Meer dan 20 jaar in de clandestiniteit: in België kan dat

Reportage

Wie zijn de vrouwen, die clandestien meebouwen aan onze welvaart?

Meer dan 20 jaar in de clandestiniteit: in België kan dat

Meer dan 20 jaar in de clandestiniteit: in België kan dat
Meer dan 20 jaar in de clandestiniteit: in België kan dat

Ze houden winkels en cafés draaiende, halen kinderen tijdig van school of helpen tweeverdieners bij hun huishoudelijke taken. Sommigen doen dit al meer dan twintig jaar, ook al hebben ze geen geldige verblijfspapieren. Wie zijn deze vrouwen, die in de clandestiniteit meebouwen aan onze welvaart?

© Inge Bogaerts

© Inge Bogaerts

‘Ik volgde mijn droom, en die ontplofte in mijn gezicht’, schatert Wafae (schuilnaam) aan de telefoon. Een lach waarmee ze het ongemak bij mijn vraag waarom ze naar België kwam, probeert weg te moffelen. ‘Ik kwam voor werk’, zegt ze. ‘Ik wilde financieel zelfstandig zijn.’

Op basis van ons telefoongesprek probeerde ik me in te beelden hoe ze er zou uitzien. Maar de verbeelding kwam niet overeen met de werkelijkheid. Ze is uiteraard niet meer de jonge vrouw die in 2001 met een toeristenvisum naar België kwam. Toen was ze 31. Inmiddels is er 22 jaar verstreken, en voor haar voelt het alsof de tijd is blijven stilstaan. Alleen wat rimpels op haar gezicht herinneren aan de vervlogen jaren in ons land.

22 jaar lang werken leverde Wafae geen verblijfsvergunning op, de vele regularisatieaanvragen en zelfs een hongerstaking ten spijt. Haar verblijf is niet wettelijk erkend en biedt haar geen bescherming. Tegen niets. Ze is “illegaal”.

Elke zaterdag gaat Wafae poetsen in een laboratorium in Aalst. Deze zaterdag hield ze vrij om me in haar woning in Anderlecht te ontvangen. ‘Als ik één keer niet ga poetsen, is dat geen ramp’, zegt ze. Dat ze door onze afspraak loon verliest, vindt ze niet zo erg. ‘Het geeft me tijd om mijn eigen stek op te ruimen.’

Wafae woont in een studio op de tweede verdieping van een eengezinswoning. De slaapkamer, die bijna de helft van de ruimte beslaat, kijkt uit op de straat. De leefruimte is piepklein maar gezellig ingericht. Het toilet bevindt zich in de keuken. De verschillende ruimtes worden met fijne gordijnen van elkaar gescheiden.

Voor de huur betaalt ze maandelijks 560 euro, gas en elektriciteit inbegrepen. Ze is tevreden over de woning en de prijs. Het huis is van de baas van een handelszaak waar ze gaat poetsen. Ze heeft geen sociale rechten, maar wanneer haar baas met vakantie is en zij niet hoeft te komen poetsen, moet ze geen huurgeld betalen.

© Inge Bogaerts

© Inge Bogaerts

Wafae combineert verschillende jobs en doet voornamelijk poetswerk. Ze pendelt tussen Brussel, Nijvel en Aalst. Op donderdagen werkt ze bij een vrouw van in de negentig. Ze poetst het huis, doet boodschappen, kookt en houdt haar gezelschap. Tot voor kort werkte ze in dezelfde straat voor nog twee andere bejaarde vrouwen, maar die zijn ondertussen gestorven.

Een baan als poetshulp was in het begin allesbehalve vanzelfsprekend. In Marokko volgde ze een opleiding tot administratief bediende. ‘Toen ik besefte dat mensen zoals ik, zonder papieren, kunnen kiezen tussen poetsvrouw worden of vrouw van plezier, was de keuze snel gemaakt. Poetshulp blijft een eerbare job’, lacht ze. ‘Natuurlijk werk ik in het zwart. Ik bouw geen sociale rechten op, maar al bij al heb ik niet te klagen’, zegt ze.

Ingewikkeld parcours

Het was ook puzzelen om met Xemena (50) af te spreken. Ik mocht haar bellen na acht uur ’s avonds, als ze klaar was met haar werk. Ze doet poetswerk bij verschillende mensen en verdient 200 à 300 euro per week. Bij een van de gezinnen doet ze verschillende huishoudelijke taken: ze haalt de kinderen van school, poetst, doet boodschappen en kookt. ‘Ik werk bij heel goede mensen’, zegt Xemena. ‘Mijn bazin zegt dat ik een tweede mama voor haar kinderen ben.’

