‘Moeten wij sterven op het kerkhof van de internationale gemeenschap?’

Reportage

De aftocht van de blauwhelmen uit Congo luidt een nieuw hoofdstuk in

‘Moeten wij sterven op het kerkhof van de internationale gemeenschap?’

Na 25 jaar aanwezigheid vertrekken de blauwhelmen uit het oosten van Congo. Juist nu de belangrijkste stad omsingeld is door de rebellengroep M23. Ondanks voldoende bewijs dat Rwanda het offensief op Goma orkestreert, blijven internationale reacties lauw. ‘Tijd dat de Congolezen zelf hun bondgenoten kiezen’, tekende MO* ter plaatse op.

‘Hier stopte niet lang geleden de stad’, wijst Christophe Muyisa. We rijden met de vrijwilligers van jongerenbeweging Filimbi naar de rand van de stad Goma. De weg die naar Sake leidt, is in enkele maanden tijd onherkenbaar veranderd. Langs de kant van de weg buigen mensen takken om en spannen er een zeil over.

Na drie decennia conflict is Goma uit zijn voegen gebarsten. Eind vorige eeuw telde de provinciehoofdstad naar schatting nog zo’n 200.000 inwoners. In amper 25 jaar tijd groeide de bevolking aan tot 2 miljoen. En dat was nog voor het recente offensief van de rebellengroep M23.

Sinds maart 2022 zijn er volgens het VN-migratieagentschap (IOM) maar liefst 1,5 miljoen nieuwe ontheemden bij gekomen. Het is een direct gevolg van het offensief van M23, die hiervoor steun krijgt van Rwanda. In maart van dit jaar ontstond een nieuw front in het stadje Sake, en vluchtten in tien dagen tijd maar liefst 250.000 mensen naar Goma.

De wagen van Filimbi stopt in Muganga, ooit een dorp maar nu een buitenwijk van Goma. Muyisa parkeert de wagen op een plek waar naar schatting 500 families kamperen op een terrein minder dan een voetbalveld groot. De jongeren van Filimbi delen groene zakken met gedroogde vis uit. ‘Wat is dit precies?’, vraagt een vluchtelinge. Ze is niet vertrouwd met het eten, maar is blij met de schenking. ‘Het is de eerste hulp die we zien’, legt ze uit.

Graçe Kyalukundi werkte een tijd als tolk voor de VN-blauwhelmen in Kitchanga. Het stadje was in 2013 volledig vernield door rebellen van APCLS (Alliance des patriotes pour un Congo libre et souverain) en groeide uit tot een groot vluchtelingendorp, in de schaduw van een VN-basis.

Maar begin vorig jaar namen de rebellen van M23 Kitchanga in en vluchtte Kyalukundi naar Sake.
Toen twee maanden later het stadje viel kon ze maar een kant op: naar Goma.

Ongeveer de helft van de ontheemden uit de regio wordt bij familie opgevangen. De andere helft zoekt hulp in de kampen, of in geïmproviseerde kampen zoals deze. Ze zijn overbevolkt en zelfs de erkende kampen kunnen onvoldoende in de basisbehoeften voorzien. Volgens IOM ontbreekt het structureel aan veiligheid, drinkwater, voedsel en sanitaire voorzieningen.

Wanneer de laatste zak is uitgedeeld, vermengt een danklied zich met het gemor van wie vandaag minder geluk had en ook deze eenmalige donatie niet kon ontvangen. De noden zijn enorm, de lokale initiatieven talrijk, maar de tekorten groter.

Gelaagd spelersveld

In een van de grotere kampen, Rusayo, blijkt momenteel onveiligheid de grootste bezorgdheid. ‘We vluchtten omdat het bij ons thuis niet veilig was. Maar ook hier is het onveilig’, deelt een van de vrouwen in de vrouwencirkel, georganiseerd door de lokale ngo Aidprofen. Vooral de aanwezigheid van de wazalendo in het kamp baart de vrouwen zorgen. Wazalendo staat voor patriotten.

