‘Zweden gebruikt klimaatverandering als excuus om zich Sami-land toe te eigenen’
Wie betaalt de prijs voor “groene” energie in Scandinavië?
© Marek Kowalczyk
© Marek Kowalczyk
‘Sami worden nog steeds beschouwd als primitieve mensen, als tweederangsburgers.’ Ze strijden vandaag in Zweden, samen met milieuactivisten, tegen de plannen van de Zweedse overheid voor bepaalde energieprojecten in Sami-gebied. Want Zweden investeert fors in groene energie, maar ten koste van wat en wie?
‘Europa heeft groene energie nodig en iemand moet die aanleveren.’ Voor Tomas Riklund is het vanzelfsprekend: Zweden moet fors in windenergie investeren. Hij is communicatiemedewerker bij het Zweedse bedrijf Svevind, dat inzet op wind- en zonne-energie en groene waterstofprojecten. En ook de Zweedse Vereniging voor Windenergie stelt dat Zweden ‘groene stroom naar de rest van Europa kan exporteren en kan bijdragen aan de verminderde uitstoot’.
Zweden wekt momenteel 18% van zijn elektriciteit op met wind. De resterende energie komt er vooral van kerncentrales (40%) en waterkrachtcentrales (45%).
Riklund, in de 50, werkt al zijn hele leven voor Svevind. Hij maakte de bouw mee van het grootste windmolenpark in Europa, Markbygden 1101. Dat bevindt zich op dertig kilometer van zijn kantoor in Piteå.
‘We mikten op 1101 windmolen, maar zoveel bleken er niet nodig te zijn omdat de technologie vooruit ging.’
‘Eerst mikten we op 1101 windmolens, vandaar de naam Markbygden 1101. Maar zoveel bleken er niet nodig te zijn, omdat de technologie vooruitging. Nu kunnen we hogere windmolens met langere wieken bouwen, en die nemen minder plaats in beslag. Vandaag staan er 350 molens en er komen er nog 350 bij.’
Tomas Riklund van windenergiebedrijf Svevind. ‘Europa heeft groene energie nodig en iemand moet dat aanleveren.’
© Marek Kowalczyk
Het windmolenpark bevindt zich in bebost gebied dat zo’n 450 vierkante kilometer groot is, ofwel 3 keer de oppervlakte van Brussel. Het park ligt in Norrbotten, de noordelijkste regio van Zweden. In diezelfde regio is 80% van de Zweedse windenergieprojecten tegen 2023 gepland. ‘Een ideale locatie’, vindt Riklund. ‘Het waait hier veel en er wonen weinig mensen.’
Land voor rendieren
De lokale bevolking en onderzoekers denken daar anders over. Zulke windparken hebben een nefaste impact op de cultuur van de Sami, ook gekend als de Samen: de enige inheemse bevolking van Europa. Zij houden zich van oudsher bezig met rendierhouderij.
Rendierherders zouden door de komst van windmolens een kwart van het graasgebied kwijtraken, zo waarschuwde in 2010 al Ingrid Inga, de vroegere voorzitster van de Sametinget, het Sami-parlement in Zweden. De Sami hebben in enkele noord-Europese landen een eigen parlement, dat de belangen en de cultuur beschermt en promoot. Het houdt ook mee de Sami-taal in stand.
Tussen 2010 en 2013 dienden de Sami verschillende klachten in tegen de bouw van windpark Markbygden 1101 bij het Zweedse Nationale Contactpunt. Maar zonder succes. Zweedse ambtenaren klasseerden het windmolenpark als een ‘niet-Sami-kwestie’. Daarom moesten de Sami niet geconsulteerd worden bij de aanvang van het project, schrijft onderzoekster Ellen Ahlness.
De Sami-herders kregen een schadevergoeding, zegt Svevind. Om wat voor sommen het gaat, wordt niet verteld.
Landverlies is voor de Sami en hun rendierhouderij nochtans de grootste uitdaging in het hele Noordpoolgebied. Dat tonen verschillende onderzoeken aan. De graasgebieden zijn al sterk gekrompen door industriële houtkap en door de komst van waterkrachtcentrales in de 20ste eeuw. Nu dreigen investeringen in hernieuwbare energie in Zweden, Finland en Noorwegen die graasgronden verder te doen afnemen.
De windparken verstoren bovendien de migratieroutes van rendieren en hebben door het geluid van de windturbines een negatieve impact op het welzijn van de rendieren.
Volgens Riklund is er maar weinig verzet tegen Markbygden vanuit de Sami-gemeenschap. De Sami-herders kregen bovendien schadevergoedingen, zegt Riklunds collega en algemeen directeur van Svevind, Frederik Backlund, aan MO*. Om wat voor sommen het ging, vertelt hij er niet bij.
We proberen te spreken met Sami-herders in de regio van Piteå, maar dat lukt niet. Het onderwerp blijkt gevoelig te liggen. Off the record vertrouwen enkele mensen ons toe dat wie vergoed werd daar contractueel niet over mag spreken.
Het grootste windmolenpark van Europa ligt in Zweden: Markbygden 1101.
© Marek Kowalczyk
‘Groen kolonialisme’
Zo’n 200 kilometer verder, in het stadje Jokkmokk, lukt het wél om te spreken met Sami. ‘Er is een donkere schaduwkant aan de Zweedse geschiedenis, met de kolonisatie van de noordelijke gebieden en de onderdrukking van de Sami’, vertelt Hendrik Blind. Hij is lid van de groene partij in Jokkmokk en is zelf Sami. ‘Vandaag gebeurt door binnenlandse en buitenlands bedrijven hetzelfde. Ze maken zich schuldig aan landroof.’
‘Sami worden nog steeds beschouwd als primitieve mensen, als tweederangsburgers, volgens een racistische overtuiging’, zegt Blind. ‘Begin 20ste eeuw werden naaktfoto’s genomen om verschillen tussen de Zweedse en inheemse bevolking te laten zien. Zweden was het eerste land ter wereld dat een instituut oprichtte om dergelijk onderzoek te doen.’
Hiermee verwijst Blind naar het Staatsinstituut voor Raciale Biologie dat zijn deuren in 1922 in Uppsala opende. Met als doel: het bestuderen van eugenetica of “rasverbetering” en menselijke genetica.
Hendrik Blind, lid van de groene partij en lid van de Samen: ‘Vandaag doen binnenlandse en buitenlandse bedrijven hetzelfde als de Zweedse overheid in het verleden. Ze maken zich schuldig aan landroof.’
© Marek Kowalczyk
100 jaar later strijden de Sami naar eigen zeggen dus nog steeds tegen kolonisatie. Een strijd die gedeeld wordt door milieuactivisten, zoals onder meer Greta Thunberg. Die deelde tijdens haar vrijdagse klimaatstakingen in 2018 ook slogans als teken van solidariteit met de Sami.
‘Machtige groepen die ver buiten het Noordpoolgebied gevestigd zijn, gebruiken de klimaatverandering als excuus om zich Sami-land toe te eigenen.’
De gezamenlijke strijd voor dekolonisering en klimaatactie is bovendien niet nieuw. In 2016 nam Aili Keskitalo, de toenmalige voorzitster van het Sami-parlement in Noorwegen, de woorden ‘groen kolonialisme’ in de mond. Ze waarschuwde toen al dat ‘machtige groepen, die ver buiten het Noordpoolgebied gevestigd zijn, de klimaatverandering als een excuus zouden gaan gebruiken om zich Sami-land toe te eigenen’.
De overheid weet het beter
Het idee leeft nog steeds dat de Zweedse autoriteiten het land efficiënter kunnen beheren dan de Sami, stelt onderzoekster May-Britt Öhman. Ze is verbonden aan het Centrum voor Multidisciplinaire Studies over Racisme aan de universiteit van Uppsala.
Dat idee leeft ook in Noorwegen, waar de Noorse regering al in de late jaren ‘70 besloot om een hervorming van de rendierhouderij door te voeren. Die moest bijdragen aan een ‘optimalisering van vleesproductie en de verhoging van het inkomen en welzijn van de Sami om dezelfde levensstandaard als de rest van de Noorse samenleving te bereiken’, staat te lezen in het document van het Noorse ministerie van Landbouw uit 1975.
‘Politici gedragen zich alsof ze iets van rendierhouderij kennen. Ze tekenden de grenzen van graasgebieden op en legden deadlines vast voor de migratie van rendieren tussen zomer en winter’, vertelt Ellen Bals. Ze is medewerkster van het lokale gemeenschapsmuseum RiddoDuottarMuseat in het Noorse stadje Kautokeino (of Guovdageaidnu in het Sami). ‘De Noren begrijpen niet dat rendierhouderij een levensstijl is, niet alleen een baan. En dat wij beter weten wat goed is voor onze dieren. Al honderden jaren zorgen we voor ze.’
‘We zien dit ook in het Amazonewoud of Australië gebeuren met inheemse gemeenschappen’, treedt Inga Anne Karen Sara haar bij, ambtenaar in het Sami-parlement in Noorwegen. ‘Ook daar proberen overheden en bedrijven gemeenschappen ervan te overtuigen dat hun leven gaat verbeteren dankzij hun investeringen.’
