Door de woestijn met Palestijnse mountainbikers uit Bethlehem
Vrij Palestina op de fiets: ‘Als Israëli’s overal in dit land mogen komen, mogen wij dat ook’
© Pieter Stockmans
© Pieter Stockmans
Van links naar rechts: Victor Al-Bandak, Ibrahim Murra, Jihad Salah, Abu Ismaiel, Anas Dadou, Samer Sleibi. De Palestijnen uit Bethlehem in de bezette Palestijnse gebieden staan klaar om aan hun oversteek van de woestijn te beginnen richting Masada in Israël.
Een groep Palestijnen uit Bethlehem gebruikt de fiets als middel om ‘hun vrijheid te veroveren’. Ze rijden overal, ook de grens met Israël over, zonder een vergunning te vragen. Ook al is dat verboden. MO*journalist Pieter Stockmans stak mee de woestijn over en fietste van Bethlehem in de Palestijnse gebieden tot aan de Dode Zee in Israël.
Baard, lange lichtbruine haren, koersbroek, wielertruitje. Anas Dadou lijkt wel de reïncarnatie van Jezus als wielrenner. Vandaag word ik een van zijn fietsapostelen.
Anas, Victor Al-Bandak, Samer Sleibi, Ibrahim Murra en Jihad Salah staan me met hun mountainbikes op te wachten in volle wieleruitrusting. We gaan veertig kilometer in het donker door de woestijn rijden tot in een bedoeïenendorp, daar slapen en de volgende ochtend de tocht door de woestijn verderzetten.
‘Ik benijd jullie, fietsers in Europa’, zegt Victor Al-Bandak wanneer we hem aan zijn huis gaan oppikken, niet ver van de Israëlische annexatiemuur die dwars door Bethlehem loopt. ‘Jullie kunnen op de fiets springen en gewoon rijden. Hier moet je rekening houden met de militaire controleposten, nederzettingen en muren.’
‘Op elke rit kan je iets tegenkomen waardoor je kilometerslang moet omrijden. Ik moet zelfs een vergunning vragen om naar mijn eigen geboorteplaats Jeruzalem te mogen gaan.’
Avontuurlijk thuisgevoel
Victor Al-Bandak is advocaat internationaal zakenrecht. De christelijke familie Al-Bandak woont al vele eeuwen in Bethlehem. En toch dacht Victor er meermaals aan om te emigreren en het moeilijke leven onder militaire bezetting achter te laten. Maar het was de fiets die hem in Bethlehem hield.
‘Jullie kunnen op de fiets springen en gewoon rijden. Hier kan je op elke rit iets tegenkomen waardoor je kilometerslang moet omrijden.’
‘Mijn fietsmakkers, de natuur rond Bethlehem, de avonturen: het geeft me een thuisgevoel’, zegt Victor. ‘En het gevoel dat ik écht leef. Je voelt je machtig na zo’n zware fietstocht.’
Jihad Salah is Anas’ neefje. Engelse spraakwaterval, hyperkinetisch. Telkens wanneer Anas eropuit trekt, smeekt Jihad om mee te mogen.
De jongen groeide op zonder vader. Om de haverklap zag hij hem in de Israëlische gevangenis verdwijnen. Een paar maanden geleden kwam Jihad thuis van school en vertelde zijn moeder dat vader alweer opgepakt was. Toen Jihad hoorde dat hij dit keer vijf jaar zou vastzitten, barstte hij in tranen uit.
In hun wijk Al-Khader, in het zuiden van Bethlehem, is de stap naar geweld voor vele jongeren klein. Anas wil zijn neefje daartegen beschermen, met de hulp van de fiets. Die brengt de jongen naar verre horizonten en verbreedt ook zijn mentale horizon.
De fiets helpt hem weerstaan aan de lokroep van Palestijnse milities en is een ontsnapping aan het geweld van Israëlische soldaten en de beklemmende wereld van hun wijken vol armoede en stress.
Team “Nativity Cycling”
We scheren in het donker als gekken over de pechstrook langs de drukke snelweg. ‘De fiets is mijn leven, mijn vrijheid!’, roept Anas boven het lawaai van de auto’s uit, terwijl hij op zijn fiets danst met muziek in de oren.
Als we linksaf draaien, naar het bedoeïenendorp Ar-Rashayda, belanden we in de stilte van de woestijn. Onder de heldere sterrenhemel bewegen vijf fietslichten zich voort door het grote niets. Plots verschijnt de pijl naar onze overnachtingsplaats: Abu Ismaiel Tent, bedoeïententen in het midden van de woestijn.
‘Wie zou ik vandaag zijn zonder de fiets? Fietsen helpt om positief in het leven te staan. En om te vergeten.’
Bij het avondmaal dat Abu Ismaiel heeft voorzien, ontspint zich een gesprek over fietsen onder militaire bezetting. En over dromen en ambities voor de wielersport in Palestina. ‘Een jaar geleden, ik zat in het zesde leerjaar, kwam een Israëlische jeep onze wijk binnen. Ik hoorde explosies, de neef van mijn vriend was dood’, vertelt Jihad, op zijn eigen, chaotische manier.
De groep is aangekomen in Abu Ismaiel Tent: bedoeïententen in het midden van de woestijn, de overnachtingsplaats. © Pieter Stockmans
Twintig jaar scheiden Jihad en zijn oom Anas. ‘Toen ík vijftien was,’ vertelt Anas, ‘werd mijn vriend gedood door een Israëlische scherpschutter. Ik groeide op met die jongen, speelde met hem. Ach, wie zou ik vandaag zijn zonder de fiets? Fietsen helpt me om sterk en gezond te blijven. Natuur zien, bomen, rivieren, de mooie dingen van het leven: het helpt om positief in het leven te staan. Het helpt je om te vergeten.’
Veel Palestijnen kennen de zee enkel van op tv of internet. Maar op een dag stapte Anas op zijn fiets en reed hij tot aan de zee in Jaffa. Zonder vergunning.
Veel Palestijnen uit de bezette gebieden dromen ervan om de Middellandse Zee en het eeuwenoude Jaffa te zien, de oorspronkelijk Palestijnse stad naast de Israëlische stad Tel Aviv. Het Israëlische vergunningensysteem maakt het hun onmogelijk. Jarenlang was Anas ook zo’n dromer, de zee kende hij enkel van op de televisie en het internet.
Tot hij zeven jaar geleden de fiets ontdekte. Op een dag stapte Anas op zijn fiets en begon hij gewoon te rijden. Tot aan de zee in Jaffa. Zonder vergunning.
Sindsdien inspireert hij anderen. Jihad bijvoorbeeld zag op zijn twaalfde al meer van het land dan de meeste Palestijnen in hun hele leven. Dankzij zijn oom, en dankzij de fiets.
‘Onze droom is om een wielerclub op te richten en een koers vanuit Bethlehem te organiseren’, zegt Victor. ‘We brainstormen nog over een goede naam.’ Victor voelt wel iets voor Nativity Cycling, verwijzend naar de vierde-eeuwse Geboortekerk van Jezus Christus in Bethlehem.
Morgenochtend realiseren ze hun zoveelste droom: de Woestijn van Judea oversteken naar de Dode Zee, in Israël.
Tussen Bethlehem in de Palestijnse gebieden en de Dode Zee in Israël ligt een immense leegte: de Woestijn van Judea. In het Arabisch: El Bariyah. Ergens in die woestijn loopt de zogenaamde groene lijn: de fictieve grens tussen Israël en de bezette Palestijnse gebieden. Op die grens is geen enkele grensinfrastructuur te bespeuren. Enkel leegte. In de verte, op de heuveltop nog diep in bezet Palestina, staat wel een Israëlische militaire controlepost. © Pieter Stockmans
Van Geboortekerk naar Massada
Anas en Samer staan in de bedoeïenentent gebogen over een smartphone. Google Maps en een kaartje van de woestijn moeten de groep naar Massada leiden. Op deze enorme klif liet de Joodse koning Herodes de Grote rond 30 voor Christus een versterkte burcht bouwen op vierhonderd meter boven de Dode Zee. Rond 70 na Christus zochten Joodse rebellen en hun gezinnen hier hun toevlucht na de opstand tegen de Romeinen in Jeruzalem.
Massada is de tweede meest bezochte plek in Israël. Het werd een van de stichtende mythes van de jonge staat Israël in 1948. Israëlische archeologen fabriceerden verhalen om de nationalistische agenda te bevorderen en organiseerden tochten naar Massada voor zionistische jeugdbewegingen.
De meeste bezoekers komen via de snelweg langs de Dode Zee in bezet Palestina of via de Israëlische stad Arad. Wij fietsen dwars door de woestijn.
We rijden voortdurend tussen 350 en 550 meter hoogte, door een absolute leegte. De hellingen trekken aan een stijgingspercentage van twintig procent naar omhoog en doemen kilometers ver voor ons imposant op.
Telkens wanneer Jihad kogelhulzen vindt, waarschijnlijk van het Israëlische leger dat hier militaire oefeningen houdt, roept hij het uit. Maar ook Victor kan zijn jeugdig enthousiasme niet onderdrukken wanneer hij oude stenen en restanten van potten vindt.
Samer en Anas proberen via Google Maps te achterhalen waar we precies zijn, en welke richting we uit moeten. © Pieter Stockmans
Anas en Samer nemen hun kaartje erbij. Rechtdoor? Zuidwaarts? De twijfel slaat toe. Plots klinkt van achter de bergen het geluid van motoren: een groep Israëlische motorrijders uit Tel Aviv.
‘We zoeken de weg naar Massada’, zegt Anas.
‘Sowieso die kant op’, wijst een van de motorrijders.
Op Google Maps zie ik dat we nog in Palestina zijn.
Opgedeeld en ongelijk
Een paar kilometers verder, nog steeds in bezet Palestina, komt een 4x4-auto de steile helling opgereden. Bij een spectaculair uitzichtpunt stapt een Israëlisch gezin uit: een man, een vrouw en zes kinderen. ‘We komen uit Hebron’, zegt de man. ‘Met de auto ben je van daaruit op een half uurtje hier.’
Hier, in de woestijn, lijkt afkomst of juridisch statuut van geen tel. Dit zijn allemaal mensen die genieten van een bijzondere plek.
De oude stad van Hebron is door Unesco, de cultuur-, wetenschaps- en onderwijsorganisatie van de Verenigde Naties, erkend als ‘bedreigd Palestijns erfgoed’.
De stad werd in 1997 opgedeeld: 80% van de stad (zone ‘H1’ genoemd), met ongeveer 140.000 Palestijnse inwoners, kwam onder het bestuur van de Palestijnse Autoriteit. In de overige 20% (‘H2’) wonen, in een afgesloten deel van de oude stad, een vijfhonderdtal extremistische kolonisten, beschermd door tweeduizend soldaten. Het leven van de Palestijnen wordt er zo moeilijk gemaakt dat velen er al weggetrokken zijn.
Als je de ongelijke rechten buiten beschouwing zou laten, zou je gelijkheid kunnen zien schemeren doorheen de ontmoeting tussen beide groepen bikers en die met het Israëlische gezin. Hier, in het midden van de woestijn, is afkomst of juridisch statuut van geen tel. Dit zijn allemaal mensen die genieten van een bijzondere plek.
Motorrijders uit Israël. Zij mogen zonder formaliteiten of obstakels naar bezet Palestina rijden en zich hier overal vrij bewegen. De Palestijnse mountainbikers mogen dat niet, naar Israël. © Pieter Stockmans
Een Israëlisch gezin ‘uit Hebron’. Ze wonen als Israëlische kolonisten in de bezette Palestijnse stad Hebron, illegaal onder internationaal oorlogsrecht. © Pieter Stockmans
Maar deze bijzondere plek ligt in Palestina en is militair bezet door Israël. De motorrijders uit Israël mogen zonder formaliteiten of obstakels naar bezet Palestina rijden en zich hier overal vrij bewegen. Het Israëlische gezin woont zelfs als kolonist ín bezet Palestina, wat onder internationaal recht illegaal is.
Maar de mountainbikers uit bezet Palestina moeten vergunningen vragen om Israël binnen te mogen. Anas en zijn fietsapostelen weigeren deze ongelijkheid. Ze weigeren aan Israël vergunningen te vragen om zich te mogen bewegen in het hele land dat vandaag Israël of Palestina heet.
‘Als Israëli’s overal in dit land mogen komen, mogen wij dat ook’, zegt Anas.
Groene lijn in het zand
Wat Anas bedoelt met ‘dit land’, wordt duidelijk wanneer de zogenaamde Groene Lijn dichterbij komt. De Groene Lijn is de zogezegde grens, tussen ‘Israël’ en ‘Palestina’ (de Westelijke Jordaanoever). Tot deze lijn konden de zionistische strijdkrachten in 1948 oprukken tijdens de Arabisch-Israëlische oorlog.
Tot 1967 was het de échte grens tussen Israël en Jordanië, dat de Westelijke Jordaanoever toen onder controle had.
Maar toen veroverde Israël de Westelijke Jordaanoever en begon het dat gebied te koloniseren met Joodse nederzettingen, tegen het internationale oorlogsrecht in. Vandaag wonen ongeveer 750.000 Israëlische kolonisten in de bezette Palestijnse gebieden, waaronder het gezin uit Hebron dat we onderweg tegenkwamen. Hun aantal blijft elk jaar stijgen.
‘Israël’, in de ogen van de Israëlische regering en vele Israëli’s, dat is: Israël én de bezette Palestijnse gebieden. Dit is één land, voor Israëli’s.
De Groene Lijn is niet meer dan een fictieve lijn in verdragen van de Verenigde Naties. Op Google Maps zie je ze wel nog als een stippellijn. ‘Wat is Israël als het zélf deze lijn uitwist, betwist, niet erkent?’, vraagt Anas. ‘Net zoals Israël zelf hebben wij óók lak aan deze fictieve grens.’
‘Israël’, in de ogen van de Israëlische regering en vele Israëli’s, dat is: Israël én de bezette Palestijnse gebieden. Dit is één land, voor Israëli’s.
Van zodra de blauwe stip van onze gps-locatie op Google Maps pal op die stippellijn staat, is er in de echte wereld geen grens, geen muur, geen controlepost te bekennen. Geen Groene Lijn in het zand. Enkel leegte, bergen, rotsen, woestijn.
Deze fietsende Palestijnen ontkrachten zo de mythe van de Israëlische ‘veiligheidsmuur’. Want die muur staat niet op deze erkende grens, maar ín bezet Palestina. De muur houdt Palestijnen niet úít Israël, maar ín hun enclaves.
De reis, niet de bestemming
De Woestijn van Judea is een hoogvlakte die eindigt met een dramatische afgrond. Wanneer we de kliffen naderen – je voelt gewoon dat ze eraan komen –, beginnen we spontaan te sprinten.
En daar zijn ze. We staan op driehonderd meter boven de zeespiegel en kijken uit over de immense vlakte driehonderd meter ónder de zeespiegel. Over een afstand van vijf kilometer zouden we meer dan 600 meter moeten dalen. Niemand staat stil bij hoe deze steile dalingsmeters eruit zullen zien.
Maar dat is even bijzaak. Met de wereld aan hun voeten begrijpen deze Palestijnen het allemaal: dit is waar het om draait, dit machtige gevoel. Zo verover je ‘vrijheid’.
We staan op driehonderd meter boven de zeespiegel en kijken uit over de immense vlakte driehonderd meter ónder de zeespiegel. © Pieter Stockmans
Het duurt niet lang voor de droom plaats ruimt voor de realiteit: we hebben geen andere keuze hebben dan de kliffen naar beneden te klimmen. De komende vijf kilometer leggen we af in twee uur tijd, klimmend en klauterend met de mountainbikes op de rug.
Eindelijk beneden in de vlakte, bij wat lijkt op een braamstruik, gaat Anas zitten. Hij doet zijn fietshelm uit, maakt zijn haren los en rolt een sigaret. Hij kijkt naar boven, naar de top waar we twee uur eerder nog stonden.
Het is inmiddels donker en we missen Massada op amper zes kilometer na. In de plaats daarvan zijn we dankbaar voor het banale asfalt van de Israëlische Route 90. Anas knielt neer en kust de grond. ‘We hebben geprobeerd en niet opgegeven’, zegt hij. ‘En we zijn toch maar mooi op het laagste punt op aarde.’
© Pieter Stockmans
De reis, niet de bestemming. De realiteit, niet de mythe. Deze bende prettig gestoorde Palestijnen heeft genoten van sport, natuur en vrijheid. En toch is hun daad automatisch ook politiek, omdat vrijheid niet vanzelfsprekend is maar gegrepen moet worden, tegen restrictieve bezettingsregels in.
‘We fietsen verder over Route 90 tot aan de Israëlische militaire controlepost. Daar staat Mohammed, onze chauffeur, ons op te wachten’, zegt Anas.
Route 90 is de langste weg die Israël aanlegde door het hele land van noord naar zuid: van de noordelijke grens bij Libanon en het Meer van Galilea, langs de Jordaanvallei en de Dode Zee in bezet Palestina, langs de Aravavallei in de Negev-woestijn tot Eilat aan de Rode Zee.
‘Mijn familie is al eeuwenlang verankerd in dit land. En iemand uit een ander land komt mij hier controleren.’
Via deze weg gaan we van Israël opnieuw bezet Palestina binnenrijden. Ik verwacht de militaire controlepost opnieuw op de Groene Lijn. Maar wanneer ik Google Maps open na twee zware beklimmingen – ónder zeeniveau, alsof je op de oceaanbodem onderzeese bergen op rijdt –, zie ik dat ik al lang terug in bezet Palestina ben. Op de grens was geen controlepost te bespeuren.
Uiteindelijk kom ik, op 330 meter onder de zeespiegel, aan bij de Israëlische militaire controlepost. Hij wordt bemand door één jong meisje met een geweer. De anderen zijn ver achteropgeraakt.
Onze chauffeur van dienst Mohammed staat effectief te wachten aan de andere kant van de controlepost. Hij belt Anas. Die blijkt een lekke band te hebben. Mohammed mag hem niet gaan oppikken, omdat hij met zijn Palestijnse nummerplaat niet naar de andere kant van de controlepost mag. We zijn nochtans aan beide kanten van de controlepost in bezet Palestina.
Chauffeur Mohammed staat te wachten aan de eerste Israëlische militaire controlepost. Die ligt niet op de erkende grens, maar ín bezet Palestina. © Pieter Stockmans
Victor, de advocaat, zucht. Niet van uitputting, maar van verontwaardiging: ‘Een joods-Israëlische met Europese roots verbiedt een Palestijn om in zijn eigen land van het ene naar het andere punt te gaan. Mijn familie is al eeuwenlang verworteld in dit land. En iemand uit een ander land komt mij hier controleren. We hebben er genoeg van.’
Maar vijf minuten later grijpen de Palestijnen hun vrijheid. Mohammed stopt alle fietsers waterflessen in de handen, laadt de mountainbikes op de pick-up en na een paar minuten zijn we onderweg naar Bethlehem. Arabische muziek knalt uit de boksen. De vrijheid is tastbaar.