Over het lijden van dieren in het wild

Column

Over het lijden van dieren in het wild

Over het lijden van dieren in het wild
Over het lijden van dieren in het wild

Het is zelden verkeerd om de natuur haar gang te laten gaan. Maar moeten we daarom dieren een tragische dood laten sterven omdat wat in de natuur gebeurt nu eenmaal de natuur is - en dus moet gebeuren? Tobias Leenaert is daar niet van overtuigd. ‘Het negeren van de enorme ellende die welzijnsgevoelige dieren ervaren in de natuur, lijkt me de ultieme vorm van vervreemding van die natuur’.

Dit gebeurde onlangs, ergens in Zuid-Afrika: Een zebraveulen is diep in de modder gezakt, en kan er niet meer uit. Het dier is in paniek. Als er niets gebeurt, zal het na veel futiel gespartel en gehuil sterven door verstikking.

Maar plots is daar hulp: een jonge neushoorn ziet het tafereel, steekt zijn snuit onder de zebra en tilt hem uit de modder. De zebra ligt op het enorme hoofd van de neushoorn, en heel even lijkt het een geslaagde operatie. Maar de neushoorn heeft niet aan zijn neushoorn gedacht. De buik van de zebra is doorboord en het dier sterft.

Van op veilige afstand slaat ook een ander wezen het tafereel gade. Het gaat om een Homo sapiens. Van beroep is hij natuurfotograaf, en hij maakt een serie aangrijpende foto’s van het drama. De man had kunnen ingrijpen, maar zou later aan een journalist vertellen dat hij vond dat hij ‘de natuur de natuur moest laten zijn’.

Dit was de situatie: een met de dood bedreigde zebra wordt “geholpen” door een neushoorn die hem niet kan helpen, terwijl een mens die dat wél zou kunnen, toekijkt en besluit dat het noodlot zich moet voltrekken.

Wanneer we langs ons pad een mens tegenkomen die aan het verdrinken is, zullen we - zeker wanneer er geen of weinig risico voor onszelf is - ingrijpen. Bij dieren voelen we geen dergelijke verplichting, zeker wanneer het om wilde dieren gaat. Zij behoren tot een andere wereld: die van de “natuur”. Daar moeten of mogen we niet in tussenbeide komen. Maar waarom juist niet?

Voor veel mensen staat “natuurlijk” in vele gevallen nog altijd gelijk aan “goed” of “juist”. Wat in de natuur gebeurt, moet gebeuren. Anders zou het niet gebeuren.

Onze hele evolutie is een verhaal over het ingaan tegen de natuur.

Toch zijn wij mensen de hele tijd bezig met tegen die natuurlijke gang van zaken in te gaan. Onze hele evolutie is een verhaal over het ingaan tegen de natuur. Dat is op zich geen probleem. Integendeel. Wat natuurlijk is, is niet noodzakelijk goed, wat “onnatuurlijk” is, is niet noodzakelijk slecht. Alle geneesmiddelen die we nemen zijn “onnatuurlijk”. Ook brillen en krukken en auto’s en fietsen zijn dat. Of de manier waarop u deze tekst leest - via een scherm. Het zijn allemaal geen dingen die in de natuur voorkomen.

En uiteraard zijn we continu bezig met ingrijpen in de natuur, doorgaans ten behoeve van onszelf. Natuur heeft moeten plaats maken voor wegen, landbouwgrond, parken of gebouwen. Daarbij werden en worden talloze soorten gedecimeerd.

Misschien bent u het eens dat we ons alvast wel kunnen bezighouden met het oplossen van leed in de natuur dat we zelf hebben veroorzaakt - zoals corridors voor dieren aanleggen tussen versnipperd habitat. Dat zou een mooi begin zijn. Maar mijn vraag is: moet het daar ophouden? Leed blijft immers leed, pijn blijft pijn, en waardoor of door wie ze veroorzaakt worden, doet er niet toe voor wezens die lijden. Het maakt een konijn op zich niet uit of het nu lijdt door een ziekte, dan wel door de klem van een stroper (even aangenomen dat de pijn of het lijden gelijkaardig zijn).

Een zebrajong al dan niet leed willen besparen is nog een kleine, te overziene kwestie, en misschien had u in de plaats van de natuurfotograaf wél gedaan wat u kon. Vanuit een soort (zeer natuurlijke) empathie misschien.

Maar vandaag al gebeuren er ook meer structurele ingrepen onder wilde dierenpopulaties. Bij bepaalde soorten werd al vaccinatie toegepast (doorgaans om besmettingsgevaar voor mensen te beperken, maar goed). In sommige natuurgebieden werd ook al geëxperimenteerd met contraceptie bij dieren. Wanneer een bepaalde dierenpopulatie te groot is, lijkt het humaner om te helpen zorgen dat nieuwe dieren überhaupt niet geboren worden, dan dat ze een vreselijke strijd om het bestaan moeten leveren en uiteindelijk de hongerdood sterven.

Het negeren van de enorme ellende die welzijnsgevoelige wezens ervaren in de natuur, lijkt me de ultieme vorm van vervreemding van die natuur.

En het kan allemaal nog veel verder gaan. Beeld u in dat wetenschap en technologie ons ooit in staat zullen stellen om op een structurele en efficiënte manier hulp te bieden aan grote groepen dieren in het wild. Stel dat we in bepaalde gevallen kunnen vermijden dat dieren langdurig lijden aan ziektes, honger of koude, bijvoorbeeld. Wat zou dan goed zijn om te doen?

Uiteraard is de eerste bekommernis hier het ecologisch evenwicht. Als we een soort helpen, kan dat een kettingreactie betekenen voor diverse soorten flora en fauna in het gebied. Dus voorzichtigheid is geboden. Maar zeggen dat we hier überhaupt allemaal niet moeten mee bezig zijn, omdat het de natuur is, en de natuur haar gang moet gaan, lijkt me een enorm zwaktebod. Het negeren van de enorme ellende die welzijnsgevoelige wezens ervaren in de natuur, lijkt me de ultieme vorm van vervreemding van die natuur.

Ingrijpen in de natuur met positieve intenties zal voor veel mensen ongewenst, onnodig en onbegonnen werk lijken - om niet te zeggen compleet absurd. En toch wil ik me wagen aan een boude voorspelling: op een dag, nadat we vele andere problemen hebben aangepakt, wordt de vraag hoe we ons verhouden tot het leed van wilde dieren een van de grootste morele kwesties voor onze soort.