Verstoten en levend verbrand, maar vooral een trotse vrouw

Reportage

Het verhaal van Paola, een transseksueel in Honduras

Verstoten en levend verbrand, maar vooral een trotse vrouw

Verstoten en levend verbrand, maar vooral een trotse vrouw
Verstoten en levend verbrand, maar vooral een trotse vrouw

De Hondurese Paola werd geboren als Lionel. Verstoten door haar familie belandde ze in de straatprostitutie. Ze overleefde een gruwelijke moordpoging en vluchtte naar Mexico. Haar verhaal is dat van vele transgenders in Honduras.

© Frauke Decoodt

Paola wacht op de bus die haar naar huis voert. Op straat wordt ze vaak beledigd en vernederd.

© Frauke Decoodt​

‘Ze probeerden me levend te verbranden. Daarom heb ik al die littekens in mijn gezicht en op mijn lichaam.’ De stem van Paola breekt, dan herpakt ze zich. ‘Ik kwam rond één uur ‘s nachts terug van mijn werk, ik deed zoals altijd mijn schoenen en werkkleren uit en ging naar het toilet. Toen ik terugkwam zat mijn ex op mijn bed. Hij wou me spreken, zei hij. Ik antwoordde dat het tussen ons voorbij was, maar goed, spreken konden we.’

‘Toen ik mijn kamer binnenstapte, sloeg de deur plots dicht. Achter de deur stonden twee mannen die ik nooit eerder had gezien. Zonder iets te zeggen begonnen ze me verrot te slaan, alsof ik een pop was. Ik riep om hulp bij de buren, riep dat ze de politie moesten bellen. Iedereen hoorde mij maar niemand reageerde. Half bewusteloos lag ik op de grond toen ze pure alcohol over me goten. Plots hoorde ik het geluid van een lucifer. Ik draaide me om en zag dat ik in brand stond. Ik schreeuwde en schreeuwde.’

Meer dan 292 holebi’s en transseksuelen vermoord sinds 2009

Bijna was de achtentwintigjarige Paola Viera een nummer meer op de lange lijst van LGBT+ doden in Honduras. LGBT+ staat voor lesbische vrouwen, gays, biseksuelen en transgenders, de plus staat voor alle mogelijke seksuele en genderidentiteiten daarbuiten. Paola heette vroeger Lionel, ze is transseksueel in een van de gevaarlijkste landen ter wereld om tot de LGBT+ gemeenschap te behoren. Sinds 2009 werden in Honduras meer dan 292 holebi’s en transgenders vermoord.

Wie hen vermoordt, weet men vaak niet, of dat wordt toch niet onderzocht. Slechts 62 van de moorden eindigden in een gerechtelijk onderzoek. Nog minder eindigden met een veroordeling. Waarom ze vermoord worden, onderzoekt men ook niet. In Honduras, waar ongeveer 8,4 miljoen mensen leven, worden dagelijks twaalf mensen vermoord. Tussen 2011 en 2013 waren dat zelfs gemiddeld twintig per dag. Toch is homo- en transfobie vaak de reden achter de moorden. Is het niet door haat en minachting, dan wel door verstoting en discriminatie wat hen dwingt in gevaarlijke buurten te leven en nog gevaarlijkere beroepen uit te oefenen. Zoals straatprostitutie.

Vermoord worden is dan het einde van een leven vol homo- en transfobie. Naar het buitenland vluchten is vaak de enige weg uit een vicieuze dodelijke cirkel van verstoting, geweld en discriminatie. Een andere oplossing is zich organiseren en een dappere strijd voeren voor holebi- en transgenderrechten.

© Frauke Decoodt

Paola wandelt naar de straathoek in waar ze werkt. Voor vele trans de enige optie om te overleven. Tegucigalpa. Honduras

© Frauke Decoodt​

Een plek om je veilig te voelen

Zo kan je ook min of meer het verhaal van Paola samenvatten. Paola is transseksueel, activiste en prostituee. Zowel letterlijk en figuurlijk een vrouw met kloten aan haar lijf. Een vechter en overlever. Ik ontmoet Paola in de kantoren van Arcoiris. Deze organisatie strijdt al sinds 2003 onvermoeibaar voor LGBT+ rechten in Honduras. Altijd is er volk in hun kantoren in Comayaguela.

