Islah-partij investeert in wegen en ziekenhuizen, maar wordt ook beschuldigd van corruptie
Een oase van vrede in Jemen, bestuurd door de moslimbroeders
Dat Jemen al jarenlang gebukt gaat onder oorlog, honger en andere rampen is helaas geen nieuws meer. Maar midden in die miserie is er één plek waar mensen kunnen ademhalen, een toevluchtsoord voor wie werk en relatieve veiligheid zoekt: de provincie Shabwa, waar de honing alle kwalen bestrijdt.
De provincie Shabwa in Jemen geldt als een relatief rustpunt in een door oorlog verscheurd land. Al is ook hier niets zeker.
© Sam Tarling / Sana'a Center
De provincie Shabwa heeft iets wat de rest van Jemen niet heeft, maar waar iedereen in het door oorlog verscheurde land naar snakt: relatieve rust en vrede. Het gebied wordt bestuurd door Islah, de moslimbroeders van Jemen. 'Hier kun je het goede Jemen zien.' Journalist Anthon Keuchenius ging zelf kijken.
Sayed al-Awlaki (40, imker) staat naast zijn zeventig bijenkorven, net even ten zuiden van Ataq, hoofdstad van Shabwa. Deze provincie van Jemen is beroemd om zijn honing die alle kwalen bestrijdt. Oorlog is lastig, zegt al-Awlaki, terwijl hij met de blote hand een hoornaar uit de lucht slaat.
Zo moest hij in 2015 het rebellenleger van de Houthi's helpen verjagen, toen die uit de noordelijke hooglanden afdaalden om de Shabwa-provincie in te lijven. 'Daardoor kon ik niet voor mijn bijen zorgen. Veel bijen zijn toen gestorven.'
‘Shabwa is de enige provincie van Jemen die geheel bevrijd is van milities en vagebonden.'
Met de overlevende bijenvolken reist de imker nu weer dwars door Jemen, naar waar de regens vallen en de bloemen bloeien, zelfs naar Houthi-gebied in Noord-Jemen.
Niet de oorlog zelf, wel de vele checkpoints met trage ondervragingen spelen hem dan soms parten. 'We zijn overal welkom, want we zorgen voor honing. Het punt is: we reizen ‘s nachts, wanneer de bijen slapen. Als we door oponthoud de bestemming niet halen voor de ochtend, sterven onze bijen.'
Imker Sayed al-Awlaki bij zijn honingraten in de Shabwa-provincie, Jemen. Niet de oorlog, maar wel de vele checkpoints spelen hem parten.
© Sam Tarling / Sana'a Center
Shabwa is zo groot als Nederland, telt ongeveer een miljoen inwoners en ligt ongeveer in het midden van Jemen. Shabwa heeft een beetje van alles wat Jemen te bieden heeft: een subtropische zeekust in het zuiden, onverwacht groene, vruchtbare bergen landinwaarts en naar het noorden toe woestijnachtig gebied; vlak, dor en uitgestrekt, maar wel met mineralen, olie en gas in de grond. Shabwa heeft bovendien iets wat de rest van Jemen niet heeft: relatieve rust en vrede.
Toevluchtsoord in land van plagen
De afgelopen eeuw was Shabwa een onbetekenend deel van Zuid-Jemen, maar de kansen keren. De strijd in bijna alle andere provincies van Jemen is eindeloos en uit het naburige Saoedi-Arabië komt een gedwongen exodus van Jemenieten. Dat heeft van Shabwa een toevluchtsoord gemaakt waar mensen uit heel Jemen werk en relatieve veiligheid komen zoeken.
Imker al-Awlaki is er blij mee. Hij is sowieso voorstander van meer overheid. 'Ik heb er geen enkel probleem mee om belastingen te betalen. Daarvan kan de overheid bijvoorbeeld bomen planten, waar onze bijen op kunnen vliegen.'
Embedded bij de gouverneur
Jemen is al vijf jaar moeilijk toegankelijk voor westerse journalisten. Journalist Anthon Keuchenius was voor deze reportage in de provincie Shabwa op uitnodiging van de gouverneur, samen met een tiental journalisten uit Europa en de VS. Die werden geselecteerd door denktank Sana’a Center.
De gouverneur beveiligde de groep journalisten zodanig dat het de vrije nieuwsgaring wel hinderde, maar niet verhinderde. Op de dagelijkse excursies, in gepantserde Landcruisers en met boordschutters aan kop en staart, waren gesprekken mogelijk. Bovendien haalde organisator Sana’a Center voor de journalisten gesprekspartners van diverse maatschappelijke en politieke richtingen naar een neutraal gebouw in provinciehoofdstad Ataq.
Gouverneur Mohammed Saleh bin Adio (45) wordt door zijn aanhangers verantwoordelijk gehouden voor de opleving van Shabwa. Bin Adio, met snor en in een knalblauw pak, spreekt in zijn zwaar versterkte provinciekantoor met zachte stem over het aanleggen van meer wegen, het oppompen van meer olie en het verslaan van vijanden. 'Shabwa is de enige provincie van Jemen die geheel bevrijd is van milities en vagebonden. Hier kun je het goede Jemen zien.'
In 2015 rolde Al Qaeda hier een kalifaat uit. Nu geldt Shabwa als relatief rustpunt in een door oorlog verscheurd land.
Bin Adio's ambtenaren sommen om de beurt de verdiensten van zijn tweejarige bestuur op, mee dankzij de gegroeide olie-inkomsten: zoveel megawatt extra stroom, zoveel kilometer nieuw asfalt, nieuwe waterleidingen, zoveel ziekenhuizen gerepareerd.
Dan is het twaalf uur 's middags en kan de lunch op de grond worden klaargezet, want in Jemen eet men op de grond, met de rechterhand en snel. En daarna begint de dagelijkse hoofdfilm: het urenlang kauwen op qatblaadjes en het bespreken van de toestand.
De toestand in Jemen is op zijn zachtst gezegd niet om over naar huis te schrijven. De afgelopen jaren werden gekenmerkt door inktzwarte berichten over oorlog, plagen, honger en rampspoed. Al jaren speelt zich in Jemen de grootste humanitaire ramp van de wereld af.
Maar dat is niet het hele verhaal, zegt Bin Adio. Hij heeft zijn formele blauwe pak intussen ingewisseld voor de traditionele omslagdoek en hangt samen met zijn legerchefs in de kussens van de qat-zaal. De toestand in zijn provincie is wél om over naar huis te schrijven. 'Wat wij hier doen, kun je uitrollen over heel Jemen.’
Een qat-ceremonie in het huis van provinciegouverneur Bin Adio: de gelegenheid voor urenlang kauwen op qatblaadjes en de toestand in Jemen bespreken met ambtenaren of legerchefs.
© Sam Tarling / Sana'a Center
Bouwdrift en files
'Elk huisje zijn eigen zwembadje, met uitzicht op het kasteel.'
Onze eerste waarnemingen stellen Bin Adio in het gelijk. Provinciehoofdstad Ataq is als kruispunt van het nieuwe Jemen onmiskenbaar aan het uitdijen. Het verkeer staat dagelijks vast op te smalle wegen waarlangs nieuwe kantoren, hotels en huizenblokken verrijzen.
Drie uur rijden naar het zuiden, langs stadjes met torenhoge lemen huizen waarboven rode wauwen cirkelen, nemen we dezelfde bouwdrift waar. Op het strand van Qana, waar steltlopers nu nog langs de vloedlijn waden, metselen bouwvakkers een resort.
'Elk huisje zijn eigen zwembadje,' zegt Hisham al-Hakimi (49), manager van het project, 'met uitzicht op het kasteel van Himyar.' Hij wijst naar een imposante zwarte berg. Van daaruit vertrokken eeuwenlang lucratieve handelskaravanen noordwaarts, voordat Portugese en Hollandse zeelui de zeeën temden en de wereldhandel overnamen.
Bouwhekken leunen tegen ruïnes van de tweeduizend jaar oude tempel onderaan de berg, een potentiële toeristentrekker in het toch al met rijke geschiedenis bezaaide Jemen. 'Die kan beter beschermd worden’, erkent al-Hakimi. 'Maar ja, de prioriteit ligt nu bij veiligheid.' Hij doelt op de drie maanden in 2015 dat Al Qaeda hier een kalifaat uitrolde, in een tijd dat Shabwa de reputatie kreeg van roversnest met een extremistisch randje, ver weg van hoofdstad Sana’a.
Vijf jaar later is het tij gekeerd. Nu geldt Shabwa als relatief rustpunt in een door oorlog verscheurd land. In het westen van Jemen heersen de Houthi’s; een kaste van Hasjemitische schriftgeleerden, gelinkt aan Iran. Hun leger restaureert met harde hand de theocratie die vóór 1962 eeuwenlang over Noord-Jemen heerste.
