Stadsherders leiden hun schaapskudde langs bermen en parken en dragen zo bij aan de biodiversiteit
Schapen steeds vaker in stadsbeeld als ecologische maaimachines
Lieke Verlé
16 juni 2019
Schapenbegrazing is een eeuwenoude methode, maar de laatste jaren komt het terug op als ecologisch alternatief voor maaimachines. Ook in Belgische steden leiden herders hun kudde schapen langs bermen en waterlopen.
Stadsherder Hamdi Repaj en hond Chimy hoeden de schaapskudde in Gent.
©Lieke Verlé
België is een stadsherder rijker. Sinds april onderhoudt Lukas Janssens de terreinen, parken en bermen in de buurt van Antwerpen met zijn kudde schapen. Hij doet aan schapenbegrazing: een eeuwenoude methode, maar de laatste jaren komt het terug op als ecologisch alternatief voor maaimachines. De schapen houden de biodiversiteit in stand en hebben bovendien een sociale functie. ‘Het brengt landbouw opnieuw dichter bij de mensen’, vertelt Janssens.
In Gent lopen er al bijna tien jaar schapen rond die de bermen aan de waterlopen begrazen. Stephane Detry was de eerste stadsherder in Gent en vzw De Grazer nam in 2014 die taak over op vraag van de Groendienst van Stad Gent. ‘Het beroep van schaapherder bestaat natuurlijk al eeuwen. Het is misschien even op de achtergrond geraakt, maar het is niets nieuws’, zegt Nils Mouton van vzw De Grazer.
De stadsherder in Gent was lange tijd een uniek fenomeen in Vlaanderen, maar er zijn steeds meer begrazingsprojecten. Antwerps stadsherder Lukas Janssens wist van kleins af aan dat hij wou boeren en studeerde landbouw in het middelbaar.
‘Ik ging niet akkoord met de gang van zaken in de veehouderij en was op zoek naar alternatieven’, vertelt hij. ‘Ik heb eerst stage gedaan bij een biologische schaaphouderij in Frankrijk. Daarna volgde ik een opleiding bij Landwijzer, een vormingscentrum voor biologische en biodynamische landbouw. Daarvoor liep ik stage bij natuurvereniging Kemp vzw, waar ik zag dat er ook alternatieven manieren van veehouderij zijn. De stage en de opleiding hebben ertoe geleid dat ik nu werk als zelfstandige herder.’
Maarten D’hondt is coördinator bij Kemp vzw en werkt daar nu twaalf jaar, maar schapen hoeden doet hij nog maar zes jaar. ‘De vereniging telt zo’n 34 verschillende klanten. Een derde van ons werk is voor Natuurpunt, het Agentschap voor Natuur en Bos en andere overheidsinstellingen. Een derde van de tijd worden onze schapen ingezet door steden en gemeenten. En ten slotte zetten we ook schapen in op vraag van de industrie en bedrijven. De Antwerpse Stadsherder werkt sinds kort bij ons en hij staat in voor de schapenbegrazing in de stad Antwerpen en omliggende gemeentes zoals Niel, Hemiksen en Ranst.’
‘Met Kemp vzw zijn we de eerste in België die op deze schaal aan schapenbegrazing doen en er zijn nog niet veel organisaties die met zo’n duurzaam model als het onze werken. We streven een gesloten kringloop na. We hebben bijvoorbeeld geen soja in ons krachtvoer, we gebruiken zo weinig mogelijk antibiotica, de graslanden en akkers zijn biologisch gecertificeerd en we zetten in op een korte keten met ons eigen lamsvlees waardoor de consument weet waar het vlees vandaan komt en zeker is van de kwaliteit.’
Goed voor de biodiversiteit
Onderhoud door te grazen of maaien is nodig om de biodiversiteit van planten en dieren in graslanden te behouden. Het wordt onder andere toegepast om te voorkomen dat dominante grassoorten ander planten verdringen. Zowel maaien als begrazing dienen om een stuk land of heide te verjongen. Welke methode het beste is, hangt dan weer af van het type begroeiing. Het voordeel van begrazing is dat de methode voor meer variatie zorgt en vervolgens bijdraagt aan de soortendiversiteit.
Sinds de prehistorie worden landbouwhuisdieren geweid, maar door economische ontwikkelingen in de negentiende en twintigste eeuw daalde de schapenbegrazing enorm. Nu wordt begrazing terug meer toegepast omdat men beseft welke rol het speelt in het natuurbehoud.