Dit arme en berucht gevaarlijke stadsdeel grenst aan het centrum van de hoofdstad Tegucigalpa. Aan de gevel wappert trots de regenboogvlag. Wanneer de taxichauffeur stopt, kijkt hij afkeurend naar de transgender die haar nagels lakt op het balkon. Dit is een plaats waar transseksuelen en gays zich veilig voelen. Nochtans werd er al meermaals ingebroken en de gevel beklad met haatslogans, zoals onlangs na de gay pride en nu ze de strijd opvoeren voor twee wetten die meer bescherming moeten bieden. Hun kantoren hangen vol camera’s. Door de vele bedreigingen krijgen ze politiebescherming, of zouden die moeten krijgen volgens de Inter-Amerikaanse mensenrechtencommissie IACHR.

© Frauke Decoodt

Arcoiris, een LGBT+ organisatie uit Honduras, een veilig oord en ontmoetingsplaats voor holebi’s en trans

© Frauke Decoodt​

De drie levens van Paola: mensenrechtenactiviste, straathoer en huisvrouw

Paola is sinds kort de coördinatrice van Muñecas. Muñecas verenigt de trans binnen Arcoiris. ‘Dit is wat ik het liefste doe, activisme, opkomen voor mijn gemeenschap, naar betogingen gaan of naar vergaderingen met autoriteiten. Geld om me te betalen voor dit werk is er echter niet. Dus moet ik de straat op.’ Paola lacht. ‘Het voelt vaak alsof ik drie levens heb. Ik ben een mensenrechtenactiviste, een straathoer en een huisvrouw. Soms is het moeilijk die levens te combineren.’

Dat Paola zich op haar zevenentwintigste huisvrouw kan voelen bij haar familie is niet altijd zo geweest. Bijna drie uur lang vertelt ze me haar verhaal. Deels een herkenbaar verhaal voor de LGTB+ gemeenschap overal ter wereld. Andere delen alleen herkenbaar voor holebi’s en transgenders die in maatschappijen en tussen mensen leven die hen niet aanvaarden. Haar verhaal is het verhaal van talloze transseksuelen in Honduras.

© Frauke Decoodt

Paola vergadert met andere vertegenwoordigers van LTGB+ organisaties om activiteiten voor te bereiden.

© Frauke Decoodt​

‘Dit wou ik altijd al doen,’ zegt ze, ‘mijn verhaal vertellen, tonen hoe mijn dag eruitziet. Ik wil je meenemen naar de vergaderingen en naar mijn thuis zodat je mijn familie kan spreken. Ik wil samen over straat lopen, zo kan je de beledigingen horen en de vernederende blikken zien. Ik wil je meenemen naar de straathoek waar ik werk, want het is daar dat we het meeste afzien en gediscrimineerd worden.’

De vergaderingen, haar thuis en de straathoek krijg ik enkele dagen later te zien. Het verhaal krijg ik nu te horen. We zonderen ons af in een kamertje waar twee behandelingstafels staan. Op vrijdag kan men hier op doktersconsultatie komen. Het is snikheet maar Paola gaat gekleed in een hoog opgeknoopte blouse. Af en toe komt Rixy ons water brengen, een andere transseksueel met een door een litteken gehavend gezicht.

© Frauke Decoodt

© Frauke Decoodt​

Toen Paola nog Lionel was

![](file:///C:/Users/Kilian/AppData/Local/Temp/msohtmlclip1/01/clip_image012.jpg)

‘Al sinds kind speelde ik liever met meisjes. Rond mijn zevende begon ik te begrijpen dat ik anders was, dat ik kriebels kreeg voor jongens. Voor mij was dat normaal maar volwassenen leren je algauw wat “correct” is en wat niet. Ze waarschuwden hun kinderen niet met mij te spelen. Ik werd vaak gepest.’

‘Ik herinner me nog goed de graduatieceremonie van mijn lagere school. De lerares zei dat homo’s gevaarlijk waren, dat ze hen pijn konden doen en verkrachten. En toen keek ze naar mij en alle kinderen draaiden zich om. Ik rende naar buiten en ging huilen op een bankje. Daarna vermeed ik mijn vroegere schoolkameraadjes en veranderde van school.’

Op haar vijftiende stopte Paola met school en twee jaar later nam ze de eerste stapjes in haar transformatie. Iets meer zichzelf zijn, iets anders spreken, andere kleren. Geen baggy’s meer zoals toen de mode was, maar spannende broeken en strakke hemdjes. ‘Nu is dat de mode, nu loopt iedereen er verwijfd bij’, lacht Paola. De meeste vrienden van toen lieten haar zitten, ze was te openlijk “homo”.

‘Thuis deelde ik mijn kamer met mijn zus. Wanneer niemand thuis was deed ik haar kleren aan, de hoge hakken van mijn moeder, gebruikte een handdoek als pruik. Ik genoot zo van die momenten, en ik wist, dit is wie ik ben, een meisje.’

‘Ik vertelde het aan mijn zus. Mijn zus en ik waren altijd heel close. Ze reageerde verschrikkelijk. Ze zei me dat ze niets meer met mij te maken wou hebben, dat ik haar zus niet meer was, dat ik niets meer was voor haar. Mijn grote broer, die altijd anti-homo was, reageerde minder heftig. Zolang ik het maar verborgen hield. Mijn broertje kon het niet veel schelen. Hoewel mijn moeder een kozijn had die transgender was en die ze altijd verdedigd had, begon mijn moeder te wenen. Ze had zoveel plannen voor mij, zei ze, maar het was okee, zolang ik me maar niet als vrouw verkleedde en niets tegen mijn vader zei, want mijn vader zou me vermoorden.’

© Frauke Decoodt

Paola begint aan haar dagelijkse transformatie, van activiste tot huisvrouw tot straathoer.

© Frauke Decoodt​

In een land als Honduras is dat geen loze uitspraak. Paola wist dat haar moeder gelijk had. Haar vader, een vrachtwagenchauffeur, had een torenhoog machogehalte. Ze bleef vaker weg thuis en verkleedde zich bij een vriendin die ook transseksueel was. Samen gingen ze dan op stap.

‘Geen kontneuker in mijn huis’

‘Elke transseksueel die aan haar transformatie begint ziet er verschrikkelijk uit in het begin. Beetje bij beetje schaven we onszelf bij en krijgen we tips van anderen. Ik zag er niet uit toen. Normaal zorgde ik ervoor dat ik mijn familie niet tegenkwam wanneer ik als vrouw over straat liep. Op een avond passeerde ik echter de kroeg waar mijn vader met zijn vrienden dronk. Een van hen riep toen naar mijn vader “Kijk, daar loopt je dochter”. Onze blikken kruisten elkaar. Hij sloeg alle kleuren uit. Ik rende zo snel ik kon naar huis, verkleedde me vlug en verstopte me in de kamer van mijn broer.’

© Frauke Decoodt

© Frauke Decoodt​

‘Mijn vader sloeg mijn hele kamer kort en klein. En daarna de woonkamer. Hij schreeuwde dat hij me ging vermoorden, dat hij geen kontneukers in zijn huis wou, dat ik moest oprotten. Mijn moeder slaagde erin hem tot bedaren te brengen en mijn schoonzus sprak me moed in om mijn vader onder ogen te komen.’

‘Ik was doodsbenauwd dat hij me zou vermoorden. Hij raasde en tierde eindeloos. Of ik een priester nodig had? Een psychiater? Toen ik hem vastberaden antwoordde dat ik dat al geprobeerd had, dat ik niet zot of ziek was en dat ik een vrouw wilde zijn, vloog hij op me af. Gelukkig sprong mijn moeder tussen ons. Hysterisch schreeuwde hij dat ik dan maar moest vertrekken en nooit meer terugkomen, dit was mijn huis niet meer en hij wilde me nooit meer zien.’

De enige optie is je lichaam verkopen

‘Ik kon nergens naar toe, ik wou nergens aankloppen en niet nog eens afgewezen worden. Ik had geen geld, niets, alleen de kleren die ik aanhad. Uren stapte ik van mijn buitenwijk Nueva Suyapa naar het centrum van de stad. Mijn vriendinnen, allen transseksuelen en prostituees die ik had leren kennen bij Arcoiris, waren verbaasd me te zien. “We weten hoe het voelt wanneer je familie je afwijst”, troostten ze. Ze verzekerden me dat ik bij hen kon blijven totdat ik werk gevonden had om voor mezelf te voorzien.’

© Frauke Decoodt

Het nichtje van Paola komt op bezoek. Als kind speelden ze samen met poppen. Ze steunde Paola steeds door dik en dun.

© Frauke Decoodt​

![](file:///C:/Users/Kilian/AppData/Local/Temp/msohtmlclip1/01/clip_image018.jpg)Werk vinden in een oerconservatief en homofoob land als Honduras is hopeloos voor iemand als Paola. Hoewel ze nog vaak als man gekleed ging, zag ze er veel te vrouwelijk uit. Bovendien was ze minderjarig. ‘Ik zocht overal, in fabrieken, in klerenwinkels, als dienster. Nergens vond ik werk.’ Paola brak bijna in die periode en ze begon te twijfelen. Misschien moest ze toch maar terug verbergen wie ze was?

Na een poos kon haar huisgenote haar niet meer onderhouden, ze moest meebetalen of vertrekken. Haar vriendinnen maakten haar duidelijk dat als ze nu nog steeds geen werk had gevonden er niets anders opzat dan haar lichaam te verkopen. En zo werd Paola wat het lot is van de meeste transgenders in Honduras, een straathoertje.![](file:///C:/Users/Kilian/AppData/Local/Temp/msohtmlclip1/01/clip_image020.jpg)

© Frauke Decoodt

Om te overleven zit er niets anders op dan te werken als straathoertje.

© Frauke Decoodt​

De eerste klant

‘Ik was bang. Ik wou dit niet doen maar ik had geen keuze, het was dat of nergens om te slapen en niets om te eten. Mijn vriendinnen leenden me het nodige, ik verkleedde me, epileerde me, ze schminkten me. Ik deed hoge hakken aan waar ik amper op kon lopen. Toen we klaar waren, ging ik buiten de kamer in de spiegel kijken. Toen ik mezelf zag viel ik achterover. Whoaaw! Nog nooit was ik zó vrouw! Ik dacht, ik wil alleen nog maar zo zijn. Ik was enorm blij en enthousiast! Ik voelde me net een diva!’

© Frauke Decoodt

Toen ik mezelf zag viel ik achterover. Whoaaw! Nog nooit was ik zó vrouw!’

© Frauke Decoodt​

‘Eenmaal op de straathoek kwam de de angst terug. Het duurde niet lang of mijn vriendin had een klant geregeld. Een verschrikkelijke man. In zijn auto nam hij me mee naar een motel en betaalde me. Het voelde aan als een verkrachting, niet als werk. Ik deed mijn ogen dicht en ik dacht, morgen zal ik eten hebben, ik zal geen last meer zijn voor mijn vriendinnen.’

‘Terug op straathoek bij mijn vriendinnen weende ik dat dit niets voor mij was. Ze werden kwaad. “Wees blij dat hij je betaalde en je niets ergers overkomen is. Dat hij je niet verrot sloeg en voor dood achter liet. Geloof ons, je zal nog veel erger meemaken. Dit is wat voor ons in het verschiet ligt schatje. We moeten incasseren en veinzen.” Ze vertelden me talloze anekdotes van hoe het erger kon.’

Een onherkenbare chique madam

Paola herpakte zich, ze had die nacht nog vijf klanten en verdiende zo een zeventigtal euro's. De maanden gleden voorbij en langzaam wende ze aan een leven als prostituee. Ze had nu geld om mooie kleren te kopen en een hormonenbehandeling te betalen zodat ze borsten kreeg en haar stem vrouwelijker werd. Twee jaar later, op haar negentiende was ze een prachtig mooie meid.

© Frauke Decoodt

Paola, een prachtig mooie meid wachtend op klanten.

© Frauke Decoodt​

Toevallig kwam ze haar moeder tegen en sindsdien spraken ze soms via de telefoon. Op haar moeders aandringen ging ze op oudejaar op bezoek. Paola haar stem breekt bijna wanneer ze vertelt hoe haar familie haar amper herkende, zo knap was ze. Iedereen bleek blij haar te zien, behalve haar zus en vader.

‘Vanaf mijn twintigste beleefde ik enkele van de gelukkigste jaren uit mijn leven. Ik leerde een jongen kennen die me graag zag en me als een echte vrouw behandelde, maar ook stikjaloers en bezitterig was. Na iets meer dan drie jaar zette ik daarom een punt achter de relatie. De obsessie van de man veranderde in haat.’

Begraaf me als een vrouw

Paola aarzelt. Over dit deel, over wat er gebeurde op 10 juni 2010, spreekt ze niet graag, zegt ze met een krop in haar keel en tranen in haar ogen. Paola overleefde nipt de moordpoging waarbij ze haar in brand staken. Ze had de reflex zich op de grond te rollen waar door het gevecht net een bidon water gevallen was. Het vuur doofde. Terwijl de daders die haar ex opgetrommeld had op zoek waren naar een mes om hun taak te voltooien, merkte ze dat ze naast de deur lag. Na een schietgebedje zette ze het met haar laatste krachten op een lopen.

© Frauke Decoodt

Paola overleefde nipt de moordpoging waarbij ze haar in brand staken.

© Frauke Decoodt​

Net voor ze in het ziekenhuis flauwviel, verscheen haar zus, samen met haar moeder, smeekte ze Paola niet dood te gaan, om haar te vergeven dat ze haar in de steek had gelaten.

Vier maanden hielden ze Paola in coma. Toen ze ontwaakte en haar verminkte lichaam en gezicht zag, wilde ze sterven. Na acht maanden lieten de dokters haar gaan, overtuigd dat ze zou sterven door depressie. Thuis smeekte iedereen haar niet op te geven. Ook haar vader vroeg om vergiffenis.

‘Geloof me, toen ik hem zag, was ik zo kwaad. Moest hij me het huis niet uitgesmeten hebben, dan was dit allemaal nooit gebeurd. Ik besloot me te herpakken, maar iedereen zou moeten aanvaarden dat ik me niet zou aanpassen. Ze moesten me beloven dat als ik sterf ze me als een vrouw begraven, want dat was wat ik ben, een vrouw.’

Een veilige thuis

Sindsdien leeft Paola, als vrouw, veilig bij haar familie thuis. Ze noemen haar uit gewoonte wel nog Lionel, maar aanvaarden wie ze is. Ze zijn opgelucht dat Paola bij hen woont zodat ze weten dat ze veilig is en ze zien haar doodgraag. Dat voel je als je met hen spreekt.

We nemen de bus naar Nueva Suyapa, de wijk waar Paola opgroeide. De naam wordt meteen geassocieerd met straatbendes en gevaar. In de bus kijken mensen nog raar naar Paola maar eenmaal in haar wijk lijkt ze een gewone verschijning. Op een aarden weg naast een voetbalveld slaan we een klein modderig steegje in. Op houten planken lopen we naar Paola’s huis.

© Frauke Decoodt

De ouders van Paola in hun kleine gezellige woonkamer. Eindelijk is Paola hier welkom en veilig.

© Frauke Decoodt​

Haar vader en moeder ontvangen ons in de piepkleine gezellige woonkamer. De kleinkinderen dartelen rond. Wanneer de zus terugkomt van haar werk komt ze erbij zitten. Over de periode dat Paola hier niet welkom was, zwijgen ze. “Aanvaarden” is het woord dat het meeste valt. Natuurlijk was het moeilijk te accepteren, geven ze toe, maar nu lopen ze trots samen met Paola over straat. “Zoals een echte huisvrouw” helpt Paola mee in het huishouden. Haar familie weet hoe ze haar geld verdient, wat ze niet weten, is wat ze overdag doet. Fier vertelt ze hen dat nu.

‘Ik ben mensenrechtenactiviste, ik kom op voor mijn gemeenschap zodat ze het beter zouden hebben en minder gediscrimineerd worden. Ik organiseer betogingen, ik kom op televisie en ik huppel van vergadering naar vergadering. Vandaag sprak ik bijvoorbeeld met regeringsvertegenwoordigers om hen te overtuigen een wet goed te keuren die onze rechten en identiteit garandeert.’

© Frauke Decoodt

Paola voor het gebouw waar ze sprak met regeringsvertegenwoordigers om hen te overtuigen een wet goed te keuren die onze rechten en identiteit garandeert.

© Frauke Decoodt​

![](file:///C:/Users/Kilian/AppData/Local/Temp/msohtmlclip1/01/clip_image030.jpg)Vluchten om te overleven

Toen ze herstelde van de brandwonden zocht Paola opnieuw toenadering tot de LGBT+ organisatie Arcoiris. Beetje bij beetje werd deze vechter en overlever een activiste. Voordat ze die weg helemaal zou inslaan, sloeg ze echter eerst op de vlucht. Naar Mexico. Net zoals vele holebi’s en transgenders in Honduras kon Paola de discriminatie, homofobie en moorden op haar gemeenschap niet meer aan. Bovendien liepen de mannen die haar probeerden te vermoorden nog vrij rond. Hoewel justitie niet de minste aanstalte maakte om de schuldigen te berechten, had Paola hen aangegeven bij de politie. In Honduras kan dit je doodsvonnis betekenen.

‘Ik leefde een jaar in Mexico. Ik wou naar de V.S. Ik wou naar een land waar men mij niet als een monster zou bekijken, een land waar ik niet op een straathoek moet staan om mezelf te verkopen, een plaats waar je niet vermoord wordt en waar je veilig bent.’

Maar ze kwam in een land terecht waar ze afzag van honger, dorst en armoede. Een dure hoofdstad waar de discriminatie dezelfde was en niemand haar hielp, waar ze opnieuw de straat op moest om haarzelf te verkopen. De vlucht naar het noorden is levensgevaarlijk en vele homo’s en transgenders sterven onderweg, of worden vermoord. Zoals onlangs de Hondurese transseksueel Roxanne die stierf in een detentiekamp in de V.S. nadat ze haar vijf dagen hadden opgesloten in een onderkoelde cel.

© Frauke Decoodt

‘Ik besliste terug te keren naar Honduras en hier te strijden voor mijn gemeenschap zodat ze niet moeten vluchten en afzien.’ Toen ze in 2016 een schoonheidswedstrijd won, kreeg ze terug iets meer zelfvertrouwen. Donny Reyes, de coördinator van Arcoiris, vroeg haar of ze coördinatrice van Muñecas wou worden. De vorige coördinatrice, Kendry Hilton was namelijk gevlucht en haar voorganger, Angie Ferreira, vermoord. De lijst van dode, gewonde, bedreigde en gevluchte activisten bij Arcoiris is lang.

Mijn verhaal. Het is een beetje ingewikkeld

Paola weet dat haar activisme haar nog meer in gevaar brengt. De staat en politie aanklagen doe je niet zonder risico. ‘Het meeste geweld komt juist van de politie. Ze arresteren ons zonder reden, eisen seks, ze mishandelen ons en persen ons af. Als we een klacht willen neerleggen worden we weggelachen.’ Vaak duidt de LGBT+ gemeenschap de politie bovendien aan als hun moordenaar.

Ook andere dienaars van de staat zijn verantwoordelijk voor de moorden, het geweld en de discriminatie tegen holebi’s en transgenders. De staat zou garant moeten staan voor hun leven en veiligheid, haatrmisdaden berechten en wetten stemmen die hun rechten verzekeren. Nu waarborgt de staat echter een straffeloosheid van meer dan negentig procent. Ze onderzoekt amper en veroordeelt nog minder. Voeg daarbij media, religieuze fundamentalisten en politici die haatboodschappen verspreiden en zo de bevolking aanzetten tot geweld en discriminatie. Het resultaat is een klimaat waar haatmisdrijven gedoogd worden en geweld en discriminatie tegenover holebi’s en transseksuelen genormaliseerd. Zoals bijvoorbeeld Paola in brand steken.

© Frauke Decoodt

Paola, een transseksueel in Tegucigalpa. Honduras

© Frauke Decoodt​

Niemand slaagde er in Paola te breken. ‘Ik zal blijven vechten zodat anderen een betere toekomst hebben, niet vernederd worden en zich moeten verkopen op straat.’ Het lijkt alsof al de tegenslagen haar sterker maakten. Paola is een vrouw die straalt van trots en zelfzekerheid: wanneer ze met de overheid vergadert of al wachtend op de bus, wanneer ze zich omkleedt om zich klaar te maken voor haar werk en besluit voor de eerste keer de littekens die haar hele lichaam bedekken te tonen, of wanneer ze op haar straathoek staat en geïnteresseerde klanten aanspreekt.

‘Dit is mijn verhaal’, zegt Paola bijna verontschuldigend. ‘Ons leven. Het is een beetje ingewikkeld.’