Het is een antwoord op de oproep van president Félix Tshisekedi aan de bevolking om eigenhandig het leger te helpen. Strijdlustige jongeren, of ze nu meerderjarig zijn of niet, maar ook criminele straatbendes, krijgen onder die informele mobilisatie vlot toegang tot wapens en macht. Ook oude auto-defensiegroepen, zoals de maï-maï, krijgen zo legitimatie en smelten samen met deze diverse groep gewapende elementen. Ze genieten onder politici en de bredere bevolking behoorlijk wat populariteit. Maar niet in het kamp. ‘Deze nacht nog drong een wazalendo mijn tent binnen en verkrachtte me’, deelt een van de vrouwen, haar baby schuddend op haar rug.

Het fenomeen wazalendo voegt nog maar eens een nieuwe speler toe aan een conflict dat al vele spelers kent. Vandaag zijn de wazalendo een bondgenoot van het Congolese leger dat in het oosten uitgedaagd wordt door tientallen rebellengroepen. In Noord-Kivu is dat onder meer M23, dat op haar beurt door het Rwandese leger wordt bijgestaan.

Het Congolese leger werkt bovendien ook samen met het Burundese leger, en op andere plaatsen dan weer met het Oegandese. Ook de troepen van de Ontwikkelingsgemeenschap voor zuidelijk Afrika (SADC) begonnen recentelijk een gezamenlijke operatie. En in de straten van Goma vallen ook de huurlingen van een Franse en een Roemeense privémaatschappij op. Ook zij vergezellen het Congolese leger. Ondertussen bereiden de VN-blauwhelmen de aftocht voor.

Het is een lappendeken van actoren en spelers. Maar op deze woelige plek in de Grote Meren tonen zich ook enkele belangrijke trends die zich op het Afrikaanse continent afspelen.

Aidprofen in Rusayo vluchtelingenkamp vrouwencirkel

Rwandese macht

De sterke regionale macht van Rwanda is er een van. Niet enkel heeft M23 een grote groep vluchtelingen richting Goma geduwd, in enkele maanden heeft de rebellengroep de stad ook volledig omsingeld. Op het Kivumeer na, biedt enkel de grensovergang met Rwanda nog een alternatieve uitweg. Rwanda heeft zo via M23 de belangrijkste stad in het oosten volledig in de tang genomen. Militair, maar ook economisch heeft het land de stad in zijn greep.

Samen met de vlucht van voornamelijk landbouwers neemt zo ook de economische afhankelijkheid van buurland Rwanda snel toe. Wie tol wil betalen aan M23 kan nog voedsel van de akkers tot in de stad krijgen. Maar het lijkt vooral de Rwandese grensovergang te zijn die de stad nog enigszins van voedsel voorziet. Hoe dan ook lijken de inwoners van Goma gedwongen hun voedsel bij de Rwandezen of hun proxy’s te betalen.

Dankzij een bedrevenheid in het internationale diplomatieke spel komt Rwanda daar opvallend makkelijk mee weg. Een vluchtelingendeal met het Verenigd Koninkrijk sluiten is maar een voorbeeld van hoe het kleine land diplomatiek krediet opbouwt en boven zijn gewicht kan boksen.

Tot grote frustratie van de Congolezen. ‘Ze willen dan dat Congo officieel een positie inneemt als het gaat over Oekraïne of Gaza’, reageert vrouwenrechtenactiviste Graçe Maroy. ‘Maar als het over Rwanda’s misdaden gaat blijft het stil. Misschien moeten we ons ook terugtrekken uit die internationale gemeenschap?’

Brandende vlaggen

Belgische, Amerikaanse en Europese vlaggen moesten er op 12 februari in hoofdstad Kinshasa aan geloven. De beelden gingen de wereld rond. Sinds de oorlog in Oekraïne nam het aantal antiwesterse protesten op het Afrikaanse continent toe. Maar in Congo was het niet de eerste uiting van de vertrouwenscrisis tussen de lokale bevolking en het Westen.

Zeker in Goma zijn dergelijke protesten oud nieuws. Dat Rwanda een goede vriend blijft van veel westerse landen, verklaart voor een groot stuk de boosheid. Maar ook de ontgoocheling in de resultaten van de VN-vredesmissie ligt aan de basis van de antiwesterse gevoelens. Het aantal protestacties tegen de blauwhelmen nam de afgelopen tien jaar, samen met de onveiligheid, toe.

Christophe Muyisa zag als activist van het eerste uur de onrust en frustratie toenemen. Eerst was er woede over de groeiende onveiligheid, ondanks dat de internationale troepenmacht aanwezig was. ‘Maar dan begonnen we te vermoeden dat de VN medeplichtig zijn aan het geweld. Hoe verklaar je bijvoorbeeld dat een helikopter met blauwhelmen werd neergehaald en er geen VN-rapport verscheen over het incident? Waarom willen ze het niet onderzoeken?’, vraagt hij zich af, verwijzend naar een incident uit 2022.

Hevige protesten tegen de VN-vredesmissie MONUSCO leidden tot de vernieling van een basis in 2022.

Complottheorieën over hoe de VN-vredesmissie een vehikel is van het Westen dat onder een hoedje speelt met Rwanda, zijn vandaag wijdverspreid. ‘Onze belangrijkste overwinning is daarom de ondertekening van het plan van vertrek’, gelooft Muyisa. Eind vorig jaar, in volle verkiezingstijd, ondertekenden de Congolese regering en de MONUSCO een plan tot vertrek. Eind juni al eindigt het mandaat van de MONUSCO in de provincie Zuid-Kivu. In een volgende fase vertrekken de blauwhelmen uit Noord-Kivu en Ituri. Na een kwarteeuw aanwezigheid komt zo een einde aan de langstlopende vredesmissie van de VN.

MONUSCO staat voor Mission de l’Organisation des Nations Unies pour la stabilisation en République  démocratique du Congo. De VN-vredesmissie begon in 1999 onder de naam MONUC, en had als opdracht toe te zien op het vredesproces na de Grote Afrikaanse Oorlog. Sinds 2010 heeft de MONUSCO een mandaat om burgers, humanitair personeel en mensenrechtenactivisten te beschermen en om de Congolese regering te steunen bij haar inspanningen om het land te stabiliseren. De missie bestaat vandaag nog uit meer dan 12.000 manschappen. Op haar hoogtepunt waren dat er ongeveer 20.000.

Vredesmacht is oorlogsmacht

‘MONUSCO-fobie’, zo omschrijft professor Godefroid Muzalia (ISP, l’Institut Supérieur Pédagogique) de gevoelens van de bevolking ten aanzien van de blauwhelmen. Hoewel de vredesmissie hoofdzakelijk is samengesteld uit civiel en militair personeel uit Azië en Afrika, wordt ze toch als westers beschouwd.

‘Troepen van de Verenigde Naties zijn voor veel mensen hetzelfde als troepen van de Verenigde Staten’, bevestigt Muzalia. ‘Volgens de complottheorieën voeren de Amerikanen en de Britten via de MONUSCO hier oorlog. Mensen geloven dat er een verborgen agenda is. De vredesmacht wordt ervan verdacht in werkelijkheid een oorlogsmacht te zijn.’

Die haat tegenover de MONUSCO beschadigt ook steeds meer andere VN-structuren, merkt hij. ‘Anderhalf jaar geleden was er een golf van aanvallen op humanitaire VN-organisaties, vooral in Noord-Kivu. Maar ook in Zuid-Kivu was het kidnappen van VN- en ngo-medewerkers in opmars.’

Het bureau van professor Muzalia bevindt zich tegenover een nieuwe campus van zijn universiteit ISP in Bukavu. ‘Nee, het is geen nieuwe campus die met steun van de MONUSCO werd gerealiseerd’, legt hij uit wanneer we hem vragen waarom er ISP-MONUSCO op de blauwe poorten geschreven staat.

‘De MONUSCO is hier net vertrokken. Ze huurde bijna 20 jaar dit stuk grond van de universiteit. De campus werd nu zo herdoopt omdat mensen deze plek jarenlang als MONUSCO-basis kenden.’ Na een kwarteeuw aanwezigheid versmelt de VN-vredesmissie zo in enkele maanden tijd tot een geografische verwijzing.

