Vluchtelingen vinden geen woning zonder honderden euro’s te dokken aan een tussenpersoon

Reportage

Vluchtelingen vinden geen woning zonder honderden euro’s te dokken aan een tussenpersoon

Vluchtelingen vinden geen woning zonder honderden euro’s te dokken aan een tussenpersoon
Vluchtelingen vinden geen woning zonder honderden euro’s te dokken aan een tussenpersoon

Dat het voor vluchtelingen geen sinecure is een woning te vinden, is geen nieuws. Maar woningtekort en tijdnood zetten de deur open naar misbruik. Voor veel vluchtelingen zit er niets anders op dan sommen van 150 tot 600 euro te betalen aan tussenpersonen die een appartement voor hen vinden.

In het Antwerpse Park Spoor Noord ontmoet MO* Ahmad Muhammad Abu Sen met zijn vrouw en hun twee kinderen. Het gezin heeft vanochtend na een lange zoektocht eindelijk een appartement gevonden dat grotendeels aan hun noden voldoet.

Ahmad vluchtte met zijn gezin in 2013 van Syrië naar Jemen, waar hij werk had gevonden, maar even later brak ook daar oorlog uit. Na een tijdelijke job voor een internationale organisatie in Turkije kwam Ahmad zonder werk te zitten. ‘In Turkije heb je geen vluchtelingenstatuut. Je bent geen erkend vluchteling, maar ook geen illegale migrant. Je zit ergens tussenin en krijg er dus ook geen toelating om te werken’, zegt Ahmad.

‘Elke dag hoor je van de assistent in het centrum: Je hebt nog 15 dagen, je hebt nog 14 dagen, … Je kan je wel voorstellen hoe zenuwslopend dat is’, zegt Ahmad.

Om zijn gezin een toekomst te kunnen bieden, waagde Ahmad zoals veel andere vluchtelingen de gevaarlijke overtocht naar Europa in een rubberbootje. Sinds april 2016 is hij erkend vluchteling in België. ‘Na de erkenning als vluchteling heb je twee maanden om een woning te vinden. Elke dag hoor je van de assistent in het centrum: ‘Je hebt nog 15 dagen, je hebt nog 14 dagen, …’ Je kan je wel voorstellen hoe zenuwslopend dat is’, zegt Ahmad.

Uit een recent advies van de Vlaamse Woonraad blijkt dat het zoeken naar een woning voor mensen met een laag inkomen vaak langer dan een half jaar duurt - ook met begeleiding. Voor vluchtelingen komt daar nog eens bij dat ze hier nog geen netwerk en geen job hebben, de taal onvoldoende beheersen en te maken krijgen met discriminatie op de huurmarkt. Recent bleek uit onderzoek van de VUB en de UGent dat een derde van de makelaars bereid was te discrimineren op basis van afkomst of werksituatie.

Omdat Ahmad tijdens zijn laatste week in de opvang nog steeds geen onderdak gevonden had, zag hij zich gedwongen een ongeschikt appartement in Hamont-Achel te nemen: ‘Ik noem Hamont-Achel de rand van de wereld. Ik heb een academische achtergrond en werkte voor internationale organisaties. In Hamont-Achel zijn er geen kansen voor mij in die sector. Ik zou in Brussel, Antwerpen of desnoods Hasselt moeten zitten, maar er is weinig openbaar vervoer en zelfs naar Hasselt gaan duurt anderhalf uur’, zegt Ahmad.

CC Storm Crypt (CC BY-NC-ND 2.0)

CC Storm Crypt (CC BY-NC-ND 2.0)​

‘De wooncrisis is voor vluchtelingen een catastrofe’

In november kon hij zijn vrouw en twee kinderen naar België laten komen en sindsdien wonen ze met zijn vieren in het eenslaapkamerappartement in Hamont-Achel. Het gezin ging dus op zoek naar een beter bereikbare woning met een extra slaapkamer, maar die zoektocht verliep niet van een leien dakje. ‘Ik heb mijn laatste geld uitgegeven om mijn vrouw en kinderen naar België te laten overkomen’, zegt Ahmad. Hoewel zijn stijlvolle kostuumvest en dito hemd het niet verraden, draagt het gezin de tweedehandskleding die het krijgt om zo veel mogelijk geld te sparen voor de huurwaarborg.

‘De wooncrisis is voor vluchtelingen geen crisis, maar een catastrofe’, zegt Ahmad. ‘Vluchtelingen komen in een vicieuze cirkel terecht. Om een appartement te vinden, moeten ze werk hebben, maar aangezien ze de taal nog niet spreken, kunnen ze niet werken. Daarnaast is er ook nog discriminatie op de arbeidsmarkt. Vluchtelingen hangen in het begin dus af van een leefloon van het OCMW, maar de meeste huisbazen willen geen OCMW-klanten.’

‘Een van de huisbazen in Antwerpen zei tegen mij dat het OCMW geen geld geeft voor de waarborg, maar een garantie op papier. Vaak willen ze de waarborg cash ontvangen.’

‘Degenen die er toch voor openstaan willen meestal niet dat de huurwaarborg door het OCMW betaald wordt’, zegt Ahmad. ‘Een van de huisbazen in Antwerpen zei tegen mij dat het OCMW geen geld geeft voor de waarborg, maar een garantie op papier. Vaak willen ze de waarborg cash ontvangen.’ Het Antwerpse OCMW geeft inderdaad bij voorkeur een papieren waarborg. Als de huisbaas hiertoe niet te overtuigen valt, kunnen ze de waarborg storten op een geblokkeerde rekening. Hoewel een huurwaarborg cash of op de privérekening van de huisbaas betalen sinds 1984 verboden is in België, komt het toch nog regelmatig voor.

Omwille van het grote tekort aan betaalbare woningen van degelijke kwaliteit en de slechte reputatie van OCMW-cliënteel bij huisbazen, is het voor veel vluchtelingen bijna onbegonnen werk op een legale manier een woning te vinden. Ahmad kreeg meermaals te maken met tussenpersonen, gewoonlijk ook vluchtelingen die al langer in België zijn en de taal goed spreken, die geld vroegen voor het vinden van een woning.

‘Ik kwam steeds in contact met die tussenpersonen via Arabischtalige Facebookgroepen waar ze appartementen promoten. Ze staan in contact met huisbazen die verschillende appartementen hebben die ofwel van zeer slechte kwaliteit ofwel erg duur zijn, waardoor Belgen ze niet willen’, zegt Ahmad. ‘Telkens ik interesse had voor een appartement, vroegen de tussenpersonen geld - commissie noemen ze het. “Ik werk niet gratis”, zeiden ze dan.’

Ahmad haalt twee voorbeelden aan: ‘In mei vond ik via zo’n Facebookgroep een tweeslaapkamerappartement in Aalst met een redelijke huurprijs van 580 euro en de waarborg mocht door het OCMW betaald worden.’ Ahmad toont de Facebookconversatie met de tussenpersoon die onder een valse naam op Facebook zit en doet alsof hij een immokantoor heeft. Dagelijks post hij in verschillende Facebookgroepen meerdere appartementen.

Zeshonderd euro commissie

In de Facebookconversatie vraagt de tussenpersoon 600 euro van Ahmad. ‘Hij noemt me ‘zijn dierbare broer’, maar vraagt wel 600 euro omdat hij het appartement gevonden heeft’, zegt Ahmad. ‘Ik vond dat te veel en ben er niet op ingegaan. Maar stel je voor dat hij dit doet met drie-vier vluchtelingen. Dan verdient hij makkelijk 2000 euro en hij heeft ook nog eens een leefloon, want hij is zelf vluchteling.’

‘Ik verwachtte dat ik dan geen commissie meer zou moeten betalen, maar toch vroeg de tussenpersoon me nog 300 euro.’

Recent had Ahmad een gelijkaardige ervaring met een andere tussenpersoon die een tweeslaapkamerappartement in Deurne aanbood. ‘De huur bedroeg 570 euro, relatief weinig. Toen ik het appartement ging bezichtigen, zeiden ze dat ik ook de meubels moest kopen voor 600 euro, maar er waren enkel een tweedehands koelkast, wasmachine en bed die maximum 300 euro waard waren. Omdat ik echt een appartement nodig had, stemde ik toe en kreeg ik de prijs voor de meubels omlaag naar 500 euro. Ik verwachtte dat ik dan geen commissie meer zou moeten betalen, maar toch vroeg de tussenpersoon me nog 300 euro.’

‘“Omdat jij het bent is 250 goed”, zei hij. Hij vroeg ook 50 euro om te verzekeren dat ik het appartement zou nemen. Omdat ik op dat moment maar twintig bij had, gaf ik hem twintig. Ik was zo wanhopig dat ik het aanbod wilde aanvaarden, maar toen ik thuiskwam en mijn vrouw een video van het appartement toonde, zei ze dat ze er nooit van haar leven zou gaan wonen. De slaapkamers waren zeer klein. De grootste was 3 meter op 3 meter en de andere was maar 1,75 op 1,75. Hoewel de living relatief groot was, was ook de keuken ontzettend krap’, zegt Ahmad.

‘Bovendien was het een oud appartement met schimmelproblemen en dat is heel gevaarlijk. Ons huidige appartement is niet geïsoleerd en ons plafond zag volledig zwart van de schimmel. Mijn vrouw en ik kunnen er als volwassenen wat beter tegen, maar onze kinderen hadden een allergische reactie op de schimmel. Na een jaar aandringen, liet de huisbaas het plafond eindelijk reinigen.’

CC Michael Swan (CC BY-ND 2.0)

CC Michael Swan (CC BY-ND 2.0)​

Wanhopige mensen zijn een zegen voor huisjesmelkers

Nils Luyten van Orbit vzw ondersteunt vrijwilligersnetwerken die vluchtelingen aan een woning helpen en vangt dit soort verhalen over commissie aan tussenpersonen geregeld op. ‘Het netwerk van huisjesmelkers wordt sterker als mensen geen betaalbare woning kunnen vinden’, zegt Luyten. ‘Aangezien mensen maar twee maanden hebben om iets te vinden, nemen ze soms een woning aan die ze anders nooit zouden nemen om niet op straat te belanden.’

‘Het kan niet dat die organisaties niet op de hoogte zijn, want het is de norm. Het is de enige manier om een appartement te vinden.’

Bij verschillende andere organisaties die met vluchtelingen werken, vertellen medewerkers dat ze de verhalen ook horen. Omdat het nog niet verder onderzocht werd en ze er onvoldoende van weten, kunnen ze er echter niet officieel uit naam van hun organisatie over getuigen. Nog andere organisaties hebben nog nooit van dit probleem gehoord. Daarop reageert Ahmad verbaasd: ‘Het kan niet dat die organisaties niet op de hoogte zijn, want het is de norm. Het is de enige manier om een appartement te vinden.’

Hoewel Ahmads gezin het nieuwe appartement dankzij een vrijwilliger wel vond zonder tussenpersoon, is het eigenlijk wat te duur: ‘Het kost 720 euro per maand. Met leefloon en kinderbijslag hebben we zo’n 1400 euro budget, misschien wat minder. Zo’n 55 procent van ons inkomen zal dus opgaan aan de huur, maar het is tenminste in een goede, nette buurt en een veilig gebouw. Ik zou waarschijnlijk een appartement voor 100 à 150 euro minder vinden, maar dan in een slechtere buurt’, zegt Ahmad. ‘Aan metrostation Handel in Antwerpen zag ik met mijn eigen ogen mensen drugs inspuiten. Oh my God! Dat is geen buurt waarin ik mijn kinderen wil laten opgroeien.’

Vrijwilligers doen honderd telefoons voor twee bezoeken

Ook Noor*, haar man en hun twee jonge kinderen moesten de voorbije winter op zoek naar een nieuwe woning. Nadat ze hun erkenning als vluchteling kregen, vonden ze een appartement in Antwerpen, maar daar woonden ze uiteindelijk maar een goed half jaar, want al snel werd het appartement verkocht. ‘Vier maanden lang konden we niets vinden. Ik probeerde op alle mogelijke manieren: op het internet, via via, ik sprak mensen aan op straat en vroeg of ze iets wisten, …’, zegt Noor.

‘Ik weet dat het slecht is dat we driehonderd euro moesten betalen, maar het is beter dan op straat belanden, zeker met kinderen. Het was december en het was koud.’

Het gezin van Noor was zo wanhopig dat ze uiteindelijk wel een tussenpersoon, die ze via via vonden, 300 euro betaalden om hun huidige appartement te vinden. ‘Als je snel iets wilt vinden, moet je wel iemand betalen’, zegt Noor. ‘Ik weet dat het slecht is dat we driehonderd euro moesten betalen, maar het is beter dan op straat belanden, zeker met kinderen. Het was december en het was koud.’

Noor kon voor de huurwaarborg geen beroep doen op het OCMW, want de huisbaas wilde een illegale cashwaarborg. Vrijwilliger Bert Van Vossole, die al twee jaar lang vluchtelingen helpt bij het zoeken naar een woning in Antwerpen leende de familie geld voor de waarborg. ‘Elke maand betalen we een beetje terug’, zegt Noor.

Voor de vrijwilligers die vluchtelingen aan een woning proberen helpen, is het werk vaak frustrerend. ‘Gemiddeld contacteer ik een veertigtal eigenaars om er een te vinden die bereid is. Meestal is de woning dan van erg slechte kwaliteit. Het is de meest ontmoedigende taak die er is’, zegt Bert Van Vossole.

Een gelijkaardig verhaal horen we bij het Caritas Housing Café in Antwerpen, dat erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden aan een eerste verblijf helpt vlak na hun erkenning. ‘Soms doen we op een namiddag honderd telefoons waar maar twee of drie bezoeken uit voortkomen voor acht mensen. Het is frustrerend waardoor de meeste vrijwilligers het aanvankelijk niet volhielden’, zegt Joke Dillen van het Antwerpse Housing Café.

De organisatie vangt dit nu op door ook buiten het Housing Café activiteiten te organiseren voor de vrijwilligers waar ze bij elkaar terechtkunnen met hun frustraties. Het Brusselse Housing Café is echter tijdelijk stopgezet omdat het onmogelijk was nog kwalitatieve appartementen aan een betaalbare prijs te vinden. Zij steken nu de koppen bij elkaar om binnenkort met een nieuw project naar buiten te komen.

CC Tony Hisgett (CC BY 2.0)

CC Tony Hisgett (CC BY 2.0)​

Regels en beleid: hinderlijk of helpend?

‘Je kan zoveel woonbuddies inzetten als je wilt om nieuwkomers te ondersteunen in hun traject naar huisvesting, maar als er niet voldoende kwalitatieve huurwoningen zijn, boeken zij weinig resultaat’, zegt woordvoerder van Vluchtelingenwerk Vlaanderen Eef Heylighen. ‘De markt van verhuurders die openstaan voor vluchtelingen en een betaalbare woning aanbieden is verzadigd. Deze huisvestingsproblematiek drijft mensen recht in de armen van huisjesmelkers.’

‘Deze huisvestingsproblematiek drijft mensen recht in de armen van huisjesmelkers.’

Ook de regelgeving en het beleid vormen vaak extra hinderpalen voor de huisvesting van vluchtelingen. ‘Om aan de woonnood van vluchtelingen tegemoet te komen zetten veel van onze leden alternatieve en solidaire woonprojecten op, maar daarbij worden ze geconfronteerd met allerhande obstructies’, zegt Heylighen. ‘Denk bijvoorbeeld maar aan de uitkeringen van vluchtelingen die sterk dalen als ze gaan samenwonen.’

Het woonbeleid verschilt van gemeente tot gemeente. ‘Elke stad heeft zo zijn eigen specifieke moeilijkheden bij de zoektocht naar huisvesting voor vluchtelingen’, zegt Dillen. Voor het Housing Café in Antwerpen is een bijkomende moeilijkheid het conformiteitsattest. Het OCMW betaalt enkel nog huurwaarborg als de huisbaas een conformiteitsattest kan voorleggen dat bewijst dat de woning veilig en bewoonbaar is. Aanvankelijk werd de maatregel als proefproject ingevoerd in de wijken Antwerpen-Noord en Borgerhout, maar sinds begin dit jaar geldt het voor alle districten van Antwerpen.

De maatregel is volgens OCMW-voorzitter Fons Duchateau enerzijds een maatregel tegen huisjesmelkers die onbewoonbare panden verhuren en anderzijds ook een ontmoedigingsmaatregel om ervoor te zorgen dat vluchtelingen zich niet meer in de stad vestigen. Of de maatregel effectief huisjesmelkers tegengaat, valt te betwisten omdat een woning vinden nog moeilijker wordt, waardoor huisjesmelkers en malafide makelaars voor wanhopige mensen vaak de enige optie zijn.

In 2016, het jaar dat de maatregel werd ingevoerd in de wijken Antwerpen-Noord en Borgerhout, stelde de Huurdersbond vast dat het aantal leden dat een illegale cashwaarborg betaalde opvallend steeg in die wijken. In Antwerpen-Noord bedroeg de stijging 9 procent (in totaal 61% van de leden van de Huurdersbond in dat district) en in Borgerhout ging het om een stijging van 7 procent (in totaal 52% van de Borgerhoutse leden van de Huurdersbond).

Het Antwerpse OCMW ziet dan weer een positief effect van de maatregel in een stijging van het aantal aangevraagde conformiteitsattesten. In 2015 werden er in Antwerpen volgens de cijfers van het OCMW 0 tot 6 conformiteitsattesten per maand aangevraagd, in 2016 15 à 20 en het OCMW meldt dat het aantal aanvragen in maart van dit jaar naar 32 piekte, zonder evenwel de cijfers voor de andere maanden of een gemiddelde te geven.

Aandeel zwart wooncircuit moeilijk te becijferen

Toch lijkt het hogere aantal aanvragen van een conformiteitstest de zoektocht van vluchtelingen naar een woning voorlopig allesbehalve makkelijker te maken en lijkt de maatregel in de praktijk dan ook vooral effectief te zijn als ontmoedigingsmaatregel. ‘Het is niet zo dat we geen woningen meer vinden in Antwerpen, maar wel veel minder’, zegt Dillen. ‘Als we al een woning vinden dan is het meestal omdat de eigenaar al een conformiteitsattest heeft.’

‘Echte huisjesmelkers worden nu niet verplicht iets aan de kwaliteit van hun woning te doen, want mensen die wanhopig zijn, lenen geld van vrienden of louche types om zo toch de waarborg te kunnen betalen.’

‘De meeste woningen vinden we dus buiten regio Antwerpen. Het aanvragen van het conformiteitsattest duurt zo’n drie maanden en brengt een hoop rompslomp met zich mee voor de eigenaar. Eigenaars wachten dus niet op het attest, maar gaan voor een huurder die niet van het OCMW afhangt.’ Volgens Dillen kan het beter: ‘Het zou een effectieve maatregel kunnen zijn als het voor ieder huurcontract geldt, wat de verhuurde woningen ten goede komt.’

‘Echte huisjesmelkers worden nu niet verplicht iets aan de kwaliteit van hun woning te doen, want mensen die wanhopig zijn, lenen geld van vrienden of louche types om zo toch de waarborg te kunnen betalen en snel iets te vinden. Het is een maatregel die OCMW-klanten gewoon nog meer benadeelt.’ De maatregel is in dat opzicht niet enkel nadelig voor vluchtelingen, maar voor elke huurder met een leefloon.

Het kabinet van Antwerps schepen voor Sociale Zaken en OCMW-voorzitter Fons Duchateau liet MO* weten dat het zelf ook voorstander zou zijn van het conformiteitsattest als vereiste voor elk huurcontract.

Sinds januari 2017 begeleidde het Caritas Housing Café in Antwerpen een dertigtal mensen naar huisvesting. 31 procent van hen vond rechtstreeks via een contact dat tijdens het Housing Café gelegd werd een woning en zestig procent vond zijn woning zelf. Hoeveel mensen uit die laatste groep een tussenpersoon betaalden om aan hun woning te geraken daar hebben we het raden naar. Het zwarte circuit van huisjesmelkers en tussenpersonen is moeilijk in kaart te brengen of te becijferen.

*Noor is een gefingeerde naam om de privacy van het gezin te beschermen

Caritas International is nog steeds overal in België op zoek naar huiseigenaars die solidaire huiseigenaar willen worden en hun woning aan erkende vluchtelingen willen verhuren. Een woning te huur? Laat het Caritas weten via het onlineformulier op www.caritasinternational.be, neem contact op via e-mail housing4refugees@caritasint.be of bel 0472/72 04 45.