We hebben meer dan ooit nood aan collectieve actie
“‘Bouwen aan een mensenrechteneconomie in gevaarlijke tijden’
© ohchr.org
© ohchr.org
Begin december vond het dertiende VN-Forum over Bedrijven en Mensenrechten in Genève plaats. Het centrale thema was: een 'slimme mix' van zowel vrijwillige als bindende maatregelen om een economie te realiseren die gebaseerd is op mensenrechten. Wies Willems, beleidsmedewerker bij Broederlijk Delen, was erbij en deelt enkele indrukken.
‘We leven in gevaarlijke tijden’: Volker Türk, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, trapte een open deur in tijdens zijn openingsspeech op het VN-Forum over Bedrijven en Mensenrechten, dat vorige week plaatsvond in Genève. Daarbij benoemde Türk enkele heel actuele kwesties: de verantwoordelijkheid van de fossiele industrie voor de klimaatcrisis, de toenemende repressie van mensenrechtenactivisten (onder andere via nieuwe digitale technologieën) en de rol van ondernemingen in regio's met gewapend conflict, zoals Palestina of Colombia.
Welke zogenaamde “slimme mix” van vrijwillige en meer dwingende maatregelen vereisen deze tijden om dergelijke mondiale uitdagingen, waarin de privésector een centrale rol speelt, het hoofd te bieden? Die vraag stond centraal op de dertiende editie van het VN-Forum, dat sinds 2012 bedrijven, staten, ngo’s en academici samenbrengt om zich te buigen over de implementatie van de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGPs).
Deze richtsnoeren werden dertien jaar geleden unaniem door de Mensenrechtenraad aangenomen en beschrijven de respectievelijke verantwoordelijkheden van staten en bedrijven op het vlak van mensenrechten.
Dat zo’n internationaal evenement veel pr-verantwoordelijken van grote bedrijven een uitgelezen opportuniteit biedt om hun duurzaamheidsinspanningen in de spotlights te zetten, is een valkuil. Al snel wordt er immers abstractie gemaakt van het enorme machtsonevenwicht tussen enerzijds bedrijven en anderzijds de talrijke vertegenwoordigers van gemeenschappen en ngo’s die schendingen aanklagen.
Het risico op greenwashing loert dan ook regelmatig om de hoek. De officiële panelgesprekken bevatten naast experts en vertegenwoordigers van regeringen of internationale instellingen ook steevast een obligate vertegenwoordiger van het bedrijfsleven – regelmatig grote multinationals. Toch was het Forum ook leerrijk en een plek voor oprechte dialoog.
Consensus over nood aan wetgeving
Een eerste hoopgevende vaststelling: de brede consensus over de nood aan wetgeving. In Genève leek niemand er nog aan te twijfelen dat dwingende regelgeving een cruciaal onderdeel vormt van de zogenaamde smart mix – en dat ook bedrijven zelf baat hebben bij duidelijke regels.
Tijdens verschillende sessies werd de nieuwe Europese wetgeving rond zorgplicht of Corporate Sustainability Due Diligence (CSDDD) dan ook op veel lof onthaald. Vanuit mensenrechten- en producentenorganisaties uit het globale Zuiden klonk een duidelijke oproep aan de EU om hen te informeren en te ondersteunen bij de uitvoering van de Richtijn. Latijns-Amerikaanse landen (sterk vertegenwoordigd op het Forum) wezen er dan weer op dat de Europese ontwikkelingen ook in hun continent tot nieuwe wetgevende initiatieven leiden.
België vestigde tijdens een interventie de aandacht op het tweede Nationaal Actieplan rond Ondernemingen en Mensenrechten van ons land en benadrukte het belang van dwingende maatregelen. Opvallend was trouwens ook de steun die uittredend EU-Commissaris voor Justitie Didier Reynders uitsprak voor een bindend VN-verdrag – een indicatie dat de EU eindelijk actief zal deelnemen aan de onderhandelingen?
Tegelijkertijd hing de schaduw van de nieuwe Commissie voortdurend over het Forum: Commissievoorzitter von der Leyen verwees in een recente persconferentie immers naar een mogelijke nieuwe “omnibus”-wet. Die zou de verschillende rapportageverplichtingen voor bedrijven inzake duurzaamheid moeten “vereenvoudigen”. Hoewel von der Leyen er meteen bij zei dat er niet geraakt zou worden aan de inhoud van bestaande wetgeving, leidde die aankondiging tot heel wat chaos en ongerustheid – na de eerdere saga met het uitstel van de ontbossingswet.
Krimpende ruimte voor activisten
Een tweede rode draad doorheen het Forum: de krimpende democratische ruimte voor mensenrechtenverdedigers en andere vertegenwoordigers van de civiele maatschappij, net als de toenemende repressie van hun activisme. Fernanda Hopenhaym, voorzitter van de VN-werkgroep rond Bedrijven en Mensenrechten, riep in een niet mis te verstaan pleidooi overheden en bedrijven op om de veiligheid van activisten te garanderen. Eén van de oplossingen waarnaar regelmatig werd verwezen, is strengere regulering van nieuwe technologieën, om online intimidatie tegen te gaan.
Er was ook brede erkenning voor het feit dat bedrijven nog te weinig betekenisvolle betrokkenheid garanderen van degenen die rechtstreeks beïnvloed worden door hun activiteiten. Een belangrijk onderwerp was bijvoorbeeld de structurele schending van het recht op voorafgaande inspraak van inheemse gemeenschappen – zoals mensenrechtenadvocaat Franco Albarracín van Broederlijk Delen-partnerorganisatie CEDIB uit Bolivia benadrukte tijdens een panel over de ontginning van lithium. Maar ook rond andere thematieken kwamen het gebrek aan toegang tot informatie en ernstige inspraak bij economische projecten naar voor als pijnpunten.
Een derde les, tot slot: effectieve remediëring of herstelmaatregelen, de derde centrale pijler van de VN-Richtlijnen, vormt het grootste pijnpunt. Slachtoffers van schendingen blijven botsen op een versnippering van mechanismen en compensaties staan vaak niet in verhouding tot de schade. Die situatie leidt nog steeds tot een algemeen gevoel van onrechtvaardigheid bij vertegenwoordigers van de meest kwetsbare groepen in de wereldeconomie: lokale (inheemse) gemeenschappen, arbeidsmigranten, vrouwen, kleinschalige producenten. Ook die vaststelling toont opnieuw het belang van sterke regels, onder andere om bedrijven juridisch aansprakelijk te kunnen stellen.
Om te besluiten met de woorden van de VN-Commissaris himself: in deze donkere dagen voor de internationale rechtsorde en duurzaamheidsagenda, hebben we meer dan ooit nood aan collectieve actie. Het bouwen aan een economie met respect voor mensenrechten als fundament vergt dan ook oprechte inspanningen van alle betrokken partijen: bedrijven, overheden en civiele maatschappij.
Al zou ik daaraan durven toevoegen: nog net iets meer van bedrijven zelf. En laat ons daarnaast nu vooral aan de slag gaan met de wetgeving waarvoor zo lang gestreden is.
Niets missen?
Abonneer je op (één van) onze nieuwsbrieven.