Ook in het moeras zijn journalisten en inheemse Brazilianen niet meer welkom

Reportage

Moet het gehele Amazonegebied wijken in naam van “economische ontwikkeling”?

Ook in het moeras zijn journalisten en inheemse Brazilianen niet meer welkom

Ook in het moeras zijn journalisten en inheemse Brazilianen niet meer welkom
Ook in het moeras zijn journalisten en inheemse Brazilianen niet meer welkom

Ed Wilson Araújo (tekst) & Gui Christ (beeld)

28 juli 2022

De spanningen tussen traditionele gemeenschappen en de elite in het noordoosten van Brazilië nemen gewelddadige proporties aan. Lokale bewoners strijden al jarenlang om het behoud van hun grondgebied en de natuur. Moeten zij voor de zoveelste keer wijken voor economische “ontwikkeling”?

![© Gui Christ](//images.mo.be/sites/default/files/styles/3_2_standard_photo_format__wide_/public/field/image/70058_144916_8NTc3f.jpg?itok=yMLheRvD " Moeten inheemse Brazilianen wijken in naam van "economische ontwikkeling"? ")

Moeten inheemse Brazilianen wijken in naam van “economische ontwikkeling”?

© Gui Christ

De spaningen tussen traditionele gemeenschappen en een economische en politieke elite in het noordoosten van Brazilië nemen gewelddadige proporties aan. De recente moorden op de Britse journalist Dom Phillips en de Braziliaanse onderzoeker Bruno Pereira staan niet op zich. Lokale bewoners strijden al jarenlang om het behoud van hun grondgebied en natuurlijke bronnen. Moeten zij voor de zoveelste keer wijken voor economische ontwikkeling?

De laagvlakte van Maranhão, een staat in het noordoosten van Brazilië, herbergt een overvloed aan natuurlijke rijkdommen. Traditionele gemeenschappen beheren die al eeuwenlang op een duurzame manier. Als slaven op de vlucht of opgejaagd door kolonisten vestigden deze bewoners zich in een ver verleden in deze moerasachtige gebieden.

Vandaag zijn ze er opnieuw ongewenst. De agro-industrie, de mijnbouw en de staalindustrie richten zich voor hun afzetmarkt op het nabijgelegen havencomplex van São Luís, de hoofdstad van de deelstaat. In de ruimere regio rond de stadjes Viana, Arari en Anajatuba azen ze op de gronden van de inheemse gemeenschappen en quilombolas, de afstammelingen van de vroegere Afro-Braziliaanse slaven. Die ontsnapten in de 19de eeuw van plantages en vestigden zich nadien in zogenaamde quilombo-nederzettingen in het land.

Betoverde geest

Aldeli Ribeiro, of kortweg Pan zoals hij in zijn gemeenschap Akroá Gamella genoemd wordt, heeft littekens over zijn hele lichaam. Het zijn de sporen van de schoppen en verwondingen met stokken, messen en vuurwapens. Vijf jaar geleden, op 30 april 2017, liep hij ze op toen inwoners van de stad Viana een gewelddadige aanval uitvoerden op zijn gemeenschap.

Vijf jaar later vindt Pan opnieuw de kracht om het leven te vieren. ‘Ik ben er tenminste nog’, vertelt hij aan de oevers van het idylische meer van Aquiri, in het dorp Centro dos Antero. Hij werd in de rug geschoten en zijn polsen en linkerbeen werden met een hakmes toegetakeld.

Ook op zijn hoofd had Pan twee diepe snijwonden. Een ervan veroorzaakte een diepe barst in zijn voorhoofd. Hij kreeg ook een scheur in zijn mond en verloor vijf tanden. ‘Na de aanval sleepte ik mezelf voort op mijn ellebogen. Het leek wel alsof een betoverde geest bezit nam van mijn gehavende armen.’

‘Mijn leven is voorbij’

‘Het bevel werd gegeven om iedereen te doden’, herinnert José Ribamar Mendes, bekend als Zé Canário, zich. ‘Zelfs de kinderen.’ Ook Zé was slachtoffer van het bloedbad. Zijn rechterhand en linkerbeen werden afgehakt en hij kreeg een snee in zijn gezicht.

‘Het was ongeveer twee uur in de namiddag. We gingen naar het Meer van de Bloemen om een ritueel te houden. We waren met velen — mannen, vrouwen en kinderen — toen we er werden aangevallen. Ze omsingelden ons en begonnen te schieten. Ze hakten mijn arm af met een machete en wilden ook mijn nek doorsnijden.’

‘Ze hakten mijn arm af met een machete en wilden ook mijn nek doorsnijden.’

Daarop volgden voor beide heren langdurige opnames in verschillende ziekenhuizen en een reeks operaties om hun ledematen weer te hechten. Hun polsen en benen werden met platina stukken weer in elkaar gezet.

Nog steeds gaan de twee mannen gebukt onder de fysieke en psychologische gevolgen van de aanval. ‘Mijn leven is voorbij’, klaagt Zé Canário. Hij toont zijn rechterhand en pols die niet meer in staat zijn de elementaire bewegingen te maken. Ook zijn been draagt nog de sporen. Hij ontvangt een minimumpensioen, maar hij heeft acht kinderen en is afhankelijk van zijn vrouw voor het dagelijks werk op het veld, de persoonlijke hygiëne en het huishouden.

© Gui Christ

Pan kan zijn rechterhand nog steeds niet gebruiken. Zijn huis is beschilderd in tropische tinten en omringd door sierplanten en fruitbomen.

© Gui Christ

Eindjes aan elkaar knopen

Jagen, vissen of aan landbouw doen kunnen Pan en Zé niet meer. Nochtans hangt de gemeenschap daar volledig van af. Verwoede pogingen om een volledig pensioen voor arbeidsongeschiktheid te krijgen stuiten steeds op de bureaucratie van de sociale zekerheid.

Pan heeft zeven kinderen uit verschillende huwelijken en ontvangt een gedeeltelijke toelage van (omgerekend) 116 euro. Dat geld gaat naar zijn kinderen, medicijnen en het erf rond zijn huis. Met de hulp van zijn familie lukt het Pan om de eindjes aan elkaar te knopen en dat erf te onderhouden. Hij woont in een prachtig houten huis, beschilderd in tropische tinten, omringd door sierplanten en fruitbomen.

Behalve de medische verzorging, maken de mannen ook gebruik van hun eigen rituelen. De sjamaan Maria de Fátima Pereira, oftewel Maria Roxa, staat in de hele regio bekend om haar spirituele genezingskracht door middel van gebeden, zegeningen, baden, medicijnen en allerlei goede raad.

‘We hebben hier veel heilige plaatsen, zoals onze rivieren, velden, meren en bossen’, vertelt zij. ‘Maar de grootgrondbezitters willen zich alles toe-eigenen. Wij brengen de natuurlijke omgeving hier weer tot leven.’

© Gui Christ

Maria Roxa: ‘We hebben hier veel heilige plaatsen, zoals onze rivieren, velden, meren en bossen.’

© Gui Christ

In totaal zouden er zo’n 300 mensen uit de gemeente Viana deelgenomen hebben aan de aanval. Gewapend met stokken, stenen, allerhande messen, machetes, zeisen, scherpe voorwerpen en vuurwapens trokken ze naar de kleine groep inheemse mensen.

Onder de aanvallers bevonden zich naar verluidt veehouders, grootgrondbezitters, zakenlui, parlementsleden, grileiros (mensen die eigendomstitels van grond vervalsen), leiders van evangelische kerken, stadsbewoners, winkeliers en de politieke elite van Viana. Onder de Akroá Gamella raakten 22 mensen gewond, waarvan twee met afgehakte ledematen.

‘Pseudo-indianen’

‘Aluisio Mendes draagt een grote verantwoordelijkheid in dit conflict.’ Dat vertelt Kum’Tum van de Akroá Gamella. ‘Hij schaart zich aan de kant van de mensen van Viana en oordeelt zonder meer over ons bestaansrecht.’

Mendes is federaal parlementslid en voorzitter van de Veiligheidscommissie in het Braziliaanse parlement. De vicevoorzitter van die commissie, Daniel Silveira, werd door het Braziliaanse federale hooggerechtshof tot ruim 8,5 jaar gevangenisstraf veroordeeld voor aanvallen op de democratie. President Bolsonaro verleende hem gratie.

‘Men wil het bestaan van de inheemsen uitwissen, hen het recht ontzeggen om hier te leven.’

Het bloedbad in april 2017 was volgens Kum’Tum een zoveelste uiting van koloniale agressie. ‘Men wil het bestaan van de inheemsen uitwissen en hen het recht ontzeggen om er te leven.’ De aanval, gelooft de gemeenschap, is het gevolg van een historische vijandigheid tegenover de inheemse gemeenschappen.

Twee dagen voor de aanval zat een comité van bewoners uit Viana in een radioprogramma van een lokale invloedrijke omroep, Maracu AM. Zakenlui en advocaten die azen op het inheemse grondgebied hebben de omroep in handen.

In de uitzending is gezegd dat men nooit weet had over het bestaan van inheemsen in de regio. Er wordt gesproken over ‘mensen die zich inheems noemen’, ‘criminele bendes’ en ‘vandalen’. Het zou gaan om ‘een handvol boosdoeners die aangevoerd worden door mensen die van buitenaf komen’ en er is sprake over ‘het binnenvallen en slopen van huizen’.

Parlementslid Mendes nam telefonisch deel aan het radioprogramma. Hij noemde de inheemse gemeenschap ‘pseudo-indianen’ en verklaarde dat hij een dag later in Viana zou zijn om deel te nemen aan de zogenaamde “Mars voor de Vrede”. Wagens met luidsprekers zijn ingezet in de stad, om de bevolking op te roepen om deel te nemen.

Een dag later sprak Mendes op het podium van de manifestatie. ‘Er is hier niemand die kakkerlakkenbloed heeft. We accepteren de provocatie van de indianen niet langer.’ Voor de inheemse gemeenschap klonk dat alsof het vuur aan de lont werd gestoken.

© Gui Christ

Praw Akroá Gamella, zag de aanval in 2017 als jong meisjes gebeuren.

© Gui Christ

Verkiezing Bolsonaro vertraagt rechtspraak

Al minstens 300 jaar is er een strijd gaande tussen de inheemse gemeenschap, de Akroá Gamella, en de bewoners van de naburige gemeenten Viana, Penalva en Matinha. De inheemse gemeenschap wil hun grondgebied afbakenen, met als argument dat hun voorouders er al sinds de 18de eeuw leven.

Maar sinds de jaren ’60 werd een deel van het grondgebied in beslag genomen of via verdachte notariële transacties verkocht. Het grondgebied dat de inheemsen als het hunne beschouwen kwam zo in handen van wat ze de onrechtmatige eigenaars beschouwen. Sindsdien onderhandelen ze om de vervalsingen over het grondbezit teniet te doen en hun grond opnieuw in handen te krijgen.

Rond Viana leven zo’n 450 inheemse gezinnen in verschillende dorpen. Na de aanval in april 2017 bezetten ze het hoofdkantoor van Funai, de nationale stichting voor indianen. Ze eisten formele maatregelen om het grondgebied af te bakenen.

Het leidde tot de oprichting van een werkgroep met verschillende experts, maar de verkiezing van Bolsonaro legde het hele proces stil. Nochtans stelt artikel 231 van de Federale Grondwet van 1988 dat de inheemse volkeren recht hebben op hun voorouderlijke gebieden.

Voeten als eigendomsbewijs

Intussen zit er een nieuw dispuut aan te komen. In juni hervatte een stemming over het zogenaamde “tijdelijke kader”. Dat is een voorstel van de agro-industriële lobby dat stelt dat inheemsen alleen aanspraak kunnen maken op grondgebied als ze zich er al bevonden op het moment dat de federale grondwet in 1988 werd afgekondigd. Tot op vandaag is er geen uitspraak in de zaak.

Dit voorstel is bedoeld om de historische onteigening, die al sinds de jaren ’60 gebeurde, te legaliseren en de notariële fraude te legitimeren. Dat stelt Lucimar Carvalho, advocaat en juridisch adviseur van CIMI, de Missionaire Raad voor Inheemsen in Maranhão. ‘Alle geweld waarmee hele volkeren werden uitgeroeid, wordt hiermee gelegitimeerd.’

Toen de Akroá Gamella op 30 april 2017 werden aangevallen, voerden ze net een ritueel uit. Voor de inheemse gemeenschappen zijn rituelen een manier om toch het grondgebied op te eisen, zolang de formele afbakening uitblijft.

Op het moment van de aanval, voerde de gemeenschap net een ritueel uit.

Een voorbeeld is het ritueel van São Belibeu. De heilige Belibeu ontvangt dan geschenken als dank voor de gunsten die hij doorheen het jaar verleende. De bevolking zoekt die cadeau’s doorheen het hele grondgebied, door velden, rivieren, meren en bossen. Zo komen ze tot in de meest afgelegen plekken.

De gemeenschappen bakenen zo — letterlijk — met hun eigen voeten het territorium af. ‘Onze voeten zijn ons eigendomsbewijs’, klinkt het bij een van de vrouwen uit de gemeenschap.

‘Dit ritueel bevestigt opnieuw ons bestaan als volk’, zegt ook Kum’Tum. ‘Het bevestigt ons het recht op het grondgebied, op pluraliteit en culturele verscheidenheid. Het ritueel heeft een diepe betekenis en herinnert ons aan onze voorouders.’

© Gui Christ

Bevoorrechte doelwitten

Niet alleen de Akroá Gamella-gemeenschap wordt geviseerd. Het geweld verspreidt zich over de hele deelstaat Maranhão en is vaak ook dodelijk.

Zo werd in april van dit jaar een quilombola-leider vermoord, een afstammeling van Afro-Braziliaanse slaven. In de quilombo-nederzetting Jacarezinho, in de gemeente São João do Sóter, openden twee gewapende mannen het vuur op Edvaldo Pereira Rocha. De quilombola-leider werd acht keer beschoten.

Ook dit is een regio waar de agro-industrie op aast. Het is in diezelfde regio dat in juni de Britse journalist Dom Phillips en de Braziliaanse onderzoeker expert inheemse volkeren Bruno Pereira vermoord zijn.

Al twee jaar lang woeden er landbouwconflicten in Maranhão. Traditionele gemeenschappen en quilombolas staan er voortdurend onder druk en worden bedreigd. Leiders van de gemeenschap zijn bevoorrechte doelwitten van grootgrondbezitters en de grileiros, vervalsers van eigendomsrechten.

Volgens een rapport van het documentatiecentrum van de Pastorale Commissie voor Landconflicten zijn er in 2020 vijf moorden gepleegd. In hetzelfde onderzoek voor 2021 waren dat 9 moorden op inheemsen of quilombolas die hun grond terug eisten. Over 2022 zijn er nog geen cijfers beschikbaar.

Boeren in de boeien

In de regio rond de stad Arari, op zo’n vijftig kilometer van Viana, ondernamen verschillende organisaties en burgerbewegingen acties om inheemse gemeenschappen de toegang tot hun grondgebied te verlenen en de afbakening van dat grondgebied te ondersteunen. Het zorgde voor betere levensomstandigheden voor de gemeenschappen, stelt Iriomar Teixeira, juridisch adviseur van de burgerbewegingen.

Dat veroorzaakte woede bij de grootgrondbezitters en de politieke elite, waardoor het geweld toenam. In 2019 vond een reeks arrestaties van boeren plaats. Publiek protest brak uit tegen de rechtelijke macht, het openbare ministerie en de plaatselijke politie.

‘Van de tien gearresteerde boeren zijn intussen twee boeren vermoord’, zegt de advocaat. ‘In minder dan twee jaar tijd werden in Arari vijf boeren en leiders van de burgernetwerken op laffe wijze terechtgesteld.’

De daders bleven intussen onbestraft. Teixeira meent dat de lokale rechter Angela Maria Moraes Salazar en haar man, advocaat Carlos Santana Lopes, manifeste tegenstanders zijn van de families van de quilombo Cedro, in de omgeving van Arari.

Vissen in de achtertuin

In het dorp Frades, in Anajatuba, trekt een bijzonder beeld de aandacht. De overstroomde velden lopen door de tuinen van huizen waar ook grote regenwaterreservoirs staan.

© Gui Christ

‘Deze overstromingsvelden zijn het hele jaar door een bron van voedsel voor ons.’

© Gui Christ

‘Zo leven wij hier’, vertelt boer Cleude Maria dos Santos. ‘De ene helft van het jaar is er veel water en de andere helft staan de velden droog. Daarom slaan we regenwater op. Deze overstromingsvelden zijn het hele jaar door een bron van voedsel voor ons.’

‘De ooit zo overvloedige vis is nu schaars geworden.’

Maar die voedselbron komt in het gedrang door de hoogspanningslijn die er werd gebouwd. ‘Het stuurde het hele systeem in de war. De vis, die vroeger overvloedig aanwezig was, is nu schaars geworden’, klaagt de boer aan.

De verhalen over de krimpende visbestanden ten gevolge van de hoogspanningslijn zijn te horen in heel het gebied van de Amazonevlakte, vooral in de gemeente Santa Rita, op 78 kilometer van São Luís. Ook in het dorp Papagaio en de omliggende gemeenschappen hoor je dezelfde klaagzang: de visvangst levert na de aanleg van de transmissielijn een stuk minder op.

© Gui Christ

‘De hoogspanningslijn stuurde het hele systeem in de war. De vis, die vroeger overvloedig aanwezig was, is nu schaars geworden.’

© Gui Christ

Na een dag werken zetten de leden van de familie Dias zich in de veranda en kijken ze naar de eindeloze stortbui op de velden van Papagaio. Ze halen herinneringen op aan de dagen dat ze ontelbare soorten vis vingen: anojado, carambanja, sarapó, jandiá, pirapema, jeju, traíra, piaba, cascudo, piau, mussum, piranha, branquinha, curimatá … Zelfs in hun achtertuin konden ze tijdens de grote overstromingen vissen.

Boerin Rosa Maria Vera Dias is 70. Ze heeft een gerimpelde huid door de vele jaren werken in de zon. Als kind al ging ze met haar ouders vissen en plantte ze cassave, maïs, rijst en bonen. Triest vertelt ze over de vis die verdwijnt. Ze herinnert zich dat ze vroeger in de drie vijvers van haar familie wel een ton voedsel kon vangen. ‘Sinds de bouw van deze torens blijft de vis weg’, zegt ze.

© Gui Christ

De familie Dias uit Frades moest vorig Paasfeest voor het eerst vis eten die elders gevangen werd.

© Gui Christ

Ook op de markt van Santa Rita is de vis uit deze overstromingsgebieden schaars geworden. Volgens de marktkramers ligt dat echter niet aan de hoogspanningslijnen, maar aan het gebruik van de visnetten tijdens het paaiseizoen.

Schadevergoeding

De werken voor de hoogspanningslijn van EDP Energias MA I, gecoördineerd door EDP Energias do Brasil, gingen in 2018 van start. De lokale dorpsbewoners klagen dat er geen voorafgaand overleg was met de lokale gemeenschappen, zoals dat zou moeten volgens Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie.

Advocaten Carla Andrea de Melo Dias Almeida en Júlia de Nazaré Costa Zenni dienden daarom, namens 434 vissers die door de hoogspanningslijn getroffen zijn, een dossier in om een schadevergoeding te eisen. De aanklacht zit nu bij het openbaar ministerie en het federaal parket.

In de aanklacht stellen de advocaten dat er met de bouw van de hoogspanningslijn ‘drastisch is ingegrepen in de natuurlijke balans van het ecosysteem, dat met een rijke biodiversiteit en grote visbestanden de voedselsoevereiniteit en voedselzekerheid van deze gemeenschappen garandeerde’. Daarom vragen de advocaten om EDP Energias do Brasil te verplichten de schade te compenseren en waar mogelijk te herstellen.

De aanklacht wijst er ook op dat het departement van Milieu en Natuurlijke Hulpbronnen (Sema) van de deelstaat onzorgvuldig is omgegaan met het verlenen van vergunningen. Het bedrijf zou namelijk niet voldoen aan de milieuwetgeving. Daarnaast heeft het niet gekeken naar de internationale wetgeving die door Brazilië is ondertekend, zoals de Ramsar-Conventie over de bescherming van overstromingsgebieden.

‘Rigoureus proces’

De advocaten wijzen erop dat er geen openbare hoorzittingen plaatsvonden om de gemeenschappen te raadplegen en het milieueffectenrapport te bespreken. Dat laatste is door het bedrijf zelf opgesteld. In het rapport is de studie over de impact op de visbestanden weggelaten.

Op de gezinnen is ook felle druk uitgeoefend. De bedoeling was dat ze overhaast een compensatieovereenkomst zouden tekenen met bedragen die lager liggen dan de omvang van de aangerichte schade.

‘In oktober 2021 gingen we van start met rechtszaken voor schadevergoeding van individuele gevallen en bescherming van het milieu’, zegt advocate Carla Dias. ‘Daarvoor deden we beroep op het VN-verdrag over Collectieve Rechten voor inheemse mensen.’

Het bedrijf EDP Energias do Brasil kreeg een lijst met twaalf vragen over de context van de onderneming toegezonden. De communicatiedienst weerlegde daarop de aantijgingen.

‘De aanleg van de hoogspanningslijn Miranda II — São Luís II C3 doorliep een rigoureus milieu-haalbaarheidsproces’, laat het bedrijf weten. ‘Alle studies en technische documenten werden besproken met de betrokken partijen tijdens openbare hoorzittingen, zoals bepaald door het milieuagentschap dat de vergunningen verleende.’

‘EDP stelt de zorg voor het leven centraal in haar duurzaamheidsstrategie. Het respect voor de biodiversiteit is een essentieel element in onze activiteiten. Het bedrijf ontwikkelt initiatieven die gericht zijn op de bescherming van het milieu en integreert in haar werking de principes van duurzame ontwikkeling. De milieueffecten van de projecten die het bedrijf onderneemt, willen we in de hele waardeketen evalueren, controleren, verzachten en compenseren.’

Verkleed als veiligheidsagenten

Ook op het grondgebied van de Akroá-Gamella zou zo’n hoogspanningslijn komen. In november 2021 probeerde het private energiebedrijf Equatorial Energia masten te plaatsen voor een distributielijn (LD Miranda) die recht door een dorp lopen. Toen twee gewapende mannen in een pick-up truck in het dorp arriveerden en zich als privé-veiligheidsagenten van het bedrijf voorstelden, liep het mis.

Deze keer wilden de dorpsbewoners preventief tewerk gaan. Ze zochten zelf ook hun wapens bij elkaar. Eenmaal terug in hun dorpen werden ze verrast door de militaire politie. Die schoot in het rond en begon mensen te arresteren. De dorpelingen werden ervan beschuldigd de veiligheidsagenten van het bedrijf te hebben ontvoerd en gegijzeld.

Zestien mensen, onder wie drie vrouwen, werden die dag gearresteerd. Een van hen is de 49-jarige Craw Craw. Ze getuigt over hoe ze werden meegenomen naar een benzinestation, waar ze beledigd en bedreigd werden. De dorpelingen werden er onder druk gezet om te onthullen wat ze met hun ingezamelde wapens gedaan hadden. ‘Ik dacht dat we geëxecuteerd zouden worden’, vertelt Craw Craw.

Een andere dorpeling, Cohtap, herinnert zich de toespraak van een woedende politieman in een aparte kamer in de benzinepost. ‘Als de wapens niet tevoorschijn komen, komt er stront aan de knikker!’, klonk het dreigend. Daarna werden ze overgebracht naar politiebureaus in Viana en Vitória do Mearim. Bij de mannen werd het hoofd kaalgeschoren, alsof ze gevangenen waren.

In een verklaring houdt het bedrijf Equatorial Energia, een privébedrijf dat in de plaats kwam van het eerdere Energiebedrijf van Maranhão Cemar, vol dat de veiligheidsagenten gegijzeld werden.

‘Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden werden de werknemers benaderd door de Akroá Gamella-indianen met het verzoek de werkzaamheden te staken en de activiteiten op te schorten. Toen het bedrijf werknemers stuurde in een poging een vergadering te plannen om de eisen te bespreken, werden de indianen kwaad. Ze gijzelden hen enkele uren en namen de wapens af van de politieagenten die waren opgeroepen om de situatie onder controle te krijgen. Ze staken de voertuigen van de concessiehouder in brand. Er werd om versterking gevraagd, waarop de gegijzelden ongedeerd vrijgelaten werden.’

Landroof

Langs het uitdeinende havencomplex van São Luís vinden tal van goederen hun weg naar de rest van de wereld. Het gaat om de vallei die het overstromingsgebied is van de rivier Mearim, die uitmondt langs de stad São Luís, en een gebied dat 1,8 miljoen hectare beslaat.

De havenstad São Luís ligt op een schiereiland dat met het vasteland verbonden is door een brug en een snelweg. Het monumentale havencomplex van Itaqui is een belangrijke poort voor de grondstoffen van mijnbouwgigant Vale, Alumar (Aluminium Consortium van Maranhão) en de uitbreiding van de landbouwgrens in de regio Matopiba, die de staten Maranhão, Tocantins, Piauí en Bahia met elkaar verbindt.

Naast de snelweg lopen ook nog de Carajás-spoorlijn, dat eigendom is van Vale, en het Italuís-systeem, dat verantwoordelijk is voor de watervoorziening van São Luís. Ook in dit landschap staan reusachtige hoogspanningstorens, waaronder die van de nieuwe transmissielijn van de holding EDP Energias do Brasil S/A.

Voor de vele traditionele gemeenschappen is dit een economische model gebaseerd op landroof, agro-industrie en mijnbouw. De plaatsing van de hoogspanningstorens is niet verzoenbaar, vinden ze, met hun duurzame leefwijzen. De twee partijen vinden elkaar niet in het midden. De tegenstelling tussen private belangen en inheemse praktijken is groot en leidt, niet voor de eerste keer, tot talloze conflicten en dodelijk geweld in de regio.

© Gui Christ

De overstroomde velden lopen door de tuinen van huizen waar ook grote regenwaterreservoirs staan.

© Gui Christ

Deze reportage is mogelijk gemaakt met de steun van Amazon Rainforest Journalism Fund (Amazon RJF) in samenwerking met het Pulitzer Center. Het verscheen eerder in het Portugees bij Mongabay en werd naar het Nederlands vertaald door Alma De Walsche.