Millennials in Koerdisch Irak: ‘We moeten de buitenwereld wakker schudden.’
Morgen staat een onafhankelijkheidsreferendum gepland in de Koerdische regio van Irak, een eerste stap naar de verwezenlijking van hun wens: een eigen staat. Maar leeft die droom eigenlijk nog wel bij Koerdische millennials die in relatieve welvaart en veiligheid opgroeiden?
Erbil hoofdstad van de Koerdische regio van Irak
© Eva Huson
Lees ook:
Wat staat er op het spel bij de Iraaks-Koerdische stem voor onafhankelijkheid?
‘Natuurlijk stem ik voor een onafhankelijk Koerdistan’, zegt Malamstafa (21) in de Iraaks-Koerdische hoofdstad Erbil. Met de shishapijp in de hand tuurt hij vanuit een traditioneel theehuisje naar het stadsplein, waar een groep mannen tussen Koerdische vlaggen en bedrukte campagneballonen danst. Nog een paar dagen en dan gaan de Koerden naar de stembus voor een referendum over de onafhankelijkheid van hun regio in het noorden van het land, hét succesproject van de Koerden tot nu toe.
Als achtjarige verloor Malamstafa zijn vader en broer in een dubbele zelfmoordaanslag door Iraakse moslim-extremisten in Erbil. ‘Ik wil niet dat volgende generaties hetzelfde moeten meemaken’, zegt Malamstafa. ‘We zijn al die oorlogen onderhand spuugzat.’
Het is een sentiment dat de oudere generatie Koerden met hem deelt. Zij hadden het zwaar te verduren onder het onderdrukkende bewind van voormalig president Saddam Hoessein. De Peshmerga’s en het Iraakse leger mogen tegenwoordig gezamenlijk oprukken in de strijd tegen Islamitische Staat, het verlangen naar een ‘Krexit’, een onafhankelijk Koerdistan los van Arabisch Irak, blijft. En dus kan maandag het ‘ja’-kamp, aangevoerd door de regionale president Massoud Barzani, zo goed als zeker rekenen op een ruime overwinning.
Maar in tegenstelling tot Malastafa en voorgaande generaties, groeide het leeuwendeel van de millennials juist op in relatieve welvaart en veiligheid. In de jaren na de dood van zijn vader en broer groeide Erbil uit tot een stad met een riante presidentswoning, een flitsend wegennetwerk en uitpuilende shoppingmalls. Ook is het een geliefde uitvalbasis van zowel hulporganisaties als westerse krijgsmachten. Leeft de droom voor een onafhankelijk Koerdistan eigenlijk nog wel bij hen?
Puinhoop
‘Stemmen over onafhankelijkheid? Ik heb liever dat ze het campagnegeld gebruiken om me te betalen’, zegt Mariwan (28) nukkig. Hij staat op het stadsplein en gebaart naar de dansende menigte: ‘Die zijn hier alleen maar voor de muziek hoor’. Als leraar ontvangt hij, net als alle andere ambtenaren, al maanden geen salaris meer.
‘Ik heb liever dat ze het campagnegeld gebruiken om me te betalen’
Een paar jaar terug presenteerde de Koerdische regio zich nog als het ‘andere’ Irak, een economisch mekka naar Golfstaatmodel. Maar inmiddels is de Koerdische schatkist nagenoeg leeg door de oliecrisis en geruzie met Bagdad, waar de centrale regering zo nu en dan de geldkraan dichtdraait omdat de Koerden nog steeds rechtstreeks olie verkopen aan Turkije. Naast een “gigaschuld” zit de Koerdische regio opgezadeld met een publieke sector die al maanden zonder salaris zit. Dat het de regering ook nog eens niet lukt om voldoende elektriciteit op te hoesten, draagt ook al niet bij aan de populariteit van de huidige bewindslieden.
De politieke crisis doet dat evenmin, want ondertussen is de Koerdische regio, inclusief de krijgsmacht, nog altijd in tweeën opgesplitst vanwege een oude, politieke ruzie. En dat terwijl de ambtstermijn van Barzani twee jaar terug verliep en nieuwe verkiezingen – gepland in november a.s.– nog altijd niet zijn uitgeschreven. Bovendien is het kabinet al maanden terug ingeklapt, kwam het parlement tot voor kort niet meer bijeen en verdwijnen er nog altijd critici van het bewind.
Jongeren als Mariwan zien het met lede ogen aan. Dat het referendum juist nu wordt gehouden is volgens hem puur strategisch: ‘Kijk, Barzani is zeventig jaar en zegt in november te willen aftreden. Op deze manier, met een eerste stap naar de onafhankelijkheid, hoopt hij zijn presidentschap tot een goed einde brengen’.
