Tamanrasset, Algerijnse transitstad bij uitstek voor migranten, vluchtelingen en smokkelaars. Deze laatste etappe voor de uitgestrekte Sahara bevindt zich op het kruispunt tussen Libië, Mali en Niger. Drie landen waar het momenteel niet veilig vertoeven is. De overheid versterkt de grenscontrole, tevergeefs.
In eigen land staan de media vol berichten over de migrantencrisis en dit is een relatief recent fenomeen. Tijdens mijn onderzoek voor mijn vertrek naar de Algerijnse Sahara viel me op dat gelijkaardige berichten uit het Noord-Afrikaanse land vaak al enkele jaren oud waren, in recentere bronnen was er geen sprake van vluchtelingenkampen in het zuiden van het land.
Vragen staat niet vrij
Ik noteer wel dat de centrale overheid niet opgezet is met buitenlandse journalisten die hierover komen rondsnuffelen. Aangezien ik zou kunnen doorgaan voor aan Algerijnse beslis ik de reden van mijn verblijf voor mezelf te houden. Zelfs de directrice van de ngo Croissant Rouge d’Algérie (de islamitische tegenhanger van het Rode Kruis) is niet opgezet met de vragen van journalisten.
In tegenstelling tot wat ik de douanebeambte van de luchthaven wijsmaak, heb ik voor mijn eerste soloreportage naar Algerije wel degelijk een motief: de migrantenkampen van Tamanrasset (Algerije) bezoeken. Uitzoeken hoe de Algerijnse overheid migranten behandelt en hoe de inwoners van Tamanrasset omgaan met hun aanwezigheid.
Veiligheidsrisico
Autoriteiten vrezen de terroristennetwerken die vanuit de buurlanden het land onveilig kunnen maken.
Met 120.000 inwoners is Tamanrasset de grootste stad in een regio zo groot als Frankrijk en Spanje samen. Door haar okerkleurige architectuur lijkt de kleine stad in de Sahara op te gaan. Wat dit uit de kluiten gewassen dorp zo bijzonder maakt, is zijn geografische ligging: Tamanrasset is de laatste stad voor de grens met Libië, Mali en Niger en ligt dus midden in de woestijn.
Dat verklaart de grote aanwezigheid van ordediensten, waarvan de agenten bijna allemaal uit het noorden van het land komen.
Hun zenuwen staan op scherp. Tamanrasset is namelijk een draaischijf voor smokkelaars van brandstof, voedsel, wapens en mensen.
Wat de autoriteiten bovenal vrezen zijn echter de terroristennetwerken die vanuit de buurlanden het land onveilig kunnen maken, hetzij door er aanslagen te plegen, hetzij door hun gedachtegoed te implementeren. Dagelijks berichten de kranten over de strengere grenscontroles die het gevaar buiten moeten houden.
Een oogje dichtknijpen
‘Iedereen weet dat migranten vluchten voor geweld of honger. We gaan ze toch niet laten verhongeren?’
Hoewel mijn aanwezigheid de lokale vertegenwoordigers van Algiers zenuwachtig maakt (en vice versa), blijf ik niet bij de pakken zitten. Ik heb een missie en trek erop uit met een gids, op zoek naar Tamanrassets antwoord op het gesloten centrum 127bis (Steenokkerzeel).
Tevergeefs. Er is geen permanent kamp voor migranten. Ook zijn er geen stromen vluchtelingen die in groep de stad binnenstrompelen.
Waar verblijven al die mensen die een toevluchtsoord zoeken in Algerije? ‘Ze zijn overal om je heen,’ antwoordt Abdelali, de Toeareg die me rondleidt.
‘Nigerese en Malinese vluchtelingen hebben hier vaak familie of vrienden bij wie ze terecht kunnen. Anderen zoeken werk en vinden dat vrij snel. De meeste Algerijnen verrichten liever geen handenarbeid en die jobs gaan dus naar de migranten’, aldus Abdelali.
Zijn familie baat een keten handelszaken uit en die zelf ook bijna uitsluitend Nigerezen en Malinezen tewerkstelt in de winkels van zijn familie. ‘Ze zijn betrouwbaar,’ voegt hij er nog aan toe.
Hij neemt me mee naar een kruispunt waar enkele mannen op de stoep zitten te wachten. Deze dagloners zijn volgens Abdelali erg gegeerd en zijn te vinden op elke bouwwerf in de stad.
Ik wil uitstappen om een praatje te slaan met de Nigerezen, maar bedenk me. Enkele meters verder staat een politiepatrouille geparkeerd en intussen is namelijk gebleken dat ik harder opval dan ik aanvankelijk had gehoopt.
De ordediensten weten dat deze mannen hier illegaal verblijven, toch laten ze ze met rust. ‘Ze knijpen een oogje dicht omdat de migranten niemand storen. Trouwens, iedereen weet dat ze vluchten voor geweld of honger. We gaan ze toch niet laten verhongeren?’
Abdelali reageert lichtjes geërgerd op mijn vragen. ‘Hoe zou je zelf zijn?’ Wanneer ik hem vertel dat we in Europa gesloten centra hebben voor migranten is hij oprecht verrast.
Poreuze grenzen en gedeelde identiteit
‘Zolang ik hier goed mijn kost verdien, blijf ik in de streek. Anders trek ik naar het noorden van Algerije.’
Tijdens mijn dagelijkse halte bij het theestalletje stel ik dezelfde vragen aan Heykel, de half-Tunesische Toeareg.
‘De grenzen in de woestijn zijn kunstmatig en stellen weinig voor. Wie hier opgroeit kent de Sahara als zijn broekzak en heeft geen smokkelaars nodig om van het ene land naar het andere te gaan.
Vooral voor de Toearegs, die voelen zich verbonden met de Nomadenvolkeren die “toevallig” aan de andere kant van de grens leven,’ verklaart Heykel.
Siaka, de jonge Malinees die de cafetaria van de jeugdherberg openhoudt, is minder romantisch. ‘Zolang ik hier goed mijn kost verdien, blijf ik in de streek. Als ik niet meer tevreden ben, trek ik naar het noorden van Algerije. Onderweg vind ik vast wel een beter betaalde job.’
Niet alleen mensen die definitief hun land willen verlaten, vinden hun weg door de Sahara, ook handelaars reizen ongehinderd tussen de grensposten door en daar heeft de overheid weet van. De overdekte markt loopt over van stoffen die uitsluitend in Mali en Niger vervaardigd worden en de meest gedragen kleren zijn in het zuiden van Algerije.
In de omgekeerde richting vertrekken herders dan weer met tientallen schapen die ze in het noorden van het land kopen om bezuiden de grens te verkopen. Wanneer ik begin over douanepapieren en vergunningen lachen mijn gids en een jonge herder (nauwelijks achttien jaar oud!) me hartelijk uit.
De politie, hun vriend
‘De ordediensten treden enkel op in gevallen van georganiseerde repatriëring, bijvoorbeeld op vraag van de Nigerese overheid.’
Al deze hartverwarmende verhalen zijn misschien geen uitzonderingen, toch weerspiegelen ze wellicht slechts een deel van de realiteit. Daarom maak ik een afspraak met de lokale vertegenwoordiger van de enige ngo in de hele streek voor een objectievere uitleg over de aanwezigheid van migranten en de ontspannen houding van de politie.
Cheikh bevestigt het verhaal dat ik van mijn gids te horen gekregen heb. Zowel de bevolking van Tamanrasset als de politie gunnen de Sub-Saharaanse migranten een beter leven.
Zolang ze de openbare orde niet verstoren, mogen ze gaan en staan waar ze willen.
‘De ordediensten treden enkel op in gevallen van georganiseerde repatriëring, bijvoorbeeld op vraag van de Nigerese overheid. Die komen van over het hele land samen en vertrekken vanuit Tamanrasset naar hun thuisland’, aldus Cheikh.
