De weg naar verandering gaat niet over één nacht ijs
Politiek wanbeleid staat structurele verandering cacaosector Ivoorkust in de weg
Het cacaobeleid dient enkel corrupte politici en machtige bedrijven, en cacaoboeren zijn de grote verliezers. De sector heeft nood aan hervorming. Experts stellen dat een hybride systeem een oplossing kan bieden, waarbij de private en publieke sector van Ivoorkust de handen in elkaar slaan.
Zo’n zeshonderdduizend boeren bemannen de vele cacaoplantages in Ivoorkust. Nog eens zes miljoen mensen zijn direct of indirect betrokken bij de productie van cacao.
© Daaf Borren
Extreme armoede, ontbossing en corruptie: het zijn maar een paar begrippen die onlosmakelijk zijn verbonden met de cacaosector in West-Afrika. Vooral in Ivoorkust, ’s werelds hofleverancier van cacao, zuchten boeren en natuur al jaren onder de wereldwijde honger naar chocolade. Heeft de Ivoriaanse overheid schuld aan de problemen in de cacaosector? Is er politieke wil om de sector te verduurzamen?
Update 15 april 2021
In het najaar van 2019 dwongen cacaolanden Ghana en Ivoorkust multinationals om de cacaoprijs op te drijven met een extra toeslag: de Living Income Differential (LID). Die moest zorgen voor een beter inkomen voor cacaoboeren.
Maar daar blijft in Ivoorkust niets meer van over, zeggen Fairtrade Belgium en de Ivoriaanse coöperatie Yeyasso. Na lang onderhandelen tussen de Ivoriaanse overheid en de grote cacaomultinationals werd op 31 maart beslist dat de officiële cacaoprijs met 25 procent daalt. ‘Euforie maakte plaats voor bittere realiteit. Dit weerhoudt miljoenen Ivoriaanse cacaoboeren van een leefbaar inkomen.’
Na ruim twee uur rijden door het glooiende landschap van het Ivoriaanse binnenland duikt de terreinwagen plots van de geasfalteerde weg de bossen in. Aan de kant van de weg verzamelen boeren de gele cacaovruchten, die door andere mannen met machetes van de bomen worden gekapt.
De plantage loopt zover het oog reikt. Vanuit de dichte bebossing duikt een open plek op waar een kleine boerderij als verzamelpunt dienstdoet. Afafa, een jonge vrouw die met haar vierjarige dochter op de plantage woont, verzorgt het huishouden en kookt voor de mannen, die na een harde werkdag vermoeid thuiskomen.
Het werk van cacaoboeren is arbeidsintensief en tijdrovend. Na het kappen slaan de boeren de vruchten open, waarna ze de bonen van het vruchtvlees scheiden. Na een vergistingsproces van een paar dagen wordt de oogst naar een provisorisch gebouwd droogrek in het midden van de plantage verplaatst. Daar worden de bonen in de zinderende hitte gedroogd, alvorens ze in grote zakken naar een depot in de buurt worden gebracht.
Via boerencoöperaties vindt de cacao vervolgens zijn weg naar de Ivoriaanse kust. Van daaruit worden ze verscheept naar andere delen van de wereld. In het geval van Ivoorkust vooral naar Europa.
Ivoorkust is de mondiale marktleider, goed voor ongeveer veertig procent van onze totale cacao-productie.
Zo’n 600.000 boeren bemannen de vele cacaoplantages in het land. Nog eens zes miljoen mensen zijn direct of indirect betrokken bij de productie van cacao. Dat is niet zo vreemd: Ivoorkust is de mondiale marktleider, goed voor ongeveer veertig procent van onze totale cacaoproductie. Cacao is een van de steunpilaren van Ivoorkust en beslaat ongeveer veertig procent van zijn exportinkomsten.
Na het kappen, slaan de boeren de vruchten open, waarna ze de bonen van het vruchtvlees scheiden.
Ondanks de westerse chocoladeverslaving en het belang van cacao voor de Ivoriaanse economie ligt het inkomen van de meeste cacaoboeren ver onder de armoedegrens. Het beeld van de plantages bevestigt dat. Ver van de gebaande wegen en goed verstopt in de rurale regio’s leven de boeren een relatief afgezonderd bestaan.
Regelmatig bereiken schrijnende verhalen over moderne slavernij en kinderarbeid het nieuws. De problemen in de cacaosector zijn zorgelijk en complex. Hoewel (inter)nationale organisaties en ondernemingen al jaren met oplossingen proberen te komen, is de puzzel nog niet gelegd. Het lukt vooralsnog niet om cacaoboeren en volgende generaties enig toekomstperspectief te bieden.
Het ligt voor de hand om dat toe te schrijven aan een ongezonde marktwerking, waarbij vraag en aanbod haast voortdurend uit balans zijn. Ook multinationals als Nestlé en Unilever krijgen regelmatig het verwijt dat ze te weinig doen aan de zorgelijke armoede in de West-Afrikaanse cacaosector.
Dit doet de vraag rijzen welke rol de Ivoriaanse politiek speelt in de problematische sector. Maar ook: doet ze genoeg om te voorzien in een beter levensonderhoud voor de boeren?
De cacaosector, een politieke speelbal
De verwevenheid tussen politiek en cacao bestaat al sinds de onafhankelijkheidsverklaring die Ivoorkust en Frankrijk in 1960 tekenden. Félix Houphouët-Boigny zwaaide daaropvolgend ruim dertig jaar de scepter in het West-Afrikaanse land. In de eerste twee decennia van zijn presidentschap boekte hij met de cacaosector grote economische successen.
Als zoon van een regiohoofd en rijke cacaoboer erfde Houphouët-Boigny op vijfjarige leeftijd zijn vaders titel én plantage. Deze achtergrond vormde de basis van zijn economische beleid. De door de staat gestuurde cacaosector zorgde ervoor dat Ivoorkust zich in de beginjaren razendsnel ontwikkelde tot een van de welvarendste Afrikaanse landen. Urbanisatie en infrastructurele werken volgden, terwijl de middenklasse van het land gestaag groeide.
‘Ze noemen hem niet voor niets de boerenpresident,’ vertelt Axel Emmanuel, daarbij verwijzend naar Houphouët-Boigny’s bijnaam die vooral onder cacaoboeren nog steeds in zwang is.
Na een carrière als bankier timmerde Emmanuel vanuit zijn boetiek in het noorden van Abidjan, de commerciële hoofdstad van Ivoorkust, aan de weg als chocolatier_._ Zelf blijft hij de boerenpresident, net zoals de meeste Ivorianen, liefkozend ‘Papa Houphouët’ noemen.
Dat de eerste president van Ivoorkust nog steeds geliefd is, komt grotendeels door die door cacao gedreven economische vooruitgang. ‘Papa Houphouët betekende veel voor ons en de beginjaren van zijn presidentschap worden ook wel het “Ivoriaanse wonder” genoemd,’ vertelt de chocolademaker met gepaste trots.
Toen de prijs voor cacao in de jaren tachtig instortte, kwam ook de door cacao gedreven economie tot stilstand.
Toen de prijs voor het agrarische goed in de jaren tachtig instortte, kwam de door cacao gedreven ontwikkeling tot stilstand, weet ook Emmanuel. Daarna verslechterde de financiële situatie van cacaoboeren in versneld tempo.
In eerste instantie probeerde president Houphouët-Boigny vast te houden aan de hoge cacaoprijs. Dat had ernstige gevolgen voor de positie van Ivoorkust als betrouwbare leverancier. Chocoladereuzen zochten hun heil elders en wat klaarstond voor de export, bleef vaak maandenlang in opslagplaatsen liggen.
Het gebrek aan inkomsten deed de financiële sector van het land wankelen. Op aandringen van onder andere de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) koos Houphouët-Boigny eieren voor zijn geld en verlaagde hij uiteindelijk de prijs van cacao om de export weer op gang te trekken.
Sindsdien is de politieke inmenging in de Ivoriaanse cacaomarkt beperkter, maar verre van uitgespeeld. Tien jaar geleden, toen er na de presidentsverkiezingen een burgeroorlog uitbrak, was de cacaosector ook al onderdeel van een politiek spel. Terwijl toenmalig president Laurent Gbagbo de macht over de sector per decreet naar zich toetrok, riep de uiteindelijke winnaar Alassane Ouattara juist op tot een exportboycot.
Ook in de aanloop naar de presidentiële verkiezingen van dit jaar speelde cacao een rol. In zijn campagne kondigde president Ouattara — die de verkiezingen op twijfelachtige wijze had gewonnen en zo begon aan een ongrondwettelijke derde termijn — een sterke stijging van de cacaoprijs aan. Die was hij met multinationals overeengekomen.
Dat klinkt veelbelovend, maar experts en organisaties zijn terughoudend. Ze vermoeden dat het niet meer is dan een campagnestunt, die niet tot structurele verbetering van de situatie op de plantages zal leiden.
Chocolatier Axel Emmanuel in zijn boetiek in de Ivoriaanse havenstad Abidjan.
Gebrek aan regulatie
Na een veelbelovende start onder de vleugels van de boerenpresident ontbreek het vandaag juist aan steun vanuit de overheid. Regelmatig valt de sector ten prooi aan politiek gekonkel. Als gevolg van de beperkte overheidsregulatie vindt er geen duurzame ontwikkeling van de keten plaats.
‘Vanuit de producerende landen, multinationals en consumerende landen gebeurt er te weinig om de sector structureel te verbeteren.’
Anna Laven, die al jaren onderzoek doet naar de cacaosector in West-Afrika, ziet dat er in de afgelopen jaren zo een status quo is ontstaan in de cacaohandel. ‘Vanuit de producerende landen, multinationals en consumerende landen gebeurt er te weinig om de sector structureel te verbeteren,’ legt de adviseur en onderzoeker van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) uit.
‘Bedrijven in de chocolade-industrie zijn afhankelijk van de cacao uit West-Afrika. Ze zullen de overheden van producerende landen, zoals Ivoorkust, niet snel aansprakelijk stellen voor de penibele situatie van de cacaoboeren. Hetzelfde geldt voor de consumerende landen, die geen politieke druk uitoefenen.’ Hierdoor voelt de Ivoriaanse politiek zich mogelijk niet genoodzaakt om haar boeren te beschermen en te voorzien in een beter levensonderhoud.
‘Op dit moment groeit de cacaoproductie nog steeds, ondanks de armoede. Het blijft een aantrekkelijk gewas om te verbouwen, omdat cacao meer oplevert dan andere gewassen en omdat er een constante vraag naar is. Dit genereert een stabieler inkomen voor boeren en biedt dus meer sociale zekerheid.’
Zolang het aanbod van cacao niet beter wordt gereguleerd door de overheid, is het volgens Laven lastig om de prijs voor de bonen en zo ook het inkomen voor de boeren structureel te verhogen. De Ivoriaanse politiek spreekt overigens al jaren over de verduurzaming van de cacaosector. Maar daar komt vooralsnog weinig van terecht.
In dat opzicht is het voor de producerende landen in West-Afrika geen slecht idee om gezamenlijk met de vuist op tafel te slaan en bij de chocoladereuzen aan te dringen op een betere prijs voor hun bonen. ‘Onlangs hebben Ghana en Ivoorkust samen een prijsverhoging afgekondigd. Maar dat is geen structurele oplossing als ze vervolgens het aanbod van cacao niet reguleren.’
Laven legt uit dat Ghana, in tegenstelling tot buurland Ivoorkust, beter in staat is om prijsfluctuaties op te vangen en de boeren de vastgestelde prijs te blijven betalen. Hoewel er in Ivoorkust sprake is van enige vorm van overheidsregulatie is Ghana dan ook een stuk sterker gereguleerd.
‘Ook probeert Ghana een stabieler inkomen voor zijn boeren te genereren door een deel van de exportinkomsten uit cacao opzij te zetten en opnieuw in de sector te investeren,’ legt Laven uit. Dat doet de Ghanese regering, in tegenstelling tot Ivoorkust, aan de hand van een bufferfonds. Daarmee worden prijsschommelingen als gevolg van mislukte oogsten of binnenlandse onrust opgevangen.
‘Een recente drop van de cacaoprijs toonde aan dat Ghana dit beter kan opvangen dan Ivoorkust.’ Hoewel de Ivoriaanse overheid ook belastingen afroomt, zien de boeren er daar volgens Laven maar weinig van terug.
Cacao en corruptie
Toch is het niet alleen het gebrek aan regulatie waar het aan schort. In landen als Ivoorkust is het aannemelijk dat vrienden van de president de belangrijkste posities en gewenste vergunningen verkrijgen. Ook vallen de belastingen die Ivoorkust over de inkomsten uit cacao heft regelmatig ten prooi aan corruptie.
Onderzoek naar politieke misstanden in de cacaosector is echter lastig en niet zonder gevaar. Volgens de anticorruptieorganisatie Global Witness worden mensenrechtenactivisten en journalisten die de buitensporige corruptie in de cacaosector onderzoeken stelselmatig geïntimideerd en aangevallen. In 2004 verdween de Frans-Canadese journalist Guy-Andre Kieffer zelfs van de radar, toen hij in Abidjan onderzoek deed naar beschuldigingen van corruptie in de sector. Van hem ontbreekt sindsdien elk spoor.
Laven deelt het vermoeden dat er onder ambtenaren, en in de hoogste politieke gelederen, sprake is van zelfverrijking. Die zou ten koste gaan van de cacaoboeren in Ivoorkust. Sporadisch bereiken berichten daarover de internationale pers. Zo zouden er ten tijde van de burgeroorlog in 2010 en 2011 miljoenen cacaodollars verduisterd zijn door zowel rebellen als overheidstroepen.
Een paar jaar geleden werden er nog vijftien topambtenaren van voormalig president Gbagbo gearresteerd na beschuldigingen van afpersing en corruptie. Ze zouden honderdduizenden dollars hebben verduisterd die voortvloeiden uit de cacaobelastingen. Hierdoor is de vrees gegrond dat een grotere invloed van de overheid kan leiden tot meer corruptie, ten nadele van de mensen die in de sector werken. Het gebrek aan transparantie bij de overheid leidt dan ook tot wantrouwen onder Ivoriaanse boeren.
Nanan Christian Boa (28) ergert zich groen aan geel aan de corruptie in zijn thuisland. De twintiger is een van de gezichten van 1000 Volontaires_,_ een door de jeugd gedreven burgerinitiatief en nieuwkomer in het politieke speelveld van Ivoorkust. Hij komt net van een campagnebijeenkomst en slaakt een diepe zucht als hij gaat zitten. ‘Hoewel we de kiesdrempel haalden, mogen we als nieuwe partij niet deelnemen aan de verkiezingen.’
De bestrijding van corruptie in overheidsinstanties is een van de grootste uitdagingen voor de cacaosector.
Boa hekelt de vastgeroeste politiek van zijn land, waar oude mannen al decennialang de scepter zwaaien. De bestrijding van corruptie in overheidsinstanties ziet hij als een van de grootste uitdagingen voor de cacaosector. ‘Door een gebrek aan transparantie en rechterlijke slagkracht is het haast niet mogelijk om de corruptie aan te pakken.’
Daarnaast is er volgens hem een gebrek aan onafhankelijke organisaties die misstanden van de overheid monitoren. Hij legt uit dat er weinig vooruitgang in de sector wordt geboekt, omdat ambtenaren bang zijn dat structurele verandering hun gespekte portemonnee in gevaar brengt. ‘Daarom weigeren politici met bedrijven zoals Nestlé nieuwe afspraken te maken die goed zijn voor de boeren.’
De chocoladereuzen lijken daar volgens Boa vrede mee te hebben. ‘Hierdoor blijft belastinggeld uit de cacaosector verdwijnen en zijn de boerengemeenschappen de grote verliezers van een beleid dat enkel goed is voor corrupte politici en machtige bedrijven.’
Grootschalige ontbossing
Professor Soumaila Dabonne deelt de zorgen van Nanan Christian Boa over hoe de overheidscorruptie de armoede in de cacaosector in stand houdt. Hij geeft les aan de Ivoriaanse Universiteit Nangui Abrogoua in Abidjan en is gespecialiseerd in de wisselwerking tussen politiek en voedselindustrie.
‘De politiek speelt een grote rol in de cacaosector, maar voornamelijk voor eigen gewin.’ Net zoals Boa meent de professor dat er weinig schot in de zaak komt, omdat zowel de politiek als de multinationals tevreden zijn met de status quo. En juist die stilstand baart Dabonne grote zorgen. ‘Omdat de politiek niet ingrijpt en de massaproductie van cacao blijft toestaan, is niet alleen de situatie voor de boeren zorgelijk, maar dreigen er ook grote, onomkeerbare gevolgen voor het milieu en de rest van de samenleving.’
In de afgelopen vijftig jaar raakte Ivoorkust bijna negentig procent van zijn bossen kwijt, voornamelijk door de groeiende cacaosector.
Dabonne doelt op de grootschalige ontbossing die al decennia plaatsvindt in Ivoorkust. In de afgelopen vijftig jaar raakte het West-Afrikaanse land bijna negentig procent van zijn bossen kwijt, voornamelijk door de groeiende cacaosector.
Om aan de onuitputbare cacaohonger van multinationals en consumerende landen te beantwoorden, blijft de Ivoriaanse politiek verdere boskap toestaan. Dat gaat zelfs zover dat de overheid met het idee speelt om delen van de bossen die nog wel bestaan, zonder overleg met Ivoriaanse boeren of andere betrokkenen, aan de chocoladebedrijven toe te zeggen.
‘Het onderwerp ligt gevoelig, omdat cacao een belangrijke inkomstenbron is. Maar als er niet snel wordt opgetreden, staat er over een paar jaar geen boom meer overeind.’ De professor voegt eraan toe dat de vruchtbare grond in gebieden waar nu grootschalig cacao wordt verbouwd, op den duur uitgeput raakt en niet meer gebruikt kan worden. Hierdoor komt de sector onherroepelijk in de problemen.
‘Als de overheid nu niet handelt, wordt de biodiversiteit van het land verwoest en zal de hele samenleving de gevolgen voelen.’
Geen hapklare oplossing
Professor Dabonne ziet voldoende ruimte voor verbetering in het overheidshandelen van Ivoorkust, maar benadrukt dat de huidige stand van zaken in de cacaosector uiterst complex is. ‘Zelfs zonder de corruptie in overheidssferen op te lossen, blijft het een uitdaging om de boeren een duurzaam bestaan te bieden en de ontbossing een halt toe te roepen.’
Naast de politieke misstanden vindt Dabonne dat de overheid zich moet toeleggen op zaken die een stap in de goede richting zijn. Zo acht hij het belangrijk dat het verbouwen van andere gewassen aantrekkelijker wordt gemaakt. Dat kan leiden tot diversificatie van de agrarische sector, waardoor de grond beter wordt beschermd tegen verdere uitputting.
Ook overheidsinvesteringen in de vervallen infrastructuur van het land zouden een belangrijke stap zijn. ‘Nu gaan grote delen van de bonen en andere agrarische producten verloren tijdens het transport. Door nieuwe en verbeterde infrastructuur aan te leggen, schep je ruimte om minder te produceren.’
‘Op dit moment is de cacaosector gericht op bulkproductie met grote volumes en kleine marges. Dit maakt het een lastige markt voor kleinschalige boeren.’
Ook Anna Laven van het KIT zou graag zien dat de cacaoproductie anders wordt ingevuld. ‘Op dit moment is de sector gericht op bulkproductie met grote volumes en kleine marges. Dit maakt het een lastige markt voor kleinschalige boeren. Het ontbreekt namelijk aan differentiatie in kwaliteit en prijs.’
Als er volgens de onderzoeker meer ruimte voor kwaliteitscacao komt, kan er lokaal meer waarde aan de bonen worden toegevoegd. Zo zullen de boeren uiteindelijk meer verdienen. ‘Op voorwaarde dat er voldoende vraag is en consumenten bereid zijn om meer te betalen voor goede chocolade, uiteraard.’
Dat de focus nu te veel is toegespitst op bulkproductie om de westerse wereld te voorzien in haar chocoladebehoefte, bevestigt ook chocolatier Axel Emmanuel. Als een van de weinige chocoladeproducenten in Ivoorkust dringt hij er bij de overheid op aan dat ze plaatselijke chocoladeproductie beter gaat faciliteren.
‘Door cacaoverwerking in eigen land te bevorderen, vermindert de overheid de grootschalige export- en productiedrang voor multinationals. Daarnaast stimuleert ze ook de economie, door zélf waarde aan het product toe te voegen.’ Dat is volgens Emmanuel niet alleen goed voor de boeren of de zes miljoen andere mensen die in de sector actief zijn, maar ook voor de rest van het land.
Om dat te realiseren is weliswaar actie van de politiek vereist. ‘Andere ingrediënten voor chocolade, zoals melk en suiker, moeten makkelijker te verkrijgen zijn. Ook moet de overheid voorzien in betrouwbaar transport vanuit Ivoorkust naar Europa.’
De weg naar structurele verandering van de Ivoriaanse cacaosector is lang en gaat niet over één nacht ijs. Wel is duidelijk dat deugdelijk overheidsingrijpen in de problematische sector — waar boeren vaak niet meer dan een dollar per dag verdienen — wenselijk is. Zonder politieke corruptie zou een uitgekiend hybride systeem, waarbij de private en publieke sector van Ivoorkust de handen in elkaar slaan, een oplossing kunnen bieden.