Van verlossers tot bezetters: hoe sjiitische milities het DNA van Mosul hertekenden

Reportage

Judit Neurink brengt verslag uit over een gespleten stad

Van verlossers tot bezetters: hoe sjiitische milities het DNA van Mosul hertekenden

Van verlossers tot bezetters: hoe sjiitische milities het DNA van Mosul hertekenden
Van verlossers tot bezetters: hoe sjiitische milities het DNA van Mosul hertekenden

In 2017 verlosten sjiitische milities de Iraakse stad Mosul van terreurgroep IS. Vandaag ervaren zijn inwoners die milities als een nieuwe bezetter. MO*medewerker Judit Neurink trok samen met fotograaf Eddy van Wessel naar Mosul en tekende enkele ontluisterende verhalen op.

© Eddy van Wessel

Leden van de Shabak verwierven een monopolie op schroot.

© Eddy van Wessel

In 2017 verlosten sjiitische milities de Iraakse stad Mosul van terreurgroep IS. Maar vandaag ervaren zijn inwoners die milities als een nieuwe bezetter. Aan de vooravond van de Iraakse verkiezingen trok MO*medewerker Judit Neurink samen met fotograaf Eddy van Wessel naar Mosul en tekende er enkele ontluisterende verhalen op. ‘Straks hebben we parlementsleden tegen wie internationale sancties zijn uitgevaardigd!’

Er staan lange rijen voor de benzinestations in Mosul, de op twee na grootste stad van Irak. Zo lang zelfs, dat politieagenten voordringers moeten tegenhouden. Een benzinetekort in een olieland als Irak: het is een van de vele gevolgen van de aanwezigheid van sjiitische milities. In 2017 bevrijdden die Mosul uit de klauwen van de islamitische terreurgroep IS, vandaag zwaaien ze de plak over de grotendeels soennitische stad.

‘Het voelt als een nieuwe bezetting,’ zegt ingenieur Muaamar Sameer Saadoon, wiens bedrijf in Mosul elektrische apparatuur importeert, levert en installeert. Dat bedrijf heeft de IS-bezetting ternauwernood overleefd, maar de bevrijding bood maar kort ademruimte.

‘Daesh eiste een percentage op van de inkomsten van ondernemingen zoals de mijne,’ zegt hij, de lokale naam voor IS gebruikend. ‘Onder Daesh betaalden we tien procent, nu moeten we aan de milities veertien tot vijftien procent afdragen.’

Afpersing

Afpersing is niet nieuw in Mosul. IS verdiende er grof geld mee en daarvoor hield Al-Qaeda zich er op kleinere schaal mee bezig. Ook de Iraakse veiligheidstroepen maakten zich er jarenlang schuldig aan.

Toch is er een verschil met nu, legt Saadoon uit. Vroeger kende je je afperser. ‘De militieleden hebben geen direct contact met ons, ze hebben daar corrupte ambtenaren voor die het geld doorsluizen.’

Voor de bezetting door IS in 2014 waren corrupte ambtenaren nog terughoudend, omdat ze vreesden te worden opgepakt. Maar toen IS openlijk overal geld voor vroeg, was die vrees snel verdwenen, zegt hij. ‘Het werd teamwerk tussen verschillende ambtenaren. IS bestrafte de praktijk wel, maar nam dan vervolgens zelf een deel van de buit.’

Weigeren te betalen, is geen optie, want dan krijgt Saadoon zijn goederen niet meer langs de controleposten. De milities hebben niet alleen mannetjes op belangrijke plekken in het bestuur die winkeliers en zakenlieden in Mosul afpersen, ze beheersen ook de belangrijkste controleposten, en daarmee de toegang tot de stad.

Dat verklaart ook hoe tankauto’s met de benzine die de stad ontvangt van de overheidsraffinaderij in Baiji, via een achterdeur Mosul weer verlaten. Om naar Iran te worden vervoerd, waar het onder de prijs wordt verkocht.

Saadoon zit ook op andere manieren klem. Nadat bij de bevrijding in 2017 zijn bedrijfspand in West-Mosul vernield was, vestigde hij zich in een verbouwd woonhuis in het oosten van de stad. Daar kampt hij inmiddels met een tekort aan opslagruimte. ‘Rondom de stad had de gemeente speciale gebieden aangewezen voor de industrie. Maar de milities hebben die industriële zones opgeknipt en de stukken onder hun eigen mensen verdeeld en verkocht voor woningbouw.’

Daarvoor komt hij niet in aanmerking, maar dat is niet omdat hij, net zoals de meerderheid van Mosul, soennitisch is en de milities, net zoals de machthebbers in Bagdad, sjiitisch.