‘Dit gebeurt uiteraard in alle broederlijkheid, de migranten worden zeer respectvol behandeld’, verzekert de directeur me. ‘Tientallen vrijwilligers komen een handje toesteken want ons centrum is een eenmansoperatie.’
Vrijwillige repatriëring of hardhandige uitwijzing?
In december 2014 sloten Algiers en Niamey (Niger) een overeenkomst over de gedwongen repatriëring van alle Nigerese migranten die zich illegaal op Algerijns grondgebied bevinden.
Saïda Benhabilès, directrice van de CRA in Algiers, verzekert dat de Nigerezen een betere toekomst te wachten staat in eigen land.
Tijdens de nieuwjaarsbenefietavond (ten voordele van Syrische en Palestijnse christenen) verklaarde Benhabilès dat de organisatie fondsen heeft aangevraagd aan de Zwitserse overheid voor de financiering van microprojecten voor de teruggekeerde migranten.
Over het aantal gerepatrieerde Nigerezen wil Benhabilès zich niet uitspreken. Op de vraag wat het beleid van de CRA is inzake migranten die niet willen terugkeren weigert de directrice simpelweg een antwoord te geven.
De Algerijnse mensenrechtenorganisatie Ligue algérienne de défense des droits de l’Homme (LADDH) beschuldigt haar overheid ervan de Nigerese migranten gedwongen het land uit te zetten.
Syrische vluchtelingenstop
Ook het aantal Syrische vluchtelingen is gestegen en ook dat wil de Algerijnse overheid inperken. Sinds begin 2015 hebben Syriërs een visum nodig om zich legaal op Algerijns grondgebied te begeven.
Mounia Meslem, Algerijnse minister voor Nationale Solidariteit, Familie- en vrouwenaangelegenheden maakte in september 2015 bekend dat het land 24.000 Syriërs opvangt, een cijfer dat UNHCR tegenspreekt.
Volgens de vluchtelingenraad zouden er 3000 Syrische asielzoekers legaal in het land verblijven. Over het aantal Syriërs zonder wettige verblijfsdocumenten is weinig geweten.
Westelijke Sahara, de uitzondering
De grootste groep vluchtelingen is afkomstig uit de Westelijke Sahara. Tussen 90.000 en 165.000 Sahrawi leven in vluchtelingenkampen.
De grootste groep vluchtelingen is afkomstig uit de Westelijke Sahara. Tussen 90.000 en 165.000 Sahrawi leven in vluchtelingenkampen in de Algerijnse stad Tindouf. Dat is overigens de enige regio waar zich op dit moment ook buitenlandse ngo’s antennes of alleszins partnerschappen hebben.
Daar komt binnenkort verandering in. In een gesprek vertelt Charlotte Hermans, communicatieverantwoordelijke van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) dat IOM op het punt staat om op korte termijn een kantoor te openen in Algerije.
‘Er is hiervoor een akkoord gesloten tussen IOM en de Algerijnse overheid. Voordien was het omwille van operationele en praktische redenen niet mogelijk om een plaatselijk antenne te openen. De werking is voornamelijk gericht op de toegang tot gezondheidszorg voor migranten (inclusief bijstand voor migranten die HIV-positief zijn) en de rurale ontwikkeling.’ Licht Hermans toe.
‘In Niger echter, meer bepaald in Agadez (de Nigerese grensstad met Algerije en Mali 400 kilometer ten zuiden van Tamanrasset, nvdj) is IOM voornamelijk actief rond transitmigratie. IOM heeft 4 transit- en bijstandscentra voor rechtstreekse bijstand en bescherming van migranten, langs de twee meest gebruikte migratieroutes.’ Dixit Hermans.
Tot nog toe hebben de transitcentra Sub-Saharanen niet kunnen tegenhouden. Tenzij de respectievelijke autoriteiten een afscheidingsmuur in de Sahara bouwen, is de kans klein dat grenscontroles of bijstandscentra mensen ervan weerhouden een beter leven te zoeken in Tamanrasset of daarbuiten.