Hoe Viktor Orbán de Hongaarse minderheid in Roemenië annexeert

Reportage

Papieren in ruil voor stemmen, propaganda en miljoeneninvesteringen

Hoe Viktor Orbán de Hongaarse minderheid in Roemenië annexeert

Hoe Viktor Orbán de Hongaarse minderheid in Roemenië annexeert
Hoe Viktor Orbán de Hongaarse minderheid in Roemenië annexeert

Lehel Kovács, burgemeester van Lupeni/Farkaslaka: ‘Dankzij de Hongaarse identiteitskaart voelen wij ons verbonden met het land van onze identiteit.’ © Xander Stockmans

In hartje Roemenië bevindt zich een Hongaarse enclave: Szeklerland. Hongaren in het buitenland kunnen sinds 2011 het staatsburgerschap van hun land van herkomst aanvragen, en er daardoor ook hun stem uitbrengen. Het tekent Viktor Orbáns bredere beleid om deze Hongaren in te lijven in zijn invloedssfeer. MO*journalist Pieter Stockmans fietste 530 kilometer door Szeklerland. ‘De Hongaarse regering exporteert de haat tegen “Brussel” en “migranten” naar hier.’

Over dit artikel:

Journalist Pieter Stockmans: ‘Een journalistiek onderzoek per fiets: het idee stond al geruime tijd op mijn planning. Met een Hongaars-Roemeense tolk en mijn broer en fotograaf Xander Stockmans in de volgwagen fietste ik dwars door Szeklerland. De fiets stelde me in staat om de aardrijkskunde, cultuur, geschiedenis en bevolking van deze enclave op een intensievere manier te ervaren.

Op de fiets straal je nieuwsgierigheid uit, die dan weer de nieuwsgierigheid van de mensen prikkelt. Op die manier vond ik mooie verhalen van gewone mensen. Maar ook burgemeesters, journalisten, politici, leerkrachten en culturele actoren waren duidelijk verrast door die fietsende Belg.’

‘Trianon!’, zegt dominee Mihály Kiss. Terwijl hij met Hongaarse toeristen tussen de graven aan zijn zeven eeuwen oude kerk wandelt, zetten we onze fietsen tegen de kerkmuur. ‘Als die muren konden spreken, zouden zij onze duizendjarige geschiedenis op deze plaats vertellen’, zegt hij.

We wilden hem wat vragen over de Nationaliteitswet van 2011, maar het woord is eruit voor we onze zin kunnen afmaken: Trianon. Het is de naam van het verdrag dat het Koninkrijk Hongarije in 1920 dwong om zeventig procent van zijn grondgebied af te staan, waaronder Transsylvanië aan Roemenië.

Buurland Slovakije heeft de mogelijkheid tot dubbele nationaliteit nooit aanvaard.

91 jaar later werd de Hongaarse premier Viktor Orbán de man die de verloren Hongaren weer thuisbracht. Zijn regering riep in 2011 een vereenvoudigde naturalisatieprocedure in het leven: iedereen in het buitenland die Hongaars spreekt en Hongaarse voorouders aantoont, kan Hongaarse papieren krijgen. De wet moest ‘de grensoverschrijdende Hongaarse natie opnieuw verbinden’ en ‘bijdragen tot een vreedzame toekomst gebaseerd op samenwerking van de volkeren’.

In totaal kregen al 1,1 miljoen van de 4 miljoen Hongaren in het buitenland (ook in Servië en Oekraïne) het Hongaarse staatsburgerschap. Oekraïne heeft onlangs de mogelijkheid tot dubbele nationaliteit afgeschaft.

De regering van buurland Slovakije veroordeelde die Hongaarse Nationaliteitswet als een ‘veiligheidsdreiging’. Het heeft de mogelijkheid tot dubbele nationaliteit nooit aanvaard. De Roemeense regering gaf geen kik. ‘Het model voor de Hongaarse wet was een Roemeense wet die Moldaviërs de mogelijkheid gaf het Roemeense staatsburgerschap aan te vragen’, verklaart Attila Korodi, burgemeester van Csíkszereda, de facto hoofdstad van Szeklerland. Dat weet hij van zijn tijd als minister van Milieu in de Roemeense regering.