Ken je de juiste mensen en betaal je op de juiste plekken, dan kan iedereen die kopen. Het gaat echter om illegale activiteiten, om diefstal van geld en goederen, en verzet je je daartegen, dan loop je kans te worden ontvoerd en te verdwijnen, zegt hij. Of het slachtoffer te worden van een bomaanslag, zoals het goedlopende Abu Leilarestaurant in West-Mosul dat de corrupte ambtenaren weigerde te betalen. Het zwaar beschadigde restaurant is daarna nooit meer opengegaan.

Schroot

Omdat Mosul grotendeels verwoest was na de oorlog tegen IS, is schroot een lucratieve handel geworden. Leden van de Brigade 30, die bestaat uit leden van een sjiitische minderheid, de Shabak, hebben daar een monopolie op verworven.

De Shabak vormen een etnische groep van ruim een kwart miljoen leden die, tot IS kwam, in relatieve vrede op de Ninevevlakte en in Mosul woonden. In de strijd tegen de terreurgroep vormden ze een van de vele sjiitische milities die zich aansloten bij de nationale Popular Mobilisation Forces, de PMF. Na de bevrijding bleven de milities naast de Iraakse federale politie en het leger achter om de soennitische gebieden veilig te houden.

En zo werden de Shabak van een minderheidsgroep op de Ninevevlakte een machtsfactor van belang. Daarom ligt het schroot opgetast langs de kant van de grote weg naar de Iraakse stad Mosul, want die gaat door Shabaks woongebied. En boven op de autowrakken en het verwrongen ijzer prijkt triomfantelijk een rode, sjiitische vlag.

Heropbouw

En dan is er de greep die de milities hebben op de weinige fondsen die voor wederopbouw uit Bagdad komen, waardoor Mosul vier jaar na de oorlog nog altijd deels in puin ligt.

Een corrupte, sjiitische gouverneur is inmiddels gewipt, waarna eindelijk de bruggen over de Tigris, die de stad verdeelt, werden gerepareerd. Met Amerikaanse steun schoof vorig jaar de populaire generaal Najm al-Jabouri door naar de gouverneurszetel. Tijdens en na de bevrijding was hij verantwoordelijk voor de veiligheid, maar tegen de macht van de milities kon hij weinig inbrengen.

Dat er toch wordt herbouwd, komt vooral dankzij de burgers en zakenlieden zelf, met hulp van leningen en van buitenaf. ‘We hebben veel te danken aan de internationale ngo’s’, zegt Saadoon. Hij wijst er echter op dat ook zij de milities via de omweg van de corrupte ambtenaren een deel van het hulpgeld moeten betalen.

De onpopulariteit van de milities heeft deels te maken met het feit dat ze zijn getraind en betaald door buurland Iran. En dat terwijl Mosul jarenlang de hoofdstad was van het Iraakse leger. Dat is grotendeels in haar militaire academies opgeleid en vocht in de jaren tachtig acht jaar lang tegen datzelfde Iran, dat toen Iraks aartsvijand was.

Dat verklaart de weerstand tegen de vlaggen die overal in en buiten de grotendeels soennitische stad hangen. Vlaggen die sjiieten sinds de val van Saddam Hoessein in Irak gebruiken om zich te identificeren. Groene en rode met de beeltenissen van de schoonzoon en kleinzoon van de profeet Mohammed, die zij beschouwen als zijn enige opvolgers, en in de rouwmaand Muharram pikzwarte.

Wie de stad binnenrijdt vanuit Iraaks Koerdistan, wordt al snel geconfronteerd met portretten die de inwoners van Mosul nog meer prikkelen. In de middenberm hangt elke paar meter een poster met daarop de Iraanse generaal Qasem Soleimani en de Iraakse PMF-leider Abu Mahdi al-Muhandis, met wie hij nauw samenwerkte. Begin 2020 kwamen die om bij een door de Amerikanen uitgevoerde droneaanval. Voor heel wat soennieten staan de twee symbool voor de Iraanse macht in Irak. Hun positieve rol in de oorlog tegen IS is allang vergeten.

Khomeini in Mosul

‘Het is pure provocatie,’ zegt de jonge politicus Abdullah al-Nujaifi over die portretten. ‘We hebben nu opeens ook een Khomeini-school. Daardoor voelen mensen zich steeds meer onderdrukt. Het is alsof ze niet meer in hun eigen land wonen.’

De Khomeini-school, genoemd naar de Iraanse ayatollah die in 1979 Iran in een islamitische republiek veranderde, staat in Bartella. Dat stadje op de Ninevevlakte, kilometers van Mosul, was voor de IS-bezetting grotendeels christelijk. Daarna werd het de basis van Brigade 30 en namen Shabak steeds meer huizen en grond over. Christenen voelden zich onveilig en velen keerden niet naar huis terug. Daarmee is de identiteit van Bartella veranderd: nu is het grotendeels sjiitisch.

© Eddy van Wessel

‘Mensen hebben het vertrouwen in de overheid verloren en gaan direct naar de milities gaan om hun problemen op te lossen. Zo ver is het al’

© Eddy van Wessel

Voor Nujaifi, die als kandidaat staat op een soennitische lijst bij de Iraakse parlementsverkiezingen van 10 oktober, gaat het allemaal om identiteit. Om de soennitische identiteit van de stad die echter door het radicale soennisme van IS omstreden is geraakt. En dat is waar de sjiieten nu gebruik van maken. ‘Mensen zijn bang om daarover te praten,’ zegt hij. ‘Ik zie angst als ik het tijdens mijn campagne juist wél probeer te bespreken.’

De dertiger ontvangt zijn bezoek in het Nujaifi Huis, een fraai herbouwd pand van zijn politiek actieve familie op de nog grotendeels in puin liggende westoever van de Tigris. In de grote ontvangstzaal hangt een zwart doek dat nog de Kaäba in Mekka heeft bedekt. Zijn oom Osama was voorzitter van het Iraakse parlement en zijn vader Atheel gouverneur van Mosul, totdat IS de stad binnenviel.

‘Mensen hebben het vertrouwen in de overheid verloren en gaan direct naar de milities om hun problemen op te lossen.’

Nujaifi is bezorgd over de toenemende macht van de milities. Ze richten zich ook op de overheid en instituties, waarbij ze het directoraat van Gezondheidszorg inmiddels geheel beheersen.

Daar heeft de gouverneur geen enkele invloed meer, zegt hij. Met als gevolg dat openbare ziekenhuizen niet worden herbouwd, en de stad van ruim anderhalf miljoen inwoners het moet doen met een paar noodbarakken.

Macht consolideren

De Brigade 30, of Liwa al-Shabak, is niet de enige militie die actief is in Mosul en zich niets heeft aangetrokken van opdrachten van respectievelijke Iraakse premiers sinds 2018 om zich terug te trekken. Ze delen de macht over de stad samen met de radicale en pro-Iraanse milities Kata’ib al-Imam Ali, Hezbollah en Asaib al-Haq.

Die laatste heeft bovendien zogenoemde economische commissies die actief zijn bij het verwerven van bouwcontracten en andere opdrachten, net als Saraya al-Salam van de in Zuid-Irak populaire sjiitische geestelijke Moqtada al-Sadr. Dat Bagdad die kantoren jaren geleden al per decreet liet sluiten, had geen enkel effect.

Daarnaast is er nog de christelijke Brigade 50, of Kata’ib Babiliyun, die ook is aangesloten bij de PMF, en bij gebrek aan voldoende christelijke militieleden sjiieten uit het zuiden in haar gelederen heeft. De leider daarvan, Rayan al-Khaldani, is niet minder corrupt dan Abu Jaafar al-Shabaki van de Shabak-brigade, en beide heren staan al geruime tijd op Amerikaanse sanctielijsten.

Dat is ook vanwege de manier waarop hun milities burgers intimideren. Officiële Amerikaanse rapporten spreken van ‘onrechtmatige opsluiting van Koerden, Turkmenen en christenen’ en van ‘afpersing, illegale arrestaties, ontvoeringen en gevangenneming zonder arrestatiebevel’.

Zakenman Muaamar Saadoon wijst erop dat door die tegenwind de militieleden hun economische en militaire macht willen veiligstellen. Daarvoor hebben ze de politiek nodig, en daarom hebben ze verkiesbaar gesteld voor de komende parlementsverkiezingen. ‘Ze moeten voorkomen dat het geld dat ze via hun deals hebben gestolen van hen weer wordt afgepakt.’

Daarom prijken de verkiezingsposters van beide corrupte militieleiders van de Brigades 30 en 50 in en nabij de stad. ‘Straks hebben we parlementsleden tegen wie internationale sancties zijn uitgevaardigd!’ zegt Abdullah Nujaifi verontwaardigd.

Hij ziet het als een aanval op de Iraakse staat. ‘Strategisch, via een uitholling van het concept van de staat, met chaos en onderdrukking wat leidt tot een gebrek aan vertrouwen. En dan politiek, via politici die de milities vertegenwoordigen. Mensen hebben het vertrouwen in de overheid verloren en gaan direct naar de milities gaan om hun problemen op te lossen. Zo ver is het al.’

In 2017 waren de inwoners van Mosul maar wat blij dat hun landgenoten een einde maakten aan de IS-bezetting. Nog maar vier jaar later is die vreugde omgeslagen en breken ze het hoofd over hoe ze de huidige sjiitische overheersing een halt kunnen toeroepen. Tegen IS voldeed militair ingrijpen. Deze keer is de infiltratie echter zo compleet, dat volgens Muaamar Saadoon niet minder dan een wonder nodig is.

Met dank aan fixer en vertaler Faisal Jeber. Dit artikel kwam tot stand dankzij een bijdrage van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek