Omstreden mijnbouwbedrijf duwt boeren in armoede

Reportage

Omstreden mijnbouwbedrijf duwt boeren in armoede

Omstreden mijnbouwbedrijf duwt boeren in armoede
Omstreden mijnbouwbedrijf duwt boeren in armoede

Raf Custers

08 februari 2017

De expansiedrang van mijnbouwbedrijf El Cerrejon stopt niet. Terwille van de uitbreiding verdwijnen hele dorpen van de kaart in Colombia. De bewoners zijn verplicht het boerenleven voor de stad te verruilen.

© Raf Custers

Benzinesmokkel vanuit Venezuela is big business in Noord-Colombia

© Raf Custers​

In minder dan een uur snelt de taxi van Riohacha aan de kust naar de steenkoolmijn El Cerrejon. Een gevaarlijk secundair baantje. De bermen zijn niet gesnoeid, de chauffeur scheert langs het struikgewas, zigzaggend tussen de putten in het wegdek, vaker haast op het linker- dan op het rechtervak, het lijkt of hij alle putten kent. Het landschap wordt malser groen. Wanneer de baan afbuigt naar het zuiden, verschijnt er reliëf aan de einder, een keten van heuvels waar zich tot voor een paar jaar nog guerilleros van de FARC verscholen. Het zijn de heuvels van de Serrania de Perija, ze vormen de grens met Venezuela.

Dit is ook een smokkelbaan. Vanuit Venezuela steken zware vrachtwagens in karavaan de grens over, overbeladen met vaten olie die met repen rubber aan elkaar zijn gesjord. Petroleum is spotgoedkoop in Venezuela en wordt in Colombia met grote winst verkocht. Vroeger verscheepten de criminele kartels cocaïne over de Carabische Zee, nu hebben ze zich op de brandstofsmokkel gestort.

De drie mijnen opereren in openlucht en alle drie exporteren ze de steenkool vanuit hun eigen havens aan de Caribische kust.

Op alle wegen controleren leger en politie het verkeer. Maar de smokkelaars worden blijkbaar niet verontrust. Ze rijden als kamikazes, in het duister, zonder lampen. Geregeld verongelukken er kamikazes, geregeld vliegen smokkeltrucks in brand.

In Cuestecitas neem ik een kamer. Tot aan de mijn van El Cerrejon is het maar vijf kilometer meer. Ze is de grootste steenkoolmijn van Colombia en de enige hier in La Guajira, het meest noordelijke departement van het land. De twee andere steenkoolmijnen van betekenis liggen iets meer naar het zuiden, in het departement Cesar. Alle drie opereren ze in openlucht en alle drie exporteren ze de steenkool vanuit hun eigen havens aan de Caribische kust. In Colombia’s economie spelen ze een belangrijke rol. Colombia denkt namelijk dankzij de export van grondstoffen te groeien.

© Raf Custers

De steenkoolhaven van Drummond nabij de stad Santa Marta

© Raf Custers​

Het zuidelijke deel van La Guajira, waar El Cerrejon zijn mijnputten uitbaat, was van oudsher een landbouwgewest met kleine winningen, vaak de eigendom van wayuu-mensen of van Afrodescendientes, afstammelingen van uit Afrika aangevoerde slaven.

De mijn heeft dat landelijke leven overhoop gegooid. De lokale gemeenschappen moesten wijken. Het begon in 1985 met de Afro-gemeenschap van Manantial, in 1986 volgde de indigena-gemeenschap van La Mulas. El Cerrejon bestaat dertig jaar. Al die tijd heeft de onderneming op gespannen voet geleefd met de mensen in haar omgeving.

Toen er nog een maquis was van guerilla-groepen in de Serrania de Perija en het bergmassief van Santa Marta, richtten zij hun aanvallen ook tegen El Cerrejon. Ramon, een syndicalist die bij El Cerrejon in de catering heeft gewerkt, herinnert zich dat het Frente-59 niet eens zo lang geleden ter hoogte van kilometer-14 de spoorlijn saboteerde. Zeventien wagons met steenkool ontspoorden en belandden in de berm.[1] Frente-59 was één van de guerilla-groepen van de linkse beweging FARC. De guerilla is verjaagd, de smokkelaars zijn gebleven, en El Cerrejon blijft uitbreiden, om haar ‘productie op peil te houden’, zo zegt de onderneming zelf.

De mijnbouwindustrie weet goed hoe slecht ze ligt bij de mensen.

De mijnbouwindustrie weet goed hoe slecht ze ligt bij de mensen. Om kritieken te pareren, peilt ze naar de sentimenten over wat ze doet. De Brújula Minera is zo’n jaarlijks terugkerende peiling. De laatste keer bleek dat meer vakmensen slechtere tijden verwachtten en een inkrimping van de activiteit.

Daarnaast bleek ook hoe hardnekkig de achterdocht is ten aanzien van de mijnbouw. Veel ondervraagden geloven bij voorbeeld dat de royalties - het percentage van de verkoop die de ondernemingen afstaan aan de staat - hoofdzakelijk in de zakken van particulieren belanden en niet in de staatskas, zoals het hoort. Maar de publieke opinie kijkt vooral kritisch naar de mijnen vanwege hun impact op het milieu. [2]

El Cerrejon staat niet hooghartig boven de kritiek maar tracht haar actief te neutraliseren. De firma werkt hard aan haar imago van “verantwoordelijke mijnbouwer”, onder meer met de rondleidingen in de concessie. In La Guajira maakt El Cerrejon veel publiciteit rond haar sociale acties voor herscholing of de kleinschalige productie van artisanaal textiel. Zo probeert ze goodwill te kopen. Dat lukt misschien ver van hier of bij toeristen die de mijn bezoeken. Maar in La Guajira lukt het niet meer. De mijn heeft al te vaak de mensen gebruskeerd.

Een hele kudde in trucks weggevoerd

Veel mensen weten hoe het Roche is vergaan, een Afro-gemeenschap in de gemeente Barrancas. Eind de jaren 1990 legde El Cerrejon de eerste contacten om Roche op te doeken. Begin deze eeuw kregen de plannen voor een verhuis vaste vorm. De mijnonderneming wilde zogenaamd “vermijden dat de uitstoot van stof van de mijnoperaties een negatieve impact zou hebben op de bewoners van Roche”.[3]

De Ustates werden door manschappen van de oproerpolitie met geweld uit Roche verdreven.

In februari 2016 rondde El Cerrejon naar eigen zeggen de hervestiging van Roche af. Maar fraai verliep die eindfase niet. Eind 2015 hadden alle 25 families - op één na - die in aanmerking kwamen voor hervestiging een nieuwe woning betrokken. Tomas Ustate en zijn familie bleven over. Zij schikten zich niet naar de condities die El Cerrejon met de groep was overeengekomen. Twee maanden later, op 24 februari, werden de Ustates door manschappen van de oproerpolitie met geweld uit Roche verdreven.

© Raf Custers

Tomas Ustate, door El Cerrejon verdreven uit het gehucht Roche

© Raf Custers​

In de nieuwe nederzetting Nuevo Roche, een tuinwijk met aan elkaar palende tuintjes, praat ik met Tomas Ustate en met Roberto Ramirez, ook afkomstig van Roche. Ze zijn beiden landbouwers èn ze blijven beiden actief als woordvoerders van de gemeenschapsraad van Roche.

Tomas doet het relaas van zijn uitzetting, nog even geëmotioneerd als op de dag van de incidenten zelf. Dat de oproerpolitie buitensporig geweld gebruikte, tot daaraan toe. Maar dat ze zijn huis met de grond gelijkmaakte en zijn hele kudde in vrachtwagens laadde en wegvoerde, het maakt hem nog altijd van streek.

De Ustates stonden er niet alleen voor die dag, enkele tientallen mensen kwamen hen steunen. Ze werden door de oproerpolitie als ordinair tuig met rubberkogels beschoten. Een journalist uit Guatemala werd gearresteerd en weggevoerd met een voertuig van El Cerrejon. Bij de politie werden al zijn foto’s uitgewist.

Iemand moet beslist hebben dat het spelletje met Tomas Ustate lang genoeg had geduurd. Er liep een procedure, gestart door de gemeenschapsraad van Roche, om na te gaan of er tijdens de hervestiging geen fundamentele rechten werden geschonden. Maar die procedure was blijkbaar van geen belang. Eerst moest Tomas Ustate verdreven van zijn winning in Roche.

Er zijn hem nadien compensaties beloofd. Daarop wacht hij nog altijd.

Er zijn hem nadien compensaties beloofd. Daarop wacht hij nog altijd. Het blijft vreemd hoe El Cerrejon deze case van in het begin heeft gepland. Voor slechts 25 families werd hervestiging voorzien, voor 225 andere niet. “En toch”, zegt Roberto Ramirez, “blijven we één blok vormen”.

De incidenten in Roche waren een heruitgave van wat in 2001 met een andere Afro-gemeenschap gebeurde in Tabaco. Van hen werden 700 huizen vernield, omdat dat voor de uitbreiding van El Cerrejon nodig was. Het jaar daarna beval een rechtbank dat het dorp en zijn infrastructuur hersteld moesten worden. Het vonnis is tot vandaag niet uitgevoerd.

De gemeente Hatonuevo en de onderneming El Cerrejon keken de andere kant uit. De mensen van Tabaco zijn over de hele streek verspreid, de gemeenschap viel uit elkaar. Eén van hen baat nu in Cuestecitas een restaurant uit. ‘Sommige van onze mensen hebben het vuil gespeeld’, zegt hij. Hij noemt ze bij naam, ze wonen in Maicao. Volgens hem hebben ze geld voor compensaties in hun eigen zak gestopt. ‘Maar zie mij’, zegt de man, ‘ik heb een kapotte knie, ik moet geopereerd worden, maar ik krijg niet eens het geld voor de operatie bij elkaar’.

Wie enkel nog consument is, verarmt

De mijnonderneming El Cerrejon zegt in alles de internationale standaarden te respecteren, onder meer de guidelines van de International Finance Corporation van de Wereldbank. Aan Las Casitas, nog een gehucht dat voor de mijn moet wijken, heeft El Cerrejon één van haar meetposten opgesteld voor de lucht. Hier meet de mijn zichzelf. De teller staat op 36 PM10, in 24 uur heeft de meetpost 36 microgram aan stofpartikels per kubieke meter opgezogen. De luchtkwaliteit is dus goed, ze zit in de klasse “Groen”, er hoeft geen enkele preventieve actie te worden ondernomen.

© Raf Custers

De steenkoolmijn meet zelf of ze de lucht vervuilt

© Raf Custers​

Eider Aldemar Soto Gomez is in Las Casitas geboren, getogen en boer geworden. Nu vervalt Las Casitas. Het schooltje staat leeg, tientallen families zijn vertrokken. Maar Eider weigert weg te gaan; hij ziet hoe slecht de anderen erbij varen. ‘Ze verarmen, ze veranderen van producenten in consumenten. Dat is een drastische omslag’.

© Raf Custers

Eider Aldemar Soto weigert te vertrekken uit Las Casitas

© Raf Custers​

Maar El Cerrejon verkoopt toch zichzelf als De Vooruitgang? Dat is dan toch gelogen, zegt Eider. Hij kent families die willen terugkeren naar Las Casitas. Hij kent er andere die teruggekeerd zijn naar de eerder ontruimde gehuchten Chancleta en Patilla. Het leven in de stad, waar ze voor alles moeten betalen, voor het water, voor het licht, voor het gas, is hen te duur.

El Cerrejon wil Eider Soto uitkopen, ‘maar zij bepalen de waarde van mijn land en schatten haar te laag. Bovendien zullen ze nooit het verlies compenseren dat ik de volgende jaren zal lijden omdat ik niets meer zelf zal kunnen voortbrengen’.

Het is bekend hoe El Cerrejon andere gemeenschappen verdreef. Door bij voorbeeld hun toegangswegen af te snijden, zodat ze op de duur geen kant meer op konden. ‘Hier hebben ze andere strategieën gebruikt’, zegt Eider. ‘Aanvankelijk mochten we bij voorbeeld onze kudden op hun land laten grazen. Maar ineens zegden ze de afspraken op. Ons werd daar de toegang ontzegd. We mochten niet eens onze koeien gaan terughalen’. Zo speelde El Cerrejon ook in Las Casitas de mensen uit elkaar.

[1] Zie ook: Atlas del Impacto Regional del Conflicto Armado en Colombia. Volumen I. Dinámicas locales y regionales en el período 1990-2013, Consejería Presidencial para los Derechos Humanos/USAID, Bogota, april 2015.

[2] Brujula minera 2016. Radiografia del sector minero colombiano, El Colombiano, 23 april 2016.

[3] Finalización del reasentamiento de Roche, communiqué van El Cerrejon, 25 februari 2016.

Deze report kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal DecroosGresea en Soulpress.be