Moet Portugal de Europese lithiumhonger stillen?

Reportage

‘Lithium is slechts een sluier die meer moet verhullen. Ze verkopen ons een “groene” levensstijl’

Moet Portugal de Europese lithiumhonger stillen?

Moet Portugal de Europese lithiumhonger stillen?
Moet Portugal de Europese lithiumhonger stillen?

Lithium is de grondstof die we massaal nodig hebben om batterijen voor onder andere elektrische auto’s mee te maken. Het “witte goud”, voorlopig nog begraven in Portugese grond, moet het land economisch op de kaart zetten en de Europese energietransitie mogelijk helpen maken. Maar dat komt met nieuwe mijnen, en mogelijk met een lokale kost. ‘Dit betekent het einde van dit land.’

‘Maak je geen zorgen, boven op de berg is het warm.’ Luís dos Reis Morais kruipt achter het stuur. Hoewel het de afgelopen dagen flink geregend heeft, rijdt hij met gemak de onverharde wegen van de Serra da Argemela op. In de laadbak geniet Florinda (68) van het zicht op haar geboortedorp. Als kind emigreerde ze naar Frankrijk, maar nu is haar nieuwe huis in Barco af en kan ze ook hier komen genieten van haar pensioen.

Terwijl de pick-uptruck zich een weg naar de top baant, maakt haar gelukzalige blik plaats voor droefheid. Florinda zucht. Ze weet niet wat er van haar dorp zal overblijven. ‘Ik herinner me de trillingen en het lawaai van de ondergrondse mijn uit mijn kindertijd. Maar nu gaat het om een open mijn.’

Op de top van de berg toont dos Reis Morais, de burgemeester van Barco, de prospectiegaten. Geboord tussen 2012 en 2017, op zoek naar lithiumvoorraden in de berg. Zonder medeweten van de omliggende dorpen. Eind 2016 werden exploratierechten voor mijnbouw aangevraagd, en toen begon de strijd.

Het protest over toekomstige mijnbouw op Serra da Argemela is geen alleenstaand geval. In de noordelijke provincie Trás-os-Montes lopen al twee exploratiecontracten. Het is er alleen nog wachten op goedkeuring van de milieu-impactstudies door het nationale Agentschap voor Milieu.

Het mijnbedrijf dat de exploratie op de Argemela aanvroeg, haalde de deadline voor die studie in februari niet. In volle coronacrisis, in maart, diende het bedrijf een nieuwe aanvraag in. Voor een ‘experimentele exploratie’ dit keer. Daarbij wordt geen milieu-impactstudie gevraagd.

De Portugese milieuorganisatie Quercus sprak midden 2019 al over ‘een race naar lithium, op 10,1 procent van het landoppervlak’. Van alle prospectieonderzoeken die aangevraagd werden tussen 2016 en juni 2019 ging het vijftig keer om lithium. De overheid hoort de kassa rinkelen met de aandacht voor dit “witte goud” en plant daarom een openbare aanbesteding voor meer prospectieonderzoek. ‘Dit is nog geen mijnbouw’, zei staatssecretaris voor Energie João Galamba over die aanbestedingen in een televisiedebat, eind 2019. ‘We willen uitzoeken waar er potentieel is voor een mijn.’

Binnen vijf jaar wil Europa zo’n tachtig procent van het benodigde lithium van eigen bodem halen.

De Europese Commissie is dat idee genegen. Ze wil onafhankelijker worden van andere grondstoffenspelers en een eigen keten voor batterijproductie vormen. Lithium staat sinds september op Europa’s lijst van meest kritische grondstoffen, een lijst die sinds 2009 wordt bijgehouden. Voor elektrische wagens en energieopslag alleen al heeft Europa tegen 2030 achttien keer meer lithium nodig dan nu, en tot zestig keer meer tegen 2050, stelde EU-commissaris Maroš Šefčovič eind september nog.

Binnen vijf jaar wil Europa zo’n tachtig procent van het benodigde lithium van eigen bodem halen. Dat aandeel zal alleen maar stijgen, omdat de Unie meer elektrisch vervoer wil. Portugal is vandaag de grootste lithiumproducent van Europa, wereldwijd de zesde grootste. Al wordt het tot nog toe alleen gebruikt voor keramiek, niet voor batterijproductie.

Lithium uit zoutmeren versus gesteente

Het lithium voor batterijen komt vandaag hoofdzakelijk uit de Latijns-Amerikaanse zoutvlaktes, ook wel salars. Zo komt 78 procent van de Europese invoer uit Chili. Lithiumhoudende pekel wordt vanuit de ondergrond van de zoutvlakte opgepompt en overgepompt naar bassins aan de oppervlakte. In deze bassins wordt de pekel verdampt, tot een zout aangerijkt in lithium overblijft.

Het lithium in Portugal daarentegen, bevindt zich in pegmatiet, een hard gesteente. Australië is momenteel de belangrijkste producent van lithium uit pegmatiet. Er wordt gezocht naar de mineralen spodumeen of petaliet die lithium bevatten. Pegmatieten bevatten daarnaast lithiumhoudende mica’s alsook veldspaat die gebruikt worden in de glas- en keramiekindustrie en Portugal in de top 10 van lithiumproducerende landen bracht.

Maar dergelijke ontginning via hard gesteente is arbeidsintensiever (en dus duurder) dan die uit zoutmeren. Er wordt gebruik gemaakt van explosieven, om de stenen los te krijgen. Vervolgens moeten de minerale gesteenten vermalen, gewassen en gezeefd worden, tot de gewenste grondstoffen in geconcentreerde vorm overblijven. Alvorens het lithiumconcentraat in de batterijproductie kan ingezet worden, moet dat concentraat nog verder verfijnd worden. Momenteel is dat een chemisch proces dat grotendeels in China gebeurt. Portugal en Europa hebben de ambitie om zo’n verfijningsfabriek ook op Europese bodem op te richten. Al hangen er nog sterke vraagtekens over de haalbaarheid ervan.

Oranje rivier

‘Dat hier een mijn zou komen, houdt ons erg bezig’, vertelt João Caldas, voormalig burgemeester en vandaag de officieuze archivaris en historicus van zijn dorp Covas, in de regio Alto Minho. Hij wijst naar een galerij van de oude wolframmijn onder de Serra d’Arga. ‘De berg zit boordevol puur water, ons drinkwater.’ Het water uit de dichtstbijzijnde rivier, de Coura, wordt niet gedronken, want dat raakte sinds de jaren 1980 meermaals vervuild door mijnafval.

‘Er zwemmen nog steeds geen vissen in de Coura.’

Het leverde de Coura de bijnaam rio do laranja, de oranje rivier, op. Regenwater dat in contact komt met de toxische stoffen van de mijnafvalbergen raakt vervuild en komt terecht in het grondwater en in de rivieren. In 2008 werden er dammen geplaatst om dat zogenaamde percolaat of infiltratiewater op te vangen. ‘Maar er zwemmen nog steeds geen vissen in de Coura.’

© Charis Bastin

Dammen moesten de bodem- en waterverontreiniging verhelpen. Maar de rivier Coura blijkt nog steeds vervuild.

© Charis Bastin

De kwestie van vervuiling door oude mijnen sleept in Portugal al decennia aan. Niet ver van Barco bevindt zich een tin- en wolframmijn die nog actief is. Het ontgonnen gesteente wordt ‘gewassen’ zodat de gewenste mineralen vrijkomen. Tot 1996 gebeurde dat in de nabijgelegen fabriek van Cabeço do Pião: rond de verlaten fabriek kleuren grote afvalbergen nog steeds het landschap. Het afval blijft er een risico op verontreiniging van de rivier Zêzere.

‘Die vervuiling is in het verleden duidelijk niet nauwgezet opgevolgd’, vertelt geoloog Dominique Jacques (KU Leuven), die onderzoek deed in deze regio. ‘Naast wolfram en tin bevatten de mijnen ook sulfides, met hoge concentraties van onder andere zwavel, arseen, lood, zink en cadmium. Dat kan verzuring van grond- en rivierwater veroorzaken, en de biologische opname van zware metalen. Het kan een gevaar vormen voor de volksgezondheid.’

