Leven met depressie onder de Egyptische dictatuur
‘Van de stad Caïro houden en tegelijk de overheid haten, is moeilijk’
Als correspondent in Egypte ziet Emma van der Zalm een patroon bij veel Egyptische vrienden: ze zijn kritisch op de overheid, hebben potentie, maar kampen met depressie. Ze besloot daarom drie van hen te interviewen over hoe het is om op te groeien in een dictatuur.
In maart werden er presidentiële verkiezingen gehouden in Egypte. President Abdul Fattah Al-Sisi ging voor een tweede termijn en om er zeker van te zijn dat hij die kreeg, schakelde hij alle politieke oppositie uit. Mogelijke kandidaten werden onder druk gezet, stapten zelf uit de race of werden gearresteerd.
Ondertussen neemt de onderdrukking toe. Er worden nieuwe wetten aangenomen en rechtszaken aangespannen die het recht op vrijheid van meningsuiting nog verder inperken, zoals de wet tegen non-gouvernementele organisaties en de nieuwe cybercrime wet die het onder andere onmogelijk maakt kritiek te uiten op internet.
Volgens Reporters without borders staat Egypte op nummer 161 van de 179 landen op de wereldranglijst voor persvrijheid. België staat in dezelfde ranglijst op nummer 7. Mensenrechtenorganisaties claimen dat er zo’n 60 duizend politieke gevangenen zijn in Egypte.
Bij vele jongeren lijkt daardoor een patroon zichtbaar te worden: ze zijn kritisch op de overheid, hebben potentie, maar zijn ook depressief. Drie van hen getuigen hoe het is om op te groeien onder een dictatuur.
Gaafar Leheata* (28)
© Emma van der Zalm
‘Ik voel me beperkt als ik op straat loop. Ik voel me beperkt in wat ik tegen wie kan zeggen. Ik voel me beperkt als ik in een koffiehuis over politiek praat - mijn eerste reflex is dat ik zachter ga praten omdat ik niet weet wie er naast me zit. Ik voel me beperkt in de informatie waaraan ik word blootgesteld. Ik voel me beperkt in wat voor culturele activiteiten ik onderneem. Ik voel me beperkt in het hebben van Egyptische homoseksuele vrienden. Die heb ik niet, want niemand zegt openlijk dat hij of zij homoseksueel is. Ik voel me op alle vlakken beperkt.’
‘Denken en praten is genoeg om een enkeltje gevangenis te krijgen. Ik wacht tot ik aan de beurt ben’
‘Ik ben nog nooit opgepakt, maar veel mensen die dichtbij me staan eindigen in de gevangenis. In plaats van dat ze doen wat ze willen, is hun halve leven verspild. Ik wacht tot ik aan de beurt ben. Denken en praten is genoeg om een enkeltje gevangenis te krijgen. Het feit dat je anders bent en andere informatie tot je neemt dan wat de staat wil, wordt gezien als een misdaad. Ze (de Egyptische overheid, evdz) behandelt zulke mensen als kanker. Wat niet goed is voor het lichaam wordt eruit gesneden; ze zien het niet als onderdeel van het lichaam. Ze moeten er vanaf, anders wordt het lichaam verwoest.’
‘In de ochtend neem ik eerst een kop koffie en een sigaret. Daarna check ik het nieuws. Het is de grootste fout die ik elke dag bega, want elke dag is het shit. Maar ik kan niet stoppen. Daardoor voel ik me ‘s ochtends al leeggezogen en gedemotiveerd. Als iemand op de deur klopt, is mijn eerste reactie: “Wie is dit?! Misschien de politie? Misschien is het de buurvrouw die zich weer met mijn zaken wil bemoeien?”. Ik voel me altijd gestrest, onveilig en aangevallen.’
‘Een van de boeken van Naguib Mahfouz heet The Harafish. Het gaat over een kleine buurt met een paar straten waar mensen spullen verkopen. De fitiwa is een man die alle overheidszaken regelt in de buurt, hij verzamelt belastinggeld. In ruil beschermt hij de mensen in de buurt. Buurtbewoners realiseren zich niet hoeveel macht ze de fitiwa geven. Hij maakt er misbruik van en wordt de vijand van de buurtbewoners. Uit angst kunnen de buurtbewoners niet tegen de fitiwa zeggen dat hij zijn werk niet goed doet. De Egyptische overheid is als de fitiwa. Het zijn gangsters die alles overnemen en niet langer het volk dienen. Laten we realistisch zijn. Er is geen democratie in Egypte. Er is geen echte politiek in Egypte.’
‘De moslimbroederschap is geen goed alternatief meer. Zelfs hun supporters zijn boos om wat gebeurde toen leider Mohamed Morsi aan de macht kwam in 2012. De partij sloot zich aan bij de restanten van het Moebarak-regime. Ze gebruikten de revolutie om er hun voordeel uit te halen, maar wilden niet écht democratisch zijn. In de media wordt de moslimbroederschap afgeschilderd als een kwaadaardige organisatie, waardoor veel mensen het niet langer overwegen hen te steunen.’
‘Behalve familie en vrienden is er niets meer wat mij verbindt met Egypte’
‘Ik heb mijn hoop in Egypte bewust opgegeven. Als je hoop blijft houden, word je telkens teleurgesteld. Behalve familie en vrienden is er niets meer wat mij verbindt met Egypte. Maar ook zij willen weg. Als ze de kans krijgen, denken ze er geen twee keer over na. Twee keer was ik in Duitsland en zag ik openheid en diversiteit, iets wat ik hier niet zie. De vrijheid om te kunnen doen wat je wilt, is heel belangrijk. Maar het is niet voor iedereen makkelijk om er heen te gaan. De procedure om een visum te krijgen, duurt drie á vier maanden en je moet veel geld hebben. Mijn salaris is niet slecht vergeleken met andere Egyptenaren van mijn leeftijd, maar elke dag daalt de waarde ervan. Ik moet een extra baan nemen met hetzelfde aantal uren, dan kan ik binnen een jaar misschien op reis.’
Doaa Mahmoud* (25)
© Emma van der Zalm
‘In 2016 werd een goede vriend gearresteerd. Ik voelde me als een zombie en praatte niet veel met anderen. Mijn productiviteit zakte naar een dieptepunt. De gebeurtenis viel me zwaar. Dat en andere politieke situaties, zoals nog vrienden die gearresteerd worden, verkiezingen, … Dat alles heeft een negatief effect op mij.’
‘Als iemand me vraagt of ik gelukkig kan zijn in Egypte is mijn eerste antwoord: “Ja”, maar het is niet realistisch. Ik ben gediagnosticeerd met depressie en ik slikte antidepressiva. Het komt vooral door de situatie en het leven hier. Ik barstte zo vaak in huilen uit op straat bij het zien van zoveel lijden van mensen. Ik kon er niet mee omgaan dat iemand het ziekenhuis uitgeschopt werd omdat hij de rekening niet kon betalen, dat er zoveel mensen dakloos zijn en honger hebben. Tijdens de (Egyptische, evdz) revolutie deed ik mee aan de protesten. Daardoor is een blik op een legerwagen angstaanjagend. In mijn hoofd koppel ik het aan een situatie waarin iemand sterft, of een enorme politieke teleurstelling.’
‘Identiteit is erg belangrijk. Zowel mijn nationale identiteit - Egypte is mijn geboorteland - als mijn religieuze identiteit. Als iemand me ziet, zal die gelijk denken: “Dat is een Arabische, islamitische vrouw”. Het is deels een keuze omdat ik een hoofddoek draag. Als ik ergens anders ga leven, heb ik het gevoel dat ik een deel van die identiteit moet veranderen om er beter bij te horen of voor mijn veiligheid.’
‘Van de stad kunnen houden en de overheid kunnen haten, is moeilijk, maar geeft ook voldoening. Het is een belangrijke vorm van verzet’
‘Ik ben geboren en getogen ik Caïro, ik ken hier alle straten en voel me hier thuis. De slechteriken proberen je het gevoel te geven dat je hier niet thuishoort als je het niet met hen eens bent. Van de stad kunnen houden en de overheid kunnen haten, is moeilijk, maar geeft ook voldoening. Het is een belangrijke vorm van verzet.’
