Staan de Armeniërs er helemaal alleen voor?

Reportage

Nagorno-Karabach zes maanden na de val

Staan de Armeniërs er helemaal alleen voor?

Staan de Armeniërs er helemaal alleen voor?
Staan de Armeniërs er helemaal alleen voor?

Meer dan een eeuw al zijn buurlanden Armenië en Azerbeidzjan verwikkeld in een territoriaal dispuut. In september 2023 kwam dat tot een voorlopig einde, maar het conflict is nog niet vergeten.

© Emiel Petrovitch

De 80-jarige Gyorgy zit in zijn ‘Tuin van Eden’, samen met zijn hond Simon. Onderaan zijn tuin, aan de oevers van de rivier de Araks, is een poortje waardoor hij zonder kloppen bij zijn Iraanse buren op bezoek kan.

© Emiel Petrovitch

Meer dan een eeuw al zijn buurlanden Armenië en Azerbeidzjan verwikkeld in een territoriaal dispuut rond de enclave Nagorno-Karabach. In september 2023 kwam dat tot een voorlopig einde. Armenië blijft achter zonder bondgenoten en met soldaten die vermist zijn, maar de bewoners houden het hoofd geheven. ‘Ik zal me verzetten, tot de laatste snik.’

‘Ik weet niet hoelang ik nog kan wachten’, zegt Kima. Haar gelaatstrekken verharden. ‘Op een dag zal mijn geduld op zijn. Dan plant ik de Armeense vlag op mijn auto en rijd ik naar het front om mijn zoon zelf terug te halen. En als ze schieten, dan schieten ze maar.’

We zijn in het dorpje Medzamor, op de grens met Turkije, amper een maand na de val van de Armeense enclave Nagorno-Karabach. Dit is al de tweede familie van een verdwenen Armeense soldaat die we vandaag bezoeken. De familienaam deelt Kima liever niet. ‘Misschien brengt het hem in gevaar’, prevelt ze.

Alle ogen zijn gericht op mijn schrijvende hand en notitieboek. De gordijnen zijn gesloten. De mannen dragen zwart, de vrouwen een rouwdoek over hun hoofd. Tussen een stuk karmozijnrode granaatappel en een kop gitzwarte koffie in schikt Kima de foto van haar zoon Gevorg in uniform.

© Emiel Petrovitch

© Emiel Petrovitch

Het is al drie jaar geleden sinds Gevorg verdween, midden in de 44-daagse oorlog tussen Armeense en Azerbeidzjaanse troepen in 2020. Hij was op onderzoeksmissie. Als chemicus bij het leger moest hij naar het front om er het illegale gebruik van fosfor vast te stellen. Dat is een poeder dat brandt wanneer het in aanraking komt met de huid, en blijft branden, tot op het bot.

De oorlog waarbij Gevorg verdween is lang niet het eerste conflict tussen de buurlanden Armenië en Azerbeidzjan. Al meer dan een eeuw zijn ze verwikkeld in een territoriaal dispuut. In september 2023 kwam dat tot een voorlopig einde: Azerbeidzjaanse tanks rolden de in feite Armeense exclave Nagorno-Karabach binnen. Meer dan 100.000 etnische Armeniërs, het gros van de bevolking, vluchtten naar het moederland.

Die gewaagde zet van de Azerbeidzjaanse president Alijev bleef nagenoeg onbestraft. Veel Armeniërs vrezen dat Azerbeidzjan binnenkort ook Syunik, de meest zuidelijke provincie, inneemt, om zo een landbrug naar Turkije te slaan. Hoe is het zover kunnen komen? Staan de Armeniërs er echt helemaal alleen voor?

De verloren zonen van Medzamor

Die bewuste oktoberdag trokken Gevorg en zijn collega’s naar het front om er lijken op te halen voor het onderzoek, maar ze werden in een hinderlaag gelokt.

‘Hun bus werd tegengehouden door een groep Azerbeidzjaanse soldaten die zich hadden verkleed als Armeense strijders’, vertelt Gevorgs moeder. ‘“We horen bij jullie”, riepen ze in het vloeiend Armeens. Waarschijnlijk waren ze ooit in Armenië opgegroeid.’

Zich van geen kwaad bewust, stapten Gevorg en zijn kompanen uit. Ze staken een sigaret op.

Niet veel later begon de aanval. Veertien soldaten stierven ter plekke. Gevorg en elf anderen werden meegevoerd. Een aantal soldaten kon op tijd vluchten.