Sinds 2011 kregen 600.000 Hongaren in Roemenië het Hongaarse staatsburgerschap. Dat is de helft van alle Hongaren in Roemenië.

© Xander StockmansDominee Mihály Kiss in zijn zeven eeuwen oude kerk, met de vlaggen van Szeklerland en Hongarije in de achtergrond. © Xander Stockmans

Roemenisering

We verbinden dorpen en stadjes tot een fietsroute van 530 kilometer. Szeklerland heeft zijn eigen vlag, die we aan de huizen zien wapperen. Binnen hangt daar ook de Hongaarse vlag naast. In dit deel van Transsylvanië, bij de Szeklers in het uiterste oosten, vormen Hongaren de meerderheid, in tegenstelling tot de rest van Transsylvanië. De Szeklers zijn een Hongaarssprekende bevolkingsgroep die door Hongaarse koningen in dit gebied gestationeerd werden als militaire grensbewakers. Dit was immers lang de grens tussen Hongaars Transsylvanië en Ottomaans Moldavië. Door het Verdrag van Trianon – 1920, weet u nog – woonden zij plots in het centrum van Roemenië, ver van de nieuwe Hongaarse grens.

© Xander Stockmans‘In de afgelegen gebieden van Szeklerland blijft de Roemeense staat afwezig. Dat gat wordt gevuld door Hongarije.’ © Xander Stockmans

De Roemeense dictator Nicolae Ceaușescu voerde in de jaren ’70 en ’80 een beleid van ‘Roemenisering’ door. Veel Szeklers huiveren wanneer we hem ter sprake brengen. ‘Het gevoel losgekoppeld te zijn van het moederland werd daardoor nog sterker’, duidt journalist Peter Kovács. ‘Dat is waarom vele Hongaren de Roemeense staat en politieke partijen niet vertrouwen.’

‘Ik heb die Hongaarse papieren niet aangevraagd. Ik wil niet geassocieerd worden met een dictator.’

De Roemenisering is vandaag nog steeds zichtbaar in de gemeentehuizen. In het dorp Farkaslaka bijvoorbeeld, waar iedereen Hongaars is. Burgemeester Lehel Kovács loopt achteloos voorbij aan de muur in het gemeentehuis waarop, in koeien van letters, enkel de Roemeense naam van het dorp staat: Lupeni. Ooit was de Hongaarse taal hier niet toegestaan, zelfs in een gemeente met enkel Hongaren. Vandaag staat die identiteit zwart op wit op een identiteitskaart in de broekzak van diezelfde burgemeester. ‘Dankzij deze kaart voelen wij ons niet langer als minderheid in Roemenië, maar als meerderheid verbonden met het land van onze identiteit’, zegt hij.

Tweede Trianon

Moeten Hongaren in het buitenland Hongaarse papieren krijgen? In 2004 legde de regering van de toenmalige Hongaarse premier Gyurcsány die vraag al eens voor aan de Hongaarse bevolking. Het referendum was ongeldig wegens te lage opkomst.

‘De Hongaarse regering verspreidde toen mee propaganda dat wij aan lage lonen in Hongarije zouden gaan werken en de jobs van de Hongaren zouden afpakken’, zegt Andrea Bakai, leerkracht in een Hongaarse lagere school in Ákosfalva. 2004 staat in het geheugen van veel Szeklers gegrift als een afwijzing door hun eigen natie. Een tweede Trianon, volgens sommigen.

Al lijkt dat overdreven, toch doen de onwetendheid en onverschilligheid in ‘het moederland’ de Transsylvaanse Hongaren pijn. Kata Szabo, een jonge leerkracht, getuigt: ‘Toen ik in de Hongaarse hoofdstad Boedapest studeerde, waren mensen verbaasd dat ik uit Roemenië kwam en zo goed Hongaars sprak. In Hongarije zijn wij Roemenen, in Roemenië zijn we Hongaren.’

Toen de regering Orbán besliste om het Hongaarse staatsburgerschap wél toegankelijk te maken, was dat een historisch moment voor Szeklerland. Kata juichte niet: ‘Ik heb die Hongaarse papieren niet aangevraagd. Ik wil niet geassocieerd worden met een dictator.’