De sjiitische Houthi’s zouden graag beschikken over de oliebronnen van Jemen, maar die liggen in de soennitische zuidoostelijke delen van Jemen. Daar hebben Houthi’s geen draagvlak. Dat is nog in handen van de regering die ze verjaagden.
Verdeelde regering
De verjaagde regering is verlamd door interne verdeeldheid en is in de praktijk een veelkoppig monster, waartussen provinciebesturen veelvuldig stoelendans spelen. De invloed van buitenlandse sponsors op deze internationaal erkende regering is sterk.
Symbolisch is de inauguratie van jongste versie van de regering: die vond drie weken geleden niet plaats in Jemen maar in Riyad, Saoedi-Arabië. Toen de 24 ministers afgelopen woensdag alsnog naar Jemen vlogen ontsnapten zij op een haar na aan een aanslag die niemand wil opeisen, maar waarvan alle facties de dader kunnen zijn.
Corona is dood, zeggen de inwoners. Artsen weten beter, maar hebben hun handen vol met de bestrijding van dengue.
Bij de politieke stoelendans kwam Shabwa eind 2018 in handen van de factie Islah, de moslimbroeders van Jemen, de partij waar Shabwa's provinciegouverneur Bin Adio toe behoort. Islah lijkt een steeds onafhankelijker koers ten opzichte van de Saoedi's te varen.
Bin Adio liet een kennis (een oude vriend en partijlid) het nieuwe ziekenhuis restaureren. In een deel dat al gereed is huist nu de provinciale COVID-kliniek. Alle bedden zijn er leeg. In mei hield COVID-19 huis in Jemen, maar niemand weet precies hoe hevig. Vijf maanden later spreekt in Shabwa niemand meer over corona. De laatste geregistreerde besmetting in de provincie dateert al van 16 augustus. Corona mauwt, corona is dood, zeggen de Shabwani als je ernaar vraagt.
Het oude ziekenhuis in Ataq wordt eindelijk afgewerkt, nu de provinciegouverneur voor het nodige geld zorgt. De opdracht ging naar een goede vriend en partijgenoot van de gouverneur.
© Sam Tarling / Sana'a Center
Arts Mohammad Awad (43) weet wel beter, maar heeft zijn handen vol aan een heviger woekerend virus: dengue, een ziekte die verspreid wordt door muggen.
Dokter Awad leidt ons rond in het oude ziekenhuis van Ataq. De overvolle gangen duiden niet meteen op een ideale toestand, maar er zit verbetering in, zegt hij. 'Afgelopen voorjaar brak een dengue-epidemie uit. We stuurden een plan van aanpak naar de landelijke overheid, maar er kwam nooit reactie.'
Daarna wendde het ziekenhuis zich tot de provinciale overheid, vertelt Awad. 'Met succes. Er kwam geld om de muggenkolonies te bespuiten en vrijwilligers gaan langs alle huizen, om schoteltjes water met larven opruimen. Zo krijgen we dengue onder controle.'
Vlag van de separatisten
In Shabwa heeft gouverneur Bin Adio de zaakjes aardig op de rails. Maar zelfs in zijn relatief rustige provincie Shabwah ontbreekt het aan vertrouwen.
Hoe zuidelijker je gaat, hoe vaker de vlag van de separatisten wappert. Daar willen ze een onafhankelijk Zuid-Jemen terug, net als vóór de bemoeienis door noordelijke Houthi’s of moslimbroeders. Een delegatie van de separatistische ‘overgangsraad’ Southern Transitional Council (STC) die we ontmoeten, brengt een dik pak dossiers over mensenrechten mee, die Bin Adio dagelijks zou schenden.
De klachten zijn van verschillende aard: van honderden onrechtmatige ontslagen tot martelingen in geheime gevangenissen en standrechtelijke executies op klaarlichte dag. Het kantoor van de STC is ontruimd, separatistenleider Ali Mohsen al-Suleimani is ondergedoken. 'Niet dat wij ons veilig voelen, maar we vonden dat we moesten komen om dit te zeggen', aldus vervangend leider Abdullah Nasser al-Markadah.
Shabwa zit in een houdgreep tussen de 'legitieme' regering van de moslimbroeders en de zuidelijke separatisten.
Collega Mahdi Salmin al-Khulaifi vult aan: 'Contracten worden zonder openbare aanbesteding weggegeven aan vriendjes. Dit is de weg naar corruptie. Alles is gebaseerd op persoonlijke contacten. Er is geen transparantie. Er worden oliedeals gesloten waar geen gegevens over worden vrijgegeven. Hetzelfde met de belastingen: die worden geheven, maar waar gaat het geld naartoe?
Shabwa is een provincie zoals alle zuidelijke provincies in Jemen: buiten de directe greep van de Houthi’s, maar in een verlammende houdgreep tussen enerzijds de ‘legitieme’ regering (door moslimbroeders gedomineerd) en anderzijds zuidelijke separatisten. Die separatisten beschikken over een paramilitair leger, de Shabwani Elite Forces of al Nakhba, opgeleid en betaald door de Verenigde Arabische Emiraten, de aartsvijand van de moslimbroeders van Islah.
Moslimbroeders en separatisten vochten in 2015 aanvankelijk nog zij aan zij tegen de grotere vijand, de Houthi’s. Daarna keerden ze zich tegen elkaar. De separatisten overwonnen, dankzij de steun van de Verenigde Arabische Emiraten. Hun paramilitairen herstelden vanaf eind 2015 hardhandig de orde.
Tot moslimbroeder Bin Adio eind 2018 benoemd werd tot gouverneur. Zo trok hij, dankzij zijn tribale achterban, alsnog aan het langste eind. Met het mes op de keel kozen veel strijders voor loyaliteit aan hun qabila (tribale groepering in Jemen, red.), boven de dirhams van de Emiraten. Bin Adio duidt, tevreden: 'Milities bouwen geen land op. Er zijn dingen veranderd sinds wij hier besturen. Er is veiligheid, omdat de staat is teruggekeerd.'
Olie-industrie
Maar zoals het vaak gaat in de mislukte staat Jemen, waar lokale allianties het bestuursvacuüm opvullen: ook die nieuwe overheid wankelt alweer. De interne polarisatie verkleint het draagvlak. Langs de zuidgrens bevechten Bin Adio’s generaals wekelijks de separatisten die naburige provincies nog wel besturen. Vanuit het verre westen rukken toch de Houthi’s weer op, terwijl er nog zoveel onopgelost is.
'Ik heb militairen moeten betalen om mijn dossier boven op de stapel te krijgen, zonder resultaat.'
Burgers ondervinden de gevolgen aan den lijve. Uit dat westen van Shabwa komt Hussein al-Hobeidi (40) zijn beklag doen. Vijf jaar al zoekt hij compensatie voor de dood van zijn vader en broer. Die werden bij vergissing opgeblazen door Saoedische jachtvliegtuigen, in hun vrachtwagen vol uien op weg naar de markt in Bayhan.
Al-Hobeidi toont foto’s van wat er overbleef: vervormd metaal. 'Ik heb militairen moeten betalen om mijn dossier boven op de stapel te krijgen, zonder resultaat. Terwijl ik nu tien kinderen te eten moet geven, zonder bron van inkomsten.'
Een konvooi van tankwagens rijdt door het noorden van de provincie Sabwa, november 2020. 'het zijn juist de olie-inkomsten die de strijd om Shabwa tussen de moslimbroeders en separatisten drijven.'
© Sam Tarling / Sana'a Center
Uit Usaylan in het noorden van Shabwa, komt Abdallah Shuraimi (42). Zijn dorpje ligt net onder de rook van olievelden waar dag en nacht afgefakkeld wordt. Zwarte wolkenbanden domineren in Noord-Shabwa niet zelden de horizon. 'Veel mensen hebben kanker. Alle sinaasappelbomen zijn dood, onze tomaten groeien niet meer. We melden alles, maar er wordt geen onderzoek naar gedaan en we krijgen geen steun.’
Zijn oproep tot hulp is kansloos, zegt Ahmed Saleh (43), hoogleraar Economie aan de olie-universiteit van Ataq. Want het zijn juist de olie-inkomsten die de strijd om Shabwa tussen de moslimbroeders en separatisten drijven. 'Pompinstallaties, pijplijnen, alles in de olie-industrie is oud en problematisch. Milieuvervuiling is een groot probleem. Er vindt geen onderhoud plaats, want stoppen met exporteren kan niet. Dan vallen alle inkomsten van de overheid weg.'
'En als je het mij vraagt,' besluit de hoogleraar, 'als de gouverneur wegvalt, dan stort het hier allemaal weer ineen.’