‘Ik kan je nu de details geven omdat enkele gevluchte strijdmakkers van Gevorg later naar ons huis kwamen om alles te vertellen. Aan de officiële kant blijft het stil’, zegt Kima.

‘Vraag maar na. Gevorg was plichtsbewust. Dat werd uiteindelijk zijn ondergang. Hij had kunnen vluchten, net als zijn vrienden.’

‘Er zijn zo veel verloren mensen. Maar geen enkele van hen is de zoon van een burgemeester, niemand is de zoon van een gouverneur.’

Kima’s stem stokt. Ze huilt in stilte.

Anahit, de zus van Gevorg, neemt het van haar over. Ze haalt haar telefoon uit haar broekzak. Haar broer Gevorg loopt samen met vijf andere soldaten, met gebogen hoofd en handen gekneveld op hun rug. Ergens, over een weg, langs een bos.

De beelden waren te zien op de Azerbeidzjaanse nationale televisie, drie maanden na de ontvoering. Het was tot nu toe het laatste teken van leven dat Kima en Anahit van Gevorg te zien kregen.

‘Op een bepaald moment kregen we een e-mail van een Azerbeidzjaans account, met de foto van een random geëxecuteerde Armeense soldaat. Puur uit leedvermaak’, vertelt Kima.

Sindsdien gaat Kima elke week naar het parlement in de Armeense hoofdstad Jerevan. Samen met familieleden van andere vermiste soldaten gaat ze er protesteren. De regering doet te weinig om haar zoon vrij te krijgen, vindt ze. Ze zeggen dat ze geduld moet uitoefenen, dat ze bezig zijn met het dossier. Ze zeggen: wacht twee maanden. ‘Maar nu is het al twee jaar dat we aan het wachten zijn. En we weten nog steeds niets meer. President Pasjinjan belooft zo veel, maar hij doet niets’, klaagt Kima aan het adres van de huidige regering.

‘Er zijn zo veel verloren mensen. Maar geen enkele van hen is de zoon van een burgemeester, niemand is de zoon van een gouverneur, niemand van hen is de zoon van een politieker. Het zijn onze zonen die naar het front trekken en sterven.’

‘We leven in een land van verraders’, voegt Anahit er verbeten aan toe.

© Emiel Petrovitch

Na de inname van Nagorno-Karabakh door Azerbeidzjan vonden spontane protesten plaats. Op het vrijheidsplein in Jerevan kwamen zo’n 10.000 mensen samen om hun woede te uiten over het lakse beleid van president Pasjinjan ten opzichte van Azerbeidzjan.

© Emiel Petrovitch

Oorlogsmoe

‘In Armenië is iedereen wel iemand verloren in de oorlog’, vertelt Lucine ons in haar tandartsenpraktijk in Medzamor. Door haar job kent ze elke familie van het dorp.

‘Ik heb in mijn leven al veel politiek kritieke momenten meegemaakt, maar september 2020 was van een andere orde’, gaat ze verder.

‘De media deden ons geloven dat we aan het winnen waren. Maar collega’s vertelden dat enorme ladingen lijkzakken terugkwamen van het front.’

Als kind maakte ze in 1988-1994 de eerste open oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan mee. Bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie raakten Armenië en buurland Azerbeidzjan namelijk verwikkeld in een territoriaal dispuut. Die eerste oorlog werd beslecht in het voordeel van Armenië.

Maar in 2020 keerden de kansen. In een blitzoorlog die 44 dagen duurde bleek het Armeense leger kansloos. Azerbeidzjan kon namelijk rekenen op de open steun van bondgenoot Turkije. Daarnaast kende de Azerbeidzjaanse economie een spectaculaire groeispurt dankzij de gasreserves die het land kon aanboren in de Kaspische Zee. En dat exportproduct laat de EU ook niet onberoerd.

‘De Armeense media logen heel lang over de oorlog’, haalt Lucine herinneringen aan die oorlog op. ‘Tot en met dag 43 dachten de meeste Armenen dat we aan de winnende hand waren. Maar wij, in de medische sector, wisten wel beter. Collega’s vertelden me over de enorme ladingen lijkenzakken die terugkwamen van het front. De cijfers klopten gewoonweg niet met wat we van de media te horen kregen.’

Veel ouders wilden de dood van hun kinderen niet aanvaarden zolang er geen sluitend bewijs was. Op een bepaald moment kreeg Lucine de vraag om slachtoffers te identificeren aan de hand van stoffelijk overschot.