Zicht op een waterkrachtcentrale in de buurt van Jokkmokk, met ontdooid ijs bij -30 graden
© Marek Kowalczyk
Een nieuwe ijzermijn
In Zweden is niet alleen het windmolenpark Markbygden 1101 omstreden. Er is ook controverse over de komst van een nieuwe ijzermijn in Jokkmokk, een plaats met bijna 5000 inwoners. Het Britse mijnbedrijf Beowulf Mining heeft op 22 maart, na 10 jaar wachten, toestemming gekregen om er de grootste ijzervoorraden in Zweden te exploiteren.
Zweden bezit 60% van de ijzerertsvoorraden in Europa. Het is sinds 2021 verantwoordelijk voor 90% van de Europese ijzerertswinning.
Beowulf Mining belooft werkgelegenheid voor de lokale bevolking en hogere belastinginkomsten. Bovendien zou de mijn opnieuw mensen naar de regio moeten lokken.
Het bedrijf profileert zich als een onderneming die ‘grondstoffen zal produceren die cruciaal zijn voor de groene transitie en zo de klimaatcrisis zal helpen aanpakken’. Een van die grondstoffen is het staal dat geproduceerd wordt met ijzererts en dat onder meer nodig is voor de bouw van windmolens.
Verwacht wordt dat de vraag naar staal tegen 2050 met meer dan een derde zal stijgen. Tegelijk is de staalproductie nu al verantwoordelijk voor 7% van de globale CO2-uitstoot.
De nadelen van de mijn
Het Britse mijnbedrijf vestigt graag de aandacht op de mogelijkheden van de mijn. Maar de Sami vrezen voor de schade die ze zal berokkenen aan het milieu en de rendierhouderij. Op 11 februari legden de vertegenwoordigers van de Sami daarom een petitie neer bij de minister van Handel, Industrie en Innovatie, Karl-Petter Thorwaldsson.
‘De voorgestelde locatie in het noorden van Zweden brengt de lokale bevolking, het toerisme, de biodiversiteit, het drinkwater, de lokale ondernemingen en het milieu voor onbepaalde tijd in gevaar’, stelt de petitie. ‘IJzererts is geen zeldzaam en ook geen kritisch metaal. Het is niet nodig om de “groene transitie” te vervullen.’
De mijn betekent, net zoals het windmolenpark, een verlies van graasland. Dat zegt ook Sami-herder Mikael Kuhmunen uit Jokkmokk. ‘Rendieren gaan het mijngebied ontwijken. Hierdoor zullen hun migratieroutes veranderen.’
‘De milieuschade die de mijn zal veroorzaken, is onvoldoende beoordeeld.’
Daarnaast warmt het Noordpoolgebied drie keer sneller op dan de rest van de wereld. ‘Dat maakt het weer onvoorspelbaar’, zegt Kuhmunen. En de opwarming maakt het voor de rendieren moeilijker om aan voedsel te raken. Samen met houtkap zorgt de klimaatverandering ervoor dat de graasgebieden sterk gefragmenteerd raakten. ‘De rendieren verspreiden zich nu over “eilandjes” bos.’
Rendier op zoek naar korstmos
© Marek Kowalczyk
Ook mensenrechtenexperts van de Verenigde Naties drongen er al op aan om geen vergunning af te leveren aan Beowulf Mining. Ze wijzen er ook op dat het project gepland is op amper 100 kilometer van Unesco-Werelderfgoed, Laponia. Dat is beschermd gebied met vier nationale parken, twee natuurgebieden en twee wetlands, waterrijke gebieden.
Laponia is 9500 vierkante kilometer groot (ter vergelijking: Vlaanderen is ruim 13.000 vierkante kilometer groot). Het herbergt oerbossen, maar ook locaties die heilig zijn voor de Sami, zoals het meer Lájtávrre.
De speciale VN-rapporteurs wijzen ook op de negatieve gevolgen voor het milieu en voor de waterbronnen. De mijn zou grote hoeveelheden stof creëren dat zware metalen bevat en de afzetting van giftig afval. ‘De milieuschade die de mijn zal veroorzaken, is onvoldoende beoordeeld.’
De open mijn Aitik, ten zuiden van Gällivare, op ongeveer 120 km van Jokkmokk. Gevreesd wordt dat het landschap rond Jokkmokk er zo zou kunnen gaan uitzien.
© Marek Kowalczyk
Ook de Zweedse kerk schaart zich aan de kant van de Sami en de milieuactivisten. Zo bekritiseerde de aartsbisschop van Uppsala, Antje Jackelén, de mijnbouwplannen in een open brief aan de Zweedse premier.
Jackelén verwijst naar de gevolgen van de kolonisatie van het noorden door de Zweedse regering en de Zweedse kerk. Ze wil niet dat de geschiedenis zich herhaalt en dat de Sami opnieuw de prijs moeten betalen voor de “ontwikkeling” van het land.
Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek.