De maand van Ayaan Abukar
“‘Laten we jonge kinderen leren dat de zon niet om haatdragende mannen draait’
Onderdrukkende taal is overal in het discours van radicaal- en extreemrechts. Maar die is niet zonder gevolgen, zeker niet voor kinderen en jongeren, waarschuwt de nieuwe MO*columniste van de maand Ayaan Abukar.
In de winter van 1993 reisde de Afro-Amerikaanse schrijfster Toni Morrison naar Zweden om bij de ontvangst van haar Nobelprijs een toespraak te houden. Ze had het over de invloed van woorden: ze benadrukte dat taal de macht heeft om mensen te bevrijden, te empoweren, te inspireren en te helen – en ze liet zich scherp uit over wie de taal voor schadelijke doelen misbruikt.
Ze verwees naar bepaalde politieke figuren, omschreef ze als ‘kinderlijke staatshoofden’ die enkel spraken ‘tot degenen die gehoorzamen, of om gehoorzaamheid af te dwingen’. Daarmee wilde ze de aandacht vestigen op het gevaar van haatdragende retoriek. Onderdrukkende taal vertegenwoordigt volgens haar meer dan geweld: ‘Het ís geweld.’
Morrisons waarschuwing blijkt dertig jaar later nog steeds actueel, vooral in de context van het huidige politieke landschap in Europa, waar een radicaal-rechtse wind doorheen waait.
De opkomst van zulke partijen in verschillende landen heeft geleid tot een toename van polariserende en xenofobe retoriek. De partijleiders hanteren vaak simplistische taal en emotionele boodschappen om ingewikkelde maatschappelijke problemen te framen, waarbij ze minderheden en immigranten tot zondebok bestempelen. Dat soort taal van uitsluiting en vijandigheid creëert niet alleen verdeeldheid, maar kan net zo goed uitmonden in daadwerkelijk geweld tegen gemarginaliseerde groepen.
In Nederland en elders in Europa zien we hoe radicaal-rechtse politici en hun aanhangers een taalgebruik inzetten dat precies illustreert waar Toni Morrison in 1993 voor waarschuwde.
Net zoals Morrison beschreef, beperkt ook déze onderdrukkende taal de ruimte voor nuance, dialoog en wederzijds begrip. Ze vergiftigt het publieke debat en ondermijnt de democratische waarden waar Europa op is gebouwd.
In het vervolg van haar lezing ging ze dieper op de veelomvattende impact van onderdrukkende taal en onderstreepte ze dat de schadelijke effecten verder reiken dan alleen het representeren van geweld.
‘Onderdrukkende taal doet méér dan de grenzen van kennis weergeven; het beperkt kennis', stelde ze. 'Of het nu gaat om verhullende staatstaal of de pseudotaal van gedachteloze media… Of taal ontworpen voor de vervreemding van minderheden, die haar racistische plundering verbergt in haar literaire wang – het moet worden verworpen, veranderd en blootgelegd.’
‘De asielzoekers’ en ‘de moslims’
In Nederland en elders in Europa zien we hoe radicaal-rechtse politici en hun aanhangers een taalgebruik inzetten dat precies illustreert waar Morrison voor heeft gewaarschuwd. De retoriek creëert een kunstmatige tweedeling in de samenleving, waarbij mensen die niet voldoen aan een eng gedefinieerd beeld van ‘echte’ Nederlanders of Europeanen worden afgeschilderd als gevaarlijk en ongewenst.
Islamofobie lijkt als sentiment steeds meer geaccepteerd, variërend van subtiele uitingen tot openlijke vijandigheid.
Dat treft asielzoekers in het bijzonder nogal hard – zij staan onderaan wat ik de ‘haatladder’ van extreem- en radicaal-rechts noem. Ze worden in het publieke discours systematisch ontmenselijkt en ten onrechte verantwoordelijk gehouden voor talloze maatschappelijke problemen. Ze zijn tot zondebok gemaakt om de aandacht af te leiden van het falen van de regering om de structurele armoede en ongelijkheid op te lossen.
Na de asielzoekers zijn ‘de moslims’, ongeacht hun afkomst, een frequent doelwit van discriminatie. Islamofobie lijkt als sentiment steeds meer geaccepteerd, variërend van subtiele uitingen tot openlijke vijandigheid. Politici die electoraal gewin nastreven, aarzelen vaak niet om op de onderbuikgevoelens jegens moslims in te spelen – of die zelfs aan te wakkeren.
Wat het nog complexer maakt: de groepen die het doelwit zijn van deze retoriek, kun je niet netjes in afzonderlijke categorieën onderverdelen.
Er is een aanzienlijke overlap tussen de gemeenschappen die doorgaan voor ‘anders’, maar dat onderscheid lijkt irrelevant voor degenen die zich racistisch uitlaten; hun haatdragende verwijten richten zich op alle groepen in dat mandje, ongeacht de nuances en individuele verschillen. Zo’n praktijk van het groeperen en stigmatiseren van diverse gemeenschappen draagt bij aan een klimaat van angst en verdeeldheid, wat haaks staat op de principes van een inclusieve, democratische samenleving.
Binnen deze turbulente storm aan verbaal geweld wordt vaak voorbijgegaan aan de diepgaande impact op het emotionele en fysieke welzijn van (jonge) Europeanen met een migratieachtergrond. We zien generaties opgroeien in een land dat openlijk hun identiteit, afkomst, religie en cultuur bekritiseert en kleineert.
De negatieve narratieven sijpelen door tot in de haarvaten van de samenleving. Het begint doorgaans als een gestage stroom van haat, die uitmondt in een tsunami van kleinerende en polariserende uitingen.
Negatieve fabels
De gevolgen zijn verstrekkend en manifesteren zich op allerlei niveaus.
De retoriek vertaalt zich in concrete beleidsmaatregelen die de rechten en kansen van minderheden kunnen beperken. Op scholen worden jongeren subtiel maar pijnlijk herinnerd aan de haatdragende uitspraken van politici, wat hun gevoel van veiligheid en acceptatie ondermijnt. Op de werkvloer worden collega’s aangesproken door mensen die de negatieve narratieven hebben geïnternaliseerd, wat leidt tot een vijandige werkomgeving voor minderheden.
De overvloed aan verbaal geweld neemt de overhand in de maatschappij, waardoor er een klimaat ontstaat waarin discriminatie en uitsluiting genormaliseerd worden. Het creëert een toxische omgeving waarin mensen met een migratieachtergrond constant op hun hoede moeten zijn en zich moeten verdedigen, zelfs in situaties waarbinnen ze zich veilig horen te voelen.
Velen zien zich zo genoodzaakt om zichzelf keer op keer te verdedigen, in de hoop anderen van hun waarde te overtuigen. Ze proberen voortdurend hun onschuld te bewijzen en hun goede bedoelingen te tonen. Zo’n dynamiek is uitputtend en emotioneel slopend. Anderen kiezen ervoor zich in stilzwijgen te hullen, waardoor ze de last van hun zorgen en pijn alleen moeten dragen. Beide reacties eisen hun tol, en de constante beweging van negatieve oneliners en fabels kan blijvende schade achterlaten.
Een hek van liefde
Zulke omstandigheden vormen een broedplaats voor blijvende trauma’s. Jonge mensen kunnen zich onthechten van de samenleving waarin ze opgroeien.
Ik heb niet de illusie dat radicaal- en extreemrechtse politici en hun voetsoldaten zich anders gaan gedragen. Respect tonen voor landgenoten of simpelweg de wettelijke kaders van onze grondwet volgen, die de beginselen van gelijkheid hoog in het vaandel draagt, lijkt voor deze mensen onwaarschijnlijk.
Ook geloof ik niet in het invechten van Mark Rutte, die meer olie op het vuur van persoonlijk trauma gooit. De minister-president vond dat de oplossing voor discriminatie bij migranten zelf lag. Wat we nodig hebben, is een tegenbeweging die zelfzorg centraal stelt: een verschuiving van het constante uitleggen en jezelf kleiner maken naar een beweging waarin we menselijke waardigheid als uitgangspunt nemen en de emotionele arbeid bij degene neerleggen die de ander wil differentiëren.
We stoppen dus met uitleggen. Wie een vraag stelt over de islam of over dit of dat land, of wie de lege hulzen van extreemrechts herhaalt, krijgt geen antwoord. In plaats daarvan laten we een minutenlange stilte vallen. We laten het ongemak vorm krijgen, groeien en de vrager opslokken.
Visualiseer een hek van liefde om je heen en kaats de negativiteit terug. Laten we jonge kinderen leren dat de zon niet om de haatdragende mannen draait, maar om hun toekomst, om de hoop en liefde die ze dragen. Laten we de nostalgie en liefde vieren voor de rijke culturen waarin duizenden Europeanen hun wortels hebben, ze bezingen en nieuw leven inblazen – het tijdperk van de renaissance van culturele diversiteit aankondigen en er met z’n allen deelgenoot van worden.
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in