“‘Weg met het sportnieuws?’
‘De Rode Duivels zijn naar huis gespeeld. Ik was niet in het moederland, maar heb het verhaal van ver met een zekere spanning gevolgd. En ik vond het jammer dat het zo vroeg ophield’, zegt Tobias Leenaert. ‘Maar terzelfdertijd dacht ik: misschien is het maar best. Als de duivels naar huis moeten, betekent dat weer meer ruimte voor andere zaken.’
Het is niet dat ik iets heb tegen het volgen van sport (tegen sport op zich al zeker niet). Er zijn ongetwijfeld een aantal voordelen aan het collectief “supporteren”: het kan mensen bij elkaar brengen. Het kan een gezonde uitlaatklep zijn voor de competitiegeest die zich ook op minder positieve manier zou kunnen manifesteren.
Sommigen zijn blij met hoe de Rode Duivels de Belgische eensgezindheid kunnen aanwakkeren (hoewel ik zelf nooit goed heb begrepen waarom Belgisch nationalisme zoveel beter is dan Vlaams). En dan vergeten we nog de economie: de bierproducenten zijn ook tevreden met elke duivelse overwinning (de volksgezondheid is een andere kwestie).
Ondanks deze mogelijke voordelen lijkt het me dat sport in onze media buitenproportioneel veel aandacht krijgt. Het gaat niet alleen maar om die periodes waarin onze nationale ploegen aan het werk zijn. Die aandacht voor sport - ten koste van andere dingen - is eigenlijk een constante. Sport is (naast het weer) zowat de de enige vaste rubriek in ons dagelijks journaal. Maar waarom eigenlijk? Hoe is dat zo gekomen? En moet dat zo blijven?
Misschien is het hele mediasportgebeuren seksistisch, in de zin dat het vooral op mannen gericht is.
Ik zet bijna altijd het nieuws uit wanneer het over sport gaat, en ik kijk zelfs niet naar sportpagina’s in kranten of tijdschriften. Sportverslagen hebben voor mij nauwelijks informatie of entertainmentwaarde. En ik vermoed dat er nog zo wel wat mensen zijn. Veel vrouwen bijvoorbeeld. Zij vormen de helft van de mediagebruikers, maar hoeveel van hen volgen het sportnieuws? (ik spreek niet over een tweejaarlijks weekje Rode Duivels). Ja, misschien ben ik seksistisch aan het denken. Maar misschien is het hele mediasportgebeuren seksistisch, in de zin dat het vooral op mannen gericht is. De teamsportcompetitie die we in de media zien, gaat voor een heel groot deel over mannenteams.
Uiteraard is ook een bepaald deel van de mannelijke mediagebruikers niet geïnteresseerd in sportnieuws. Komt daarbij: wie wél wil weten wat Gent tegen Mechelen deed, kan sinds enige jaren gebruik maken van internet en smartphone om de resultaten op te zoeken. Google Now en andere apps laten je toe winst en verlies van je favoriete teams in real time op te volgen - slechts een swipe verwijderd. Dat wil zeggen dat we dus niet iedereen lastig moeten vallen met sportnieuws in de algemene nieuwsuitzendingen.
Denk ook even aan de opportunity cost. Ik kan veel vaste rubrieken bedenken die in de plaats van dat sportnieuws zouden kunnen komen. Een wetenschappelijke rubriek. Een positief-nieuws rubriek. Een gezondheidsrubriek. Mededelingen van (echt) openbaar nut. Allemaal een heel stuk meer informatief, en in het beste geval ook meer entertainend.
Ik kan veel vaste rubrieken bedenken die in de plaats van dat sportnieuws zouden kunnen komen.
Mogelijkheden te over. Misschien zegt u: dat sportnieuws is er omdat er vraag naar is. En als er luisteraars of kijkers zijn, dan zijn er reclame-inkomsten. Dat zal zeker (en jammer genoeg) voor een deel kloppen. Maar - het is die eeuwenoude kip-of-het-ei vraag - moet het aanbod gewoon de vraag en interesse volgen, of zou een bepaald, goed gebracht aanbod luisteraars ook geïnteresseerd kunnen maken?
Ik kan me voorstellen dat bijvoorbeeld leuk vertelde en relevante wetenschappelijke feitjes mogelijks een breder en gevarieerder doelpubliek zouden kunnen aanspreken dan sport. En wat die reclame-inkomsten betreft, gaat dat argument op voor niet-commerciële zenders? Daar kan ik me nog voorstellen dat sport mensen naar het nieuws doet luisteren, in die mate dat ze ook andere dingen oppikken. Maar opnieuw: moet dat noodzakelijk met sportuitslagen?
Uiteraard mag iedereen kijken en luisteren naar en bezig zijn met wat ie wil. Maar als er één ding is waarover we het eens zijn als oplossing voor vele wereldproblemen, dan is dat: educatie. Willen we kostbare zendtijd blijven invullen met verhoudingsgewijs erg veel sportuitslagen, terwijl we die zouden kunnen besteden aan andere, wellicht veel zinvollere zaken?