Schaamteloos jezelf zijn

Column

Schaamteloos jezelf zijn

Schaamteloos jezelf zijn
Schaamteloos jezelf zijn

Tobias Leenaert was deze zomer in San Francisco, waar toen toevallig net de Pride parade plaatsvond. Veel mensen zullen die vooral kennen als de “gay pride” parade, maar het is natuurlijk breder dan dat. Het gaat om de hoogdag van de LGBTQ-beweging. Die initialen staan, zoals u wellicht weet, voor lesbian, gay, bisexual, transgender en queer. Met andere woorden, voor seksuele en genderdiversiteit.

Voor mij was de diversiteit die mij en duizenden anderen passeerde, ongezien. Evenals de aanvaarding ervan. Het was een viering van anders zijn, anders dan anderen, anders dan de norm.

De optocht was een bont allegaartje van talloze groepen, soms verenigd onder seksuele of genderoriëntatie, soms in combinatie met een etnische groep (queer Native Americans), soms een vertegenwoordiging van een bedrijf of organisatie, zoals Facebook of Apple.

De hele stad deed mee, ook al tijdens de dagen ervoor. Parken zaten vol mensen, iedereen was al feestelijk uitgedost. Bij het betalen in eender welke winkel kreeg je een “happy pride!” toegewenst. Er was een dit-doen-we-samen ambiance.

Ik heb met een heel warm gevoel een uur lang staan kijken naar de optocht zelf. Wat me het meeste raakte, was de indruk van “schaamteloosheid” die ik had. Schaamteloosheid in de positieve zin, deze keer. Iedereen liep rond in zijn of haar favoriete uitrusting. Voor één zwarte oudere man was dat zijn adamskostuum: hij poseerde fier zonder kleren. Er was trots en er was geen gêne.

Zijn we niet de hele tijd in verandering en is het daarom niet heel moeilijk om te zeggen wie of wat je bent?

“Jezelf zijn” is een huizenhoog cliché en ik hoed me er een beetje voor het te gebruiken. Ik weet ook niet goed wat het precies betekent. Wie is dat precies, jezelf? Welke persoon is dat? Is dat de mens die je was toen je drie was? Tien? Twintig? Zijn we niet de hele tijd in verandering en is het daarom niet heel moeilijk om te zeggen wie of wat je bent? Gisteren was ik zo, vandaag ben ik anders, toch?

En ook: “jezelf zijn” kan gebruikt worden als een excuus. ‘Zo ben ik nu eenmaal, verwacht maar beter niets méér van me.’ Ik vind het een heel moeilijk evenwicht.

Misschien daarom dat ik seksuele geaardheid zo interessant vind in dit opzicht: het gaat om gevoelens die heel diep zitten en heel vroeg gevormd worden, en die in de meeste gevallen niet meer zullen veranderen, zelfs als we dat zouden willen. Dus op dit gebied is “jezelf zijn” wel degelijk aan de orde. En het is precies wanneer iets voor ons bepaald wordt, zonder dat we er controle over hebben, dat er aanvaarding moet zijn. Hoe vreemd, hoe anders, hoe ab-norm-aal dat “zelf” ook is.

(Vooraleer u, fatsoenlijk progressieve mens, zit te bepeinzen dat dit allemaal heel evident is: denk even aan de groepen die u nog niet aanvaardt. de mensen wiens voorkeuren wél nog taboe zijn. de mensen die niet vertegenwoordigd zijn in de letters LGBTQ. Ik laat het aan uw verbeelding over.)

Ik was ze dankbaar, al de mensen die zo schaamteloos en trots rondliepen in de Pride parade. Ik had de tranen in de ogen, maar ik wist niet goed waarom en ik wist niet wat ik precies voelde. Tot ik, op een straathoek in de buurt, voorbij een eerbetoon kwam aan de slachtoffers van Orlando — het drama was niet lang ervoor gebeurd.

De scene was een grote verzameling van foto’s van alle slachtoffers, kaarsen, pluchen beesten, aandenkens, en berichtjes. En het was de auteur van een van die berichtjes die perfect verwoordde wat ik ervoer. Ik laat aan hem of haar het woord:

For my queer friends. For my gay friends

For my lesbian friends, for my bi friends

(…)

For my friends that destroy labels,

definitions, insecurities and ignorance

by being themselves.

I love you all. Love conquers all.

Elke keer we dapper zijn en tonen hoe we zijn of hoe we ons voelen, of wat we denken — hoe taboe het ook moge zijn — helpen we andere mensen te zijn wie ze zijn. Schaamteloos.