De levenslijn van vluchtelingenmuzikanten
‘Muziek is het beste paspoort dat je kan hebben om te integreren’
Iedere dag zijn er mensen op de vlucht. Iedere dag raken mensen elkaar zonder woorden. Muziek is een bindmiddel tussen culturen en voor vluchtelingenmuzikanten vaak een levenslijn die hen met onze maatschappij verbindt.
Hussein Rassim aan de trappen van het Brusselse Beursplein
© Bjorn Coucke
April, 2015. Via fragiele rubberbootjes op de Middellandse Zee, of ellenlange wandelroutes langs Turkije en Griekenland komen honderdduizenden migranten uit het Midden-Oosten in Europa aan. Ook in België trachten ze zonder geld, papieren of taalkennis een plaats te vinden in onze maatschappij. Op dat laatste hebben sommigen iets gevonden. Ze gebruiken de taal die iedereen begrijpt: de taal van muziek.
Ieder van hen draagt een uniek verhaal met zich mee. Studenten journalistiek Arne Torrekens, Bjorn Coucke, Jochen De Smet en Yari Van Kaer gingen met vier vluchtelingenmuzikanten in gesprek en tekenden hun verhaal op. Hussein en Bassel zijn met de grote vluchtelingenstroom van een dik jaar geleden aangekomen in Brussel, en komen uit Irak en Syrië. Gueladio was een ster in Mauritanië, en bekende vreemdeling Eric Baranyanka ontvluchtte zijn thuisland Burundi op driejarige leeftijd uit vrees voor de dood. Iedereen ervaart of ervaarde hun vlucht, hun aankomst en hun integratie op een andere manier. Verschillen vervagen echter als de muziek spreekt.
‘Integreren gaat voor veel vluchtelingen erg moeilijk’, legt Bassel Abou Fakher uit. Zonder bezittingen kwam hij hier als jonge Syriër in september 2015 aan. Binnenkort brengt hij een tweede album uit met zijn band Qotob Trio. ‘Mensen die hier toekomen en geen Frans of Nederlands spreken vinden het erg moeilijk om connecties te leggen’, vertelt hij. ‘Ik had dat probleem niet. Er zit geen tekst in mijn muziek, dat is een bewuste keuze. Alles gaat om emotie en dat verbindt mensen, welke taal je ook spreekt.’
Over zijn eigen vlucht naar Brussel vertelt hij nogal laconiek ‘een leuke tocht’ gehad te hebben. ‘Natuurlijk was ik met momenten bang. Toen ik in een rubberbootje met drie vrienden op de Middellandse Zee zat te dobberen, zag het er niet meteen rooskleurig uit. Toch is het voor mij belangrijk altijd positief te blijven. Ik praat niet graag over hoe moeilijk het is geweest.’
Anoniem
Gueladio Ba vond zijn tweede thuis in Globe Aroma
© Bjorn Coucke
De integratie verloopt duidelijk niet voor elke vluchteling even vlot. Voor sommigen onder hen gaat het nog een heel stuk moeilijker dan voor Bassel. ‘Zonder muziek overleef ik hier niet, ik pleeg nog liever zelfmoord’, vertrouwt Gueladio Ba ons toe. Hij komt net terug van een gesprek bij de dienst Vreemdelingenzaken en dat weegt duidelijk nog op hem.
‘Het is moeilijk om jezelf continu te moeten verantwoorden. In Mauritanië was ik groot. Enorm groot. Ik kon er dankzij mijn muziek aardig mijn brood verdienen en had erdoor ook enig aanzien. Het is dan ook heel hard om ergens toe te komen waar je niet langer als artiest beschouwd wordt. Muziek is wat me al heel mijn leven drijft. Daarbovenop heb ik muziek gewoon nodig. Het is wie ik ben. Het is mijn hele leven. Ik ben dan ook dankbaar dat er plaatsen zoals Globe Aroma zijn die me de kans geven om nog met muziek bezig te zijn.’
Globe Aroma is een sociaal-artistiek open huis in het hartje van Brussel dat nieuwkomers in contact wil laten komen met kunst. ‘Voor hen is het noodzakelijk dat ze een plek hebben waar ze zich in alle rust kunnen uitleven op artistiek niveau’, vertelt sociaal-artistiek productiemedewerker Brecht Theunis. ‘Gueladio en andere vluchtelingen kunnen hier gebruik maken van muziekinstrumenten en een repetitieruimte.’
