Hoe ga je om met de naderende dood? En hoe vertel je goedmenende bekenden dat je je laatste dagen liever rustig en in intieme kring doorbrengt? Tobias Leenaert neemt ons in zijn nieuwe column mee naar Denver waar hij afscheid neemt van een vriendin die te horen heeft gekregen dat ze terminaal ziek is.

Lisa had niet lang meer. Een paar maanden, misschien nog minder. Een half jaar geleden was ze plots erg onwel geworden. Zomaar, uit het niets. Ze werd naar huis gestuurd door twee verschillende dokters die haar vertelden dat ze een virale infectie had. Na een slechte nacht ging ze naar de spoedopname. De uiteindelijke diagnose was borstkanker. Fase vier: overal uitgezaaid. Terminaal.

Lisa is een vriendin van me die in de VS woont. Ze is 51. Deze maand bezocht ik haar. Ik wist dat het de laatste keer zou zijn dat ik haar zag.Er waren nog heel wat meer vrienden en kennissen aanwezig in haar kleine appartement bij Denver. Lisa had gekozen voor thuisverpleging. Er was pizza, er liepen drie katten rond, en het ging er gezellig aan toe. Lisa leek vrolijk en kon zelfs lachen met haar situatie en met hoe ze eruit zag - sterk vermagerd sinds we haar laatst zagen.

Toen de andere bezoekers één na één verdwenen, bleven mijn vriendin en ik alleen met Lisa over en begon ze vrijer te babbelen. Het was de eerste keer dat ik aan iemands sterfbed zat - of toch de eerste keer dat ik oud genoeg was om het bewust mee te maken. Ik wist niet goed waaraan ik me moest verwachten. Ik denk dat ik er een beetje van uitging dat, nu Lisa het slechte nieuws al een maand of vijf had kunnen verwerken, ze intussen een beetje kon berusten in haar lot.

Daar was ik blijkbaar naïef in. Lisa had zich al heel haar leven ingezet voor goede doelen - vooral het welzijn van dieren. Ongeveer elk moment van elke dag was daar naartoe gegaan. Ze had het gevoel gehad, vertelde ze, dat ze nog niet genoeg betekend had, maar dat ze dit jaar een grote doorbraak zou realiseren, met een paar nieuwe projecten die ze aan het ontwikkelen was. Tot de kanker aanklopte.

Nu voelde het alsof de rest van haar leven van haar gestolen was.

Nu voelde het alsof de rest van haar leven van haar gestolen was. Zonder dat ze de reden begreep. Ze had grote plannen. Waarom konden die niet worden uitgevoerd? En ook: ze zag dingen veranderen voor dieren in de maatschappij, de laatste tijd. Ze zag hoe vegetarisch eten in de VS snel veld won. Waarom mocht ze het vervolg niet meemaken?

Er was woede, frustratie en verdriet. Geen vrede. Het was pijnlijk Lisa zo mee te maken, moeilijk haar tranen te zien. Er was geen vrede, geen sereniteit, geen aanvaarding.

Lisa vertrouwde ons toe dat ze een aantal van de bezoekers, die net weg waren, nauwelijks kende, en eigenlijk niet wou dat ze er waren. Ze wou niet ondankbaar klinken, want ze apprecieerde die mensen hun warmte en hun goede bedoelingen. Maar toch. Het mocht rustiger. Het hoefde niet. Maar ze wist niet hoe ze het moest zeggen.

En ik realiseerde me: hier ligt een mens op sterven, iemand die nog maar een paar weken te leven heeft, en die anderen nog steeds niet durft zeggen wat ze eigenlijk wil. Het was niet gewoon een eigenheidje van haar. Ik wist dat ik dezelfde aarzeling zou voelen in haar positie, en ik vermoed velen met mij. Zo moeilijk is het om op een goede manier ons gedacht te zeggen, zo vervelend vinden we het om anderen eventueel te kwetsen, zo weinig hebben geleerd om onze verlangens te laten zien, dat we zelfs op ons sterfbed niet onszelf kunnen zijn.

En ik dacht aan die bekende vraag: ‘wat zou je doen als vandaag de laatste dag van je leven was’. Ik dacht: misschien betekent die vraag niet zo veel. Misschien doen we tijdens de laatste dagen van ons leven precies hetzelfde als wat we altijd deden. Er is nog weinig tijd, dan, om nog veel te veranderen. Als iets moet gebeuren, dan kan het beter vandaag gebeuren. Hier en nu.

De meesten van ons zijn uitstekende uitstellers. We rekenen op toekomstige momenten waarop dingen dringender zullen worden. Maar als zelfs de dood die om het hoekje loert geen voldoende energie kan creëren voor verandering, dan moeten we misschien niet te veel verwachten van potentiële, imaginaire kantelmomenten in de toekomst.

Er is geen beter moment dan vandaag om keuzes te maken

“Vandaag” heeft weinig urgentie. Het is geen echte deadline. Maar misschien komt er nooit een andere. Dat wil zeggen - en ik weet het, het is een cliché - dat er geen beter moment is dan vandaag om keuzes te maken. Om voor dingen te gaan, om mensen onze liefde te verklaren en anderen misschien te zeggen dat ons leven voor hen te kort is. Om jobs te verlaten of ondernemingen te beginnen. Om plannen te maken. Om op reis te gaan, zowel binnen als buiten onszelf.

Of vandaag kan gewoon de dag zijn waarop we aanvaarden en beslissen wat er allemaal niet moet veranderen, wat er ok is, wat we niet nodig hebben, niet moeten doen. Vandaag kan ook de dag zijn waarop we zeggen dat het allemaal goed genoeg en voldoende is.