Plastic is nog lang de wereld niet uit

Reportage

River Cleanup wil met opruimacties mensen bewust maken van de afvalproblematiek

Plastic is nog lang de wereld niet uit

Plastic is nog lang de wereld niet uit
Plastic is nog lang de wereld niet uit

Lieke Verlé

19 juni 2019

Wie moet opdraaien voor het plastic afval in rivieren en oceanen? Moeten we afval opruimen of vooral minder produceren? Niet alleen burgers, maar ook overheid, bedrijven en industrie moeten hun verantwoordelijkheid nemen.

©Lieke Verlé

Met de lancering van de River Cleanup Schelde & Maas ruimden deelnemers al 535kg afval.

©Lieke Verlé

Thomas de Groote begon twee jaar geleden dagelijks zwerfvuil te rapen door de 10 minutes a day challenge: 10 minuten afval oprapen per dag. Een jaar later besliste hij om het probleem dichter bij de bron aan te pakken. Met de River Cleanup op 21 september (World Cleanup Day) wil hij zoveel mogelijk mensen bewust maken van de afvalproblematiek. Maar bewustmaking is niet alles: milieuorganisaties vragen aan de overheid, bedrijven en industrie om ook hun verantwoordelijkheid op te nemen. Want opruimen is mooi, maar idealiter hebben we zo’n opruimacties gewoon niet meer nodig.

8 miljard kilogram plastic eindigt elk jaar in zee. Een groot deel daarvan komt in de oceanen terecht via rivieren. Zaterdag 8 juni lanceerde River Cleanup, samen met partners, de Schelde & Maas Cleanup: een grote internationale opruimactie van plastic afval in september voor de Schelde en de Maas.

Zo’n honderd mensen hielden op 8 juni al een eerste actie en kwamen het afval langs de Scheldebocht in Antwerpen oprapen. Ze verzamelden 535 kilogram afval, in minder dan een uurtje tijd. Een voorsmaakje van de grotere actie in september ‘Het is magisch om te zien dat je met zo’n kleine symbolische actie toch al zo’n impact kan hebben’, vindt de Groote.

©Lieke Verlé

Op de lancering van de River Cleanup verzamelden zo’n 100 mensen 535kg afval op een uurtje tijd.

©Lieke Verlé

Vorig jaar organiseerde Thomas de Groote de Rhine Cleanup in Duitsland. ‘Via sociale media kon ik 10.000 mensen in zo’n 60 steden op de been brengen om het afval langs de Rijn op te ruimen. Dit jaar is de ambitie om het afval langs 10 rivieren op te ruimen.’ Met de Schelde & Maas Cleanup wil de Groote 50 steden activeren in drie verschillende landen en opnieuw zo’n 10 000 mensen optrommelen.

‘We gaan de wereld redden'

Ondanks de hevige wind zijn familie en vrienden van de Groote zaterdag naar de lancering gekomen om de lancering van zijn actie te steunen. Kinderen zijn gewapend met regenlaarzen en een van de vaders roept enthousiast: ‘Kom, we gaan de wereld redden!’ Twee vrienden van Thomas spreken met lof over de actie: ‘Thomas slaagt erin mensen te activeren. Hij kan als geen ander mensen een geweten schoppen.’

Ook Kevin, via via op het event terechtgekomen, is geschrokken van de hoeveelheid afval. ‘Ik was op reis in Nepal en daar was ik aangedaan door de afvalproblematiek. Maar van wat ik hier nu aan de Schelde heb gezien, daar word ik echt lastig van. Het geeft me een moedeloos gevoel. Om dit probleem aan te pakken is er een serieuze mentaliteitswijziging nodig.’

79% van het plastic afval eindigt op een vuilnisbelt, stortterrein of in de natuur.

Thomas de Groote heeft geen politieke doelstellingen met zijn actie. Hij wil met de River Cleanup hoofdzakelijk mensen bewust maken van de afvalproblematiek.

‘Ik wil anderen ook de klik laten maken die ik zelf twee jaar geleden had. Je kan namelijk zelf iets doen aan zwerfvuil. Met de River Cleanup willen we een beweging organiseren en een oplossing aanreiken waarbij iedereen samen het probleem aanpakt’, vertelt de Groote.

Meer plastic dan vis

Uit een rapport van het VN-Milieuprogramma blijkt dat wereldwijd slechts 9% van alle plastic afval gerecycleerd wordt, 12% wordt verbrand en de overige 79% eindigt op een vuilnisbelt, stortterrein of in de natuur. Ook in Europa wordt volgens het Europees Milieuagentschap slechts 30% van het plasticafval opgehaald voor recycling.

Een belangrijke kanttekening daarbij: het meeste afval wordt buiten Europa gerecycleerd, en daar hanteren afvalverwerkers niet altijd dezelfde strenge milieunormen.

©Grid Arendal

Als we op dezelfde manier afval blijven produceren, zal er tegen 2050 zo’n 12 miljard ton plastic afval in vuilnisbelten of in het milieu terechtkomen en zullen de oceanen meer plastic dan vis bevatten.

©Grid Arendal

Genoeg studies tonen al de negatieve effecten van plasticvervuiling in zee aan op de biodiversiteit. Als we niet ingrijpen, hebben we over dertig jaar meer plastic dan vis in onze oceanen.

Symptoombestrijding

Maar niet iedereen is enthousiast over de opruimacties. ‘Aan de lopende band worden cleanups georganiseerd. Dan leg je de verantwoordelijkheid bij de burgers en daar zijn wij geen voorstander van’, vertelt Rob Buurman, directeur van Recycling Netwerk. Dat is een zelfstandige milieuorganisatie, die verschillende milieuorganisaties met elkaar in verbinding brengt wanneer het gaat over grondstoffen en de impact ervan.

‘Als je het afval dat je opruimt, registreert en achteraf nagaat welke producten er werden gevonden en welke producenten verantwoordelijk zijn, heeft dat een grotere impact. Zo kan je de schakel maken richting beleid en is het potentiële effect van je actie veel groter. Maar verandering gebeurt niet door allemaal individuen die nu en dan afval oprapen. Er moeten systemen ontwikkeld worden die plasticvervuiling vermijden.’

Het blijft symptoombestrijding.
Je ruimt een plek op, maar twee weken later ligt die terug vol met afval.

Dat is ook de werkwijze die de organisatie Proper Strand Lopers hanteert: een burgerinitiatief dat mensen wil bewustmaken van de zwerfvuilproblematiek en dat afval langs de Belgische kust opruimt. Ze willen het afvalprobleem aankaarten en vooral ook benadrukken dat opruimen níet de oplossing is.

Kevin Pierloot van Proper Strand Lopers vertelt hoe ze te werk gaan. ‘We tellen de soorten afval die we verzamelen en analyseren welke merken we terugvinden. Door de herkomst te achterhalen, kunnen we de handelaars aanspreken die de producten en dus ook het afval verkopen. Zo proberen we de bron te elimineren. Door druk te zetten op de handelaars hebben we op lokaal niveau wel een impact. Maar het blijft symptoombestrijding. Je ruimt een plek op en twee weken later ligt die terug vol met afval.’

Met afval opruimen kan je de wereld (niet) veranderen

Rob Buurman van Recycling Netwerk beaamt dat initiatieven als River Cleanup kunnen bijdragen aan de bewustmaking, maar hij is sceptisch. Zo is Delhaize hoofdsponsor van de River Cleanup, en dat verbaast Buurman niet.

‘Het past perfect binnen hun strategie. Die strategie legt de verantwoordelijkheid volledig bij de burgers en focust op wat we als individu moeten doen. Er wordt niet gepraat over de verantwoordelijkheid van bedrijven, want die willen hun maximale vrijheid behouden. Bovendien focussen ze steeds op recycleren en het inzamelen van afval. Zo hebben we geleerd dat het scheiden van afval goed is voor het milieu. Maar eigenlijk draagt het relatief weinig bij.’

©Lieke Verlé

Opruimacties moeten mensen bewust maken van de afvalproblematiek.

©Lieke Verlé

Tomas De Groote weet dat de hoofdsponsor van zijn evenement voor controverse kan zorgen, maar koos bewust voor Delhaize. ‘We willen zoveel mogelijk mensen betrekken en er een inclusieve actie van maken. Delhaize sponsort niet alleen, maar zet echt zijn schouders onder de actie. Samen, met de hulp van bedrijven, kunnen we veel meer bereiken.’

Roel Dekelver, communicatieverantwoordelijke bij Delhaize, zegt dat Delhaize zo mee de aandacht wil vestigen op de problematiek van plasticafval op de oevers langs rivieren. ‘Het gaat hier niet om greenwashing. We gaan uiteraard ook zelf deelnemen en zoveel mogelijk mensen stimuleren. De actie past binnen het nieuwe duurzaamheidsprogramma van Delhaize, The Lion’s Footprint, waarmee we focussen we op drie doelstellingen: plastic elimineren, C02-neutraal worden en streven naar zo weinig mogelijk voedseloverschotten.’

Vervuilende parels

Een andere reden waarom opruimacties alleen de plasticproblematiek niet gaan oplossen, zijn nurdles, ook wel plastic pellets genoemd. Dat zijn kleine plastic bolletjes ter grootte van strijkparels. Het zijn de grondstoffen waarvan plastic producten gemaakt worden.

©Lieke Verlé

In de Scheldebocht in Antwerpen ligt het vol met nurdles. Het zijn de kleine plastic bolletjes die je nauwelijks ziet.

©Lieke Verlé

‘Bij de productie van plastic is er al een enorme lekkage van nurdles. Wanneer de nurdles verscheept worden bijvoorbeeld, komen de kleine bolletjes al in de oceanen terecht. Bovendien worden de grondstoffen die al tijdens het productieproces in de natuur belanden, niet meegenomen in de cijfers over recycling. Dat maakt die cijfers heel onbetrouwbaar. Er wordt bijna nooit over het verlies van die nurdles gepraat en er is te weinig kennis over, merkt Kevin Pierloot van Proper Strand Lopers op.’

Zowel OVAM, de Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, en Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, zeggen dat de lekkage van grondstoffen vermeden moet worden. ‘Niet alleen productieverliezen, maar ook distributieverliezen en zwerfvuil zijn dom’, oordeelt Jan Verheyen, woordvoerder van OVAM.

Bedrijven willen hun maximale vrijheid behouden over de producten die ze op de markt mogen brengen.

‘Je verontreinigt het leefmilieu, je verliest grondstoffen en verhoogt de productiekosten. Er valt weinig economisch en ecologisch zinnigs over te zeggen om dat niet aan te pakken.’

Toch blijft een oplossing om de verontreiniging door nurdles aan te pakken voorlopig nog uit.

Eerst preventie en hergebruik, daarna recycling

‘De nurdles zijn een van de redenen waarom ik pleit voor minder plasticproductie’, benadrukt Buurman. Hij hamert ook op het feit dat landen eerst en vooral moeten inzetten op afvalpreventie.

Volgens de Europese richtlijn over afvalstoffen moeten lidstaten een prioriteitsvolgorde hanteren wanneer ze wetgeving en beleidsinitiatieven opstellen voor de preventie en het beheer van afvalstoffen. De afvalhiërarchie zet preventie op de eerste plaats, daarna komt hergebruik en pas op de derde plaats komt recycling.

©Grid Arendal

Eerst moet ingezet worden op preventie en hergebruik, daarna komt pas recycling.

©Grid Arendal

Hij benadrukt dat die prioriteitsvolgorde niet zomaar een morele opgave is: ‘Het is de plicht van de overheid om eerst in te zetten op preventie en hergebruik voordat ze de prioriteit geven aan recycling. Maar de overheid en bedrijven lijken enkel tot een akkoord te kunnen komen op het vlak van recyclage. Bedrijven willen hun maximale vrijheid behouden over de producten die ze op de markt mogen brengen. Ze willen pas ingrijpen op het einde van de keten, als plastic al afval is geworden.’

‘Een wereld zonder verpakking lijkt ons een utopie.’
Nicholas Courant woordvoerder Fevia

Terwijl Buurman met preventie vooral doelt op minder plasticproductie, ligt voor voedingsfederatie Fevia sensibilisering net aan de basis van afvalpreventie. Nicholas Courant, communicatieverantwoordelijke bij Fevia, wijst op de maatschappelijke beweging en de cultuurverandering die ze op gang willen brengen. ‘Bedrijven maken nu gebruik van hun marketing power om die preventieboodschap over te brengen naar de consument. Zo vraagt Coca-Cola nu expliciet aan de consument om geen Coca-Cola te kopen als je niet helpt recycleren. Dat is best wel revolutionair.

‘Een wereld zonder verpakking lijkt ons een utopie’, zegt Courant. ‘We streven wel naar zo duurzaam mogelijke verpakkingen, die recycleerbaar zijn en die liefst ook gerecycleerd materiaal bevatten. Zo zijn een aantal plastic flesjes al veertig procent minder zwaar. Je moet ook rekening houden met voedselveiligheid, de kwaliteit van het product, het transport en de informatie die je aan de consument moet geven over het product.’

Maar het kan wel anders, en dat bewijst het stijgend aantal verpakkingsvrije winkels. Robuust in Antwerpen, de eerste verpakkingsvrije winkel in België, opende de deuren in 2014. Nu telt de provincie Antwerpen alleen al er zes en over heel België zijn intussen winkels te vinden die volgens het ‘zero waste’ principe werken.

Ook OVAM zegt dat die afvalhiërarchie al sinds de jaren 90 de rode draad vormt voor het uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval. ‘Preventie heeft altijd al voorop gestaan. Een voorbeeld is de overeenkomst met de verpakkingsindustrie waarin staat dat PET verpakkingen tegen 2022 uit 25% gerecycleerd matieriaal moeten bestaan. Ook de bijdragen die producenten moeten betalen voor hun verpakkingen zullen afhankelijk worden gesteld van de hoeveelheid grondstoffen en de hoeveelheid gerecycleerd materieel die ze gebruiken. Dat zijn zeer tastbare voorbeelden van de manier waarop we de productie en de hoeveelheid proberen terug te dringen’.

Gedeelde verantwoordelijkheid

Als ‘vriend’ van de River Cleanup ondersteunt Koos Hogeweg, coördinator van Stormkop, de acties. Stormkop is een kunsteducatieve jeugdwerking en met kinderen gaan ze vaak afval opruimen langs de Schelde. Dat sorteren ze dan, samen met de kinderen.

Hogeweg vat het goed samen: ‘Het afvalprobleem moet via verschillende kanalen worden aangepakt. Zowel op pedagogisch en wetenschappelijk vlak als op politiek vlak. De nurdles die je ziet, zijn niet afkomstig van zwerfvuil van mensen, maar van de industrie. De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij de burgers, maar het is én de verantwoordelijkheid van de industrie én van de bevolking én van de overheid én van de bedrijven. Iedereen moet bijdragen aan een doeltreffende oplossing. De afvalproblematiek moet zo snel en efficiënt mogelijk worden aangepakt.’