© Emiel Petrovitch

© Emiel Petrovitch

‘De ouders klampten zich vast aan mijn oordeel. Ze hebben nog steeds hoop dat hun zoon ooit heelhuids terugkomt. Maar die hoop is vaak ijdel. Ze geloven in sprookjes. En het is alsof ik deel uitmaak van hun geloof.’

Ook Lucines twintigjarige dochter Angelina hielp mee met de identificatie van een oud-klasgenoot van haar. ‘Ze is goed in tekenen. Ze heeft oog voor detail. Ze merkte een vlek op een gebit op die hetzelfde was als op een oude röntgenfoto. Narik was zijn naam. Het was een goede jongen. Een karatekampioen. Net zoals zijn klasgenoten ging hij op zijn achttiende het leger in.’

Van de twaalf jongens in Angelina’s klas kwamen er vier om in de oorlog.

Het volk is oorlogsmoe en bang om nog meer familieleden te verliezen. Ouders zoeken dan ook naar manieren om hun zonen uit het leger te houden.

Zo ook Lucine. Zij maakt gebruik van het Russisch paspoort van haar zoon. Die is als etnisch Armeen in Rusland geboren. Zo kan hij de Armeense legerplicht ontwijken. Tegelijkertijd is hij niet ingeschreven als verblijvend in Rusland, waardoor hij ook aan de Russische legerdienst kan ontsnappen.

Internationaal geïsoleerd

Op het beleid van de Armeense president Pasjinjan is veel aan te merken, maar niet dat hij geen oog heeft voor de heersende oorlogsmoeheid in zijn land. Zijn beleid kenmerkt zich door een zoektocht naar diplomatieke oplossingen. Helaas heeft Armenië zijn geopolitieke situatie niet mee.

Op 26 oktober 2023 kwam Pasjinjan naar buiten met een nieuw initiatief, Crossroads of Peace. Daarmee roept hij op om transportwegen naar alle buurlanden te bouwen: naar Georgië en Iran, maar dus ook Turkije en Azerbeidzjan. Met deze uitspraak reikt hij zijn hand uit naar Armeniës historische vijanden, amper twee maanden na de Azerbeidzjaanse inname van Nagorno-Karabach, met steun van Turkije.

Pasjinjans bedoeling lijkt duidelijk: zijn land uit het internationaal isolement doen breken. Ooit lag Armenië langs de zijderoute, de belangrijkste handelsas ter wereld. Vandaag is Armenië meer dan ooit internationaal geïsoleerd.

Armenië is veroordeeld tot een politiek van bedelen.

Armeense diplomaten proberen iedereen te vriend te houden. In Armenië zie je aan officiële gebouwen de Russische vlag tussen die van de EU en de VS wapperen. Op de wegen bij de grensgebieden met Azerbeidzjan zie je hoe de Toyota jeeps van de EU-monitoringmissie de loggere Kamaz-vrachtwagens van Russische vredestroepen voorbijsteken.

Maar echte vrienden lijkt Armenië niet te hebben. Geen land dat de hand in het vuur zou steken voor Armenië. Als kleine staat tussen grootmachten, zonder noemenswaardige economische assets, is het veroordeeld tot een politiek van bedelen. Het land is gelegen op een kruispunt van tegenstrijdige belangen. Enerzijds ligt Armenië letterlijk in de weg van de pan-Turkse droom, die Turkije met de Turksprekende gebieden, waaronder Azerbeidzjan, in het Oosten wil verbinden.

Anderzijds ziet Rusland, dat sinds Oekraïne steeds verder internationaal geïsoleerd raakte, Armenië als doorgangsland voor handel naar het evenzeer geïsoleerde Iran. De EU wil het land dan weer ideologisch het liefst aan zich binden, maar wil daar geen handelsrelaties met het gasrijke Azerbeidzjan voor op het spel zetten. Daarnaast wil de EU ook niet mede-NAVO-lid Turkije tegen de borst stoten. Turkije en Azerbeidzjan zijn al sinds het begin van het conflict trouwe bondgenoten.

In september 2023 vond dus een laatste hoofdstuk in de oorlog met Azerbeidzjan plaats. Deze keer stak geen enkele zogenaamde bondgenoot van Armenië een vinger uit. Wel moet erbij gezegd worden dat Nagorno-Karabach officieel nooit als onafhankelijk van Azerbeidzjan werd erkend, zelfs niet door Armenië zelf.