Schapen begrazen de bermen langs de Watersportbaan in Gent.
©Lieke Verlé
Zowel Mouton als Janssens leggen de nadruk op het positieve effect van schapen op de biodiversiteit. ‘Schapen verspreiden zaden met hun vacht. Ze selecteren wat ze graag eten, en daardoor krijgen andere gewassen de kans om te groeien’, vertelt Janssens.
Bovendien zijn schapen beter voor de bodem. ‘Grasmachines wegen meer en veroorzaken een hogere bodemdruk, waardoor sommige planten minder kans krijgen om te groeien. Ik heb 50 schapen en de efficiëntste manier, waarbij je het minst het grasland beschadigt, is om elke dag verder te trekken. Als je schapen lang op een stuk grond staan, geraakt het uit balans. Met schapenbegrazing klopt het ecosysteem en kunnen planten zich ontwikkelen op een natuurlijke manier.’
Er zijn ook nog andere voordelen. Janssens benadrukt dat er nauwelijks CO2-uitstoot komt kijken bij schapenbegrazing. ‘Een schaap kan zo’n 15 kilometer per dag wandelen. We proberen onze projecten zo dicht mogelijk bij elkaar te houden in de buurt van Antwerpen zodat we zoveel mogelijk te voet kunnen doen.’
‘De wetgeving is niet in ons voordeel en zet vooral in op industriële veehouderij’
Bovendien zijn schapen efficiënter in het bestrijden van invasieve planten. ‘Een maaier krijgt invasieve planten zoals de Japanse duizendknoop niet weg. Wanneer je maait, verspreiden plantendelen zich gemakkelijk opnieuw en groeien ze weer uit tot nieuwe planten. Wanneer schapen de planten opeten en verteren, schieten die niet meer terug.’
Ten slotte wijzen de stadsherders ook op het sociale aspect. Een kudde schapen onderweg is een leuk beeld in de stad en het zorgt ervoor dat mensen terug in contact komen met dieren.
De idylle en de realiteit: klachten over geur
Herder lijkt een idyllisch beroep. Je trekt er elke dag op uit met een kudde schapen, je wordt vergezeld door een hond en je slijt je dagen in de natuur. Maar er wordt onderschat wat er allemaal bij komt kijken, vertelt Mouton. ‘We zijn acht jaar bezig en over de jaren heen is er in Gent niemand bijgekomen. Er zijn wel steeds meer begrazingsprojecten, maar ik ken geen ander project in zo’n dichtstedelijke context. De meeste begrazing gebeurt aan de buitenranden of parkgebieden van steden. Er was even een herder aan de Schelde maar die is er na een jaar mee gestopt. Je hebt een auto nodig, een hond, kapitaal om schapen aan te kopen…’
Herder Lukas Janssens beaamt: ‘Het is geen gemakkelijk beroep. Je moet flexibel zijn en er zijn niet voortdurend projecten’.
‘De wetgeving is niet in ons voordeel en zet vooral in op industriële veehouderij’, legt D’hondt uit. ‘We zijn nog te klein en hebben te weinig impact, terwijl we wel voldoen aan veel maatschappelijke noden. Meer appreciatie en financiële steun is dus welkom.’
Ook de Belg moet soms nog overtuigd worden van de stadsherder. ‘Toen we in Gent met het project startten, kwamen er toch wat negatieve reacties van de burgers’, vertelt Mouton. ‘Mensen waren in het begin niet gewoon aan het fenomeen en dat zorgde voor moeilijkheden. Ze maakten zich zorgen over het welzijn van de dieren of klaagden over de geur. De bekendheid van de stadsherder heeft die moeilijkheden wel van de baan geholpen.’
Janssens heeft daar tot nu toe in Antwerpen geen problemen mee gehad. ‘We hangen bordjes op aan de flexi-netten, een tijdelijke afsluiting, om aan passanten uit te leggen wat we doen. De mensen inlichten over wat we doen, valt mee onder de verantwoordelijkheid van de herder. Mensen vinden het vooral positief dat de schapen niet zo’n hels lawaai maken als machines. En kleine kinderen zijn vaak enthousiast wanneer ze de dieren zien.’
Het prijskaartje van een goed graasbeleid
Toch blijft het helaas vaak interessanter om met machines te werken, ziet Mouton. ‘De machines en het personeel zijn er al en daarom blijft het financieel een betere optie. Geld weegt nog steeds harder door dan het ecologische aspect. En er gaat ook een soort schrik gepaard met schapenbegrazing, schrik dat er te veel bij komt kijken.’
‘De schapen moet je niet betalen, maar de herders zijn natuurlijk duurder. Want de arbeidsuren van een herder lopen hoger op dan die van arbeiders met machines. Als het om moeilijke plaatsen gaat, waar het bijna onmogelijk is om machines in te zetten, zijn schapen wél een beter alternatief, gemakkelijker en goedkoper’, verduidelijkt Janssens.
‘Er wordt hier nog maar een procent van het totaal aantal begraasbare graslanden begraasd, dus er is nog veel potentieel.’
Sjraar van Beek gelooft daarentegen niet dat het financiële aspect nog hard doorweegt. Hij begon 31 jaar geleden in Nederland met Landschapsbeheer de Wassum, een bedrijf dat schaapskuddes inzet voor het beheer van natuurlijk groen en dat ook betrokken is bij de organisatie van andere begrazingsprojecten in Nederland. ‘Maaien met machines kost ook geld. Als gebieden en gemeentes investeren in een fatsoenlijk maaibeleid, is dat ook duur en kunnen herders qua prijs wel concurreren.’
Schapenbegrazing en een goed maaibeleid zullen uiteindelijk evenveel kosten, bevestigt Maarten D’hondt van vzw Kemp. ‘Maar het is een soort missionariswerk. We moeten de mensen er nog van overtuigen dat wij het beste verhaal hebben wanneer het gaat om biodiversiteit. Mensen willen bijdragen aan de biodiversiteit, dan moeten ze ervoor betalen.’
Stadsherder Hamdi Repaj en hond Chimy van vzw De Grazer begrazen de Watersportbaan in Gent.
©Lieke Verlé
De paus van de schapenbegrazing
Het bewustzijn in Nederland is voornamelijk gegroeid dankzij Sjraar van Beek. ‘Hij is al dertig jaar de paus van de schapenbegrazing en heeft tien jaar lang zoveel mogelijk mensen proberen te overtuigen. Ik probeer dat in België te doen’, vertelt D’hondt. ‘Er wordt hier nog maar een procent van het totaal aantal begraasbare graslanden begraasd, dus er is nog veel potentieel.’
In Nederland zijn intussen zo’n 50 stadsherders actief. Martin Oosthoek is er daar een van en heeft samen met zijn broer 2.000 schapen rondlopen in en rond Rotterdam. Volgens Oosthoek ligt dat ook aan het groene karakter en de parkachtige inrichting van Nederland. Hij is in 2007 begonnen en is ook de mosterd gaan halen bij Sjraar van Beek.
Volgens Sjraar van Beek zit schapenbegrazing in België nog in een groeifase. ‘In Nederland bestaat het al langer en is er intussen een regelgeving tot stand gekomen. Er is onder andere een subsidieregeling uitgewerkt op basis van graasdierpremies’, legt van Beek uit.
Die premie bestaat sinds 2015 en maakt deel uit van het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid. Nederlanders komen in aanmerking voor de graasdierpremie als ze van 15 mei tot en met 15 oktober onafgebroken schapen of vrouwelijk vleesvee laten grazen op niet-subsidiabele grond zoals heide, duinen en stadsparken.
In Nederland is er bovendien vier jaar geleden een officiële opleiding tot schaapherder geïntroduceerd.
Stadsherders in de lift
D’hondt heeft Sjraar van Beek ook vijf jaar ingehuurd en zo van hem de knowhow gekocht. ‘Nederland is een schapenland. Zij hebben een miljoen schapen, wij tellen er zo’n 300.000. Ze hebben daar een goede ruimtelijke ordening en betere aanbestedingen in milieu en natuurbeheer.’
In België is de markt zich nog aan het ontwikkelen. Aanbestedingen vanuit verschillende overheden dragen daar toe bij en steeds meer mensen staan open voor het concept van schapenbegrazing.’ Ook Janssens ziet het fenomeen nog groeien. ‘Met de nieuwe ecologische gedachtegang denk ik dat de interesse nog wel zal groeien.’
Stadsherder Hamdi Repaj en hond Chimy van vzw De Grazer begrazen de Watersportbaan in Gent.
©Lieke Verlé