‘Sinds Youth for Climate merken we een enorme honger naar feitenkennis’
Kennis is macht: het effect van spijbelen op het klimaatonderwijs
De klimaatjongeren kunnen alleszins dit al op hun conto schrijven: al vier weken zwengelen zij het debat aan. De verontwaardiging van de klimaatgeneratie lijkt een educatief proces in gang te zetten, op school én daarbuiten.
Car Free Day op de middelbare school De Leiepoort campus Sint-Hendrik
© Koen Meirlaen
Vandaag bracht Youth for Climate in verschillende steden opnieuw duizenden jongeren op de been. Of de massale mobilisatie van de afgelopen weken de politiek zal inspireren tot een breed en coherent klimaatbeleid moet de toekomst uitwijzen. De eerste reacties stemmen niet echt hoopvol. Wat de klimaatjongeren wel al op hun conto kunnen schrijven is dat ze iets wakker gemaakt hebben in de maatschappij: al vier weken zwengelen zij het debat aan. Elke dag is het klimaat onderwerp van discussie; op school, aan de ontbijttafel en in de media. Ouders stellen hun eigen gedrag in vraag, leerlingen informeren zich om zich beter te kunnen wapenen tegen verzuurde reacties van anonieme klavierridders.
De manier waarop de discussie gevoerd wordt, zowel op sociale als in traditionele media, toont aan dat er nood is aan sensibilisering en bewustwording, gebaseerd op wetenschappelijke feiten. Dat de aarde opwarmt door toedoen van de mens is zo’n wetenschappelijk vaststaand feit, maar wordt toch nog in vraag gesteld in populaire praatprogramma’s. De uitspraken van verschillende politici de afgelopen weken illustreren dat ze de urgentie van het klimaatprobleem niet vatten. De verontwaardiging van de klimaatgeneratie lijkt echter een broodnodig educatief proces in gang te zetten, op school én daarbuiten.
Nablijven om te leren
‘Sinds hun deelname aan Youth for Climate vragen onze leerlingen om het klimaat nog meer aan bod te laten komen in het lessenpakket. We merken een enorme honger naar feitenkennis.’ Tom Weyn is directeur van de Gentse Steinerschool: ‘Langs de ene kant zijn ze geïntrigeerd, maar ze willen ook goed gewapend zijn om het debat aan te gaan’
‘Sinds Youth for Climate merken we een enorme honger naar feitenkennis’
Scholieren van de Steinerschool gaan al vier weken betogen op donderdag, telkens met een delegatie van zo’n 120 man. Directeur Weyn vindt het engagement dat ze tentoonspreiden hoopgevend. In zijn rol als pedagoog zijn er wel een aantal praktische bedenkingen te maken. Als de scholieren telkens dezelfde lessen missen kan dat voor een achterstand zorgen. Ook waren er al donderdagen waar leerkrachten voor een klas van drie leerlingen stonden.
Klimaatbewustwording is al lang een belangrijk onderdeel in het leerplan van de Gentse Steinerschool, wat waarschijnlijk een reden is voor de grote belangstelling voor Youth for Climate. Het thema wordt vakoverschrijdend aangepakt: In verschillende lessen komt eerst de schoonheid van de natuur en van de wereld aan bod, om vervolgens wat er misloopt wetenschappelijk te kaderen. Zo worden de tieners niet overweldigd met louter slecht nieuws, maar kunnen ze tegelijk beter vatten wat er op het spel staat als er niets verandert.
‘De klimaatjongeren brengen enorm veel energie in een debat dat voordien geplaagd werd door inertie, het is de taak van volwassenen om die energie te kanaliseren’, vindt Weyn. Daarom moeten de leerlingen die lessen missen om te gaan betogen, op woensdagnamiddag nablijven om te debatteren over hun engagement.
Er wordt naarstig gewerkt tijdens zo’n “lange woensdag”. Nadat de leerlingen individueel in een tekst onder woorden brengen wat er speelt op ecologisch en politiek vlak gaan ze in groepjes nadenken over concrete maatregelen om klimaatopwarming tegen te gaan. In sommige wordt luid gesticulerend gediscussieerd, andere tekenen ijverig een schema uit over hun voorstel.
Ze storen zich enorm aan de Jean-Marie Dedeckers en Rik Torfsen van deze wereld.
Liese, Pierre-Louis en Luna willen in bedrijven en scholen workshops en lezingen organiseren om de bevolking correct te informeren over klimaatopwarming. Ze storen zich enorm aan de Jean-Marie Dedeckers en Rik Torfsen van deze wereld die volgens hen het debat verstoren met foute informatie. ‘Bewustwording is de eerste stap naar verandering, en die moet van onderuit komen’, Motiveren ze hun voorstel. Van de politiek verwachten ze op dat vlak weinig.
Liese, Luna en Pierre-Louis debatteren op woensdagnamiddag over het klimaat als constructieve sanctie omdat ze op donderdag gaan betogen.
© Willem De Maeseneer
De groep van Hanne, Annelies en Stan hebben zich op mobiliteit gestort. Het openbaar vervoer moet goedkoper worden en de dienstverlening uitgebreid. ‘Voor een korte rit ben je al snel vijf euro kwijt, de drempel om de bus te nemen in plaats van de auto is nog te hoog’, vindt Annelies. ‘Er moeten ook goedkope treinverbindingen komen naar de buurlanden. Mensen nemen te vaak het vliegtuig voor korte afstanden.’ Om hun mobiliteitsplan te financieren willen ze het fiscaal voordeel voor bedrijfswagens afschaffen en met het geld dat vrijkomt iedereen een mobiliteitsbudget geven.
‘Bewustwording is de eerste stap naar verandering, en die moet van onderuit komen’
In de lessen wordt gehamerd op de wetenschappelijke feiten over de oorzaken en de gevolgen van de klimaatopwarming. Directeur Weyn maakt zich sterk dat leerlingen die afstuderen op de Steinerschool daarover de nodige achtergrondkennis hebben. ‘Maar we vinden het belangrijk dat hun standpunt over de aanpak van de problematiek van de leerlingen zelf komt. Die willen we hen niet opleggen’
Klimaatkennis van toekomstige leerkrachten schiet te kort
De inspanningen van individuele leerkrachten en scholen ten spijt is er momenteel zowel in de eindtermen als in de lerarenopleiding nauwelijks aandacht voor klimaatopwarming. Uit een enquête uit 2016 die de klimaatkennis van toekomstige leerkrachten secundair onderwijs in kaart brengt, blijkt dat een groot deel van hen niet in staat is om de belangrijke maatschappelijke kwestie met kennis van zaken te onderwijzen.
Volgens meer dan 80% van de onderwijzers in spe is de klimaatopwarming in belangrijke mate het gevolg van het gat in de ozonlaag. Ook 79,6% van de toekomstige professionele bachelors met specialiteit aardrijkskunde is hiervan overtuigd.
Bijna 90% ziet het gebruik van kernenergie als een van de oorzaken van de klimaatopwarming. De groep aardrijkskunde scoort iets beter. Toch ziet ook hier meer dan de helft een belangrijk oorzakelijk verband tussen kernenergie en de klimaatopwarming. Slechts een op vijf van de toekomstige leraren aardrijkskunde weet dat kernenergie een klimaatneutrale energiebron is. (Dit is relatief. Er komt wel degelijk CO2 vrij bij de winning en productie van uranium, de brandstof voor kerncentrales. De indirecte uitstoot van CO2 bij het winnen van uranium komt overeen met ongeveer 33% van de totale uitstoot van een gascentrale, nvdr.)
Pieter Boussemaere voerde het onderzoek uit en is zelf lerarenopleider en klimaatexpert. Volgens hem is het probleem dat klimaatopwarming momenteel een klein onderdeel is binnen de competentie “duurzaamheid”. Daardoor wordt de klimaatopwarming samen behandeld met milieuproblemen en wereldburgerschap. Dat maakt de verwarring alleen maar groter.
‘Het is belangrijk dat het onderscheid tussen milieu en klimaat in de lerarenopleiding gemaakt wordt’, vindt Boussemaere. Voor alle duidelijkheid: het klimaatprobleem gaat over de opwarming van de aarde door de uitstoot van extra broeikasgassen, zoals CO2 en methaan. De oorzaak hiervan is voor het overgrote deel de verbranding van fossiele brandstoffen. De gevolgen op lange termijn zijn onder andere de stijging van de zeespiegel, extreme droogtes en intense natuurrampen. Milieuproblemen zijn bijvoorbeeld afvalvervuiling en de uitstoot van fijnstof. Die beïnvloeden de leefomgeving en de volksgezondheid maar heeft weinig te maken met de klimaatopwarming.
‘Tot nu toe stond het woord klimaatopwarming niet eens in de eindtermen’
In de nieuwe eindtermen voor de eerste graad, die van kracht worden in september 2019, wordt klimaatopwarming voor het eerst vermeld. Tot nu toe stond dat woord er zelfs niet in. ‘Er moet een eenduidig plan komen over hoe de klimaatproblematiek moet onderwezen worden. Momenteel is er geen handleiding en mogen leerkrachten in principe verkondigen wat ze willen’, vertelt Boussemaere. Daar werkt hij momenteel aan als lid van de “Task Force Klimaat” van het departement onderwijs.
Hij verwijt de Vlaamse overheid dat er de voorbije decennia nauwelijks onderzoek werd gedaan naar didactiek rond klimaat: ‘Het klimaatonderwijs werd tot nu toe uitbesteed aan ngo’s. In plaats van onderbouwde leerlijnen te ontwikkelen werden organisaties gefinancierd om projecten rond het containerbegrip duurzaamheid op poten te zetten in de scholen.’
Volgens de auteur en historicus biedt de hernieuwde aandacht voor het klimaatprobleem kansen voor verbetering: ‘Alles begint bij de leerkrachten. Ik pleit er voor om sprekers uit te nodigen en bijscholingen te organiseren voor het lerarenkorps, want ik merk soms nog enig scepticisme.’
Structureel klimaatonderwijs is cruciaal voor een brede maatschappelijke bewustwording volgens Boussemaere: ‘Dan kunnen we het engagement van de jongeren zodanig aanwenden dat zij hun ouders overtuigen van de urgentie van het klimaatprobleem, en hen individuele acties tonen die werken.’
Les vanuit Antarctica
‘De feiten zonder de franjes’, is het motto van leerkracht aardrijkskunde Koen Meirlaen. Hij is geograaf van opleiding en geeft les aan Leiepoort campus Sint-Hendrik in Deinze. Voor hem is het cruciaal dat het klimaatdebat gevoerd wordt zonder emotionele connotaties: ‘De leerlingen worden momenteel overstelpt met meningen en foute informatie. In de les leren ze op basis van wetenschappelijke feiten hoe urgent het klimaatprobleem is. ’s Avonds horen ze de belangrijkste politicus van het land verkondigen dat ze niet moeten geloven in doemverhalen. Thuis krijgen ze soms nog een ander verhaal te horen. Door al die afleiding is het belangrijker dan ooit om de zaken wetenschappelijk te kaderen in de lessen.’
Koen Meirlaen kijkt op de Prinses Elisabethbasis op Antarctica. Hij deed er drie maand onderzoek met Klimaatwetenschappers in het kader van Polar Quest.
© Koen Meirlaen
Meirlaen wil niet aan de kantlijn blijven staan in de klimaatdiscussie. Daarvoor is de urgentie te hoog vindt hij. Hij organiseerde enkele jaren geleden een klimaatproject op zijn school, en kon via de Polar Quest-wedstrijd drie maanden met klimaatwetenschappers op onderzoek in Antarctica. Vanuit het Belgische Prinses Elisabethstation betrok hij via het internet zijn leerlingen bij de onderzoeken.
‘We moeten dit momentum aanwenden om zowel leerlingen als ouders correcte informatie aan te reiken’
‘Zo konden ze het belang en de werking van wetenschappelijk onderzoek ervaren’, vertelt hij. Sindsdien geeft Meirlaen voordrachten over zijn ondervindingen. ‘Het momentum dat Youth for Climate op gang bracht moeten we aanwenden om iedereen correcte informatie aan te reiken.’ Meirlaen vindt het waardevol om ook de ouders bij het debat te betrekken, zodat ze weten wat hun kinderen op school leren, en waarop dat gebaseerd is.
Over welke klimaatkennis moet een middelbare scholier die afstudeert minstens beschikken? Een goed inzicht in de oorzaken van de klimaatopwarming is de basis, vindt Meirlaen. ‘Zonder de oorsprong van een probleem te begrijpen kan je geen oplossingen formuleren. Ten tweede moet in het vak aardrijkskunde en geschiedenis het klimaat in tijd en ruimte gekaderd worden. De leerlingen moeten weten dat de aarde momenteel, door menselijk toedoen, vele malen sneller opwarmt dan bij vorige temperatuurschommelingen. En dan kan je aantonen wat de gevolgen van de klimaatopwarming zijn, op basis van cijfermateriaal. Dat zijn niet altijd de meest comfortabele lessen.’