‘Hoe maak je arme huurders warm voor revolutionaire, klimaatvriendelijke architectuur?’

Reportage

Sociale en ecologische renovatie in Bordeaux

‘Hoe maak je arme huurders warm voor revolutionaire, klimaatvriendelijke architectuur?’

‘Hoe maak je arme huurders warm voor revolutionaire, klimaatvriendelijke  architectuur?’
‘Hoe maak je arme huurders warm voor revolutionaire, klimaatvriendelijke  architectuur?’

Anne Adé

22 maart 2020

Klimaatvriendelijk wonen? Dat is makkelijker gezegd dan gedaan voor wie een laag inkomen heeft en huurder is. Maar er zijn inspirerende oplossingen voor dat probleem. Het project “530 logements” verbouwde drie sociale woontorens in Bordeaux op een ecologisch verantwoorde manier, met respect voor de huidige bewoners.

© Anne Adé

De 350 logements in Bordeaxu: architecten stapelden glazen kubussen tegen de achtergevel van de sociale woontoorens. Het resultaat: meer licht, meer ruimte en minder hitte.

© Anne Adé

Er zijn dringend meer betaalbare woningen nodig. Het project “530 logements” in Bordeaux pakt in die twee behoefte aan, op een ecologisch verantwoorde manier en met respect voor de bewoners van deze sociale woontorens. Reportage over een inspirerend experiment bij onze zuiderburen.

Het was begin jaren 1990. Een bevriend koppel vroeg aan architectenduo Anne Lacaton en Jean-Philippe Vassal om hun nieuwe huis te bouwen. De eisenbundel was niet min: dubbel zoveel leefruimte voor de helft van de gangbare prijs voor dat volume.

De architecten bedachten een originele oplossing. Ze bouwden een huizenhoge serre naast een bescheiden rijhuis, gebouwd met materialen uit industrie en landbouw. Niemand kon vermoeden dat dit Maison Latapie de kiem bevatte voor een revolutionair stadsvernieuwingsproject, dat meer dan twintig jaar later in Bordeaux zou worden gerealiseerd.

Lacaton en Vassal verbouwden in de sociale woonwijk Grand Parc 530 appartementen, verspreid over drie blokken van tien tot vijftien verdiepingen. De manier waarop ze betaalbaarheid aan duurzaamheid paarden, leverde hen vorig jaar de prestigieuze Europese Prijs voor hedendaagse architectuur Mies van der Rohe op.

Bewoners betrekken

De drie torengebouwen trekken meteen de aandacht. Wolken jagen voorbij in de spiegelende façades. Die zijn méér dan opsmuk. De architecten hebben over de volledige hoogte en breedte van de torens glazen kubussen gestapeld tegen de achtergevel. Om precies te zijn: ze hebben voor de bestaande gebouwen een compleet nieuwe structuur opgetrokken, een wand van overdekte galerijen gestut op een eigen fundering.

Architect Vassal maakte er geen geheim van: de tuinbouw diende als inspiratiebron. Serres, met hun eenvoudige structuur en natuurlijke klimaatregeling, zijn volgens hem niet alleen geschikt voor planten. ‘Als fragiele rozen erin gedijen, waarom zouden mensen er dan niet kunnen in leven?’

© Philippe Ruault

© Philippe Ruault

De operatie in Grand Parc onderscheidt zich van de meeste grootschalige renovatieprojecten in de sociale huisvesting. Vaak gaat het zo: strippen, isoleren, nieuwe nutsvoorzieningen leggen en optimaal indelen met het oog op maximale capaciteit. Ook tabula rasa, gevolgd door nieuwbouw, is een beproefd recept. Maar Lacaton en Vassal hadden oog voor de intrinsieke kwaliteiten van de drie torens, die in een veel groter geheel passen.