© Xander StockmansAndrea Bakai, leerkracht in een Hongaarse lagere school in Ákosfalva, Roemenië. Ze toont de portretten van belangrijke Hongaarse schrijvers die in de gang van de school aan de muur hangen. © Xander Stockmans

‘Wij zijn geen Roma’

Andrea Bakai wachtte vijf jaar en ging toen toch overstag. ‘Ik heb geen stuk papier nodig om te bevestigen dat ik Hongaars ben. Maar mijn moeder is oud. Moest ze plots een zware medische behandeling nodig hebben, dan is de Hongaarse gezondheidszorg beter. Die vraagt minder rompslomp als je Hongaarse papieren hebt.’

Monika Fekete werkt in een bakkerij. Ook zij zegt de papieren niet nodig te hebben, ‘maar mijn kinderen wel. Ze zullen makkelijker een toekomst buiten Roemenië kunnen uitbouwen. Het Hongaarse paspoort heeft ook een betere reputatie. Met de Roemeense papieren rekenen veel mensen in het buitenland ons bij de Roma.’

Makkelijker kunnen reizen met haar kinderen is dan weer de motivatie van Monika Bertalan. ‘Mijn man en ik hebben net deze week de Hongaarse papieren gekregen’, zegt ze op een volksmuziekfestival in het toeristische kuuroord Szovata. ‘Met onze Roemeense papieren zouden we voor onze kinderen nog een paspoort moeten aanvragen, met de Hongaarse niet.’ Ook Judith Tar Ildiko reist vaak, buiten Europa. Met het Hongaarse paspoort, dat je na het staatsburgerschap ook kan aanvragen, heb je voor minder landen een visum nodig.

Nationalistische kerken

Op het kerkhof van Erdőszentgyörgy tonen de grafstenen enkel Hongaarse namen. Een ervan is Endre Szöts, de grootvader van Judith, die het kruidenierswinkeltje naast de kerk uitbaat. Ze haalt een originele foto van de man uit 1916 boven. Hij draagt het militaire uniform van het leger van Oostenrijk-Hongarije.

© Xander StockmansJudith toont een foto van haar grootvader in het leger van Oostenrijk-Hongarije. Dankzij diens geboorteakte kreeg ze Hongaarse papieren. © Xander Stockmans

‘Ik heb de procedure van de Nationaliteitswet van a tot z uitgelegd tijdens mijn preken.’
Iszloi Béla, dominee in Parajd, Szeklerland, Roemenië

Toen Judith tien jaar geleden in de kerk hoorde over de Hongaarse papieren, vroeg ze de dominee om in de kerkregisters de geboorteakte van haar grootvader op te snorren. Daarmee trok ze naar het Hongaarse consulaat in de Roemeense stad Cluj-Napoca. Kort daarop kregen ze het Hongaarse staatsburgerschap. ‘We krégen het niet, we herwonnen wat ons ontnomen werd’, corrigeert Judith ons met de glimlach.

We fietsen verder naar Parajd, waar kerkklokken de inwoners uit hun huizen lokken. Dominee Iszloi Béla torent op zijn preekstoel hoog boven de gelovigen uit. ‘De kerk is de plaats waar de natie samengehouden wordt’, zegt Béla wanneer hij ons na de kerkdienst ontvangt in zijn ambtswoning.

De dominees spelen een leidersrol bij de hernieuwde aanhechting van de Transsylvaanse Hongaren bij Hongarije. Ze bereiken in de dorpen nog altijd veel mensen. De Hongaarse consulaten in Roemenië stuurden informatie over de aanvraagprocedure dan ook meteen naar de kerken. ‘Ik heb de procedure van de Nationaliteitswet van a tot z uitgelegd tijdens mijn preken’, zegt de dominee.

Op het centrale plein in Cluj-Napoca trekt een reclamepaneel van Eurotrans onze aandacht. Het staat in het uitstalraam van de Democratische Unie van Hongaren in Roemenië (DUHR), de Hongaarse minderheidspartij. Hun stichting Eurotrans beschikt jaarlijks over 800.000 euro van de Hongaarse overheid om te helpen bij de aanvraagprocedure. We stappen het kantoor binnen. ‘Je kan elke dag in het Hongaarse consulaat een aanvraag indienen’, zegt een medewerker. ‘Maar niet iedereen kan zomaar naar de stad, dus gaat Eurotrans zelf naar de dorpen.’

De campagne draait op volle toeren: wekelijks verschijnen op de Facebookpagina van Eurotrans advertenties met specifieke data en adressen waar hun medewerkers aanwezig zullen zijn om te helpen met het papierwerk. Ook de dominees kondigen de dagen af waarop Eurotrans naar hun gemeente komt.

© Xander StockmansPriesters in de dorpen spelen een leidersrol in de heraanhechting van de Transsylvaanse Hongaren bij Hongarije. Priester Iszloi Bela: ‘Als je een minderheid bent, wil je de samenhorigheid voelen. In de dorpen is de kerk de plaats waar de natie samen gehouden wordt, omdat we in het midden van een ander land leven, losgekoppeld van het Hongaarse land.’ © Xander Stockmans

Kiesvee?

De Hongaarse papieren geven ook het recht om te stemmen bij Hongaarse verkiezingen. 318.083 van de 1,1 miljoen Hongaren in het buitenland deed dat ook effectief bij de Hongaarse parlementsverkiezingen van april 2022. Van de 600.000 Hongaren met Hongaars staatsburgerschap in Roemenië deed ook iets meer dan een derde van hen, 205.257, dat.

De Hongaren van Transsylvanië bepalen amper één of twee zetels in het Hongaarse parlement. Heeft premier Orbán dat werkelijk nodig? Fietsend door het hart van Szeklerland filosoferen we over deze vraag. ‘Vandaag niet, maar gisteren en morgen wel’, zegt onze tolk, ondernemer Szilárd Simon. ‘In 2011 was Orbáns partij Fidesz op zoek naar elke stem om haar tweederdemeerderheid te kunnen behalen. En ook in de toekomst kan de Transsylvaanse stem opnieuw bepalend zijn.’

Dat was ze vier jaar geleden al eens. Levente Kovács, voorzitter van DUHR in Marosvásárhely, noemde de bewering dat de Transsylvaanse Hongaren ‘kiesvee voor Fidesz’ zijn ‘nepnieuws’. Maar zelfs hij erkende: ‘In 2018 haalde Fidesz de tweederdemeerderheid met nipt één zetel. De Transsylvaanse stem kan dus wel tellen.’

En die stem ging bijna integraal, voor 96 procent om precies te zijn, naar Fidesz. Bijna iedereen stemt op de partij van Orbán. Dat heeft te maken met de Hongaarse minderheidspartij DUHR. Die verdiende haar strepen in de strijd voor minderheidsrechten in Roemenië lang voor Orbán aan de macht kwam in Hongarije. Leerkracht Andrea Bakai steekt het niet onder stoelen of banken: ‘Ik stem bij de Roemeense verkiezingen op DUHR omdat ik Hongaar ben. Simpel. Ik stem niet op basis van ideologie, maar nationale identiteit. Ideologieën bestaan toch niet meer. Dan kan ik evengoed mijn gemeenschap steunen.’

‘Ideologieën bestaan toch niet meer. Dan kan ik evengoed mijn gemeenschap steunen.’
Andrea Bakai, Transsylvaans-Hongaarse leerkracht in Roemenië

DUHR beschikt al decennialang over een geoliede electorale machine. Het kwam er voor Orbán op aan om die machine ten dienste te stellen van zijn eigen partij, zodat hij in één klap alle Transsylvaanse Hongaren zou binnenhalen. Met andere woorden: DUHR zover krijgen zich te gedragen als de Transsylvaanse afdeling van Fidesz.

Journalist Peter Kovács, die actief was binnen DUHR, betreurt deze ontwikkeling. ‘Hun vorige voorzitter wilde ook goede relaties met de Hongaarse regering, maar het maakte hem niet uit welke partijen in die regering zaten.’ Maar DUHR weet natuurlijk ook dat Fidesz sinds meer dan tien jaar samenvalt met de Hongaarse staat.