Hussein Rassim
© Bjorn Coucke
De organisatie wil bovendien sociale isolatie tegengaan door vluchtelingenmuzikanten in contact te brengen met elkaar.
Zo organiseren ze met enige regelmaat workshops, concerten, expo’s, etc. Een van de hoogtepunten is Se la Fet, een terugkerend concept dat vluchtelingen en Brusselaars samenbrengt door middel van cultuurbeleving. Buitenshuis is de organisatie ook actief door hun participatie aan evenementen als Marche Citoyenne en Couleur Café.
‘Globe Aroma is een mooi voorbeeld van een organisatie die sterk inzet op de integratie van vluchtelingen door middel van kunst en cultuur’, legt Sofie Joye van Kunstenpunt uit, een steunpunt dat de samenwerking tussen tal van culturele organisaties bevordert. ‘Het feit dat ze ook zelf op zoek gaan naar vluchtelingen met wie ze voorstellingen kunnen maken getuigt van een groot engagement.’
Nog uit het Globe-Aromahuis komt Hussein Rassim die er elke week komt repeteren. Toen hij drie jaar geleden in Brusssel terechtkwam, had hij het, net zoals zijn lotgenoten, niet gemakkelijk. Hij miste zijn familie en vrienden, en je weg vinden in een vreemd land is hoe dan ook geen evidentie. Hussein verblijft in het Brusselse opvangcentrum Het Klein Kasteeltje. Op 22 maart 2016, toen terroristische aanslagen de alarmbellen van de stad deden luiden, mocht hij het gebouw niet verlaten.
Wanneer ’s avonds de hekkens wél opengingen, trok hij op aandringen van zijn vriend met instrument in de hand naar het Beursplein. Onzeker en emotioneel improviseerde Hussein op zijn oed (nvdr. snaarinstrument) voor de verzamelde menigte. Een activist filmde de gebeurtenis, en plaatste het online. Het filmpje ging viraal en op één avond werd hij een bekende in de stad.
‘Muziek is het beste paspoort dat je kan hebben om te integreren’, vertelt hij. ‘Integreren draait rond het ontmoeten van mensen en ik ontmoet dagelijks nieuwe mensen door mijn muziek. Als muzikant spreken mensen je makkelijker aan.’
‘Vluchtelingen die in Syrië landbouwer waren, hebben dat voordeel niet. Dan word je snel eenzaam en is alles veel moeilijker’, besluit hij. Als je hem vraagt een leven zonder muziek in te beelden, antwoordt hij met één woord: ‘Gruwelijk.’
Gelukkig moet Rassim zich niet meteen een leven zonder muziek voorstellen. De man is een echt werkbeest. Ondertussen heeft hij al drie nummers staan op de plaat Refugees for Refugees, uitgebracht door Muziekpublique. Sinds eind 2016 staat hij ook aan de wieg van de nieuwe band Nawaris, net als Rassim zelf, een smeltpot van verschillende culturen.
Gelijkheid
Muziek is meer dan een paspoort alleen. Het is vaak het enige houvast dat vluchtelingenmuzikanten hebben wanneer ze hier toekomen. Zeker wanneer het label vluchteling iets is waar ze zichzelf maar moeilijk van kunnen verlossen. ‘De laatste twee jaar waren zo intens dat ik nu geen inspiratie meer heb. Ik ben te afgeleid door wat er rondom mij gebeurt en door wat er met mij gebeurt’, zegt Bassel. ‘Ik heb geen geduld. Ik wil mezelf zo snel en zo goed mogelijk verder ontplooien. Ik wil… ik moet een betere cellist worden.’
‘Het is allemaal te commercieel geworden. Ik wil daar niet in meegaan. Vluchteling zijn hoort helemaal geen speciale status in de muziekwereld teweeg te brengen.’
Bassel Abou Fakher
© Bjorn Coucke
‘Ik wil ook als cellist door het leven gaan, niet als vluchteling. Plots komt er overdonderend veel op je af en eigenlijk is muziek spelen het enige wat ik echt wil doen. Ik wil niet bekend staan als dé vluchteling die zijn zware leven in muzieknoten uitdrukt. Ik kan dat niet genoeg benadrukken’, zegt hij.