Het lijkt erop dat het kabinet van Pasjinjan Nagorno-Karabach heeft opgegeven in ruil voor vrede en economische stabiliteit. De vraag is alleen of die vrede gerespecteerd zal worden door Armeniës oude vijanden.

Complete duisternis

Ook al heerst de oorlogsmoeheid, niet iedereen is bereid om de strijdbijl te begraven. Een aanzienlijk deel van de Armeniërs neemt het Pasjinjan enorm kwalijk dat hij Nagorno-Karabach heeft opgegeven. De enclave was dan ook sinds 1988 de hoeksteen van Armeniës buitenlandpolitiek.

Na de inname door Azerbeidzjan vonden grote protesten plaats in Jerevan. De demonstranten eisten het aftreden van president Pasjinjan. Ze vonden dat hij niet hard genoeg optrad tegen Azerbeidzjan en Nagorno-Karabach zonder strijden had opgegeven. Zeker bij de generaties die de vorige oorlogen meevochten en familie en vrienden verloren in het conflict met Azerbeidzjan, valt het verlies zwaar.

‘Het is het grootst mogelijke verlies’, zegt oud-commandant Ashot Minasjan. ‘Ik verkeer in staat van shock. Ik begrijp het niet.’

Bevriend kunstenaar Ashot Avagjan knikt instemmend.

‘Het is complete duisternis. En ik kan het licht niet vinden om hieruit te raken.’

Zoals nagenoeg elke man van hun generatie vochten de twee vrienden mee in de eerste grote Nagorno-Karabachoorlog, van 1988 tot 1994. Meer nog, hun regiment onder leiding van Ashot Minasjan verwierf een heldenstatus door de grote stukken land die ze in Azerbeidzjan veroverden. En dat gebeurde niet zonder zware verliezen.

‘Een Azerbeidzjaanse soldaat onthoofdde mijn neef in 1993’, zegt Ashot Minasjan. ‘De soldaat die hem onthoofdde is vandaag voorzitter van de Azerbeidzjaanse Karatefederatie.’

‘In 2016, twee dagen voor de start van een Azerbeidzjaans offensief, kreeg ik een e-mail van diezelfde man, met in bijlage deze foto.’ De oud-commandant haalt zijn telefoon boven en toont ons een foto. Het is zijn neef. Onthoofd.

Voor commandant Minasjan en zijn strijdmakkers had hun generatie al te veel opgeofferd om Nagorno-Karabach zomaar op te geven. En toch gebeurde het. Op 19 september 2023 zagen de twee veteranen hoe hun levenswerk in amper 24 uur tijd werd ongedaan gemaakt.

‘Het is complete duisternis,’ zo klinkt het bij Ashot Avagjan. ‘En ik kan het licht niet vinden om hieruit te raken.’

ASALA

We rijden in stilte verder naar het zuiden van Armenië. We zijn in de provincie Sjoenik. Op verschillende plekken duiken werven op. Overal worden nieuwe asfaltwegen aangelegd. Pashinjans Crossroads of Peace wordt hier al lang voor de officiële aankondiging voorbereid.

Door deze provincie zou een handelscorridor komen. Over de precieze ligging is nog veel speculatie.

We rijden een grote geparkeerde Kamaz-vrachtwagen voorbij. Een man in fluohesje regelt de doorgang. De werklieden bouwen aan een nieuwe asfaltweg naar het zuiden, vertelt journaliste en gids Narine. Ze wijst naar een plek verderop in de bergen. ‘Van daar tot daar was het land van Tigran’, legt ze uit. ‘Nu is het opgeëist door de regering, om deze nieuwe asfaltweg te bouwen.’

‘Tigran is een landbouwer met een master diploma in de politiek op zak,’ licht Narine toe. Hij hangt de ideeën van oud ASALA-leider Hagop Hagopian aan. Wat dat precies betekent zouden we gauw ontdekken.

We slaan een weg links in en rijden verder tot aan een tankstation. Zodra we onze pinkers aanzetten om in te slaan, horen we getoeter. Een pick-up trekt met gierende banden op. ‘Volg die auto’, zegt Narine.

We blijven zo’n dertig minuten verder rijden. Op de achterruit van de pick-up staat geschreven: ASALA. Tussen de witte drukletters in priemen de ogen van een kind.

‘Internationaal recht is een sprookje. Wat heb je aan internationale verdragen, als ze niet worden opgevolgd?’