Hunor-János Koncz, burgemeester van het stadje Székelykeresztúr, legt de stemprocedure voor de Hongaarse verkiezingen uit: ‘Wij hebben in onze gemeente 2700 stemgerechtigden, dus ontvangen we van Boedapest 2700 stembrieven. Mensen krijgen die brieven via de post. Ze stemmen thuis, steken hun stembrief in een enveloppe, DUHR haalt die op en stuurt ze naar een Hongaars consulaat in Roemenië.’ Maar tegelijkertijd voert DUHR campagne voor Orbán. Dat ruikt naar belangenvermenging.

Dit ‘openlijk campagne voeren’ gaat ver. Van een anonieme bron binnen een gemeentebestuur in Roemenië vernamen we dat hun ambtenaren alle kiezers opbelden om hen op te roepen op Fidesz te stemmen bij de Hongaarse parlementsverkiezingen van april dit jaar. De burgemeester van de betrokken gemeente bevestigt dat niet, maar zegt wel: ‘We moedigen onze inwoners aan om de Hongaarse papieren aan te vragen en hun stemrecht in Hongarije te gebruiken. Voor ons is het simpel: wij steunen in Hongarije de politieke partij die ons steunt.’

Propagandamachine

Het Hongaarse staatsburgerschap en stemrecht voor Hongaren in het buitenland zijn slechts het topje van de ijsberg. ‘Nationalisme is de dekmantel om de greep op de economie te verdoezelen’, zegt Attila Gáspárik, hoogleraar aan de Universiteit voor de Kunsten in Marosvásárhely. De Orbán-enclave in Roemenië krijgt vorm in een blitzcampagne van overnames in media, onderwijs en economie. De Hongaarse regering koopt alle grote Hongaarse media in Transsylvanië op, net zoals ze dat in Hongarije deed.

© Xander StockmansMO*journalist Pieter Stockmans (rechts) aan het werk in Szeklerland, een Hongaarse enclave in Roemenië. © Xander Stockmans

‘De Hongaarse regering exporteert de haat tegen “Brussel” en “migranten” naar Transsylvanië.’
Ufó Zoltán, onafhankelijk journalist

We fietsen een wervelende afdaling van het dak van Szeklerland, de Madarasi Hargita op 1801 meter hoogte, en komen aan in de stad Székelyudvarhely. Daar spreken we Ufó Zoltán in een klein kamertje boven een café, waar hij schrijft voor de onafhankelijke journalistieke website Átlátszó Erdély.

Átlátszó probeert zicht te krijgen op de mediaovernames door de Hongaarse regering. ‘De voorbije drie jaar heeft de Hongaarse regering via het Gábor Bethlen Fonds bijna 20 miljoen euro gepompt in de Transsylvaanse Mediavereniging’, zegt Zoltán. ‘Dat is evenveel als de totale subsidies van de Roemeense overheid voor de hele Hongaarse minderheid in Roemenië.’

Er zijn nog onafhankelijke media. Peter Kovács is hoofdredacteur van Koloszvári Radio, een Transsylvaans-Hongaarse radiozender die niet afhangt van de Hongaarse regering. Hij nodigt bij de Hongaarse verkiezingen steevast Hongaarse oppositie uit, wat hem op felle kritiek komt te staan.

De Hongaren in Roemenië kijken vooral naar Hongaarse televisiezenders. Maar de propagandaboodschappen van de regering Orbán worden inmiddels ook al verspreid via de kranten en televisiezenders van de Transsylvaanse Mediavereniging zelf. ‘De Hongaarse regering exporteert de haat tegen “Brussel” en “migranten” naar Transsylvanië’, zegt Zoltán. ‘Mensen met een afwijkende visie worden uitgescholden als “liberalen”. Dat was vóór Orbán zeker niet het geval bij ons.’

‘Ik kan niet meer met mijn ouders spreken over politiek. Zelfs logische argumenten wijzen ze vol boosheid af’, treedt onze tolk Szilárd bij. Hij heeft het er moeilijk mee. Een voorbeeld: inwoners van Székelyudvarhely belden de politie nadat ze een groep motorrijders met een donkere huidskleur in hun stad hadden opgemerkt. Ze dachten dat het “migranten” waren. Het bleken toeristen uit Israël te zijn.

Pro-Poetin

De Szeklers worden meegezogen in de subtiele pro-Poetinboodschappen van de Hongaarse media, en dat baart Peter Kovács zorgen. De Russische invasie en annexatie van Oekraïens grondgebied maakten volgens hem een diep verlangen in de Szeklers wakker. ‘Het idee dat Poetin ons zal helpen om Transsylvanië opnieuw aan Hongarije te hechten, is volkomen irrationeel. Maar als je het trauma van Trianon blijft koesteren, doe je mensen daarnaar verlangen.’

Szilárd toont een foto van de nieuwe propagandacampagne van de Hongaarse regering: ‘Brusselse sancties vernietigen ons’, verwijzend naar de sancties van de EU tegen Rusland. Het woord ‘sancties’ staat op een bom. ‘Geen Russische bommen, maar Brusselse’, merkt Szilárd fijntjes op. Dat is wat Peter Kovács bedoelt met ‘subtiele pro-Poetin-boodschappen’. Het doet hem pijn dat DUHR, een prowesterse partij met diepe wortels in de anticommunistische strijd in Roemenië, richting Rusland wordt getrokken.

Schoolstrijd

‘Onze aandacht wordt op symbolische zaken gericht. En de diensten waarvan we kunnen genieten als Roemeense staatsburgers, beschimpen we’, zegt Kovács. Hij geeft het voorbeeld van het kindergeld: ‘De Hongaarse papieren geven toegang tot kindergeld, op voorwaarde dat het kind naar een Hongaarse school gaat. Maar dat is puur symbolisch. Orbán geeft ons zestig euro kindergeld per jaar. De Roemeense regering daarentegen betaalt elk jaar miljarden voor het gratis onderwijs.’

Onder Ceaușescu waren Hongaarse scholen verboden. Vandaag organiseert het Roemeense ministerie van Onderwijs ook Hongaarse lagere scholen. ‘Maar in de afgelegen gebieden van Szeklerland blijft de Roemeense staat afwezig. Dat gat wordt gevuld door Hongarije. In deze geïsoleerde valleien werden schooltjes en crèches gebouwd met middelen van de Hongaarse regering’, zegt Kata Szabo. Ze studeerde Neerlandistiek in Boedapest en is leerkracht Engels in Csíkszereda. Ze woont in een klein dorpje achter de Gyimes-pas.

‘Veel Roemeense beleidsmakers vinden het niet erg dat Hongaren hier slecht Roemeens spreken. Dan verhuizen ze later naar Hongarije en zijn zij er hier van af.’
Attilla Korodi, burgemeester van Csíkszereda

‘Onze kinderen groeien thuis op in het Hongaars, maar in de klas moesten wij hetzelfde handboek Roemeens gebruiken als Roemeense kinderen’, zegt ze verontwaardigd. ‘Dat is toch absurd?’ Lerares Roemeens Andrea Bakai sluit zich daarbij aan: ‘Hongaarse kinderen zouden Roemeens moeten leren als vreemde taal, zoals Engels. Veel kinderen spreken slecht Roemeens. Dat kan later problemen opleveren als ze moeten integreren in de samenleving en een baan zoeken.’

Pas recent kon DUHR in het Roemeense parlement bekomen dat Hongaarse scholen Roemeens als vreemde taal mogen onderwijzen.

Burgemeester Attila Korodi denkt dat de Roemeense overheid er al die tijd geen haast achter heeft gezet: ‘Veel Roemeense beleidsmakers vinden het niet erg dat Hongaren hier slecht Roemeens spreken. Dan verhuizen ze later naar Hongarije en zijn zij er hier van af. Het Roemeense onderwijsbeleid dekt de noden van de Hongaarse gemeenschap niet voor de volle honderd procent. En waar Roemenië in gebreke blijft, kan enkel de moedernatie de diensten leveren. Alleen zo kunnen we de assimilatie- en emigratietendens breken.’

De moedernatie gaat daarbij driest te werk. Ze richtte de Hongaarse Sapientia-Universiteit in Marosvásárhely op en pakte daarmee zelfs de DUHR in snelheid. Het is een private universiteit binnen het Roemeense wetgevende kader, maar ze wordt volledig gefinancierd door de Hongaarse regering. De Roemeense staat betaalt slechts op één plek voor hoger onderwijs in de Hongaarse taal: de Babeş-Bolyai-Universiteit in Cluj-Napoca. Maar er zijn niet genoeg beschikbare plaatsen voor Hongaarse studenten.

© Xander Stockmans© Xander Stockmans

‘Transsylvanië terugkopen’

In Szentegyháza klimmen we langs een bouwwerf met een skistation in aanbouw. Het is een van de vele projecten van Attila Balazs, een steenrijke zakenman en een van de stromannen van Orbán in Transsylvanië. ‘Met fondsen van de Hongaarse regering koopt en bouwt hij toeristische sites, hotels, kastelen en zelfs luchthavens’, zegt journalist Ufó Zoltán.

Orbán stelt gigantische budgetten ter beschikking van allerlei stichtingen in Transsylvanië. Die stichtingen kennen projecten toe aan bedrijven van bepaalde zakenlui die zich gedragen als oligarchen in dienst van de Hongaarse regering en de Fidesz-partij. ‘Ze hebben Transsylvanië ooit politiek verloren, maar kopen het nu terug’, zegt Zoltán.

Sinds 2017 kunnen Hongaarse landbouwers en toeristische investeerders van Transsylvanië geld krijgen uit een economisch ontwikkelingsprogramma van de Hongaarse regering. De Stichting Pro Economica verdeelt die subsidies. ‘Zo konden onze inwoners al moderne landbouwmachines aankopen en kon een investeerder onze melkpoederfabriek uit de Sovjetperiode kopen en jobs behouden’, zegt Elemér Laczkó, burgemeester van Gyergyóremete. Die investeerder is, opnieuw, Attila Balazs.

‘Je zal nog maar weinig Hongaren vinden in Roemeense instituten zoals leger, politie of nationale sportteams. Orbán weekt hen los uit de Roemeense samenleving.’
Attilla Gáspárik, hoogleraar

En dan zijn er de vele renovatieprojecten. ‘Veel Oostenrijks-Hongaars erfgoed. De Hongaarse regering beslist over de projecten, het geld wordt via het Gábor Bethlen Fonds aan bevriende bouwbedrijven uitbetaald’, zegt Ufó Zoltán. ‘In totaal beschikte dat Fonds in 2020 over 365 miljoen euro van de Hongaarse regering, en 91 miljoen euro in 2021.’ Kerken zijn de grootste goudmijn. Vorig jaar gaf de Hongaarse regering acht miljoen euro subsidies om 262 Hongaarse kerken in Roemenië te renoveren.

Een jaar geleden werd ook het Szekler Border Guard Memorial Center over de duizendjarige geschiedenis van de Szeklergemeenschap geopend. Alles wordt betaald door de Hongaarse regerig: van de renovatie van het historische gebouw over de educatieve materialen in het museum tot de lonen van de historici die het onderzoek deden. De locatie van het museum werd strategisch gekozen: Csíkszépvíz, een dorp aan de voet van de Gyimes-bergpas, eeuwenlang de grens van Hongaars Transsylvanië.

Gids Zoltan Szakacs leidt er een groep Hongaarse toeristen rond. ‘Op één jaar tijd mochten we al 10.000 bezoekers ontvangen, vooral uit Hongarije’, zegt hij. ‘Slechts vijf procent van de bezoekers was Roemeens. In de Roemeense media verschijnt niets over het museum, en van de Roemeense overheid krijgen we geen steun.’

© Xander Stockmans© Xander Stockmans

Afscheiding

Hoogleraar Attila Gáspárik legt uit waarom de huidige enclavevorming van Szeklerland gevaarlijk is: ‘Elk recht dat wij sinds 1989 in Roemenië hebben verworven, is het resultaat van onze eigen democratische strijd in de instituten van het land waarin wij leven. Maar je zal nog maar weinig Hongaren vinden in Roemeense instituten zoals leger, politie of nationale sportteams. Orbán weekt hen los uit de Roemeense samenleving.’

De frustratie hierover in Roemenië groeit. Orbáns blitzcampagne in Transsylvanië zou er wel eens ten koste kunnen gaan van het vreedzame samenleven tussen Hongaren en Roemenen. Dat heeft gevolgen tot ver buiten Boedapest en Boekarest: in alle stilte worden de Hongaarse minderheden in het buitenland pionnen van de toenemende ontwrichtende macht van Viktor Orbán in de Europese Unie.