Phyllis Omido is de Keniaanse Erin Brockovich
Milieuactiviste Phyllis Omido: ‘Wie de toekomst veilig wil stellen, moet nu opstaan’
© Goldman Environmental Prize
© Goldman Environmental Prize
Een alleenstaande moeder die de overheid en een multinational op de knieën krijgt? Volgens de Keniaanse Phyllis Omido is het niet moeilijk te begrijpen: ‘Wie zijn kinderen liefheeft, beschermt het leefmilieu voor de volgende generatie!’
‘Stoort het dat ik mijn dochter even de borst geef, zodat we rustig verder kunnen praten?’ Phyllis Omido is net voor de tweede keer moeder geworden. Met de ene hand ondersteunt ze de kleine Margaret, met de andere haar betoog. De duizenden kilometers tussen ons doen het videogesprek even haperen.
Tien jaar geleden was de Keniaanse ook net moeder geworden. Amper een week na de bevalling ging ze opnieuw aan de slag. Als alleenstaande moeder kon ze zich geen rust veroorloven. In haar pauzes gaf ze zoon King zo vaak mogelijk de borst. Om hem het meest natuurlijke krachtvoer te geven, althans dat dacht ze toen. Maar net die moedermelk maakte hem ziek.
Bedolven onder fijn stof, afkomstig uit de fabriek waar ze werkte, had ze King zo vaak tegen zich aangedrukt. Bij elke omhelzing en elke voeding werd het bloed van de kleine jongen wat meer met lood besmet. Tot een loodvergiftiging zijn leven bedreigde en Omido besefte dat haar baan niet het leven van haar zoon verzekerde, maar net bedreigde.
‘Je kan mensen al het geld van de wereld geven, maar als de woonomgeving niet veilig is, is dat geld waardeloos.’
‘Ja. Het moederschap is de reden waarom ik toen en ook vandaag zo gepassioneerd de strijd tegen vervuiling aanga’, bevestigt Omido. De ziekte van haar zoon King was het startpunt van een strijd tegen haar werkgever en de Keniaanse overheid. Dat de bewijzen van de vervuiling schaamteloos genegeerd werden, verbaasde haar toen: ‘Ik was kennelijk erg goedgelovig’, lacht ze.
Ze geloofde naar eigen zeggen hardnekkig dat geen mens bewust het leven van een ander in gevaar wil brengen. ‘En al zeker niet louter voor geldgewin!’ Ze kan de verontwaardiging nog steeds niet wegsteken. Tien jaar later voert ze de strijd niet langer voor haar, maar voor alle kinderen: ‘Je kan hen al het geld van de wereld geven. Maar als de leefomgeving niet veilig is, dan is dat geld waardeloos.’
Phyllis tegen Goliath
De Guardian doopte Phyllis Omido ooit tot de Keniaanse Erin Brockovich. Net als van de Amerikaanse milieuactiviste – wier verhaal door Julia Roberts vertolkt werd – werd het intellect en de moed van de jonge vrouw schromelijk onderschat. Net als Brockovich ging ze onbevreesd de strijd aan tegen de grote jongens. Anders dan bij haar Amerikaanse collega waren die grote jongens haar bazen, die haar van een inkomen voorzagen.
Als alleenstaande moeder prees ze zich aanvankelijk gelukkig: ze kon in 2009 aan de slag als gemeenschapswerker bij Metal Refinery, een Indiaas bedrijf, gevestigd in Owino Uhuru, een buurt in de Keniaanse havenstad Mombassa. ‘Niemand van de nieuwe werknemers wist precies welke metalen er geproduceerd zouden worden, laat staan dat het om giftige metalen zou gaan.’
‘Er is geen bekend veilig niveau van blootstelling aan lood. En de gevolgen daarvan voor de gezondheid zijn aanzienlijk.’
Omido was er al enkele maanden aan de slag toen het duidelijk werd dat de activiteit van het bedrijf bijna uitsluitend bestond in de ontginning van lood uit afgedankte loodzuurbatterijen. Maar liefst 85 procent van de wereldwijde loodproductie wordt gerecycleerd uit oude loodaccu’s. Afgedankte autobatterijen, maar steeds vaker ook batterijen voor de opslag van hernieuwbare energie, worden verscheept naar lagelonenlanden en het herwonnen lood wordt vervolgens opnieuw geëxporteerd.
Vooral in Azië groeide de vraag naar lood de laatste jaren erg snel. Het Indiase Metal Refinery speelde hier op in en vestigde zich tien jaar gelden vlak bij de internationale zeehaven van Mombassa. Het lood dat de Keniaanse arbeiders uit de geïmporteerde batterijen haalden, werd onmiddellijk in containers geladen en naar Azië verscheept.
De VN-milieuorganisatie (UNEP) waarschuwde al in verschillende rapporten dat dit recyclageproces in veel landen voor vervuiling zorgt. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bracht de gevolgen voor voor mens en milieu in kaart. ‘Er is geen bekend veilig niveau van blootstelling aan lood. De gezondheidseffecten van blootstelling aan lood zijn aanzienlijk.’
‘Loodvergiftiging. Daar had ik nog nooit van gehoord’, bekent Omido. In 2009 kreeg ze van Metal Refinery de opdracht de impact van hun activiteiten op de buurt na te gaan. De Keniaanse overheid verplicht bedrijven een milieueffectenrapport af te leveren. In afwachting van de studie had het bedrijf een tijdelijke vergunning gekregen en waren de activiteiten gestart. Pas toen Omido aan de slag ging in het bedrijf, stelde ze vragen bij de aard van de activiteiten: ‘De lucht sneed me de adem af. Mijn ogen traanden als ik de fabriek betrad. Arbeiders vielen flauw tijdens het werk.’
‘Ze belegden een vergadering met mijn bazen en ze concludeerden dat niet de vervuiling, maar ik het probleem was.’
Samen met een externe consultant bracht ze de impact van de activiteiten op de gemeenschap in kaart. De buren vertelden hen over afvalwater dat vlakbij werd geloosd: ‘Ik schrok van verhalen over kippen die van het water dronken en stierven. Een kind had een lelijke wonde aan het been door in die plassen te spelen.’
Als jonge buurtwerker nam ze haar opdracht ernstig en verwerkte de klachten in het rapport. Samen met de consultant adviseerde ze haar bazen de fabriek te sluiten en te verhuizen naar een onbevolkt gebied. ‘Ik geloofde oprecht dat ze zouden luisteren en de juiste beslissing nemen.’
‘Nu pas besef ik hoe goedgelovig ik was. Ze belegden een vergadering met mijn bazen en ze concludeerden dat niet de vervuiling, maar ik het probleem was.’ Hoe vervuilend de activiteiten waren en dat een verhuizing het probleem niet oploste, daar had ze toen nog geen benul van. Maar het verband tussen de stervende kippen en het afvalwater van de fabriek was voor haar ontegensprekelijk. Haar goedgelovige verwachtingen werden tot haar grote ontgoocheling niet ingelost. De consultant werd afgedankt en haar takenpakket herschikt: ‘Ze zouden het probleem zelf wel oplossen.’
Phyllis Omido moet tijdens ons gesprek wel vaker lachen wanneer ze terugdenkt aan haar jongere zelf. Ook nu proest ze het haast uit: ‘En ik dacht: de overheid weet van niets en zal blij zijn met mijn informatie.’ Achter de rug van haar bazen bezorgde ze de bevindingen aan de bevoegde overheidsinstanties.
‘Nu pas besef ik hoe goedgelovig ik was. Ze belegden een vergadering met mijn bazen en ze concludeerden dat niet de vervuiling, maar ik het probleem was.’ Het is een patroon dat de Phyllis Omido van vandaag ondertussen wel vaker heeft gezien: ’Geld, daar draait het telkens om’, zucht ze.
Het terrein van de smelterij was eigendom van toenmalig parlementslid Hezron Awiti Bolo. De smelterij lag op slechts zeven minuten rijden van de haven van Mombassa. De grond van Awiti Bolo was goud waard. ‘Dat ze liefst zo dicht mogelijk bij de haven wilden zitten is uiteraard om de kosten zo laag mogelijk en de winsten zo hoog mogelijk te houden. En die winsten, daar draait het natuurlijk om. Politici zijn mede-eigenaar van bedrijven of bezitten gronden. Ze krijgen postjes in raden van bestuur en delen op het einde van de rit in de winst.’
De Keniaanse milieuwetgeving bleek schone schijn.
De woede van een moeder
‘King was altijd een makkelijke baby geweest. Hij huilde weinig en hield me nooit wakker ’s nachts. Tot hij iets meer dan een jaar oud was en niet meer stopte met huilen.’
De ziekte van haar zoontje was een keerpunt voor de jonge moeder. ‘Huilen, koorts, waterige ogen’, de vrolijke baby werd een zorgenkind. De kleine King ontwikkelde chronische diarree en de ziekhuisopnames volgden elkaar steeds sneller op.
Na verloop van tijd was de jongen te zwak om het ziekenhuis nog te verlaten. Dokters kregen de koortsaanvallen niet onder controle. King werd afhankelijk van een permanent infuus om uitdroging te vermijden. De artsen waren ten einde raad: ‘Zijn witte bloedcellen bleven te laag, maar elke test leverde een negatief resultaat op.’
‘We zullen de zaak winnen. Ik weet het gewoon zeker.’ | © Goldman Environmental Prize
Omido beschrijft de man die voor de doorbraak zorgde als ‘een toenmalige vriend die voor de overheid werkte’. ‘Of ze al gedacht had aan loodvergiftiging?’ Die gouden tip van de vriend heeft het leven van haar zoontje gered en van Phyllis Omido voorgoed een milieuactiviste gemaakt.
Niet enkel zijzelf, ook de dokters wisten weinig over de toxische eigenschappen van lood. ‘Zelfs de kinderarts fronste de wenkbrauwen toen ik vroeg om te testen op loodvergiftiging.’ Bovendien hadden ze simpelweg de mogelijkheid niet om die test uit te voeren.
Ten einde raad schuimde ze de hospitalen af. Uiteindelijk vond ze een privaat ziekenhuis dat een bloedstaal kon opsturen naar Zuid-Afrika. Een week later kwam het verdict. De tranen welden in haar op. Ze staarde naar de rookpluim die uit de smelterij opsteeg en voelde het stof branden op haar kleren. Ze had het meegebracht naar huis. Ze had het via haar kleren en via de moedermelk aan King doorgegeven.
Diezelfde dag nog stapte ze naar haar bazen bij Metal Refinery. Met de bloedresultaten in de hand diende ze haar ontslag in. ‘Financieel was het zeker niet de slimste beslissing’, bekent Omido.
Aan de poorten van de fabriek vertelde ze haar collega’s over King. Zijn bloed bevatte 35 milligram lood per deciliter. Alles hoger dan vijf milligram is volgens de Wereldgezondheidsorganisatie risicovol. Bij een kind kan een te hoge concentratie lood de motorische en mentale ontwikkeling vertragen. De hoeveelheid die in het bloed van King is aangetroffen, is de oorzaak van bloedarmoede, orgaaninfarcten en blijvende beschadiging van het centrale zenuwstelsel.
Loodvergiftiging is extra gevaarlijk voor ouderen, kinderen, zwangere vrouwen en mensen met een verminderd immuunsysteem. Maar ook bij gezonde volwassenen zorgt het voor slapeloosheid, angstaanvallen, hoofdpijn, verminderde eetlust en bij langdurige blootstelling zelfs tot verlammingsverschijnselen en bloedarmoede.
‘Ik begreep niet dat het bewijs van de vergiftiging van vier kinderen geen reactie uitlokte.’
‘Ik zei hen dat ze moesten aandringen op betere bescherming.’ Ze preekte vurig, maar begreep dat het niet vanzelfsprekend was je eigen inkomen op het spel te zetten. De dagen die volgden, trok ze opnieuw door de buurt. Verschillende moeders bevestigden wat ze vermoedde, dat hun kinderen dezelfde symptomen als King vertoonden. ‘We spraken af dat ik drie kinderen zou laten testen op loodvergiftiging.’ De drie kinderen testten positief.
Met de resultaten in de hand maakte ze nog meer kabaal. De lokale en nationale overheidsinstanties, de eigenaars, bazen en aandeelhouders van Metal Refinery, die verhuurder van de gronden waar de vervuiling plaatsvond, ze confronteerde hen allemaal met de resultaten van de bloedtests. ‘Ik begreep niet dat het bewijs van de vergiftiging van vier kinderen geen reactie uitlokte.’
De ziekenhuisfactuur was ondertussen opgelopen tot meer dan tweeduizend euro, een onbetaalbaar bedrag voor de alleenstaande moeder. Metal Refinery was bereid haar schulden te vergoeden, maar in ruil moest ze een belofte van stilzwijgen ondertekenen. ‘Ja, ik tekende natuurlijk, ik had het geld nodig. Maar bij mezelf dacht ik: niemand kan mijn kind vergiftigen en er ongestraft mee wegkomen.’
Toen ze haar strijd voortzette, dreigde haar oude werkgever haar voor de rechter te dagen wegens contractbreuk. Maar ze was niet onder de indruk: ‘Goed. Dan gaan we naar de rechter, zei ik hen. (lacht) Dat kon ik niet betalen. Maar ik wist wel dat ze dat nooit zouden doen. Dat zou mij enkel meer zichtbaarheid geven en hun eigen reputatie schade berokkenen.’
‘ook medestanders moesten onderduiken.’
De inwoners van Owino Uhuru begonnen de gevolgen van de vervuiling steeds meer te zien. Dankzij Phyllis Omido wisten ze nu wat hen en hun kinderen ziek maakte. ‘Mensen belden me, zochten me op en vroegen me niet op te geven. Ze dreven me voort.’ Toen ze de eerste protesten organiseerde sloot de overheid de smelterij een week. ‘Maar een week later gingen de deuren weer open en bleek niets veranderd.’
Zo ging het een tijdje door. Pas toen de media het verhaal van Omido oppikten, nam de nervositeit toe. Dankzij de media-aandacht groeide ook de internationale steun. Het hielp haar het activisme een meer professionele structuur te geven. Ze richtte CJGE Action (Center for Justice Governance and Environmental Action) op. De nervositeit nam toe, maar ook de weerstand. De bedreigingen deden haar vrezen voor haar leven en dat van haar zoontje: ‘Ik moest verschillende keren verhuizen. Het kantoor werd meerdere keren verplaatst en ook medestanders moesten onderduiken.’
Rapport zonder verassingen
In 2014 boekte Omido na vijf lange jaren van protest een belangrijke overwinning. Al had ze dat volgens haar nooit alleen gekund: ‘Met de zichtbaarheid groeide ook mijn netwerk. We deden haasje-over met onze eigen overheid, want die kregen we niet aan onze kant. Op het niveau van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap werd onder druk van een brede coalitie van burgerbewegingen een algemeen verbod op de export van lood goedgekeurd.’ En hoewel de Keniaanse overheid de ban aanvankelijk niet implementeerde, was Omido gesterkt in haar strijd. ‘Ik stond niet langer alleen.’
In 2014 sloot Metal Refinery uiteindelijk noodgedwongen de deuren. Negen andere smelterijen legden onder druk van Omido de boeken neer. Ze vertelt het met trots, maar haast onmiddellijk tempert ze het enthousiasme: ‘Daar sta je dan. De bron is drooggelegd, maar de vervuilde bodem blijft. Het water blijft ondrinkbaar. En wie zal de boel nu opruimen?’
Wie gaf de inwoners van Owino Uhuru een tweede kans? De woede van een moeder bracht een volksbeweging op gang. Maar met de sluiting van de smelterij was voor Omido slechts een horde genomen. ‘We organiseerden een petitie en nodigden de senaat uit. Een delegatie senatoren kwam naar de wijk en nog voor ze beloftes konden doen, hadden wij hen onze eisen al overhandigd.’
Ze vroegen de afgevaardigden een wetenschappelijk bodem- en wateronderzoek te bestellen en bij willekeurige steekproef minstens vijftig inwoners van de wijk aan een bloedonderzoek te onderwerpen. Hun verzoek werd ingewilligd. Het rapport bevatte weinig verrassingen. Veertig van de vijftig bloedstalen testten positief op loodvergiftiging. Uit het onderzoek bleek dat zowel de bodem, het water, de vegetatie en de lucht te veel lood bevatte.
Maar er zat een addertje onder het gras: ‘De vertegenwoordiger van de senaat zei ons dat ze het bedrijf hadden opgezocht, maar dat de namen van leidinggevenden die wij hadden opgegeven, niet overeenstemden met hun bevindingen.’ Het onderzoek bevestigde de vervuiling, maar de verantwoordelijken konden volgens hen niet met zekerheid worden vastgesteld. ‘Dus konden we niet naar de rechtbank stappen’, zucht Omido. ‘We hebben een jaar kostbare tijd verloren.’
Een nieuwe collega bij CJGE Action ontdekte later dat de senaat de gegevens van een ander bedrijf had geraadpleegd: die van Kenya Metal Refinery, en niet Metal Refinery. ‘Een bewuste fout’, volgens haar. Maar de senaat kon het dossier niet heropenen, omdat de wet dat niet toeliet.
‘Je kan hen al het geld van de wereld geven. Maar als de leefomgeving niet veilig is, dan is dat geld waardeloos.’ | © Goldman Environmental Prize
De zaak-Owino Uhuru
Haar onvermoeibare strijd heeft haar ondertussen de prestigieuze Goldman Environmental Prize opgeleverd. Gesterkt door een steeds groter wordende coalitie begint Phyllis Omido na de ene tegenslag alweer het volgende hoofdstuk. Een nieuw onderzoek wordt geopend, dit keer niet door de senaat, maar door de kamer van volksvertegenwoordigers. De parlementaire onderzoekscommissie komt tot dezelfde conclusie en wijst dit keer wel de juiste verantwoordelijken aan. In 2016 dienen 219 inwoners van Owino Uhuru formeel klacht in tegen zes overheidsinstanties en twee private ondernemingen, waaronder Metal Refinery.
‘We zullen de zaak winnen. Ik weet het gewoon zeker.’
Na verschillende vertragingsmanoeuvres gaat het proces in 2018 van start. ‘De laatste schim die we van Metal Refinery zagen was in de vorm van een stroman die getuigen onder druk kwam zetten.’ Omido legt zich neer bij het feit dat haar vroegere bazen hoogstens bij verstek zullen worden veroordeeld. De website is offline gehaald en officieel is het bedrijf uit Kenia verdwenen. ‘We stuurden vorig jaar nog enkele journalisten naar India die de bedrijfsleiders wisten op te sporen. Ze beweren het bedrijf te hebben verkocht.’
Desondanks is Omido hoopvol. Ze zegt vertrouwen te hebben in de onafhankelijkheid van het rechtssysteem: ‘We zullen de zaak winnen. Ik weet het gewoon zeker.’
Haar ervaring wil ze via CJGE Action delen met andere milieuactivisten. ‘In het begin was het zo makkelijk om mij op te pakken. Ik was low profile en kende mijn rechten niet.’ Vandaag probeert ze andere Keniaanse Erin en Erik Brockovichen in kaart te brengen zodat ze hun ervaring en kennis vlotter kunnen delen. Want het is die steun en samenwerking die in haar strijd het verschil gemaakt hebben.
‘King is een grote kerel geworden. Hij loopt hier ergens rond.’ Ze zoekt naar het levende bewijs dat het goed gaat met haar zoon. Al durft ze niet met zekerheid zeggen dat hij niets permanent heeft overgehouden aan de loodvergiftiging. ‘Hij heeft moeite om zich te concentreren. Iets wat je wel vaker ziet bij de kinderen uit de buurt.’ Ze schudt het hoofd: ‘Ik kan er nog steeds met mijn hoofd niet bij. Wie zijn kinderen liefheeft, zorgt voor hun toekomst, veert op en vecht voor een veilige leefomgeving voor de volgende generatie.’
Deze reportage werd geschreven voor MO*132, het zomernummer van 2019. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.