Le Grand Parc werd gebouwd in de jaren vijftig om onder meer gerepatrieerden uit Frans-Algerije te huisvesten. Het meet 80 hectaren en omvat maar liefst 4000 wooneenheden. In feite gaat het om een complete stadswijk op de linkeroever van de Garonne, met een park, een zwembad en een feestzaal. Een referentie in zijn genre. Grand Parc werd niet voor niets meegenomen in de erkenning van een deel van het historische stadscentrum van Bordeaux als Unesco-werelderfgoed.

Hoe krijg je huurders met een bescheiden of moeilijke inkomenssituatie warm voor revolutionaire architectuur? Het antwoord: betrokkenheid.

In plaats van strippen of afbreken kozen Lacaton en Vassal voor een subtiele aanpak. Ze bestudeerden minutieus welke structurele elementen ze konden bewaren en benutten als basis voor uitbreiding. Ook de open ruimte tussen de torens herwaarderen was een prioriteit.

En misschien wel het belangrijkste uitgangspunt was de betrokkenheid van de bewoners. Huurders konden tijdens de werkzaamheden doorlopend in hun appartement blijven wonen. Bewoners zijn voor Lacaton en Vassal geen willoze subjecten van ingrepen die ver boven hun hoofd worden gepland, participatie is een wezenlijk onderdeel van het bouwproces. Want hoe krijg je huurders, veelal met een bescheiden of ronduit moeilijke inkomenssituatie, warm voor revolutionaire architectuur?

De architecten legden een bus in en namen een delegatie van de bewoners mee naar Parijs, om er een soortgelijke renovatie te bekijken. Dat het enthousiasme groot was, valt gemakkelijk te begrijpen als je in Bordeaux het resultaat ziet.

Dankzij de overdekte galerijen wonnen alle bewoners 30 m2 extra leefruimte, met heel veel daglicht. Het valt op hoe verschillend mensen ermee omspringen. Zithoek, work-outplek, stapelplaats. Sommige bewoners hebben er echt een serre van gemaakt met sierplanten en moestuinbakken.

En dat alles zonder extra te betalen. Ook dat was immers een voorwaarde: de huur mocht niet omhoog. De verbouwing, geschat op 50.000 euro per wooneenheid, mocht vooral geen verdringingseffect hebben.

Architecten moeten bijdragen aan transitie

Lacaton en Vassal krijgen in april een eredoctoraat in de Ontwerpwetenschappen van de Universiteit Antwerpen. Maar het vernieuwende karakter van het project in Bordeaux komt niet alleen op het conto van twee bevlogen architecten. Bernard Blanc, de pas gepensioneerde directeur van sociale huisvestingsmaatschappij Aquitanis, duwde als bouwheer mee aan de kar.

Bij zijn benoeming in 2008 trof hij een malaise aan. Aquitanis had een barslechte reputatie. Woningen waren verloederd en stonden leeg. Nieuwbouw was bij Aquitanis synoniem voor de industriële productie van wooneenheden, tegen een zo laag mogelijke prijs per vierkante meter.

Het kostte Blanc veel tijd en moeite om die visie bij te sturen. ‘Wonen is een cultureel goed’, betoogde hij vorig jaar nog in een lezing voor architectuurstudenten. ‘Het volstaat niet om mensen een dak boven hun hoofd te geven. Het gaat erom hen een plek te verschaffen die hun levenskwaliteit verhoogt.’

Blanc beschouwt het als een van zijn grootste verdiensten dat bewoners nu vanaf het begin bij een bouwproces betrokken worden, een radicale breuk met het verleden. Over de rol van architecten is hij glashelder: hun werk moet bijdragen tot een maatschappelijke en ecologische transitie. Niet vanzelfsprekend, beseft Blanc, die in zijn carrière met honderden bureaus samenwerkte. Volgens zijn eigen schatting was slechts een op de tien bereid zijn visie te volgen.

Wonen rond de Tram

Ook arc en rêve, kenniscentrum voor architectuur en stedenbouw in Bordeaux, drukte zijn stempel op het project. Het heeft een groot aandeel in de reputatie van Bordeaux als bakermat voor innoverende architectuur en urbanisme.

Michel Jacques, een van de oprichters en huidig artistiek directeur, spreekt van een tweeledige missie. Het centrum wil vernieuwende ideeën bekendmaken, zowel bij architecten als bij het brede publiek. Tegelijkertijd probeert het projecten zoals Grand Parc te faciliteren. Arc en rêve ligt mee aan de basis van de vernieuwingsgolf waarop Bordeaux en omgeving al meer dan twintig jaar surfen.

Een merkwaardige vaststelling: rond een eerder verlengde tramlijn waren in een mum van tijd spontaan 10.000 privéwoningen gebouwd.

De vernieuwing was bittere noodzaak. Begin jaren negentig kende het historische stadscentrum een verontrustende leegloop. Het verloederde patrimonium en de zware verkeersdruk joegen bewoners naar de banlieues, die uit hun voegen barstten. De agglomeratie Bordeaux zou tegen 2030 met 250.000 inwoners groeien, zo werd voorspeld.

De autoriteiten stonden voor een dubbele uitdaging: in ijltempo betaalbare woningen bouwen en een oplossing vinden voor de verkeersknoop.

Du choc des idées jaillit la lumière. De samenwerking van een onwaarschijnlijke tandem zorgde voor vernieuwende oplossingen, met name van de liberale burgemeester Alain Juppé met Vincent Feltesse, de socialistische voorzitter van de Communauté Urbaine de Bordeaux.

De tram zou centraal staan in het hele vernieuwingsproces. Een revolutionair plan voor de bouw van 50.000 extra woningen werd helemaal gekoppeld aan de uitbouw van extra tramlijnen. Het idee ontsproot aan een merkwaardige vaststelling: rond een eerder verlengde tramlijn waren in een mum van tijd spontaan 10.000 privéwoningen gebouwd.

Arc en rêve organiseerde in 2012 een succesvolle tentoonstelling over dit project, dat voluit 50.000 logements autour des axes de transports collectifs heet. Burgerparticipatie werd dik in de verf gezet. Het ietwat utopische plan kreeg groen licht van het stadsbestuur.

Intussen werd al een paar honderd woningen gerealiseerd. ‘Het gaat te traag’, vindt Michel Jacques, die een politieke verklaring voor zijn ergernis heeft. Feltesse stapte uit onvrede met zijn partij uit de politiek, en dat nam de vaart uit het project.

Spektakelarchitectuur en geklasseerde gebouwen

De Bordeauxse architecte Anaëlle Cambon is dol op haar stad. Haar specialiteit is het herwaarderen van historisch patrimonium.

Ze kijkt met gemengde gevoelens naar de projecten van sterarchitecten als Rem Koolhaas en Zaha Hadid. Hun spectaculaire creaties zijn een rechtstreeks gevolg van een reeks internationale architectuurwedstrijden voor de ontwikkeling van de kaaien, de rechteroever en nog een aantal andere projecten.

‘Daarmee heeft Bordeaux zich op de kaart van de internationale architectuur gezet’, zegt Cambon. ‘Toch heb ik mijn bedenkingen bij dit soort spektakelarchitectuur. Soms worden gebouwen als het ware in een buurt gedropt, zonder rekening te houden met de context en de bewoners.’

Het is in die normaliteit dat het nieuwe elan van Grand Parc schuilt. Lange tijd liepen buitenstaanders in een boogje om de wijk heen.

Toch is de balans positief. Cambon neemt me mee naar de Place de La Bourse, een prachtig classicistisch pleintje dat er decennia verkommerd bij lag. Een jaar of tien geleden werd het in al zijn glorie hersteld. Het opent zich in een halve boog naar de rivier en naar de kaaien, die omgevormd werden tot een druk bezochte, vier kilometer lange wandelpromenade.

In de zomer moet het er nog mooier zijn. Dan is de Miroir d’Eau, aangelegd in 2006, gevuld met water en worden de oude façades erin gereflecteerd. Via dit pleintje loop je zo het historische stadscentrum in.

Top of form

Terug naar de 530 logements. De verbouwing van de 530 appartementen kostte wel 28 miljoen en sleepte bijna zeven jaar aan. ‘Dat project was een zware bevalling’, beaamt arc en rève-directeur Michel Jacques. ‘Maar het loonde absoluut de moeite. De renovatie van de drie woonblokken heeft de hele wijk een nieuw elan gegeven.’

Op het eerste gezicht kun je er naast kijken. Een wandeling door Le Grand Parc is een weinig opwindende ervaring. Passanten lopen af en aan bij het openluchtmarktje naast het half leegstaande winkelcomplex. Ook daar is vernieuwing op komst, een privépartner is geïnteresseerd om erin te duiken.

Maar het is vooral het zwembad dat bezoekers uit heel Bordeaux lokt. Dat vele andere zwembaden in de stad momenteel gelijktijdig gesloten zijn voor renovatie, kan hierin meespelen.

Het is precies in die schijnbare normaliteit dat het nieuwe elan schuilt, vernemen we bij de wijkmanager, die een kantoor in het winkelcomplex heeft. Le Grand Parc was geen echte no-gozone, maar lange tijd liepen buitenstaanders er in een boogje omheen. De bewoners gingen gebukt gingen onder grootstedelijke kwalen zoals verloedering en drugscriminaliteit. Het aantal bewoners ging mettertijd gestaag achteruit, en niet alleen door de manifeste veroudering. Wie er het geld voor had, verkaste naar een betere buurt.

‘We hopen dat die neerwaartse spiraal met dit project wordt gestuit’, zegt de wijkmanager. ‘Eén kentering heb ik zelf al kunnen vaststellen: de bewoners van de gerenoveerde torens zijn opnieuw trots op hun quartier. Vorige zomer, toen heel Bordeaux kreunde onder de hitte, telden ze hun zegeningen. De groene ruimte tussen de gebouwen en de nieuwe serres fungeerden als buffer tegen de hitte. Het was nergens aangenamer dan in hun appartement.’

Dat lijkt de visie van Bernard Blanc nog maar eens te ondersteunen. Volgens hem spelen architecten een eerstelijnsrol in de strijd tegen de klimaatcrisis. ‘Maar we doen het te weinig’, vermaande hij architectuurstudenten tijdens een lezing. ‘Bordeaux is over vijftig jaar de heetste metropool van Frankrijk. Toch worden er op dit moment nog altijd woningen gebouwd die daar niet op voorzien zijn, en die dus nu al verouderd zijn.’

In het wijkkantoor staat een indrukwekkende maquette: een visioen van Le Grand Parc nadat de renovatie van de volledige wijk voltooid zal zijn. In afwachting kunnen geïnteresseerden zich opwarmen met Révolution au Grand Parc, een mooi vormgegeven boek uit 2016 over de prestatie van Lacaton en Vassal.

Eén citaat daaruit, geplukt op een van de hogere verdiepingen, zal de architecten ongetwijfeld deugd hebben gedaan. Terwijl hij de stad overschouwde, bracht een van de bewoners zijn herwonnen trots en geluk onder woorden. Dat hij een heel nieuwe impressie had van zijn stad, Bordeaux. ‘Al die mensen naast en onder mij, dat zijn eigenlijk allemaal buren.’

***

Meer lezen over stadsplanning in Bordeaux? Architecture Workroom Brussels analyseerde de transformatie van Bordeaux en vier andere projecten voor stadsontwikkeling in het boek Changing Cultures of Planning (2012).

Dit artikel werd geschreven voor het lentenummer van MO*magazine. Voor slechts 32 euro kan je hier een jaarabonnement nemen! Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.