Materialenbanken in Leuven en Antwerpen geven bouwafval een tweede leven
Wat kunnen we doen met 22 miljoen ton bouwafval?
Bouwmaterialen met historiek? Die zijn sinds kort makkelijk te vinden in Leuven en Antwerpen. Materialenbanken geven bouwafval, goed voor een derde van het totale volume afval, een tweede leven. ‘Gebruikte materialen hebben een verhaal. Dat maakt het behalve ecologisch, ook buitengewoon boeiend.’
Een container van EcoWerf levert een lading herbruikbaar afvalhout van de recyclageparken
© Isabelle Vanhoutte
In 2018 produceerden we 22 miljoen ton bouwafval en dat is een stroom die zal blijven toenemen. Veel van die bouwmaterialen kunnen makkelijk een tweede leven krijgen, vonden de oprichters van de Leuvense Materialenbank. Ook in Antwerpen staan twee architecten aan het roer van een gelijkaardig initiatief. ‘Die gebruikte materialen hebben een verhaal.’
We produceren in België steeds meer bouwafval. Volgens Statbel verdubbelde de hoeveelheid bouwafval tussen 2004 en 2018 van 11 naar 22 miljoen ton. Bouwafval is daarmee goed voor maar liefst een derde van het totale volume aan afval.
Al dat afval moet ergens naartoe. Vandaag wordt het vaak vermalen. Steengruis komt terecht in nieuwe straten, hout wordt gebruikt als brandstof en staal wordt gerecycleerd. Maar materialen in hun volledige vorm hergebruiken is ecologisch gezien slimmer. Hergebruik vraagt minder energie, bewaart de eigenschappen van het materiaal en het spaart het verbruik van nieuwe grondstoffen uit.
‘De toevloed van bouwafval zal niet afnemen. Die groeiende afvalstromen vormen een groot potentieel.’
‘De toevloed van bouwafval zal vermoedelijk binnenkort niet afnemen. Leuven is aan het groeien. Daarnaast wordt volop gerenoveerd om huizen klimaatneutraal te maken. Die groeiende afvalstromen vormen een groot potentieel’, zegt Wouter Florizoone, ondervoorzitter van intercommunale EcoWerf. Hij zette zijn schouders mee onder een nieuw initiatief: een materialenbank waar bouwmaterialen worden verzameld voor hergebruik. Afgelopen week opende de Leuvense Materialenbank de deuren.
Wouter Florizoone is ondervoorzitter van intercommunale EcoWerf en initiatiefnemer
© Isabelle Vanhoutte
Het is een partnerschap tussen heel wat organisaties die voorheen niet samenwerkten. De marktplaats wordt uitgebaat door Atelier Circuler, een Leuvense vzw die aan de slag gaat met afgedankte bouwmaterialen. De Stad Leuven stelt oude gebouwen ter beschikking als materialenleverancier. Intergemeentelijk milieubedrijf EcoWerf houdt waardevol sloophout opzij op het recyclagepark in Wilsele. En kringwinkelorganisatie ViTeS zet in op sociale tewerkstelling.
Urban mining
Lieven Van der Stock, directeur van ViTeS, legt uit: ‘Jaarlijks komen er zo’n tien miljoen kilogram spullen binnen bij de kringwinkels van ViTeS. Zes tot acht procent daarvan is onbruikbaar afval. Ook dat afval een tweede leven geven, is de moeite. En dat koppelen we aan sociale tewerkstelling: in heel Vlaams-Brabant stelt ViTeS zo’n 700 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt tewerk. Dat kunnen er meer worden door samen te werken met de materialenbank.’
Hoe de samenwerking tussen ViTeS en de Materialenbank eruit zal zien staat nog niet helemaal op punt. Er wordt bijvoorbeeld gedacht aan de recuperatie van meubelhout, zoals planken uit een beschadigd eikenhouten bed.
Een andere stroom van bouwmaterialen komt uit de sloop van gebouwen, wat ook urban mining wordt genoemd_._ Volgens die filosofie zijn gebouwen een magazijn vol bruikbare grondstoffen waarvan je de waarde zo veel mogelijk probeert te behouden.
Een eerste urban mine die werd ontmanteld en nu in de Leuvense Materialenbank terug te vinden is, is de oude Schietstand op het militair domein in Heverlee. ‘Deze balken,’ wijst Stro van Atelier Circuler aan, ‘hingen er aan het plafond, in het donker. Daardoor zien ze er nog als nieuw uit. Als je goed kijkt, zie je de schietsporen. Wij maken er plantenbakken van. We controleren ze wel eerst met een metaaldetector, want als er nog een kogel in zit, gaat onze zaag eraan (lacht)’.
‘Omgevallen stadsbomen worden normaal snel verzaagd om niet in de weg te liggen. Wij maken er bankjes van.’
‘In het rek liggen ook gedroogde boomstammetjes. Dat zijn omgevallen stadsbomen’, toont Stro’s collega Sam Van den Berghe. ‘Normaal gezien worden die snel verzaagd om niet in de weg te liggen, maar het is eigenlijk mooi hout. Wij gaan er bankjes van maken,’ zegt hij.
Een andere belangrijke leverancier van sloopmateriaal is EcoWerf, een intergemeentelijk milieubedrijf dat 23 Vlaams-Brabantse recyclageparken beheert. ‘Er komt heel veel hout binnen bij EcoWerf. Voor de Leuvense recyclageparken is dat jaarlijks zo’n 1450 ton. Daar zit ook kwaliteitsvol tropisch hout bij dat wordt afgevoerd als energiebron, maar dat is zonde’, zegt Wouter Florizoone.
‘Nu houdt de parkwachter dat apart. Dat moet ook de ambitie zijn van alle afvalintercommunales: meer materiaal voor hergebruik beschikbaar maken’, gaat Florizoone verder. ‘Nu gaat het nog om kleine volumes, maar de ambitie is om op termijn naar 10 procent te gaan.’
Stro van Atlier Circuler toont een plank met een kogelafdruk
© Isabelle Vanhoutte
Het partnerschap tussen de verschillende organisaties die voordien niet samenwerkten, maakt de Leuvense Materialenbank uniek in Vlaanderen. Maar het is niet het enige project dat inzet op hergebruik van materialen.
Vandaag bestaan er verschillende organisaties die dat al doen, zoals Opalis, een online gids en zoekertjessite voor tweedehands bouwmaterialen of particuliere sloopbedrijven.
Of New Horizon, een groot Nederlands Urban Mining-bedrijf dat jaarlijks onder meer zo’n 120.000 kubieke meter beton en 15 miljoen gevelstenen redt en doorverkoopt aan projectontwikkelaars, woningcorporaties en vastgoedbeleggers.
Een fysiek project, gericht op particulieren dat verschillende afvalstromen samenbrengt en grote volumes wil draaien, was er nog niet in Vlaanderen, tot nu.
Eerst het materiaal, dan het ontwerp
In Rotterdam en Utrecht bestaat Buurman, een winkel voor hergebruik van materialen waar een werkplaats aan gekoppeld is. In Antwerpen opende vorige week een nieuw Buurman-filiaal de deuren op de Antwerpse slachthuissite.
Deze materialenbank wordt uitgebaat door architecten Eva De Clerck en Minne Warmenbol. ‘Net zoals onze Nederlandse tegenhangers wilden we van onderuit verandering brengen’, legt Eva De Clerck uit. ‘Want hoewel er al een markt voor tweedehands bouwmaterialen bij professionele schrijnwerkers en aannemers is, bestaat er weinig maar voor burgers die willen klussen met tweedehands materiaal. Vooral in de regio rond Antwerpen.’
De filosofie achter de Antwerpse en Leuvense materialenbank is dan wel dezelfde, van een samenwerking zoals in Leuven, met de stad en recylageparken, is in Antwerpen nog geen sprake.
‘We rekenen op donaties van bedrijven die met reststromen zitten’, legt De Clerck uit. ‘Veel bedrijven zijn bezig met duurzaamheid en willen hun afval graag een tweede leven geven. Daarnaast doen we ook aan selectieve sloop van gebouwen.’
‘Het doel is dat het voor iedereen interessant is om tweedehands te kopen.’
‘Daarnaast komen verschillende ontwerpers naar ons met de vraag naar een bepaald type materiaal, om ermee aan de slag te gaan volgens het principe van material driven design.’ Dat wil zeggen: ‘Op zo’n manier ontwerpen dat je rekening houdt met het beschikbare materiaal, zodat je minder verlies aan materiaal en snijresten krijgt.’
‘We krijgen regelmatig die vraag en het gaat over best grote projecten. Op die manier kunnen we grote volumes draaien die de prijzen drukken. Want het doel is dat het voor iedereen interessant is om tweedehands te kopen.’
© Isabelle Vanhoutte
Snelle doorstroom
Thomas Van Oppens is Leuvens schepen van stadsreiniging voor Groen en mee drijvende kracht achter de Materialenbank
© Isabelle Vanhoutte
Die snelle doorstroom is ook de motor achter de Leuvense Materialenbank. ‘Daarin verschillen we misschien wel wat van Rotor DC, een Brussels bedrijf dat bouwelementen recupereert en een inspiratie was voor onze materialenbank’, verduidelijkt Wouter Florizoone van EcoWerf. ‘Waar zij zich eerder toespitsen op afwerkingsmaterialen van grote moderne en hedendaagse gebouwen, is het bij de Materialenbank de uitdaging om grote volumes zo snel mogelijk te laten circuleren.’
Tegelijkertijd zetten beide materialenbanken in op andere vormen van inkomsten, zoals de verkoop van plantenbakken of andere objecten gemaakt met afvalhout. ‘De zogenaamde “stadsplanken” die Atelier Circuler maakte van kasten uit de kelder van de oude Stella Artois-gebouwen waren in een mum van tijd uitverkocht’, zegt Thomas Van Oppens, Leuvens schepen van Stadsreiniging en drijvende kracht achter de Materialenbank. ‘We blijven daarom inzetten op de lokale maakindustrie.’
Bij Buurman wordt de slachthuissite omgevormd tot werkplaats waar teambuildings en workshops zullen doorgaan. ‘We hopen daar vanaf april mee van start te gaan’, zegt Eva De Clerck.
Komt de milieubewuste klusser in grote getale langs? De sterren staan alvast goed. ‘Ons openingsweekend was een succes’, zegt Eva De Clerck. ‘Er kwamen veel positieve reacties, van bijvoorbeeld scholen tot klussers uit de stad, op zoek naar een werkplek. Dagelijks krijgen we wel vijf mailtjes van mensen die willen samenwerken.’
‘Soms zitten daar mooie verhalen tussen. Zoals een man die zei dat hij al zijn hele leven hout verzamelde in een hangar, maar moest verhuizen. Hij kon het hout niet weggooien, dus wilde het schenken aan ons project. Net omdat wij er een tweede leven aan geven.’
De stroom aan bouwafval, die blijft er nog wel even duren. ‘Binnenkort komt de renovatie van het Stadhuis eraan’, glundert Van Oppens. Bij gebruikte materialen horen verhalen. Die maken materialenhergebruik behalve ecologisch, ook buitengewoon boeiend.
Deze lampen komen uit De Filmfabriek, de tafelpoten komen van de KU Leuven
© Isabelle Vanhoutte