro) voor een vast contract.’ Voor Galbi hoeft het niet meer. ‘Ik wil niet meer betalen om te komen werken. Een vriend is gevraagd om 40 miljoen rupiah (2550 euro) op te hoesten om in een autobedrijf in Karawang aan de slag te kunnen. Hij heeft het niet gedaan. Zo’n bedrag, dat houd je toch niet voor mogelijk?’
Flexibel rekruteren
Hoe meer iemand betaalt voor zijn sollicitatiegesprek, hoe langer hij aan de slag kan op zijn job.
De verhalen van Muthmainnah, Galbi en hun collega’s zijn geen alleenstaande gevallen. De afgelopen drie jaar heeft Syarif Arifin, medewerker van de Indonesische arbeidsrechtenorganisatie LIPS die de getuigenissen optekende, onderzoek gedaan naar misstanden bij rekruteren van arbeiders. Hij vond onregelmatigheden bij zowel de textiel-, auto- als elektronicaindustrie.
Uit zijn onderzoek blijkt dat ook grote westerse bedrijven betrokken partij zijn. In de elektronicasector wijst hij onder andere Samsung met de vinger. Binnen de textielindustrie plaatsen Nike en Adidas leveringen in betrokken fabrieken. ‘Eerst persen bedrijven mogelijke werknemers af, pas daarna kunnen ze aan de slag.’
Arifin verwijst naar de geldklopperij als ‘flexibele rekrutering’. Hoe meer iemand betaalt voor zijn sollicitatiegesprek, hoe langer hij aan de slag kan op zijn job. Enkel bij extreme bedragen, die oplopen tot meer dan 1000 euro, maken arbeiders kans op een vast contract.
Kortetermijncontracten zijn schering en inslag in de Indonesische industrie. Dat zegt onder andere Maria João Vasquez van ILO Better Work Indonesia. ‘Contracten en lonen zijn de belangrijkste sociale problematieken in deze sector.’ Ook Mimmy Kowel, die in Indonesië voor Clean Clothes Campaign werkt, klaagt de termijn van de arbeidscontracten aan. ‘In Indonesië heb je een protocol dat de vakbondsvrijheid veilig stelt. Vaste contracten zouden ook deel moeten uitmaken van dat protocol, net als betere loonsvoorwaarden. Daarnaar ijveren de vakbonden.’
Tot arbeiders een vast contract aangeboden krijgen, is het schipperen van de ene interimjob naar de andere. Bij elke nieuwe lichting pikken heel wat tussenpersonen, die Arifin omschrijft als “arbeidsleveranciers”, een graantje mee.
© Sandra Mermans
Wie heeft er boter op het hoofd?
Het systeem om een som te vragen bij elk sollicitatiegesprek brengt veel geld in het laadje.
Indonesische werkgeverskoepel voor textielbedrijven Apindo ontkent dat er onregelmatigheden gebeuren bij de rekrutering. De gegevens van Arifin spreken dat tegen. Hij gaat een stap verder en legt bloot wie er allemaal baat heeft bij betaalde sollicitatiegesprekken.
‘Ten eerste treden “insiders” op als arbeidsleveranciers’, lijst Arifin op. ‘Dat zijn eigenlijk gewoon thugs, criminelen. Wie geen job heeft, kan naar hen toestappen met de vraag om een sollicitatie te regelen.’ Dat doen criminelen niet gratis. Het systeem om een som te vragen bij elk sollicitatiegesprek brengt zoveel geld in het laadje, dat niet enkel de insiders interesse hebben om hun handen vuil te maken. ‘Ook HR-medewerkers en supervisors op de productievloer vragen nu geld in ruil voor een gesprek.’
Tot slot was Arifin zelf gechoqueerd door een vierde groep arbeidsleveranciers die ook deel uitmaakt van de structurele afpersing. ‘Ook vakbonden hebben boter op het hoofd. Zij staan in nauw contact met arbeiders. Ze gebruiken hun contacten om nieuwe werknemers op te sporen. Alleen beginnen ook zij nu geld te vragen.’
Over welke vakbonden het gaat, wil Arifin niet kwijt. ‘We zijn nog achter de schermen aan het onderhandelen, zodat deze misstanden ophouden. Daarom lijkt het me niet opportuun om nu al te zeggen wie er juist betrokken is. We willen eerst zelf druk zetten, zonder namen te noemen, om het probleem op te lossen. Misschien zullen de vakbonden in kwestie schrik krijgen dat ze in een slecht daglicht komen te staan en zo meer geneigd zijn om zich aan te passen. Dat hoop ik tenminste.’
Een ding is zeker: het gaat om minstens een van de grote textielvakbonden van het land. Vier vakbonden zijn sinds het begin verbonden bij het Indonesische protocol voor vakbondsvrijheid, waar Kowel (Clean Clothes Campaign) het eerder over had. Zij hebben meer macht dan andere, kleinere vakbonden. Ten minste een van hen is betrokken bij het onderzoek, bevestigt Arifin aan het einde van het interview.
© Sandra Mermans
Verdeeldheid ondanks vakbondsprotocol
Het Indonesische protocol voor vakbondsvrijheid is een instrument waarbij verschillende stakeholders betrokken zijn die normaal niet met elkaar praten. Zo staan vakbonden in direct contact met merken als er iets misgaat op de productievloer van betrokken fabrikanten. Dat heeft zijn effect niet gemist: vakbonden krijgen meer macht en kunnen zo beter onderhandelen over minimumlonen, die sterk gestegen zijn in de regio’s waar veel vakbonden actief zijn – zo sterk dat de fabrieken willen verhuizen naar regio’s met minder vertegenwoordiging.
Bij de fabrieken waarop het protocol betrekking heeft, zit ook de Pou Chen Group. Daartoe behoort kledingfabriek PT Glostar Indonesia – de plek waar Muthmainnah ging solliciteren om Nikeschoenen aan elkaar te stikken. In totaal zijn er zestig leveranciers aan die fabrieken die het protocol getekend hebben.
Naast de leveranciers, fabrieken en vakbonden zijn er ook negen merken betrokken bij het protocol. De grote sportmerken Nike, Adidas, Puma, Asics, Pentland Group (die Speedo’s produceert) en New Balance maken er deel van uit sinds het prille begin. Fair Wear Foundation-leden Haglöfs, Kjus en SuitSupply hebben zich december 2017 aangesloten bij het protocol.
‘Zodra lonen deel uitmaken van het protocol, gaan die nog meer stijgen. Dat is niet in het belang van de merken.’
Deze maand is het tien jaar geleden dat het idee voor het protocol geïntroduceerd werd. In november 2009 kozen internationale vakbonden en organisaties voor Indonesië als testcase om te kijken of een protocol meer vakbondsvrijheid oplevert. Uiteindelijk werd het protocol in 2011 ondertekend. De bedoeling is om het protocol later ook in andere productielanden te introduceren en toe te passen op andere domeinen, zoals lonen en kortetermijncontracten.
Bij dat laatste loopt het mis. Indonesische vakbonden vinden het stilaan tijd om tegelijkertijd over de twee andere domeinen te onderhandelen. Merken willen eerst en vooral focussen op vakbondsvrijheid, want daarvoor dient het huidige protocol. ‘Zo redeneren de merken: zolang het ene niet opgelost is, willen we het nog niet over het andere hebben’, legt Kowel uit. ‘Over andere domeinen spreken, ligt moeilijk binnen de huidige afspraken. Zodra lonen deel uitmaken van het protocol, gaan die nog meer stijgen. Dat is niet in het belang van de merken.’
Een bijkomende probleem is de rivaliteit tussen de verschillende Indonesische vakbonden. Dat speelt ook in andere landen, maar is veelzeggend in deze context. ‘Veel lokale vakbonden zitten verwikkeld in een soort interne machtstrijd’, zegt Arifin. Uit zijn onderzoek blijkt duidelijk dat er veel macht gemoeid is met de positie van vakbondsleider, die geld kan opstrijken vanuit zijn functie. ‘Bij verkiezingen voor wie de nieuwe leider wordt, loopt het vaak mis. Wie niet wint, splitst gewoon af en neemt zijn achterban mee naar een gloednieuwe vakbond.’ Dat beaamt Vasquez (ILO). ‘Zo verkleinen vakbonden uitendelijk hun eigen macht en bereik: het tegenovergestelde van wat het protocol wil bereiken.’