De opkomst van de Afrikaanse megasteden
Lasse Wamsler, Sune Gudmundsson & Sven Johannesen
13 oktober 2015
Het leven van Elias Karogoli uit Tanzania werd vernield door de verandering van het klimaat. ‘Het enige goede aan mijn nieuwe thuis is dat we geen overstromingen hebben.’ In de Afrikaanse megasteden zijn er velen net als hem.
video { overflow-x: hidden !important; margin: 0px 0px; max-width: none; width:100%; } body { overflow-x: hidden !important; } video::-webkit-media-controls { display:none !important; }
Karogoli Elias werd wakker en hoorde hetzelfde geluid waarmee hij in slaap was gevallen: het monotone lawaai van een hevige regenbui op het tinnen dak van de barak waarin hij met zijn vrouw en kinderen woont in de Janqwani sloppenwijk.
In regio’s die geteisterd worden door droogte, houdt het geluid van vallende regen de hoop op overleving in. In Janqwani daarentegen is het een voorbode van rampspoed. Miljoenen kleine druppeltjes veranderden plassen in stromen en meren. Op enkele uren tijd veranderden ze in een zee die de fragiele, geïmproviseerde sloppenwijkhutjes begon aan te tasten.
Eerst probeerden de bewoners van Janqwani het water uit hun winkels en huizen te houden. Maar al snel beseften ze dat ze het moesten opgeven en zelf aan het stijgende water moesten ontsnappen.
‘Als ik had geweten dat Janqwani zou overstromen, zou ik me er nooit gevestigd hebben’, zei Karogoli Elias.
Met een locatie op de bodem van een van de vele valleien van Dar es Salaam, was Janqwani een van de zwaarst getroffen regio’s met de aanhoudende zware overstromingen, waarbij meer dan 40 mensen omkwamen en nog eens 10.000 anderen ontheemd werden begin 2012.
Karogoli Elias, zijn vrouw en hun zes kinderen waren een van de 650 families die door de overheid hervestigd werden op een heuvel in de buitenwijken van de stad. Ondertussen zijn we drie jaar verder en leeft de familie nog steeds in dezelfde tent die moest dienen als tijdelijk onderkomen. Afgaande op de vele haveloze grijze tenten op de heuvel, zitten een hoop anderen in hetzelfde schuitje.
Door de zware regens in Janqwani verloor Karogoli Elias niet enkel zijn huis, maar ook zijn levensonderhoud. De grote Tanzaniaan verhuisde in 1998 van het landelijke westen van het land naar het oostelijke Dar es Salaam op zoek naar werk. Uiteindelijk vond hij een job als bewakingsagent in de binnenstad, maar door de hervestiging woont hij nu op meer dan dertig kilometer afstand. De transportkost alleen al bedroeg meer dan zijn loon dus moest hij zijn job opgeven.
Karogoli Elias is maar een van de miljoenen Afrikanen die jaarlijks het platteland inruilen voor de stad op zoek naar een betere toekomst. Afrika is het minst verstedelijkte continent, maar wordt nu gekenmerkt door massale migratie van het platteland naar de steden. Hierbij komt dat Afrika de grootste bevolkingsgroei ter wereld heeft, waardoor men verwacht dat de bevolking in de steden zal verdriedubbelen van ongeveer 400 miljoen nu naar 1,2 miljard in 2050. De bevolking van Dar es Salaam zou zelfs van 4 naar 21 miljoen inwoners stijgen tegen 2050, meer dan het vijfvoud dus.
Tegelijk wordt verwacht dat de populatie aan de westkust in Lagos, de grootste stad van Sub-Sahara-Afrika zal exploderen van 21 tot 39 miljoen inwoners. Ter vergelijking: New York groeide slechts met vier miljoen inwoners in heel de afgelopen eeuw.
Die massale migratie van de kleihutten op het platteland naar de hutjes met tinnen dak in de stad, gebeurt zo snel dat het onmogelijk is voor de stadsinfrastructuur om erop in te spelen. Bijgevolg belanden de meeste nieuwkomers in sloppenwijken zoals Janqwani, waar ze minimale bescherming hebben tegen de gevolgen van klimaatverandering.
Veel van de sloppenwijken liggen in lagergelegen gebieden, zonder afvoer- of rioolsystemen. Daardoor staan ze weerloos tegenover tropische regens die de laatste tijd – als gevolg van klimaatverandering – heviger zijn en langer aanhouden dan ooit tevoren. De stijgende zeespiegel die de kustlijn voortdurend doet opschuiven, vormt nog een extra uitdaging voor kuststeden.
Ongecontroleerde stedelijke groei en de effecten van klimaatverandering stellen Afrikaanse kuststeden bloot aan een slow motion catastrofe. De reikwijdte van de ramp hangt af van het vermogen van de internationale gemeenschap om de opwarming van de aarde te temperen. Maar ook van het vermogen van de megasteden om de uitdagingen van een extremer en onvoorstelbaar klimaat op te vangen.
Terwijl de staatshoofden van de verschillende landen in december samenkomen in Parijs om een weg naar een klimaatvriendelijkere toekomst uit te stippelen, zijn de bedreigde kuststeden al met talrijke ambitieuze experimenten bezig. Megasteden zoals Lagos en Dar es Salaam hebben al lang een tegenoffensief gelanceerd tegen het water dat hen zowel vanuit de lucht als vanuit de zee belaagt.
De strijd wordt op verschillende fronten gestreden: van sloppenwijkbewoners die hun meubels op het dak zetten wanneer hun leefruimte overstroomt tot miljardairs die een nieuw schiereiland opbouwen vanop de oceaanbodem om de megastad te beschermen tegen de kracht van de golven.
Toch blijft een grote groep in de kou staan wat de veranderende klimaatomstandigheden betreft. Karogoli Elias had een job, maar nu hangt zijn familie af van liefdadigheid voor overleving, terwijl ze een onzekere toekomst tegemoet gaan op een heuvel aan de rand van Dar es Salaam.
‘Het enige goede aan mijn nieuwe thuis is dat we geen overstromingen hebben’, zegt hij.
Drowning Megacities (Verdrinkende Megasteden) is een webdocumentaire van Lasse Wamsler, Sune Gudmundsson en Sven Johannesen, ontwikkeld met de steun van het Innovation in Development Reporting Grant-programma van het European Journalism Centre (EJC), gefinancierd door de Bill and Melinda Gates Foundation. Fotografie: Daniel Hayduk (Dar es Salaam) en Tom Saater (Lagos). Videobewerking: Journalistbureauet TANK. Dronebeelden: Chris Morgan. Muziek: Esben ‘Es’ Thornhal. Vertaling: David Ongenaert en Ebe Daems. Techniek: Jago Kosolosky.