Lithium ontginnen is een ander verhaal, zegt de geoloog. ‘Het behoort tot de meer milieuvriendelijke vormen van mijnbouw van hard gesteente. Maar een impact is er altijd. De explosieven en zware machines leveren trillingen en geluidsoverlast op, en het heeft ook zijn impact op de lokale waterhuishouding.’

Dat baart zorgen in een land met een precaire waterhuishouding, dat jaar na jaar met ernstige droogte kampt. Vooral in het centrum van Portugal, waar de bosbranden van 2017 in het geheugen staan gegrift, kan een waterintensieve mijnbouw er voor velen niet meer bij.

© Charis Bastin

De mijnafvalbergen van Cabeço do Pião kleuren nog steeds het landschap. Rechts onder: ontgonnen gesteente in de actieve wolfram- en tinmijn wordt verpulverd en gewassen om de grondstoffen vrij te krijgen. Wat overblijft zijn de grote afvalbergen.

© Charis Bastin

‘Voorstanders van de mijnen wijzen er graag op dat lithiumafzettingen geen grote milieu-impact hebben’, vertelde de Portugese geoloog Carlos Leal Gomes aan een lokaal radiostation. ‘En dat zeg ik ook.’ Maar hij wijst daarbij meteen op de eerdere milieuproblemen door mijnafval van uranium-, wolfram- of tinontginning. ‘Dat aangrenzende gesteenten (van lithiumhoudende mineralen, red.) een negatieve impact kunnen hebben, moet aan de mensen gezegd worden. Zonee, ontdekken ze dat op een andere manier.’ Bovendien, stelt hij: ‘Wie gaat controleren of er alleen aan lithiummijnbouw wordt gedaan?’

Maar niet alleen de impact op de watervoorraad of de vervuiling zorgt voor onrust. ‘Beeld je dat eens in, een open mijn van vierhonderd hectare, met een put van vierhonderd meter diep? Waar moet dat mijnafval heen? Krijgen we dan drie afvalbergen in de plaats van onze berg?’, vraagt de bezorgde Gabriela Margarido, advocate uit Barco, zich af.

‘Dit project had van in het begin geweigerd moeten worden, want het ligt op slechts vijfhonderd meter van ons dorp.’

In zo’n open mijn komen door de explosies stofdeeltjes vrij, die door de wind overal heen worden geblazen. ‘Wat als die giftige stoffen op planten terechtkomen of in het water belanden? Wat met de impact van die explosies op onze huizen? Dit project had van in het begin geweigerd moeten worden, want het ligt op slechts vijfhonderd meter van ons dorp. Dat is quasi voor onze voeten, en naast een rivier die zelfs Lissabon drinkwater levert.’

© Charis Bastin

Carlos Leal Gomes: ‘Aangrenzende gesteenten van lithiumhoudende mineralen kunnen een negatieve impact hebben, dat moet aan de mensen gezegd worden.’

© Charis Bastin

Minister van Geld

‘Wij hebben geen minister van Milieu, alleen van Geld’, vliegt voormalig burgemeester Caldas op. Dat Portugal te koop is, is een sentiment dat overal weerklinkt. Lissabon, vandaag geleid door een linkse minderheidsregering, wil maar al te graag mijnconcessies uitreiken. Dat beleid is volgens velen alleen gericht op winst, zonder aandacht voor leefbaarheid en echte klimaatvraagstukken. Vandaag staat landelijk Portugal te koop. De regering wordt een gebrek aan transparantie verweten, en een gebrek aan aandacht voor de bekommernissen van lokale gemeenschappen.

Het vertrouwen in de politiek is sowieso niet groot, gezien staatssecretaris voor Energie Galamba in november nog in opspraak kwam voor mogelijke corruptie. Twee recent goedgekeurde wetsvoorstellen maken dat er niet beter op.

Op 14 oktober keurde de ministerraad een voorstel goed over het gebruik van geologische bronnen op nationaal grondgebied. De mijnbouw moet volgens die nieuwe wet voldoen aan de ‘meest veeleisende duurzaamheidsnormen’, moet ‘meer transparantie in administratieve procedures’ brengen en een ‘eerlijke verdeling van economische voordelen’ voorzien. ‘Maar wij kregen amper tijd om het wetsvoorstel te becommentariëren’, klinkt het in de vijf dorpen die MO* bezocht.

Van echt overleg is geen sprake. ‘De overheid antwoordt zelfs niet officieel op onze formele klachten of vragen, behalve via de media’, aldus Margarido, de advocate uit Barco. Bovendien is het nog niet duidelijk of de contracten die al afgesloten zijn ook onder deze wet zullen vallen, met zijn verstrengde milieuvoorschriften.

‘Dit,’ Caldas stampt op de grond, ‘is officieel ons terrein. Maar wat daar onder schuilt, is nationaal bezit.’

Het tweede goedgekeurde wetsvoorstel is eigenlijk een versoepeling, in het kader van het Portugese relanceplan, die onteigeningen makkelijker maakt. Voorwaarde is dat die gebeuren voor projecten die direct zouden bijdragen aan de economische heropleving van Portugal na de pandemie.

Gevreesd wordt dat deze versoepeling gebruikt zal worden bij het verlenen van mijnconcessies. Vooral dorpen waar landbouwgronden baldios zijn, gronden in gemeenschappelijk beheer, zijn ongerust. Want wat gebeurt er met die gemeenschappelijke gronden als ze mee opgenomen worden in een mijncontract? ‘Dit,’ Caldas stampt op de grond, ‘is officieel ons terrein. Maar wat daar onder schuilt, is nationaal bezit.’

© Charis Bastin

Het protest tegen de komst van lithiummijnbouw nam sinds 2017 over heel Portugal fors toe. Buurtbewoners vrezen voor de leefbaarheid van hun dorpen.

© Charis Bastin

De groene sluier

Staatssecretaris voor Energie Galamba hamert graag op het belang van de lithiumindustrie voor álle Portugezen. Ook mijnbedrijven beloven voordelen voor de lokale gemeenschappen: een eerlijke verdeling van opbrengsten en economische ontwikkeling voor de armere, landelijke regio’s. Jongeren zullen terugkeren naar de dorpen, klinkt het, want een mijn geeft een boost aan de lokale infrastructuur en werkgelegenheid.

Dat nuanceert geoloog Dominique Jacques. ‘Lokaal zal er technisch en administratief personeel tewerkgesteld worden, zo’n honderd tot tweehonderd mensen. Maar de meer specialistische posities zullen ingevuld worden door externen.’ De dorpsbewoners hechten weinig geloof aan de beloftes.

‘Die mijnen betekenen het einde voor Portugal.’

Ook dat er aan ‘duurzame’ mijnbouw zal worden gedaan, geloven de lokale bewoners niet. Hoe herstel je een krater van vierhonderd meter diep? Dieter, die bijna 40 jaar geleden Duitsland inruilde voor Centraal-Portugal, ziet zijn investeringen teniet gedaan worden als er een mijn recht tegenover zijn boerderij komt. Hij leeft er bescheiden en deels zelfvoorzienend met twee guesthouses. ‘Die mijnen betekenen het einde voor Portugal’, zegt zijn Baskische vriendin Carmen. Tussen de zwartgeblakerde stronken op hun domein, klimmen weer jonge olijfbomen op. Voor het eerst sinds de bosbranden in 2017 de oude bomen in de as legden, konden ze dit jaar weer oogsten. Trots toont Dieter zijn zelfgemaakte olijfpers. Klaar voor een verse lading olijfolie.

© Charis Bastin

Luís dos Reis Morais toont de prospectiegaten op de Serra da Argemela

© Charis Bastin

‘Kijk naar onze levenskwaliteit nu’, zucht oud-burgemeester Caldas. ‘Wij hebben geen luchtvervuiling door verkeer of fabrieken, zoals in de steden. Hier is het schoon. Die mijnen gaan dat vernielen. Dat wil ik niet nalaten aan mijn kleindochter.’

Mijnbouw blijft bovendien waterintensief. Een actiegroep schrijft: ‘Waarom hield de overheid zich nog nooit met herbebossing bezig (na o.a. de bosbranden, red.)? Omdat het economisch minder interessant is. Nochtans is dat een effectieve manier om de CO2 uit de lucht te halen, met een positief effect op de watervoorraad.’

Daarnaast worden belangrijke ecosystemen bedreigd bij mijnbouw. Dat die niet alleen lokaal maar ook nationaal en globaal van belang zijn, leerde de pandemie ons intussen. ‘Daar,’ wijst dos Reis Morais naar de oude mijnschachten in een bergflank van de Serra da Argemela, ‘leven beschermde vleermuizensoorten. Ze zijn belangrijk voor ons ecosysteem.’

© Charis Bastin

Links: binnen in de Serra da Argemela bevond zich al eens een wolframmijn in de jaren 60. Rechts: in 2011 werd een open veldpaat- en kwartsmijn stilgelegd na protest.

© Charis Bastin

Vanuit Barco is de hoogste bergtop, de Serra da Estrela, goed te zien. De bergketen maakt deel uit van een beschermd Natura 2000-gebied en is sinds vorige zomer officieel een Unesco Global Geopark. In de nieuwe wet werd opgenomen dat deze natuurgebieden niet meer worden vrijgegeven voor prospectie.

De prospectie in de gebieden die in de aanbesteding worden opgenomen, moet ervoor zorgen dat de volledige productieketen rond lithium, van mijnbouw tot verfijning, in Portugal kan geïnstalleerd worden, laat het kabinet van Milieu en Klimaatactie weten in een reactie aan MO*. Maar de gebieden in het noorden waar al twee exploratieconcessies lopen, bevinden zich in de bufferzone van het nationale park Peneda-Gerês, en maken deel uit van agricultureel werelderfgoed, zo uitgeroepen door de VN Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) in 2018.

Ook rijzen er economische twijfels. Recent onderzoek van de Portugese geoloog Alexandre Lima laat zien dat waarschijnlijk slechts twee tot drie mijnen in het noorden voldoende lithium bevatten om rendabel te zijn.

Portugal als het mekka van de toekomstige lithiumproductie zien is overdreven, vindt ook zijn Belgische collega Jacques. ‘Veel van de exploraties zijn economisch gezien gebakken lucht. Als de EU echt lithiumonafhankelijk wil zijn, is diversificatie en financiële input noodzakelijk om te concurreren met de goedkopere import.’

‘Het idee wordt verkocht dat onze levensstijl ecologisch kan worden gemaakt.’

‘Je moet durven vragen wat er werkelijk speelt’, zegt Margarido. In de prospectieaanvragen van de eerste helft van 2019 komt lithium 22 keer voor, maar dat geldt ook voor tin en wolfram. ‘In het geval van de Serra da Argemela gaat het om vijftien grondstoffen. Toch spreken politici en media alleen over lithium. Lithium is de groene sluier die meer moet verhullen. Zo wordt het idee verkocht dat onze levensstijl ecologisch kan worden gemaakt.’

© Charis Bastin

Barco, gezien vanop de Serra da Argemela, met in de verte de Serra da Estrela

© Charis Bastin

De dorpen en gemeenschappen naast de mijnen worden vervuild om steden op te poetsen, klinkt het bij Dieter. ‘Maar geen enkele elektrische wagen zal de aarde doen stoppen met sterven.’ De destructieve impact van mijnbouw, die decennialang vooral buiten Europa zichtbaar was, komt op deze manier uit geopolitieke en economische belangen terug naar het continent, waarschuwt ook het Europees Milieubureau. Hun uitgangspunt is: de échte energietransitie moet er één zijn van minder consumptie en minder gebruik van beperkte grondstoffen.

Velen zijn zeker dat nieuwe lithiummijnen economisch meer kapot zullen maken dan ze opleveren. ‘We hebben hier nu een duurzame economie met landbouwprojecten, veeteelt, een kaas- en wijnindustrie, innovatieve projecten en onderzoek. Dat alles wordt verdreven door zo’n mijn’, vertelt Margarido.

Deze reportage werd gerealiseerd met steun van Fonds Pascal Decroos.