‘Of ik mezelf een activist vind? “Als je jezelf een hardloper noemt, maar niet rent, ben je dan wel een hardloper?”, luidt een gezegde. Een activist is iemand die verandering teweeg probeert te brengen. Vroeger liep ik mee in protesten, werkte in een veldhospitaal, dat soort dingen. Nu doe ik dat niet meer. Maar in realiteit doet niemand dat nog, want het is gevaarlijk. Zelfs al doe je op dit moment niets concreet, je loopt al gevaar als ze (de Egyptische overheid, evdz) je niet leuk vinden.’
‘Ik zal mijn hele leven blijven vechten tegen onrecht, zelfs als ik ergens anders woon. Misschien is het dan tegen racisme of discriminatie op de werkvloer. Maar dan kan ik net zo goed hier vechten voor een beter leven voor mijzelf en anderen.’
Ayman Ibrahiem* (26)
© Emma van der Zalm
‘Ik ben nog nooit buiten Egypte geweest. Ik hou van het land, maar ik heb hier geen keuze. Het voelt alsof ik elk moment gearresteerd kan worden, ik ben zo bang. Ik wil weg en andere plekken zien. Ik wil me niet altijd hoeven verstoppen. Ik wil open kunnen zijn over wat ik doe, en dat dat geaccepteerd wordt. Als je alles binnenhoudt en je problemen negeert, komt er een moment dat je zwaar depressief bent. Veel Egyptische leeftijdsgenoten hebben dat, denk ik.’
‘Ik deed ervaring op door te werken, onder andere als leraar Arabisch als tweede taal. Ik ontwikkelde mezelf door veel te lezen en ben klaar voor een masteropleiding of een goede baan. Maar in dit land zijn weinig plekken om je volledige potentie te bereiken. Internationale organisaties zoals de Verenigde Naties behandelen hun Egyptische personeel slecht. Buitenlanders krijgen daar betaald in euro’s of dollars, terwijl het salaris van Egyptenaren misschien vijf tot tien keer kleiner is. Bij zo’n organisatie wil ik niet werken.’
‘Een van de voorwaarden om in Duitsland te studeren, is dat je zo’n twaalfduizend euro op je bankrekening hebt staan. Terwijl een Italiaanse vriend er mocht werken om zijn studie te betalen’
‘Mijn enige optie is solliciteren voor een studie in het buitenland. Mijn pijlen zijn gericht op een land met gratis educatie, zoals Duitsland. Maar de procedure om te bewijzen dat je geschikt bent om naar Duitsland te komen is lang. Je moet verschillende keren naar de ambassade en alles vertalen naar het Duits. Een van de voorwaarden om in Duitsland te studeren, is dat je zo’n twaalfduizend euro op je bankrekening hebt staan. Ik heb me jarenlang kapot gewerkt en heb spaargeld, maar niet zóveel. Die voorwaarde is een enorm struikelblok. Wie heeft er zoveel geld? Mijn familie kan niet eens één keer per jaar op vakantie, laat staan dat ze geld hebben om mijn studie in Europa te betalen. Een Italiaanse vriend mocht tijdens zijn studie in Duitsland werken om zijn studie te kunnen betalen. Waarom krijg ik niet dezelfde kans als hij?’
‘Ik spreek hier nooit over met iemand, maar dacht eraan om mijn nier te verkopen. Ik heb er maar één nodig, als de ander mij het leven gaat geven wat ik wil, waarom verkoop ik die dan niet? Ik ga het niet doen, maar de gedachte ging wel door mijn hoofd. Dat is toch verschrikkelijk?’
‘ “Onwetendheid is een zegen”, luidt een gezegde. Wie niet beter weet, is niet benieuwd naar andere dingen. Maar ik ben nieuwsgierig, ik wil dingen zien en dingen leren. Ik leef maar een keer en wil die tijd gebruiken om zoveel mogelijk te zien. Het gaat er niet om dat Egypte moet veranderen, het zijn de grenzen die moeten veranderen. Ik wil dezelfde kansen hebben als anderen.”
* Om de veiligheid te garanderen, zijn dit schuilnamen