Toch gaat hij maandag wel degelijk stemmen, voor de onafhankelijkheid. ‘Het voelt wel een beetje gek’, bekent Mariwan. ‘De motivatie voor het referendum is niet de juiste, maar als het dan toch komt, wil ik het aangrijpen om de buitenwereld wakker te schudden: wij willen een onafhankelijk Koerdistan.’
Naast hem staat Shamal (20), een Peshmerga-strijder in burgerkleding, die zegt: ‘Vergeet niet dat ook wij bloed hebben vergoten voor de veiligheid van de Koerden’. Shamal strekt zijn onderarm uit en toont zijn gehavende huid vol ruwe bobbels: littekens, als erfenis van een ontplofte bermbom toen hij aan de frontlinie tegen IS vocht. ‘Wij hebben recht op onze onafhankelijkheid.’
Erbil hoofdstad van de Koerdische regio van Irak
© Eva Huson
Uitstellen?
De buitenwereld denkt daar echter anders over. Ondanks het symbolische karakter van de volkstemming – het is niet bindend en gezaghebbende toezichthouders ontbreken vooralsnog – doet het referendum veel stof opwaaien. Zo haalde Amerika, een langdurige bondgenoot van de Koerden, fel uit en smeekte president Barzani herhaaldelijk het referendum op te schorten.
Ondertussen noemde de EU de volksraadpleging “contraproductief”.
Het Witte Huis vreest voor de afloop van de voortslepende strijd tegen Islamitische Staat en kijkt angstvallig naar de betwiste en licht ontvlambare gebieden, zoals Kirkoek, de olierijke provincie waar de Peshmerga sinds 2014 de dienst uitmaken.
Ondertussen noemde de EU de volksraadpleging “contraproductief”, betitelde de Iraakse premier Abadi in Bagdad het als ‘ongrondwettelijk’ en spreekt buurland Turkije van een ‘historische vergissing’. Ook Iran deed een duit in het zakje en liet zich ontvallen dat de Iraakse soennitische volksmilities, deels gesteund vanuit Teheran, paraat staan om in te grijpen.
Maar president Barzani houdt de rug recht. Zolang er geen geschikt alternatief wordt geopperd, gaat het referendum maandag gewoon door, benadrukte hij.
Erbil hoofdstad van de Koerdische regio van Irak
© Eva Huson
Strategisch
‘Nou ja, het is nog de vraag of het praktisch allemaal gaat lukken’, zegt Sawen (23), een Brits-Iraakse Koerd die leiding geeft aan het Britse taalinstituut. ‘Het parlement is net weer open en heeft een paar dagen terug officieel ingestemd met het referendum.’ Ze zit aan de grote vergadertafel op de 60 Meter Road, één van Erbils ringwegen. Ook hier ademt het een en al referendumlust: automobilisten hebben het Iraakse deel van hun nummerplaat afgeplakt; een symbolische eerste stap naar een Irak-vrij Koerdistan.
‘Het is nog steeds spannend of het wel of niet doorgaat morgen. Iedereen zegt op dit moment iets anders.’
Sawen ziet de referendumgekte van haar stadsgenoten met gemengde gevoelens aan. ‘We zitten in een economische en politieke crisis. Dit is niet het goede moment.’ Maar ‘nee’ stemmen, zoals Shaswar Abdulwahid Qadir, de eigenaar van een de grootste mediaorganisatie, met zijn ‘Niet-Nu’-campagne predikt, wil ze niet. ‘De droom van een onafhankelijk Koerdistan krijg je met de paplepel ingegoten. Natuurlijk stem ik daar niet tegen.’
Rawa (31), haar echtgenoot die naast haar zit, knikt instemmend: hij gaat hetzelfde doen. ‘Maar’, benadrukt hij. ‘Zie mijn stem voor de Koerdische onafhankelijkheid niet als een legitimering van dít Koerdistan.’
Of hij zich zorgen maakt over doemscenario’s in Kirkoek en aan de frontlinie met Islamitische Staat? Rawa schudt zijn hoofd. ‘Er bestaat nog steeds een goede kans dat het referendum alsnog wordt afgeblazen. Het is nog steeds spannend of het wel of niet doorgaat morgen. Iedereen zegt op dit moment iets anders.’ Volgens hem wacht president Barzani vooral op een goede deal. ‘Uiteindelijk heeft niemand zin in gevechten. En daarbij komt de internationale gemeenschap met geld op de proppen en een toezegging voor steun bij hernieuwde onderhandelingen met Bagdad.’
En hoe moet het dan met de opgezweepte massa en het onafhankelijkheidsideaal? ‘We gaan het zien’, meent Rawa. Naast hem lacht Sawan. Ze knipoogt en zegt: ‘Zo gaat het hier nu eenmaal altijd.’