ASALA is de roepnaam van “Het Geheime Leger voor de Bevrijding van Armenië.” De VS bestempelden de groep als terroristische organisatie.

De laatste aanslag van het Geheime Leger voor de Bevrijding van Armenië dateert van 1986. Toch is de ideologie nog springlevend onder sommige Armeniërs.

‘De missie van de groep is tweeledig’, legt Narine ons uit. ‘Ten eerste willen ze de Turkse Staat doen boeten voor de Armeense genocide begin de twintigste eeuw. Ten tweede strijden ze voor het territoriaal herstel van Groot-Armenië, dat zich uitstrekt van de Zwarte Zee tot de Kaspische Zee.’

Tot in de late jaren ‘80 pleegden ASALA-militanten aanslagen op Turkse diplomaten. Maar ondertussen zou de groepering zijn ontbonden. Toch blijkt al snel dat bij sommigen de ideologie van ASALA nog springlevend is.

‘Internationaal recht is een sprookje’, steekt landbouwer en gediplomeerd politicoloog Tigran van wal. ‘Macht schept rechten. Wat heb je aan internationale verdragen, als ze niet worden opgevolgd?’ Hij verwijst naar het verdrag van Sèvres uit 1920, dat een groot stuk van het huidige Turkije toekende aan Armenië. Maar die belofte werd drie jaar later teniet gedaan tijdens de conferentie van Lausanne.

© Emiel Petrovitch

De laatste aanslag van het Geheime Leger voor de Bevrijding van Armenië (ASALA) dateert van 1986. Toch is de ideologie nog springlevend onder sommige Armeniërs.

© Emiel Petrovitch

Tigran wil met de ASALA-ideologie de politiek in. Hun motto: ‘Kracht brengt recht voort.’ Voor Tigran en zijn kompanen is het duidelijk. Armenië moet zich terug bewapenen.

Ze geloven niet in diplomatieke oplossingen, maar vinden dat Armenië zijn vijanden militair moet bekampen.

‘De Iraniërs hebben ons nooit verraden’

Op een bankje, op een heuveltje aan de rivier de Araks, met uitzicht op de Iraanse bergen, zit de 80-jarige Gyorgy. Zijn blonde labrador Simon zit bij hem.

Een gelukzalige glimlach ligt op Gyorgy’s lippen. ‘Deze tuin is er voor iedereen die met liefde komt’, zegt hij zacht.

© Emiel Petrovitch

De 80-jarige Gyorgy zit in zijn ‘Tuin van Eden’, samen met zijn hond Simon. Onderaan zijn tuin, aan de oevers van de rivier de Araks, is een poortje waardoor hij zonder kloppen bij zijn Iraanse buren op bezoek kan.

© Emiel Petrovitch

‘Dat zijn voor alle duidelijkheid niet de Turken’, voegt hij er na een korte pauze aan toe.

Toen hij 24 was, trok Gyorgy naar Sint-Petersburg. Daar woonde en werkte hij 46 jaar lang. Tien jaar geleden keerde hij terug naar zijn geboortestad, Meghri. Hier, op de zuidelijke grens van zijn land, op een vroegere vuilnishoop, plantte Gyorgy zijn “tuin van Eden”.

‘Ik zal me verzetten, tot de laatste snik.’

Links beneden wappert de Russische vlag. Daar bewaken Russische vredestroepen de grens.

‘De Russen waren 200 jaar lang onze bondgenoten,’ zegt Gyorgy als we hem daarover aanspreken, ‘maar nu hebben ze ons verraden.’

‘Alleen kunnen we niets doen tegen de Turken. Het is 40 minuten van die berg tot hier,’ zegt hij, terwijl hij met zijn hand naar de Turkse grens wijst. ‘Die handelscorridor is slechts een uitvlucht voor hen om Sjoenik in te nemen.’

‘En als het zover is, zal ik niet weggaan. Ik zal me verzetten, tot de laatste snik.’

Op de vraag of Armenië er dan helemaal alleen voor staat, antwoordt hij gevat: ‘De Turken en Azeri’s lusten ons rauw. De Russen zijn niet te vertrouwen. En de Europeanen zullen uiteindelijk zwichten voor Azerbeidzjaans gas. Enkel de Iraniërs hebben ons nooit verraden.’

Dan wendt hij zijn blik weer van ons af, en tuurt naar de bergen aan de overkant van de Araks.

Dit artikel kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek.