Rondreizende rechters: Iraks nieuwste strijders

Reportage

Rondreizende rechters: Iraks nieuwste strijders

Rondreizende rechters: Iraks nieuwste strijders
Rondreizende rechters: Iraks nieuwste strijders

Aan rechter Khalid al-Shimari heeft Irak een eenmansleger. Hij vecht niet tegen terreurgroep Islamitische Staat, maar tegen een verwoeste administratie. ‘Het is een ramp.’

© Elizabeth Fitt

Rechter Khalid Al-Shimari werkt al meer dan veertien jaar in Mosoels provinciale rechtbank, sinds december vorig jaar is hij ook rondreizend rechter

© Elizabeth Fitt​

‘Het spijt me, ik moet gaan’, roept Khalid al-Shimari terwijl hij naar zijn auto sprint. In het zakje van zijn colbertjasje rinkelt zijn smartphone voor de zoveelste keer.

‘Sorry, mijn rechtbank wacht op mij.’ De Irakees gooit het portier open, stapt in en zijn chauffeur trekt op. De auto stuift weg uit Chamakor, een tentenkamp voor ontheemde Irakezen, zo’n 40 kilometer ten oosten van de onlangs heroverde stad Mosoel.

Al-Shimari, 47, is rechter en werkt al meer dan veertien jaar in Mosoels provinciale rechtbank. Vanwege terreurgroep Islamitische Staat (IS), die tot voor kort de stad in handen had, opereert het gerechtshof sinds 2014 vanuit het nabijgelegen Hamdaniya district.

Al-Shimari is niet alleen een raadsheer in ballingschap, sinds december vorig jaar is hij ook een rondreizende rechter.

Iedere donderdag bezoekt de raadsheer een van de opvangkampen rondom Mosoel waar hij zittingen houdt voor ontheemde Irakezen om huwelijken, geboortes en andere belangrijke gebeurtenissen uit hun levens vast te leggen in de burgerlijke stand.

Een zitting met al-Shimari is een godsgeschenk voor de tienduizenden Irakezen, wie zijn documenten kwijt is, loopt humanitaire hulp mis.

Een zitting met al-Shimari is een godsgeschenk voor de tienduizenden Irakezen die, na drie jaar kalifaat, zonder documenten zitten.

In Irak zijn papieren zoals identiteitskaarten en trouwaktes niet enkel een formaliteit, maar van essentieel belang in het dagelijkse leven.

Wie zijn documenten kwijt is, ervaart moeilijkheden bij checkpoints of loopt zelfs humanitaire hulp mis.

Er is veel werk aan de winkel. Sommige Irakezen verloren of beschadigden hun papieren in het oorlogsgeweld, anderen konden hun documenten niet op tijd vernieuwen of zitten opgezadeld met door IS-uitgegeven aktes die de Iraakse regering niet erkent.

Maar nu steeds meer delen van Irak worden heroverd, wordt het duidelijk dat de donderdagzittingen van al-Shimari slechts een druppel op een hete plaat zijn.

De papieren puinhoop is een van Iraks grootste uitdagingen van het moment, een chaos die de raadsheer en zijn juridische team simpelweg niet het hoofd kunnen bieden. De administratieve ravage is, zoals Al Shamari het zelf noemt ‘een ramp.’

Rondreizende rechtbank

Het idee voor een ‘rondreizende rechtbank’ komt van de UNHCR, de Vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, en de Zweedse hulporganisatie Qandil. Volgens het VN-orgaan missen ontheemde families uit Mosoel gemiddeld twee tot drie documenten.

Dit probleem treft overigens niet alleen Mosoel. Volgens een enquête van de Internationale Organisatie voor Migratie beschouwt zo’n 88 procent van Iraks drie miljoen ontheemden, vermiste documenten als een van hun grootste zorgen.

Ongeveer 88 procent van Iraks drie miljoen ontheemden beschouwt vermiste documenten als een van hun grootste zorgen

De bureaucratische ravage weegt zwaar op het toch al wankele Iraakse rechtsapparaat waardoor ontheemden opgezadeld zitten met trage procedures die mogelijk hun terugkeer naar huis belemmeren.

‘Het rechtssysteem’, zegt Leila Jane Nassif, plaatsvervangend vertegenwoordiger van de UNHCR in Irak, ‘kan log en tijdrovend zijn.’

Dat is zeer zachtjes uitgedrukt, vindt al-Shimari. ‘Het is verschrikkelijk. In mijn eigen rechtbank hadden we op een bepaald moment vijfhonderd zaken per dag.’

Wat de situatie nijpend maakt, is het veiligheidsbeleid in de Koerdische regio, de veilige haven in noorden van het land waar honderdduizenden ontheemden verblijven. Wie daar in een opvangkamp woont, mag het terrein niet verlaten zonder speciale toestemming en kan dus niet naar een rechtbank of het loket voor burgerzaken.

Daarom redeneerde UNHCR, samen met Qandil: als u niet naar de rechter kan komen, dan komt hij gewoon naar u toe. ‘Hulporganisaties moeten samenwerken met rechtbanken, en helpen om nieuwe manieren te vinden om deze enorme achterstand de baas te worden’, aldus Nassif.

© Elizabeth Fitt

Een zitting met al-Shimari is een godsgeschenk voor de tienduizenden Irakezen die, na drie jaar kalifaat, zonder documenten zitten.

© Elizabeth Fitt​

Topje van de ijsberg

In het Chamakor-kamp verlaat al-Shamiri het terrein vandaag dus eerder dan gepland -twee uur om precies te zijn. In zijn rechtbank in ballingschap in Hamdaniya wachten twee IS-strijders op zijn komst en hun proces.

‘En nu?’, vraagt Ghazi, een twintiger uit West-Mosoel die met een groepje kampbewoners voor de witte kantoorcontainer van Qandil staat, gelegen achter in het kamp.

Er was hem verzekerd dat hij de trouwakte die hij van IS kreeg vandaag via al-Shimari kon vervangen voor een legaal exemplaar van de Iraakse overheid. Het duurt zeker twee tot drie weken voordat al-Shimari weer terug is in Chamakor.

Bovendien is het legaliseren van zijn trouwakte enkel de eerste stap in een lange reeks van bureaucratische handelingen. Daarna moet Ghazi zijn twee peuters, beiden geboren in het kalifaat en vooralsnog stateloos, registreren. Dat kan in Irak alleen als je officieel getrouwd bent.

Daarom moet hij de status van zijn identiteitskaart veranderen in ‘gehuwd’, waarvoor hij naar het loket voor burgerzaken moet. ‘Maar we mogen het kamp niet uit, dus dat wordt moeilijk’, zegt Ghazi verbeten.

‘Het liefst zetten we in elk kamp een voltijdse rechtbank op, maar dat verzoek is nog niet gehonoreerd door de hoge raad voor rechters in Bagdad.’

Naast hem staat Jasim, een man van middelbare leeftijd met een traditionele hoofdoek. Hij slaakt een diepe zucht. ‘IS heeft mijn huis met al mijn documenten erin verbrand’, zegt hij.

Jasim wil een nieuwe huwelijksakte zodat hij zijn gezin kan inschrijven bij het Iraakse ministerie van handel en zo in aanmerking komt voor de maandelijkse voedselhulp van de Verenigde Naties en de Iraakse regering.
‘Al dat papierwerk, ik vindt het allemaal heel ingewikkeld’, mompelt hij.

Maar Jasim zal waarschijnlijk niet snel worden geholpen door al-Shimari: de wachttijd voor een zitting met een rondreizende rechter in het kamp loopt momenteel op tot drie maanden.

Samen met Qandil, handelde al-Shimari sinds december vorig jaar 387 zaken in de kampen af. Dat is het topje van de ijsberg, maar sneller gaat het voorlopig niet, meent Aram Mahmood, juridische hulpverlener van Qandil. ‘Het liefst zetten we in elk kamp een voltijdse rechtbank op, maar dat verzoek is nog niet gehonoreerd door de hoge raad voor rechters in Bagdad.’

Ook hebben UNHCR en Qandil de Iraakse rechtbanken gevraagd om meerdere zaken in één keer af te handelen in plaats van individuele zittingen te houden. Terwijl de onderhandelingen daarover gaande zijn, roeien de ontheemden in Irak met de riemen die ze hebben: een rechter die een keer per week langskomt in een van de kampen.

© Elizabeth Fitt

Zyad en Hadeel denken aan hun geheime bruiloft, dat het kersverse gezin een huwelijksakte heeft kunnen bemachtigen, is alvast een opluchting.

© Elizabeth Fitt​

Geheim bruiloftsfeest

Zyad (26) en Hadeel (20), afkomstig uit Zummar, een stadje ten westen van Mosoel, behoren tot de gelukkige koppels die hun huwelijk vandaag wel konden legaliseren via al-Shimari. Samen met Noor, hun anderhalf jaar oude dochter, woont het stel sinds april in Chamakor.

Nadat de Koerdische troepen IS uit Zummar, Iraaks territorium, verdreven, grepen ze er de macht.

De religieuze huwelijksceremonie vond al plaats in de zomer van 2014, een maand nadat IS Zummar had ingenomen.

Hun huwelijk werd destijds buiten het oog van IS gevierd en de foto’s van de geheime fuif liggen nu veilig opgeborgen in een plastic zakje achterin de tent, hun tegenwoordige “huis”.

Dat het kersverse gezin een huwelijksakte heeft kunnen bemachtigen, is een opluchting, maar helaas geen oplossing voor de rest van hun problemen. Nadat de Koerdische troepen IS uit Zummar, Iraaks territorium, verdreven, grepen ze er de macht.

‘Er wordt ons nu gezegd dat we niet terug mogen komen’, zucht Zyad. Mocht het dorp officieel bij de Koerdische regio gaan horen, dan komen de twee mogelijk in een nieuwe bureaucratische molen terecht.

‘Maar dat is een zorg voor later hoor’, zegt Zyad. ‘Eerst maar eens beginnen bij het begin: onze dochter registreren.’