Mangrovebossen moeten de zee tegenhouden
Suriname heeft geen geld voor een zeedijk, maar dat kan een goede zaak zijn
Het zeewater stijgt, breekt door dijken en doet kustbewoners in Suriname telkens weer verhuizen. Wat gaat de regering doen om het land te behoeden voor een massamigratie? Buurtbewoners aan zee lobbyen voor de bouw van een stenen zeedijk, maar één man houdt de regering een groener alternatief voor.
Sinds 2005 heeft de Surinaamse kustlijn zich op sommige plekken tot wel 600 meter teruggetrokken, landinwaarts. Mangrovebossen kunnen het water mogelijk tegenhouden.
© Belga
Het zeewater stijgt, breekt door de dijken en doet kustbewoners in Suriname telkens weer verhuizen. Wat gaat de regering doen om het land te behoeden voor een massamigratie? Buurtbewoners aan zee lobbyen voor de bouw van een stenen zeedijk, maar één man houdt de regering een groener alternatief voor. Al vijf jaar plant hij in weer en wind jonge mangroveboompjes. Zolang er geen geld is voor een dijk, is Suriname aangewezen op zijn vastberadenheid.
Al bij de eerste stappen zakt de zestienjarige krabbenvanger Rochan Badal tot aan zijn knieën in de modder. Waar hij kan, pakt hij de wortels van de mangrovebomen vast voor steun, maar in de open vlakte van de zee is hij aangewezen op zijn evenwicht. Op zijn hoofd heeft hij een T-shirt gebonden, de middagzon is verschroeiend.
Behendig beweegt Rochan zich door de modder, een witte zak hangt over zijn schouders, een glimlach om zijn lippen. Rond hem kruipen krabben in en uit hun gaten. Wanneer hij een krab te pakken heeft, drukt hij de scharen met zijn duim in een houdgreep tegen het krabbenlijf, waarna hij ze snel in de zak gooit. De handeling duurt slechts enkele seconden, maar gaat gepaard met veel precisie.
Aan de oever zit vader Ramesh Badal op een van de houten palen die de zee van het land scheiden. Hij kijkt toe hoe zijn zoon door de modder ploetert en wijst hem opgewekt de grote krabben aan. Ramesh komt hier al elf jaar, maar sinds zijn zoon groot genoeg is gaat hij zelf niet meer op krabbenjacht. De zuigkracht maakt hem zo goed als bewegingloos. ‘Je moet zeer licht en snel zijn voor dit werk’, zegt Ramesh.
Wanneer het eb is, komt hij met zijn zoon naar de kuststreek bij Weg naar Zee, een resort aan de rand van de Surinaamse hoofdstad Paramaribo. Bij eb komen de krabben massaal naar boven.
Mangroves en de zeespiegel
Krabbenvangers zijn al jaar en dag te vinden aan de kust van Suriname. Het Zuid-Amerikaanse land bestaat voor 93 procent uit bos, waarvan ruim 100.000 hectare mangrovebos. De kustlijn is er bijna 400 kilometer lang en bestond oorspronkelijk volledig uit mangrovebos, een van de meest diverse ecosystemen ter wereld.
Deze mangrovebossen beslaan wereldwijd slechts 0,3 procent van het grondoppervlak van Suriname, maar absorberen in verhouding wel het meeste CO2. Soms wel vier keer meer dan bossen in het hoogland.
‘Iedereen wil zo dicht mogelijk bij de zee wonen, voor het uitzicht. Pas later ontdekte men dat die gronden niet aan maar ín de zee liggen.’
Mangrovebomen komen in verschillende soorten, maar zijn vaak te herkennen aan hun lange wortels die boven het slib uitsteken. De zogenaamde luchtwortels houden bezinksel vast, versterken op die manier de kust en beschermen de oever tegen erosie. Daarnaast vormen ze ook nog eens een uitstekende bescherming tegen de stijgende zeespiegel.
Die laatste vormt een ernstig probleem voor Suriname: van alle landen in Zuid-Amerika wordt het het meest bedreigd door de stijgende zeespiegel. Wereldwijd hoort Suriname zelfs bij de tien meest bedreigde landen. Stijgt de zeespiegel met één meter, dan wordt 73 procent van de bevolking rechtstreeks getroffen, inclusief in de hoofdstad Paramaribo.
De afgelopen vijftig jaar verdween al dertig tot vijftig procent van de mangrovebossen wereldwijd. Wetenschappers vrezen dat ze binnen dertig jaar volledig verdwenen zullen zijn, als er niet snel iets wordt gedaan.
Een dijk is duur
Ook in Suriname moeten de mangrovebossen steeds meer plaatsmaken voor de mens, door de groeiende bevolking en door de aanhoudende migratie naar de kuststreek, die veel beter ontwikkeld is dan de rest van het land.
Aan de kustlijn van Weg naar Zee verrezen sinds 1980 een gebedshuis, een crematieoord, cafés, eethuizen en woningen. ‘Uit pure onwetendheid zijn hier in het verleden gronden uitgegeven (toegewezen door de overheid via specifiek Surinaams systeem, red.), en daar moeten we nu de prijs voor betalen’, zegt Sewcharan Atamdew.
Atamdew is 58 en woont al zijn leven lang in het gebied. De man heeft met eigen ogen gezien hoe grote stukken mangrovebos werden gekapt. ‘Iedereen wil zo dicht mogelijk bij de zee wonen, voor het uitzicht. Pas later kwam men tot de ontdekking dat die gronden niet aan maar in de zee liggen’, zegt hij.
Sinds 2005 heeft de kustlijn, die sterk beïnvloed wordt door slib uit de Amazonerivier, zich op sommige plekken tot wel 600 meter teruggetrokken, landinwaarts. De stijgende zeespiegel en hardnekkige vloedgolven zorgen voor steeds meer overlast. In een poging het zeewater tegen te houden worden dammen opgetrokken uit houten boomstammen en geotextiel, maar die houden nooit lang stand.
Mangrovebossen zijn volgens hydroloog Sieuwnath Naipal de beste oplossing voor het stijgende zeewater. ‘Met de bouw van een betonnen dijk schuif je het probleem alleen 75 jaar verder op.’
Rob Oo (CC BY 2.0)
Eind september kreeg Atamdew opnieuw te maken met een dambreuk. ‘Dit is al de vijfde dam die we bouwden. Elke keer moeten we ons een stukje terugtrekken’, zegt hij. De man woont nu op vier kilometer van de laatste dambreuk.
Atamdew is landbouwer, net zoals veel van zijn buren. Bij elke dam die het begeeft, ziet hij de gewassen die hij aanplantte kapotgaan door het zoute water dat de grond indringt. De roep voor de bouw van een degelijke zeedijk, in steen, wordt daarom elk jaar luider.
Maar een dijk is duur. Eén betonnen kilometer kost naar schatting zo’n zes miljoen euro, en dat geld heeft Suriname er niet voor over. Het land kampt sinds enkele jaren met een zware economische crisis. ‘Als Suriname geld had, was er allang een zeedijk gebouwd’, zegt Sieuwnath Naipal, de enige hydroloog van Suriname.
‘De nieuwe minister is bereid om het mangroveproject een kans te geven. Hij wil erover nadenken, en dat is voor mij al genoeg.’
Sinds 2015 plant Naipal jonge mangrovebomen op de plekken waar die in het verleden zijn gekapt. Zijn vaste team bestaat slechts uit een handjevol mensen, maar mede dankzij de hulp van vrijwilligers is hij op ruim twintig hectare actief. De meeste aandacht gaat naar de gebieden waar het gebrek aan mangrovebossen de kustgemeenschappen onder druk zet, bijvoorbeeld in Weg naar Zee.
Met de oprichting van het Mangrove Forum Suriname, een platform voor iedereen die de mangrove een warm hart toedraagt, verwerft Naipal zoveel mogelijk steun. Internationaal kan zijn mangroveproject al op veel bewondering en (financiële) steun rekenen.
Maar binnen de landsgrenzen is dat veelal een ander verhaal. ‘Ik ben al voor van alles en nog wat uitgescholden. Een professor die in de modder rondloopt? Dat geloven ze niet’, zegt Naipal in zijn kantoor op de Anton de Kom Universiteit. Ook op financiële steun van de overheid heeft Naipal nog niet kunnen rekenen. ‘Lokale inwoners vragen mij na al die jaren nog steeds: “Wat kom je hier doen?” Het kwetst soms om altijd dezelfde vragen te moeten beantwoorden.’
‘Water naar zee dragen’
De vorige regering was, net zoals de meerderheid van de bewoners in Weg naar Zee, grote voorstander van de bouw van een zeedijk. Zij zagen en zien geen heil in de inspanningen van Naipal. Buurtbewoners beweren dat hij ‘water naar zee draagt’.
‘Met de vorige minister van Openbare Werken kon ik helemaal niet praten’, zegt de hydroloog. ‘Hij had zijn beslissing al gemaakt en wou een dijk bouwen. Maar de nieuwe minister is bereid om het mangroveproject een kans te geven. Hij wil erover nadenken, en dat is voor mij al genoeg.’
Sieuwnath Naipal (centraal in beeld) nodigde de nieuwe minister van Openbare Werken uit voor een bezoek aan zijn project. Het wachten blijft op concrete ondersteuning van de overheid
Deceuninck
De nieuwe regering, die sinds augustus in het zadel zit, geeft hoop. Waar de vorige nog een nieuw woningproject aankondigde op de kustvlakte, heeft de nieuwe regering dit besluit inmiddels teruggedraaid. Ook de nieuwe president, Chandrikapersad Santokhi, zei in zijn jaarrede eind september dat hij van plan is om volgend jaar het probleem van de zeespiegelstijging aan te pakken ‘door de natuur met de natuur te beschermen’.
Maar het blijft wachten op concrete ondersteuning. Er ligt namelijk al jaren een concept van een Kustwet klaar voor bespreking in het parlement. Deze wet moet zowel het zeegebied als de mangrovebomen officieel beschermen. Vorig jaar werd, na jaren lobbywerk van milieuactivisten, eindelijk wel de milieuraamwet goedgekeurd. ‘De Kustwet is nooit goedgekeurd omdat er nog geen milieuraamwet was. Nu die er wel is, is het de taak van het parlement om de Kustwet te behandelen’, zegt Naipal.
Groene of grijze dijk?
In het kantoor van Naipal worden we onderbroken door een telefoontje. Voor de bouw van hun nieuwe onderstation wil het nationaal energiebedrijf EBS weten hoe ver ze van de kustlijn moeten blijven om de stijgende zeespiegel te ontlopen.
‘De bewustwording groeit wel’, zegt Naipal wanneer hij de telefoon neerlegt. ‘Twintig jaar geleden zouden ze me niet gebeld hebben. Maar het werk is nog niet gedaan’, zegt hij. Hoewel Naipal inmiddels wel gegroet wordt door de meeste buurtbewoners van Weg naar Zee, is er na vijf jaar nog steeds veel onbegrip voor zijn werkzaamheden.
Wanneer krabbenvanger Rochan de modder van zich afspoelt, toont vader Badal ons de vangst van de dag. In de witte zak, nu schoongespoeld, krioelen tientallen krabben onrustig over elkaar. Badal zal de zak in de stad verkopen voor 350 Surinaamse dollars, omgerekend 25 euro. Met deze bijverdienste houdt de familie Badal het hoofd boven water.
Krabbenvanger Rochan Badal in een modderige open vlakte aan de Surinaamse kust. Op de achtergrond groeien jonge mangroveboompjes.
© Zoë Deceuninck
Over de leefomgeving van de krabben en de functie van het mangrovebos is Badal kort. ‘Ik weet niet wat die man daar allemaal doet’, zegt Badal, doelend op de hydroloog. ‘Maar als ik kijk naar de plek waar hij werkt, zie ik geen bomen. Hier stonden enkele jaren geleden ook geen bomen, en kijk nu, zoveel bomen. Niemand heeft die hier geplant’, zegt Badal, terwijl hij om zich heen wijst.
Wanneer we deze reactie voorleggen aan Naipal, slaakt hij een zucht. ‘Het is waar dat mangrovebossen ook uit zichzelf groeien. Als de omstandigheden gunstig zijn en de verstoring door de mens niet zo groot is. Dat laatste mag men niet vergeten. Vijf jaar geleden waren er geen krabben en dus ook geen krabbenvangers in de buurt waar ik aan het planten ben. Afgelopen jaar zijn er honderden zakken aan krabben weggedragen. We vergeten snel dat alles met elkaar verbonden is.’
Dus blijft Naipal even koppig als geduldig boompjes planten. En op eenzelfde manier blijven buurtbewoners voor een grijze, betonnen dijk lobbyen.
Altijd overstroming
Maar deze situatie, met de vele dambreuken, is onhoudbaar. Eind oktober werd de kuststrook te Weg naar Zee officieel als ‘gevarenzone’ bestempeld, nadat er opnieuw een dam was gebroken. Door de aanhoudend hoge waterstand komt het water nu bijna tot aan de weg.
‘Alle gebieden langs de zee zullen in de toekomst altijd overstromen bij hoogtij’, zei de minister van Openbare Werken, Riad Nurmohamed, aan lokale media tijdens zijn tweede oriëntatiebezoek. Als tijdelijke oplossing wordt er bamboe geplant langs de weg, die nu als dijk fungeert.
Hoe langer de regering treuzelt met haar beslissing tussen een groene of grijze dijk, hoe meer tijd Naipal heeft om te bewijzen dat de groene optie de betere is. ‘Met de bouw van een zeedijk los je het probleem van de zeespiegelstijging niet op, je schuift het alleen 75 jaar verder op. Ik zal ook niet eeuwig blijven planten, maar ik zal mijn bijdrage hebben geleverd’, zegt Naipal.
En als de regering uiteindelijk toch kiest voor een stenen zeedijk? ‘Ik zal geen weerstand bieden als ik weg moet. Maar dan moeten ze wel weten dat ze er met die beslissing grandioos naast zitten. Grandioos.’
Deze reportage werd geschreven voor het winternummer van MO*magazine. Voor slechts 32 euro kan je hier een jaarabonnement nemen! Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.