Hoe voelen jongeren zich over de klimaatopwarming?
De klimaatgevoelens die het jongerenverzet drijven. ‘Er is veel waar we geen controle over hebben’
Hoe voelen jongeren zich over de klimaatopwarming? MO* organiseerde een gesprek tussen jongeren vanuit de hele wereld en vroeg het hen zelf. ‘Het zijn wel wij die in die toekomst zullen moeten leven.’
(Hoofdbeeld © Sara Valentina Torres Marín)
Het is ochtend. Oscar Echesirim (26) wandelt door de straten van de Nigeriaanse stad Abuja. Overal is er zand en stof. De lucht is kurkdroog. Ademen valt Oscar lastig, hij voelt zich benauwd. In zijn jaszak grijpt hij naar zijn neusmasker. Het helpt, hij voelt zijn angst minderen. ‘Gaat dit ooit weggaan?’, vraagt hij zich af, terwijl hij zijn pas huiswaarts versnelt.
Opgroeien deed Oscar in de buitenwijken van Aba, een van de meest vervuilde steden van Nigeria. In zijn tienerjaren verhuisde hij naar het dichtbevolkte Lagos, maar ook daar rook de lucht ‘vuil en vies’. In Abuja kreeg hij te maken met ‘een immense hitte’.
Al heel zijn leven is Oscar op zoek naar goede leefomstandigheden. Het vooruitzicht van nog meer hitte en droogte door klimaatverandering jaagt hem de stuipen op het lijf. ‘Dit gevoel,’ flitst tijdens het wandelen door zijn hoofd, ‘is precies waar ik straks over ga praten’.
Eenmaal thuis slaat Oscar zijn laptop open. Op zijn scherm verschijnen vijf jonge gezichten. Twee jongeren komen, net hij, uit het Globale Zuiden. De drie anderen zijn Belg. De zes jongeren gaan met elkaar in gesprek, over de gevoelens die ze ervaren bij de klimaatveranderign.
‘Wij, jongeren en kinderen, worden steeds uit de klimaat -en milieudiscussie gelaten’, zegt de Colombiaanse Sara Valentina Torres Marín (17), een van hen, met vuur in haar ogen. ‘Maar het zijn wel wij die in de toekomst zullen moeten wonen en leven.’
Perfecte tegenbeeld
Op het scherm verschijnen twee ingekleurde wereldkaarten. Op de eerste kaart zien de jongeren de historische emissies van de landen. De meeste Afrikaanse, Aziatische en Latijns-Amerikaanse landen staan in het groen, wat wil zeggen dat ze niet meer dan wat voor de planeet gezond is hebben uitgestoten. Het zijn de westerse landen die verantwoordelijk zijn voor de problematische overmaat aan broeikasgassen: ze kleuren oranje tot rood.
‘De doorsnee Nigeriaan is helemaal niet bezig met duurzaamheid. Ook over klimaatangst wordt amper gesproken.’
Oscar Echesirim
De tweede wereldkaart toont de impact van klimaatverandering. Het is bijna het perfecte tegenbeeld. De landen die net groen kleurden, zijn nu dieprood. Elk van de jongeren zoekt zijn of haar land. ‘Dit maakt me zo boos’, reageert Valentina wanneer ze ziet dat Colombia oranje kleurt. ‘Wij hebben amper emissies. Maar we lijden wel grote schade.’
Ook Oscar slikt. Nigeria staat in het rood. Dat het zo erg zou zijn, wist hij niet. ‘Ik maak me veel zorgen. Want de doorsnee Nigeriaan is helemaal niet bezig met duurzaamheid. Ook over klimaatangst wordt amper gesproken.’
Toch hoeft dat volgens Oscar niet te betekenen dat de klimaatgevoelens afwezig zijn. Die zijn vaker op concrete armoedeproblemen toegespitst. Er zijn bijvoorbeeld steeds meer zorgen over het mislukken van de oogst en de toenemende voedselonzekerheid. Of het getob over de opdrogende wetlands en de hieruit voortkomende clashes tussen boeren in Noord-Nigeria.
Aidil Iman (23) is de derde jongere uit het Globale Zuiden. Hij ziet hoe de impact van klimaatverandering zich in Maleisië steeds ingrijpender manifesteert en de intensiteit van de regenbuien doet toenemen. Enkele maanden geleden zag hij met zijn eigen ogen hoe vrienden zich op het dak van hun huis moesten verschansen. Hun huizen stonden vol met water.
De Maleisische mentale gezondheidsorganisatie kreeg in een maand tijd meer dan 500 telefoontjes. ‘De mensen lagen emotioneel en mentaal volledig overhoop door de overstromingen. Elke keer als er zware regenval is ben ik extreem angstig. Dan verlaat ik mijn huis niet en blijf ik weg van school.’
Schuldgevoelens
De Belgische jongeren luisteren met grote aandacht naar de verhalen van hun leeftijdsgenoten uit het Zuiden. Er sluimert ook een gevoel van ongemak. Want de welvaart voor de westerling kwam met een kost voor de ander, de planten en de dieren. Het gaat samen met de verantwoordelijkheid dat wij, het Westen, het tij moeten keren.
‘Ik besef dat ik geprivilegieerd ben’, zegt Lotus Li bij het zien van de wereldkaart. ‘Naast woede voel ik ook schaamte en schuld. ‘Wij kúnnen de zaken veranderen en minder gaan uitstoten. Ik zou dus geen twee dagen depressief voor het klimaat in bed moeten liggen. Ik voel me voortdurend schuldig wanneer ik geen actie onderneem.’
Lotus is 19 en afkomstig uit Brugge met Chinese roots. Dat is misschien de reden, denkt Lotus, dat zij zich meer dan anderen in het Westen zorgen maakt om klimaatverandering. ‘Ik voel dat mensen die het meest ongerust zijn vaak een band met het Globale Zuiden hebben.’
Lotus Li (19): ‘Ik voel angst, wanhoop en frustratie omdat er zo weinig aan de klimaatcrisis wordt gedaan. Ik heb ook moeite om me op mijn studies te concentreren. Want die lijken in het licht van de klimaatcrisis zo irrelevant.
© Lotus Li
Toen Lotus vorig jaar als ambassadeur van Oxfam naar de klimaattop in Glasgow afreisde, kwam ze in contact met activisten uit het zuiden. Haar klimaatangst schoot de lucht in.
‘Klimaatverandering domineert óns leven nog niet, maar dat bleek wel het geval voor veel anderen. Die realisatie was angstaanjagend. We worden daar ook zo weinig van bewust gemaakt.’
‘Mijn emoties switchen voortdurend’, vertelt ze aan de andere jongeren. ‘Ik voel angst, wanhoop en frustratie omdat er zo weinig aan de klimaatcrisis wordt gedaan. Ik heb ook moeite om me op mijn studies te concentreren. Want die lijken in het licht van de klimaatcrisis zo irrelevant. Hoe ik nu naar de wereld kijk, is het zo goed als uitgesloten dat ik later kinderen krijg.’
Psychologische impact niet erkend
Samen met de de fysieke impact van klimaatverandering ervaren jongeren uit het Globale Zuiden ook de grootste psychologische impact. Dat toonde een studie van de Britse psychotherapeute en onderzoeker Caroline Hickman aan.
Daarbij speelt nog een andere factor mee: repressie en geweld maken activisme in veel landen in het zuiden mentaal heel zwaar. Wekelijks ziet Valentina een Colombiaanse krant over een vermoorde activist berichten. In Nigeria is er gewoonweg geen volledige vrijheid van meningsuiting, zegt Oscar. Maleisische activisten worden aangeklaagd wanneer ze protesteren tegen ontbossing en velen onder hen zitten in de gevangenis, vertelt Aidil.
Bovendien wordt de psychologische impact van klimaatverandering vaak niet erkend. Toen de Maleisische huizen onder water stonden, weigerden de universiteiten de getroffen studenten absentie te verlenen. Onder druk van de studentenvereniging gaf de universiteit alle studenten uiteindelijk (slechts) een week recuperatie. En terwijl de jongerenorganisatie van Aidil speelgoed en boardgames verzamelde om wenende kinderen hun gedachten te doen verzetten, keek de overheid stilzwijgend toe.
De LGTBTQIA+gemeenschap wordt als zondebok weggezet. ‘Dat raakt aan mijn persoonlijke worsteling als een homoman in Maleisië.’
Diezelfde Maleisische overheid was wel in staat om een zondebok te vinden. ‘Door de zonden van LGBTQIA+gemeenschap zijn we kwetsbaar voor natuurrampen, vertelde onze minister aan buurland Indonesië. Het raakt aan mijn persoonlijke worsteling als een homoman in Maleisië’, vertelt Aidil.
Het grootste en het meest directe onrecht is naar Aidils aanvoelen niet de dubbele wereldkaart die hij onder ogen kreeg, maar wel het optreden van zijn eigen overheid. Die neemt bovendien veel te weinig maatregelen tegen de stijgende zeespiegel en de intense regenbuien. Dat zorgt voor veel extra angst, vertelt Aidil.
Dus zegt Aidil tegen Lotus dat wij, westerlingen, ons niet schuldig moeten voelen om ons privilege. ‘Zolang jullie dat maar gebruiken om de onrechtvaardigheid te blijven aankaarten en het Globale Zuiden een stem geven.’
Een band met de natuur
Een week voor het gesprek tussen de jongeren plaatsvond, ontving Broederlijk Delen al één van hen als speciale gast. Haar oorringen, gemaakt van pompoenpitten, dragen in bloemvorm de Colombiaanse kleuren. Rond haar polsen had ze geweven armbandjes hangen, manillas, die ze meebracht van bij de Embera Chamí, een inheemse indianenstam. Met regelmaat stak Valentina op kordate wijze haar wijsvinger in de lucht. ‘Por ejemplo, als voorbeeld’, zei ze dan, haar vinger begeleidend, gevolgd door een waterval aan woorden.
‘De natuur is deel van wie wij zijn. Het water, het hout en de bodem zijn heilig. Hoe zou je dat ooit met geld kunnen compenseren?’
Valentina Torres Marín
Valentina kwam naar België om bij te leren en eens met eigen ogen te zien hoe de jonge mensen hier zorg dragen voor het leven en zich verhouden tot hun omgeving. En, vooral, hoe de westerse jeugd bijdraagt aan het verzachten van de klimaat -en biodiversiteitscrisis. ‘Het is belangrijk dat we van elkaar leren en ons wat meer met elkaar verbonden voelen.’
Met grote verbazing ontdekte Valentina de westerse wereld. Ze was vooral verbaasd over ons grootschalig en industrieel landbouwsysteem. In Colombia zijn de boerderijen veel kleiner en lopen bos, natuur en gewas losjes door elkaar.
Voor Valentina is het een toonvoorbeeld van hoe wij, westerlingen, naar de natuur kijken. ‘In Colombia vind je nog veel van de inheemse cultuur en visie. Wij voelen ons één met de natuur. Het is deel van wie wij zijn. Het water, het hout en de bodem zijn heilig. Hoe zou je dat ooit met geld kunnen compenseren?’
Later, tijdens het gesprek tussen de jongeren, luistert Gijs Lochten met genoegen naar Valentina’s verhalen. Gijs is 23 en studeert filosofie. Zijn kindertijd bracht hij door op het Vlaamse platteland. Dichtbij de “natuur”, vertelt hij aan de andere jongeren, terwijl hij met beide handen aanhalingstekens plaatst.
In connectie treden met de natuur is voor Gijs een manier om zijn klimaatangst te doen minderen. Op zijn wandelingen probeert hij planten te identificeren en uit het landschap de geschiedenisevolutie af te lezen.
Maar dan ziet hij boerderijen (of “fabrieken”) met duizenden opeen gepropte dieren. ‘Dat maakt me nog meer angstig. Wat doe je eraan? Wij Europeanen zouden opnieuw moeten leren sympathiseren met de natuur. Er ligt zo veel schoonheid in. Daarbij kunnen we zeker leren van inheemse groepen, die een veel diepere en persoonlijkere band met de natuur hebben.’
Groen kapitalisme?
Ook de inheemse bevolking in Colombia gebruikt natuurlijke producten om te leven. ‘Maar het verschil,’ legt Valentina uit, ‘is dat wij onszelf grenzen stellen wat betreft exploitatie’. Valentina doelt op het westerse kapitalisme, dat per definitie grenzeloos is. Economische groei is hier de enige optie, anders stort het systeem als een kaartenhuisje in elkaar. Het bracht het Westen veel rijkdom, maar ook een globale biodiversiteits -en klimaatcrisis.
‘Dat het vak milieu-economie enkel verplicht is voor een kleine groep studenten in economie is waar het probleem start.’
Odile De Vos
Lotus studeert sociale wetenschappen. Daar leerde ze hoe het kapitalistisch systeem diepgeworteld is in extractie, exploitatie en commodificatie. De natuur wordt gereduceerd tot een hulpbron die ten dienste staat van de mens. ‘In zo’n gewelddadig systeem lijkt het me onmogelijk om terug meer connectie met de natuur te maken. Daarom lijkt het me ook onmogelijk om een groen kapitalisme te hebben. Juist daarom zit ik nu met zo’n doemscenario’s in mijn hoofd.’
Onder de Belgische jongeren bevindt zich een studente economie: Odile De Vos (20). ‘De meeste mensen denken dat alle economiestudenten kapitalisten zijn’, vertelt ze het panel. ‘Maar ik vind dat je moet weten hoe het huidige systeem werkt om er oplossingen voor te kunnen vinden.’
Toch blijft Odile in haar opleiding voorlopig op haar honger zitten. Ze zit al in haar derde bachelor, maar had pas vorig semester haar eerste vak milieu-economie. ‘Dat dit vak enkel verplicht is voor een kleine groep studenten in economie,’ zegt ze, ‘is waar het probleem start.’
Odile begon zich schuldig te voelen toen ze te weten kwam hoe fast fashion gepaard gaat met systemen van uitbuiting, milieuvervuiling en klimaatopwarming. Eerst wilde ze dat gevoel wegduwen. ‘Ik dacht: ik wil gewoon mijn comfortabele leven verderzetten zolang dit lukt, en geen kinderen krijgen zodat ik niemand dwing te leven in zo’n aftakelende wereld.’
Maar ze kon het onrecht niet blijven negeren. ‘Ik probeer nu bewuster te consumeren, ook al kunnen we als individu weinig doen aan dit probleem. Tijdens de coronacrisis vlogen de vliegtuigen gewoon zonder passagiers. En we hebben blijkbaar microplastics in ons bloed. Er is zo veel waar we geen controle over hebben.’
Odile is niet overtuigd dat beleidsmakers het kapitalisme ooit zullen opgeven. ‘Het voelt aan alsof het ons recht is om te consumeren. Daarom betwijfel ik dat mensen uit het Globale Noorden ooit akkoord zouden gaan met het stopzetten van de consumptiemaatschappij.’
‘Wij zijn niemand’
De wortel, stellen Oscar en Odile, is een gebrek aan empathie. Voor de medemens en de natuurlijke wereld. En die gaat hand in hand, vindt Odile, met een geïnstitutionaliseerde vorm van kolonialisme. ‘We praten steeds over het rijke Globale Noorden en het arme Globale Zuiden. Alsof dat altijd zo was.’
Het was pas vorig jaar toen Odile les kreeg over de geschiedenis van de wereldeconomie, dat ze besefte dat de oorsprong van die verhoudingen in het kolonialisme liggen. ‘Maar waarom leert niet iedereen hierover?’
Dan zouden jongeren leren dat het Westen de rijkdom, in de vorm van grondstoffen, voor een prikje in het Globale Zuiden ophaalt. Vervolgens consumeren we rijkelijk en verkopen de overschotten aan hoge prijzen terug aan het Zuiden. Ongelijke uitwisseling heet dit proces. De economische antropoloog Jason Hickel berekende dat voor elke dollar ontwikkelingshulp die het Zuiden ontvangt, ze er 30 verliezen door ongelijke uitwisseling met het Noorden. ‘Arme landen ontwikkelen rijke landen, niet andersom’, besluit hij.
‘Por ejemplo, bijvoorbeeld’, zegt Valentina. ‘De Colombiaanse overheid bestempelde mijn woonregio als goudgordel. Westerse mijnbedrijven willen het biodiverse en voormalige landbouwgebied nu gaan ontginnen. Op zoek naar koper en goud, maar ten koste van de natuur en de lokale boerengemeenschappen.’
‘Niemand zijn ook de jongeren die worstelen met klimaatangst en vruchteloos roepen dat het wel hún toekomst is die op het spel staat.’
Urenlang staarde Valentina in Colombia door haar keukenraam naar buiten. Dan zag ze de bergen van Antioquia. En de vogels. Ze kon wel honderd verschillende soorten identificeren. Het pure genot komt nu samen met een pijnlijk stekende gedachte. ‘Wat zal er toch van de vogels worden?’
Bij Broederlijk Delen vertelde Valentina over een gedicht van de Uruguayaanse schrijver Eduardo Galeano. Het gaat over zij die niemand zijn, the nobodies, ‘de kinderen van niemand en de eigenaars van niets’. De mensen die ‘minder waard zijn dan de kogel die ze doodt.’
‘De niemanden, dat zijn wij die samen met de inheemse bevolking plaats moeten ruimen voor de mijnindustrie’, zegt Valentina. ‘Wij, activisten, die moeten vrezen voor ons leven.’
Het zijn ook jongeren als Aidil die door hun eigen overheid worden beticht van het veroorzaken van natuurrampen. Niemand zijn ook de jongeren die worstelen met klimaatangst en vruchteloos roepen dat het wel hún toekomst is die op het spel staat.
Klimaatgevoelens als medicijn
Op het moment van het gesprek tussen de jongeren steeg de temperatuur op Antarctica maar liefst 30 graden boven de normale temperatuur uit. Deze jongeren kijken niet weg. En dat drijft hen, eens ze zich in hun gevoelens gewaarborgd en ondersteund voelen, tot verzet. Want de pijn verminderen is het onrecht doen uitdoven.
Oscar probeert met zijn klimaatangst om te gaan door er met gelijkgestemden over te praten. Hij is betrokken bij het project “The eco-anxiety in Africa”. Daar wil hij onderzoek verrichten en het thema bespreekbaarder maken.
Aidil wil mentale gezondheidsproblemen uit het taboehoekje te halen, ondertekent petities en hij zet zich in om ‘een koloniale wet’ die zelfdoding tot op vandaag strafbaar maakt af te schaffen.
Lotus zoekt effectieve manieren om haar koolstofvoetafdruk te verminderen en het klimaatthema hoger op de politieke agenda te krijgen. ‘Zonder de hoop dat het uiteindelijk iets uithaalt, want ijdele hoop is niet te dragen.’
Gijs komt tot rust door zijn tuin insectenvriendelijk te maken. Later zou hij mensen graag onderwijzen hoe ze de connectie met de natuur kunnen aangaan.
Odile wil onderzoeken hoe we de economie natuur -en mensvriendelijker kunnen maken, rekening houdend met de belangen van het Globale Zuiden.
En samen met de lokale boeren en de inheemse bevolking maakt Valentina deel uit van een burgerbeweging, de Cinturón Occidental Ambiental of de Westelijke Milieugordel. Voor de lokale bevolking draait het niet om goud, maar om het milieu, is de boodschap aan de Colombiaanse regering.
Een klimaattop voor de jeugd
De jongeren in opstand geven hoop. Wat als dit gesprek een klimaattop was en de jeugd het voor het zeggen had?
Aidil: ‘Dan zou de 100 miljard dollar die jaarlijks aan het Globale Zuiden werd beloofd ook effectief betaald worden. Maleisië heeft dat geld nodig, Colombia en Nigeria ook. Om ons aan te kunnen passen aan iets waar we niet verantwoordelijk voor zijn.’
‘Volledig akkoord’, zegt Oscar. ‘Het is moeilijk om hier financiële ondersteuning te vinden. Zeker om mensen met klimaatangst te helpen en te ondersteunen.’
‘De overheid moet de rechten van de natuur in rekening brengen’, vindt Valentina. ‘En we moeten naar elkaar luisteren. Niet alleen naar de rijke mensen uit de rijke landen.’
Als het gesprek ten einde loopt hangt er een gevoel van loutering in de virtuele ruimte. ‘Door jullie te zien en te horen voelt het alsof ik opnieuw hoop heb’, zegt Valentina. ‘Ik heb de gewoonte om wat weg te lopen van problemen als deze’, schrijft Oscar in een mail nadien. ‘Maar jullie verhalen geven me een stimulans om meer onderzoek te doen en de mensen te gaan onderrichten over de klimaatverandering en klimaatangst.’
‘Misschien kunnen we het nog eens doen?’, werpt Gijs op. Als afscheid wenst Valentina iedereen ‘Un abrazo de resistencia’ toe – een omarming van verzet. Op het scherm, wuivende handen.
Dit artikel kwam tot stand dankzij de beurs voor jonge journalisten van StampMedia en Fonds Pascal Decroos.