‘Het is allemaal te commercieel geworden. Ik wil daar niet in meegaan. Vluchteling zijn hoort helemaal geen speciale status in de muziekwereld teweeg te brengen’, gaat hij verder. ‘Muziek hoort iedereen gelijk te maken. Dat is het mooie eraan, dus ik kan me enorm frustreren in de industrie die het allemaal gewoon zo commercieel mogelijk wil maken. Zelfs het vluchtelingschap.’
Hij zinspeelt hiermee op projecten als Refugees for Refugees en Refugees got Talent. Projecten die vanuit de vluchtelingen vertrekken om hen zo aan de buitenwereld te introduceren. Het zijn gelegenheden om aan de buitenwereld te tonen dat vluchtelingen ook gewoon mensen zijn, dat ze artiesten kunnen zijn. Projecten die met de beste bedoelingen zijn opgestart, maar toch vaak als anders, als commercieel worden ervaren.
Sommige vluchtelingenmuzikanten krijgen zo wel een springplank naar de rest van de maatschappij, maar steeds onder het label van vluchteling. En dat is een label waar je maar moeilijk van verlost geraakt.
Obstakels
Bij Globe Aroma heeft Bassel vooral een probleem met de slechte akoestiek en weinig kwaliteitsvolle instrumenten. ‘Dat moet beter voor een plaats in het hartje van Brussel’, besluit hij. Globe Aroma heeft echter nooit de bedoeling gehad professionele muzikanten te huizen. Bij hen komen vluchtelingen die hun uitlaatklep vinden in muziek op de eerste plaats. De organisatie is hoofdzakelijk een sociale hulp.
Toch beseffen ze bij Globe Aroma dat sommige instrumenten nog maar half aaneen hangen. ‘Het is vaak wat improviseren’, voegt Brecht van Globe Aroma nog toe. In België is er nog niet echt een oplossing voor dit probleem. Instrumenten zijn duur, en vaak moeten vluchtelingenmuzikanten erg lang sparen vooraleer ze er een kunnen betalen.
Voor een aantal projecten in Afrika, het Midden-Oosten en Centraal-Amerika probeert Music Fund een oplossing te bieden. Zij verzamelen en repareren uitgediende instrumenten, om die te geven aan zij die er het meeste nood aan hebben.
In België kennen we niet meteen een gelijkaardige organisatie die instrumenten voor vluchtelingenmuzikanten voorziet. ‘De meeste nieuwkomers komen via via aan hun instrument’, vertelt Sofie Joye van Kunstenpunt. ‘Geleidelijk komen vluchtelingen in een netwerk terecht waarin muzikanten instrumenten uitlenen aan elkaar.’
Vanuit de overheid wordt er sowieso erg bespaard op cultuur en kunst, voegt Sofie er nog aan toe: ‘Er worden veel maatregelen genomen die het juridisch moeilijker maken voor vluchtelingen en veeleer desintegrerend werken. Het maatschappelijk belang van kunst en cultuur staat ten onrechte ter discussie. De overheid bespaart enorm op sociaal-culturele organisaties. Het gevolg is dat sommige van die organisaties - die wel willen inzetten op de integratie van vluchtelingen - de middelen niet hebben om dat te doen.’
Fakher op het podium van het Museumtheater in Sint-Niklaas
© Arne Torrekens
Thuisvoelen
Dat muziek als integratiemiddel niet nieuw is, ervaarde Eric Baranyanka al in de jaren ‘60. Bij Eric, bekend van Ketnet en Familie, hebben muziek en populariteit hem geholpen een plaats te vinden in de maatschappij. ‘Muziek heeft mijn hele leven bepaald, en dat begon op 15-jarige leeftijd’, blikt de 57-jarige Eric terug. Eric kwam drie jaar na zijn geboorte (1961) terecht in een streng katholiek pleeggezin in Lembeek en was samen met zijn broer de enige zwarte in de streek. ‘Toen we de kerk binnenwandelden voor de zondagsmis keek iedereen om’, verklaart hij. ‘Mensen hadden nog nooit een zwarte in het echt gezien, enkel op televisie.’
Ook op latere leeftijd, toen Eric op zondagnamiddag naar een fuif ging, kwam hij in aanraking met racisme. ‘Meisjes vonden me vies en weigerden me een kus te geven tijdens de kusjesdans. Ik heb toen wel enkele traantjes gelaten’, geeft hij toe. Ook in discotheken was hij niet altijd welkom. ‘Mijn blanke vrienden mochten altijd binnen, maar negers waren dikwijls niet toegelaten.’
Zijn wereld veranderde toen hij zanger werd van hardrockband Stone Cold Fever. ‘Ineens stond ik in het midden van de belangstelling”, blikt hij terug. ‘Je wordt helemaal anders bekeken. Ik was hip en cool, en werd vrouwenversierder op korte tijd.’
Toen Eric in de televisiereeks Familie terechtkwam, werd hij in heel Vlaanderen bekend. ‘Ik zat twee weken op een cruise in Miami. Wanneer ik terugkwam, was de eerste aflevering waarin ik meespeelde al uitgezonden. Plots werd ik door iedereen herkend en was ik een bekende Vlaming. Nieuwe deuren gingen open.’
Eric Baranyanka kwam na zijn aankomst in België in een pleeggezin terecht. Dat was voor hem de beste oplossing. Hij kreeg er een terugvalbasis en bij uitbreiding een tweede familie. Eric spreekt zijn pleegmoeder nog iedere maand. Hij was slechts een van de vele vluchtelingen die jaarlijks in België toekwamen. Nadien is Pleegzorg Vlaanderen voor mensen als hem met het project Geef de wereld een thuis van start gegaan.
Eric Baranyanka
© Bjorn Coucke
‘Geef de wereld een thuis is een pilootproject’, legt woordvoerder Niels Heselmans uit. ‘We zijn er in 2015 mee begonnen en willen hiermee niet-begeleide minderjarige vluchtelingen, jongeren en vluchtelingengezinnen een thuis geven’, vertelt hij. Zo hebben ze ondertussen al 130 jongeren de warmte van een gezin kunnen schenken. Bij Pleegzorg Vlaanderen zijn ze daar duidelijk trots op: ‘Voor velen van hen hebben we écht een verschil kunnen maken.’
Maar ook bij Pleegzorg Vlaanderen voelen ze zich in hun werking geremd. ‘Ik denk dat de overheid en socio-culturele organisaties niet altijd op dezelfde lijn zitten’, vertelt hij. ‘Dat is een thema dat vaak terugkeert bij die organisaties. Wanneer er moet bespaard worden voelen ze, bij wijze van spreken, de overheid al in hun nek hijgen. De wil en de moed van de organisaties zijn groot, maar vaak krijgen ze te weinig middelen om al hun doelstellingen te realiseren.’
Het Brusselse Beursplein is een smeltkroes van culturen
© Bjorn Coucke
Muziek & integratie
Integratie is voor veel nieuwkomers erg moeilijk. Dat beseft ook Brecht Theunis van Globe Aroma: ‘Je komt in een land waar je werkelijk niks weet, en vaak ook niks hebt. Mensen moeten dan lang wachten op een verblijfsvergunning, en sommigen zitten jaren na aankomst nog steeds in een vluchtelingenkamp. Bovendien spreken vluchtelingen in vele gevallen geen Nederlands, Frans of Engels.’
Wie met muzikanten praat, hoort nochtans een ander verhaal. Muziek is een taal die iedereen begrijpt en deuren opent. Dat was in de jaren ’70 al zo met iemand als Eric Baranyanka en dat blijkt vandaag nog steeds niet veranderd. ‘Muziek is een laagdrempelige universele vorm van communiceren en brengt mensen samen’, verklaart Sofie Joye van Kunstenpunt. ‘Dat muziek – en bij uitbreiding kunst en cultuur – kan helpen bij de integratie van vluchtelingen staat voor mij buiten kijf.’
Met deze reportage studeerden Arne Torrekens, Bjorn Coucke, Jochen De Smet en Yari Van Kaer in juni 2017 af aan de opleiding journalistiek van de Arteveldehogeschool Gent. Lees hier hun volledige dossier, met uitgebreidere getuigenissen van Bassel, Eric, Hussein en Gueladio. Met hun eindwerk namen ze deel aan de Vlaamse Scriptieprijs. Meer info op www.scriptieprijs.be.