© Inge Bogaerts

© Inge Bogaerts

Xemena komt uit Colombia en woont anderhalf jaar in België. Ze heeft twee volwassen dochters en een zoon van zestien. Net zoals veel Zuid-Amerikanen in ons land, trok Xemena aanvankelijk naar Spanje. Ze voegde zich bij haar oudste dochter, een schoonheidsspecialiste, die zich daar twee jaar eerder had gevestigd om te werken. Xemena bracht haar zoon en kleinzoon mee.

Nadat haar dochter een tijdelijk arbeidscontract in Brussel had gekregen, kwamen Xemena en de kinderen ook mee. Het arbeidscontract was voor slechts twee weken bedoeld, maar voor de liefde bleef de dochter hangen in België. En zo bleven ook Xemena en de twee jongens.

Moeder en dochter werken in het zwart. Hoe de toekomst voor het gezin eruitziet, weet Xemena niet. Haar dochter gaat soms terug naar Spanje voor werk. Zelf hoopt Xemena op een verblijfsvergunning in Portugal, waar ze intussen een aanvraag ingediend heeft.

Of ze uiteindelijk naar Portugal zou verhuizen als ze daar een verblijfsvergunning krijgt, is niet zeker. Dat is niet wat ze echt wil. Ze heeft al een migratieverleden in de Verenigde Staten, lang voordat ze naar Europa kwam. Dat verklaart waarom haar andere dochter in Miami woont. ‘Ze is daar geboren en heeft de Amerikaanse nationaliteit’, zegt Xemena.

Evenveel vrouwen als mannen

Clandestiene immigratie is ‘vervrouwelijkt’. Dat is al een tijdje zo. Net zoals mannen, wagen vrouwen de sprong in het duister, op zoek naar werk en betere levensomstandigheden. Demografen van de VUB berekenden op basis van het aantal overlijdens van mensen zonder wettig verblijf dat zo’n 112.000 mensen in ons land in de clandestiniteit leven. Dat gaat alleen over mensen van buiten de Europese Unie.

‘Of wij het nu willen of niet, door het zwartwerk dragen mensen zonder wettig verblijf bij aan de welvaart van Belgie.’
Henriette, Comité des Femmes Sans-Papiers

‘De man-vrouwverhouding binnen deze populatie is in balans’, zegt Johan Surkyn, demograaf aan de VUB. ‘Er waren altijd iets meer mannen dan vrouwen, maar die laatsten raakten de voorbije jaren gemakkelijker geregulariseerd dan de eersten, zeker als ze kinderen hebben.

Bij de laatste regularisaties werd er voorrang gegeven aan mensen die een vaste band met België hebben ontwikkeld of kinderen hebben van schoolgaande leeftijd. Deze kinderen dragen dan het verblijfsrecht of de verblijfsgunst van regularisatie aan hun moeder over’.

Er zijn evenveel verhalen als mensen. De redenen waarom vrouwen in de illegaliteit belanden, zijn verschillend. Soms gebeurt het omdat een huwelijk op de klippen liep en de partner de formaliteiten voor een verblijfsvergunning staakte of zelfs tegenwerkte. Andere keren omdat een asielaanvraag werd geweigerd. Of omdat mensen voor verdere studies naar hier komen en dan blijven. Sommigen hebben een migratieverleden in een ander land, in Italië of Spanje. Ze komen vaak naar België omdat ze hier familie, kennissen of vrienden hebben.

Misbruik

Wafae heeft naar eigen zeggen nooit te maken gehad met werkgevers die van haar situatie misbruik maakten. Maar dat is niet de ervaring van veel mensen zonder wettig verblijf. Behalve dat ze soms onderbetaald zijn, krijgen ze in andere gevallen zelfs helemaal geen loon.

Omar Garcia werkt voor Fairwork, een organisatie die zich inzet voor de rechten van vrouwen in precaire situaties, zoals vrouwen die met of zonder geldige verblijfspapieren als huishoudhulp werken. Hij zegt dat veel klachten gaan over achterstallig loon.

‘In het arbeidsrecht is een verblijfsvergunning niet van tel’, zegt hij. ‘Ook bij een mondeling akkoord voor onbepaalde duur heeft de werknemer rechten, zoals een ontslagvergoeding. Dat kun je bewijzen met een sms of een opgenomen telefoongesprek. Dat proberen we de vrouwen bij te brengen. We moedigen hen ook aan om een klacht in te dienen’, zegt Garcia.

In de praktijk dienen weinig vrouwen effectief een klacht in. Bovendien is de kans klein dat het hun iets oplevert.

Gebroken families

Wat zou jij winnen bij een regularisatie? Als ik deze vraag een paar jaar geleden aan Wafae zou hebben gesteld, had ze geantwoord: vrijheid om te bewegen en om haar moeder in Marokko te bezoeken. Een gevoelige snaar, zo blijkt nog steeds. De tranen vloeien meteen als we het onderwerp aansnijden. ‘Na mijn vertrek zag ik haar nooit meer’, zegt ze. ‘Ik wil niet aan haar dood herinnerd worden. Misschien is dat de reden waarom ik niet meer weet in welk jaar ze is gestorven. Het enige wat ik me herinner, is dat het na de ramadan was.’

Wafae heeft altijd haar familie in Marokko gesteund. Ze stuurde geld op naar haar moeder, toen die nog leefde. En die financiële steun aan haar familie is nooit gestopt. Ook niet na de dood van haar moeder. Nu stuurt ze geld op naar een zus die in 2011, na de val van al-Khaddafi, met haar gezin uit Libië vluchtte.

© Inge Bogaerts

© Inge Bogaerts

Dat dit soort migratie nog meer letsels achterlaat dan de wettige immigratie stelt ook Omar Garcia vast. ‘Veel vrouwen uit Zuid-Amerika migreren om hun kinderen een betere toekomst te geven. Vaak laten ze hun kinderen in het thuisland achter. Maar ook wanneer ze erin slagen om die naar Spanje of België over te brengen, blijkt de relatie tussen de moeder en de kinderen onherroepelijk beschadigd te zijn. Ondanks al de opofferingen van moeders, blijven de kinderen het gevoel hebben in de steek gelaten te worden en blijft de relatie stroef’.

Wafae viel met haar regularisatieaanvragen telkens uit de boot. Ook toen er een voorzichtige opening kwam, zoals in 2009 en in 2016, werden haar aanvragen finaal toch geweigerd. In 2021 was ze een van de 516 mensen zonder verblijfspapieren die in Brussel in hongerstaking gingen. Maar ze was niet bij de negentig mensen die een positief antwoord kregen.

‘Steeds meer mensen verblijven heel lang in België in de clandestiniteit en gaan stilaan richting de pensioenleeftijd.’
Johan Surkyn, demograaf VUB

Is Wafae een uitzondering? Wellicht niet. ‘Steeds meer mensen verblijven heel lang in de clandestiniteit in België. Ik zie dat in de leeftijdsverdeling’, zegt demograaf Johan Surkyn. ‘Dat is een beetje abnormaal. Waarschijnlijk komt het ook omdat er gedurende een lange periode geen grote regularisatiecampagnes waren. Het zijn mensen die stilaan richting de pensioenleeftijd gaan, die nog altijd in hun eigen onderhoud moeten voorzien en zich waarschijnlijk in een heel precaire situatie bevinden. Maar niemand spreekt over hen. Dat is een heel ongezonde situatie. Misschien zou het goed zijn om een aantal van deze mensen prioritair te regulariseren als men toch niet wil gaan voor een algemene regularisatiecampagne.’

‘Humanitaire regulatie, of 9bis in het vakjargon, de wet van 1980 die het mogelijk maakt om onder bepaalde voorwaarden mensen zonder wettig verblijf te regulariseren, is verouderd. Daarnaast zijn de omstandigheden van mensen zonder wettig verblijf veranderd’, legt Henriette uit.

De jonge vrouw uit Congo is een van de aanjagers van het Comité des Femmes Sans-Papiers in Brussel. ‘Wij willen een algemene regularisatie en duidelijke criteria’, zegt ze. ‘9bis is een gunst en geen recht. De criteria zijn overigens niet duidelijk. We zagen vaak dat dossiers met precies dezelfde voorwaarden verschillend werden beoordeeld, dat de ene persoon geregulariseerd raakt en de andere niet.’

‘Wij willen niet ten laste van de staat zijn, maar vrij zijn en kunnen werken’, zegt ze. ‘Wij willen bijdragen aan de economie. Of wij het nu willen of niet, door het zwartwerk dragen mensen zonder wettig verblijf bij aan bij de welvaart van België.’

Deze reportage werd geschreven voor het lentenummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.