Oprechte partners

Een goede zaak, vindt Graçe Maroy. ‘We moeten de verantwoordelijkheid van onze overheid en ons leger niet afschuiven op de VN’, nuanceert ze. Maroy richtte niet toevallig een vrouwenorganisatie MwanankeKesho, de vrouwen van morgen, op. Want de Congolezen zullen het zelf moeten doen, gelooft ze ten stelligste.

‘De missie heeft de verwachtingen niet ingelost.’ Dat de onveiligheid is toegenomen, is een argument. Maar het gaat veel dieper dan dat, legt ze uit. ‘Vandaag zien we het vertrek van de MONUSCO. Maar morgen vragen de Congolezen misschien het vertrek van de EU en alle VN-organisaties. Want jongeren vragen zich af of dit wel oprechte partners zijn van de Congolezen.’ ‘De EU en de VN beschrijven in hun rapporten hoe Rwanda de M23 financiert en militair steunt. Het zijn niet de Congolezen die dit beweren’, beklemtoont ze. ‘Maar de politieke verantwoordelijken uit hun eigen rapporten worden vervolgens uit de wind gezet. Hoe moeten wij ons daarbij voelen? Dat doet ons concluderen dat die grote machten een dubbel spel spelen.’

‘De EU spreekt tegen ons jongeren over mensenrechten, en moedigt ons aan om actie te ondernemen. Maar vervolgens tekent de EU een samenwerkingsakkoord met het land dat onze mensenrechten duidelijk schendt. Dan begrijp je dat het slechts een spel is dat ze speelt.’
Vrouwenrechtenactiviste Graçe Maroy

Een recent voorbeeld van de tegenstrijdige houding van deEU is het partnerschapsakkoord dat ze op 19 februari sloot met Rwanda over de ontginning van kritieke grondstoffen.

Het akkoord wekte in Congo heel wat woede op, omdat geweten is dat een deel van die grondstoffen in werkelijkheid uit Oost-Congo komt. Begin mei nam M23 het Oost-Congolese stadje Rubaya nog in. Het mijnstadje is een van de belangrijkste regionale sites voor de ontginning van coltan, een van die cruciale mineralen nodig voor de productie van electronica.

‘De EU spreekt tegen ons, jongeren, over mensenrechten, en moedigt ons aan om actie te ondernemen. Maar vervolgens tekent ze een samenwerkingsakkoord met het land dat onze mensenrechten duidelijk schendt. Dan begrijp je dat het slechts een spel is dat ze speelt.’

‘Moeten wij dan gewoon sterven op het kerkhof van de internationale gemeenschap?’ Nee, antwoordt Maroy zelf, want de wereld is veranderd, dat weet ze ook wel. ‘Congo is voor veel landen van strategisch belang. ‘Andere landen hebben ook hun ogen op ons gericht, met name Rusland en China. Laten we dus eerst kijken naar ons belang en zelf kiezen met wie we in zee willen gaan.’ Rusland en China maakten al deel uit van het Congolese speelveld. Logistiek bood China ad hoc militaire steun aan Congo, vorig jaar nog in de vorm van negen gevechtsdrones.

Ook binnen de MONUSCO was er een Chinees contingent van ingenieurs voor infrastructuur- en wegenwerken. Maar de relaties tussen Congo en China zijn hoofdzakelijk economisch. Ook met Rusland is dat vandaag zo. Congolees president Tshisekedi versterkte de banden met Rusland, maar in zee gaan met Russische milities zoals in buurland Centraal-Afrikaanse Republiek, lijkt niet meteen voor morgen. In het oosten van het land zijn voor Rusland al te veel spelers actief. Een militaire confrontatie met Rwanda zal Rusland ook willen vermijden.

‘Persoonlijk denk ik niet dat het met die partners noodzakelijk beter zal zijn. Maar mensen zijn de westerse hypocrisie en passiviteit moe. Dus waarom Rusland of China geen kans geven, vragen veel Congolese jongeren zich af.’

Einde van de blauwhelmen

‘Waarom nemen jullie de helikopter mee?’ is een van de vele praktische vragen die vertegenwoordigers van het middenveld uit Zuid-Kivu stellen. Ze zitten verzameld op de VN-basis voor een infosessie over het vertrek van de blauwhelmen. Het is opmerkelijk dat de grootste bezorgdheden over het vertrek niets met veiligheid te maken hebben. ‘Enkel Mukwege maakt zich daar zorgen over’, wordt in de straten van Bukavu gegrapt. Nobelprijswinnaar en voormalig presidentskandidaat Denis Mukwege is voor zijn veiligheid afhankelijk van de blauwhelmen en sprak zich als een van de weinigen uit tegen het vertrek.

Na 25 jaar aanwezigheid vertrekt de VN-vredesmissie MONUSCO uit het oosten van Congo.

Maar ook de logistieke bezorgdheden zijn terecht. Na 25 jaar is de MONUSCO haast een staat in een staat geworden. Ngo’s, lokale politici en journalisten verplaatsten zich met helikopters en vliegtuigen van de VN-vredesmissie naar plaatsen die onbereikbaar zijn.

Bij de verkiezingen eind vorig jaar vlogen de blauwhelmen de stembussen naar plaatsen waar anders geen stem was uitgebracht. Het is een meerwaarde die ook Graçe Maroy erkent: ‘Dat zal zeker en vast een leegte nalaten. Maar misschien zal het ook de nodige druk zetten op onze autoriteiten om die taken nu zelf op te nemen.’

‘Er is geen staat die opgericht is om een andere te beschermen, geen leger gemaakt voor een andere natie. Het is aan ons nu.’
Activist Christophe Muyisa

Het einde van de MONUSCO is hoe dan ook historisch te noemen. Missies als die in Congo lijken ook haast van een andere tijd. ‘14 jaar lang is geen nieuwe vredesoperatie opgezet’, rekende Professor Nina Wilén van het Belgische Egmontinstituut uit. ‘Nochtans is het aantal conflicten in die periode toegenomen, zeker op het Afrikaanse continent.’ Een gebrek aan consensus tussen de permanente leden van de VN-veiligheidsraad is daar een verklaring voor, maar niet de enige.

‘De tweede reden is dat landen ook steeds minder bereid zijn een VN-operatie toe te laten.’ Die toestemming van de gastlanden is nodig om een missie te lanceren. Lokale leiders willen volgens Wilén tonen dat ze soeverein zijn, en staan steeds assertiever tegenover externe spelers.

Vorig jaar ging Congo nog in zee met de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC). Maar die troepenmacht werd tegen het einde van het jaar alweer de deur gewezen. Vervolgens werd een nieuwe samenwerking opgezet met de SADC. ‘Het illustreert de trend om vrij te kiezen tussen ad-hoc-alternatieven, vaak dichter aanleunend bij een antiterreuroperatie dan een vredesoperatie.’

Of het einde van de MONUSCO symbool staat voor het einde van de VN-vredeshandhaving, gelooft Wilén niet helemaal. ‘Er zijn in het verleden al wat crisissen overwonnen. Het zal in de toekomst anders zijn, meer ad hoc, misschien, maar helemaal verdwijnen zal VN-vredeshandhaving waarschijnlijk niet.’

Ad hoc lijken de nieuwe samenwerkingen met buitenlandse actoren in Congo alvast te zijn. De korte aanwezigheid van de EAC-troepen was tekenend. Hoop dat het de SADC-troepen beter zal vergaan, is ook moeilijk vindbaar. Christophe Muyisa schudt het hoofd: ‘Ze mogen gerust allemaal vertrekken. Er is geen staat die opgericht is om een andere te beschermen, geen leger gemaakt voor een andere natie. Het is aan ons nu.’

Een handelaar toont zijn souvenirs van de VN-vredesmissie MONUSCO op een van de artisanale marktjes van Goma.

Deze reportage werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek.