Hoe leg je een tragedie uit terwijl je die zelf beleeft?
‘Ik huil, omdat ik niet gestorven ben in de oorlog’
© Ruth Govaerts
© Ruth Govaerts
Mahmoud Jouda
13 juli 2021 • 13 min leestijd
Vandaag denkt de buitenwereld dat de oorlog in Gaza voorbij is, betreurt schrijver Mahmoud Jouda. Er passeren geen beelden meer van bloedbaden, er klinkt geen geluid meer van bommen en raketten, van schreeuwende vrouwen, huilend om hun zonen die kreunen van onder het puin. Maar Jouda beleeft al 36 jaar zelf de paradox van Gaza. ‘Enkel zij die stierven hebben het overleefd. Leven wij, of zijn we levende doden?’
Het is de dag na het staakt-het-vuren, op 22 mei. Ik verlaat mijn huis en inspecteer de gebouwen. Dagenlang loop ik verward door de straten van Gaza. Beelden van volledige verwoesting vullen me met angst en afschuw. Ik heb de oorlog overleefd, maar de oorlog heeft mij nog niet verlaten.
Ik vind een bevriende familie wier huis gebombardeerd is. Ik praat met mensen die uren voordien nog onder het puin lagen. Een vreselijk gevoel bekruipt me.
Een week later ontmoet ik hen opnieuw. Nog steeds in een onbewoonbaar huis. Het voelt alsof deze familie zelf tot puin is gereduceerd. Laat uw fantasie alstublieft de vrije loop wanneer u het woord ‘huis’ leest: toen deze mensen hun huis verlieten, hadden ze enkel de kleren die ze droegen bij zich. De rest moesten ze achterlaten.
Mijn dromen bestaan uit nachtmerries. ’s Ochtends word ik doodsbang wakker met het beeld van bommen, vernieling en bloed om me heen. Ik ben het zat om te schrijven over wat Israël ons aandoet.
Levende doden
Vandaag denkt de buitenwereld dat de oorlog in Gaza voorbij is. Er passeren geen beelden meer van bloedbaden, van volledige families die worden weggevaagd, er klinkt geen geluid meer van bommen en raketten, van schreeuwende vrouwen, huilend om hun zonen die kreunen van onder het puin.
Hier is het leven een metafoor. De oorlog overleven betekent enkel nog meer oorlogen meemaken.
Maar de omstandigheden waar wij in Gaza vandaag in leven, zijn schrijnender dan beelden van verscheurde lichaamsdelen en bommen die op huizen neer regenen. Voor wie in de oorlog stierf, is het lijden voorbij. De pijn is voor de overlevenden. Want wij zijn degenen die moeten wachten tot de grens opengaat, tot onze verwoeste thuis heropgebouwd wordt, tot de elektriciteit — 8 uur per dag — weer werkt.
‘Alleen wie tijdens de oorlog sterft, heeft het overleefd. Leven wij, of zijn we levende doden?’, schreef ik in mijn boek Gaza, het weeskind over de oorlog van 2014. Ik dacht niet dat ik die zin nog eens zou neerpennen.
Hier is het leven een metafoor. De oorlog overleven betekent enkel nog meer oorlogen meemaken. Ook het woord oorlog is een metafoor. Een oorlog is een strijd tussen twee legers; wij hebben geen leger en worden sinds 1948 voortdurend aangevallen.
Mijn grootvader verliet de stad Ashdod, die nu in Israël ligt, in 1948. Deze stad is vandaag een grote zeehaven, en ik zie de lichten van de vuurtoren vanuit Gaza-Stad. Maar ik moet er niet aan denken om er ooit naartoe te gaan. Dat is onze realiteit van de bezetting. Wij, vaders, zonen, kleinzonen, zijn opgegroeid op de vlucht, in armoede en onder de voortdurende blokkade. Onze dagen bestaan uit pijn, onrecht en onderdrukking.
U, die mij nu leest, kan misschien naar Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever of Tel Aviv reizen. Maar ik heb die plekken nog nooit bezocht. Het is mij, ik die van hier afkomstig ben, niet toegestaan. Dat is de reden waarom ik u enkel over Gaza schrijf. Ik kan niet schrijven over plekken die slechts tientallen meters van me verwijderd liggen, maar die ik alleen kan bezoeken in mijn dromen. De waarheid is dat ik 36 jaar ben en Gaza slechts één keer heb verlaten. Velen in Gaza, vaak ouder dan ik, verlieten Gaza nog nooit.
Huizen, families, dromen vernietigd
Ik heb me lang afgevraagd hoe ik dit artikel kon aanvatten. Hoe kan ik u vertellen over Palestina, over Gaza dat al meer dan 15 jaar onder een strenge militaire blokkade leeft? Die zelfs zo ver gaat dat de invoer van bepaalde kruiden wordt beperkt en dat bepaald wordt hoe ver in zee we mogen vissen?
Hoe kan ik u vertellen over de brutale oorlog tegen de Gazastrook die Israël in 2008 begon en die 1285 doden en duizenden gewonden achterliet?
Over de verschrikkelijke oorlog van 2014, met 2147 doden en 10.870 gewonden, toen wij onze doden moesten bewaren in vriezers voor roomijs en koelruimtes voor bloemen omdat onze mortuaria hun aantal niet kon absorberen?
Huizen werden verwoest en dromen vernietigd. Volledige families moesten uit het volksregister verwijderd worden omdat ze waren omgekomen bij de bombardementen op hun huizen.
Ik weet niet of u dit al wist. Maar ik citeer graag de Britse historicus Arnold Toynbee, al is het maar om mijn hart te luchten: ‘De tragedie van Palestina is geen lokale tragedie maar een tragedie voor de wereld, omdat het een onrecht is dat de wereldvrede bedreigt.’
De tragedie die je zelf beleeft
Het weegt zwaar om de Palestijnse zaak van meet af aan opnieuw te moeten uitleggen. Hoe leg je een tragedie uit terwijl je die zelf beleeft? Frustratie is onvermijdelijk. Vooral wanneer je bezetter zijn critici van antisemitisme beschuldigt, wat resulteert in een weerwil om ons te steunen.
Maar het Israëlische verhaal wordt stilaan ontmanteld. Ik zie een soort ontwaken van de internationale gemeenschap, van Hollywoodsterren tot beroemde voetballers: steeds meer grote sterren bekritiseren Israëls aanval op onschuldige mensen. Ook zij die zich voordien niet uitspraken over Palestina. Niet iedereen die Israël bekritiseert, is antisemiet.
Ik zie de Palestijnse zaak niet alleen als een humanitaire kwestie, maar in de eerste plaats als een morele en politieke kwestie. ‘Behoorde ik tot de overwinnende kant, dan ging ik demonstreren voor de slachtoffers’, zei de Palestijnse dichter Mahmoud Darwish aan een Israëlische journaliste. ‘Weet u waarom wij Palestijnen beroemd zijn? Omdat jullie onze tegenstanders zijn. De interesse voor ons komt voor uit de interesse voor de Joodse zaak.’
De humanitaire crisis komt voort uit een koloniaal project dat tot nu toe weigert om het Palestijnse recht op vrijheid, onafhankelijkheid en een leefbaar leven te erkennen. Gaza beslaat amper 365 vierkante kilometer. We zitten gevangen tussen prikkeldraad en de zee. Mocht het een eerlijke kans krijgen zou Gaza zichzelf kunnen ontwikkelen.
De blokkade is er niet alleen een van kruiden en vis, ze is net zo goed een blokkade van cultuur en kennis.
Vroeger namen wij, van de Gazastrook, elke week deel aan wetenschappelijke, culturele en politieke festivals en conferenties. We wisselden kennis uit met Europese landen. Dit gaf onze jeugd een open geest, omdat zij kennis van elders konden opdoen. Maar de blokkade is er niet alleen een van kruiden en vis, ze is net zo goed een blokkade van cultuur en kennis. Onze jongeren krijgen amper toegang tot globale universitaire netwerken, en dat wreekt zich op de uitbouw van ruimtelijke ordening, rioleringsnetwerken en de gezondheidssector.
Onze isolatie van de rest van de wereld is uitgemond in een dringende nood aan vernieuwing van die kennis. Want kennis is de enige manier om onze wetenschappelijke en culturele essentie te behouden en ons overlevingsvermogen te verzekeren. Die Israëlische blokkade is bedoeld om een intellectueel verwrongen generatie te creëren, een bekrompen generatie die geen andere meningen kan aanvaarden.
Culturele centra en theaters werden verwoest. Zoals het culturele centrum Al-Meshal, dat in 2018 door Israëlische gevechtsvliegtuigen werd vernield. Of het studiecentrum Al-Hourani, in 2019. En ook tijdens de laatste oorlog gingen weer culturele centra en mediakantoren tegen de vlakte.
Schrijvers krijgen geen toestemming om Gaza te verlaten. Reizen voor culturele activiteiten, naar de Westelijke Jordaanoever of andere plekken in de wereld, zijn onmogelijk. We mogen niet blootgesteld worden aan andere culturen en ideeën.
In plaats van naar buiten te reizen keerden velen zich naar binnen. Ze verdronken in de interne problemen. Het leidt tot bekrompenheid, tot een grotere aanhang van onverdraagzame bewegingen.
Officieel ‘onleefbaar gebied’
Wie volgt wat in Palestina gebeurt, veronderstelt misschien dat ik hier zal schrijven over de Palestijnse eenheidsregering, die gevormd had kunnen worden na de Palestijnse verkiezingen, gepland op 22 mei 2021. Israël verhinderde deze verkiezingen in Jeruzalem, de stad die het tot hoofdstad uitriep en waar vele Palestijnen wonen.
Maar helaas schrijf ik over dood en vernieling. Over de laatste oorlog, waarin Israëlische gevechtsvliegtuigen woningen en appartementsgebouwen bombardeerden. Ze verwoestten kleine fabrieken. Ze lieten legers achter van mensen zonder werk en zonder hoop. De bezetting verwoest zo elk moment dat wij zouden willen benutten om een beter leven te creëren.
Niet meer dan 365 vierkante kilometer, dat is de oppervlakte van de Gazastrook. Wij zitten gevangen tussen prikkeldraad en water, opgesloten in misverstanden en gebeurtenissen die zich al meer dan 70 jaar herhalen.
365 vierkante kilometer gereduceerd tot een gebied waar mensen 365 dagen per jaar niet op een natuurlijke manier kunnen leven. De Verenigde Naties klasseerde Gaza in 2020 als ‘onleefbaar gebied’. Armoede en werkloosheid bevonden zich reeds in 2019 op 75 procent volgens het ministerie van Ontwikkeling in Gaza.
Toch heeft de hoop Gaza nooit helemaal in de steek gelaten. Gazanen trokken in 2018 en 2019 luid en talrijk naar de grens, in een Mars voor de Terugkeer. Een reeks protesten van het volk, dat de opheffing van de blokkade eiste, en het recht op terugkeer voor de anderhalf miljoen inwoners van Gaza die vluchteling zijn.
De schreeuw om vrijheid werd beantwoord met dodelijke kogels. Honderden werden gedood. Duizenden verloren ledematen. En de internationale gemeenschap, die bleef muisstil.
Jong zijn in een gevangenis
De blokkade, het lijden, de verpletterende armoede, de interne politieke problemen: ze zetten vooral jongeren ertoe aan hun om geluk elders te gaan beproeven. Tienduizenden trokken weg. De ene slaagt erin. Te voet, door rivieren en bossen, slapend in luchthavens, hopend op asiel. De andere sterft op weg naar Europa. Verdrinkt in de Middellandse Zee of blijft achter in de bossen.
Tientallen jongeren beëindigden hun eigen leven in Gaza. Ze deden zo hard hun best, maar de blokkade was sterker dan hun vermogen om dit alles te verdragen. Terwijl ik dit schrijf, krijg ik nieuws over de zelfmoord van 25-jarige Ahmad Habib. Misschien had hij persoonlijke redenen om uit het leven te steppen, maar de hoofdreden is steeds wanhoop, en de wil om verlost te zijn van de pijn van bezetting, blokkade en oorlogen.
Wordt er van de inwoners van Gaza dan verwacht dat we paranormale krachten hebben omdat ze dit onrecht kunnen verdragen?
In zijn korte leven heeft Ahmad vier oorlogen meegemaakt, het beroemde bloedbad van Shuja’iyya en tientallen dagen van escalaties die op oorlog leken.
Wordt er van de inwoners van Gaza dan verwacht dat we paranormale krachten hebben omdat ze dit onrecht kunnen verdragen? In werkelijkheid zijn we erg normale mensen, die veel lijden en in vrede willen leven. Net zoals andere mensen verlangen we naar rust en politieke rechten in een onafhankelijke staat.
Geen vergeten helden
De oorlogsmachine is misschien gestopt met moorden, maar op dit moment worden er verschillende oorlogen gevoerd in Gaza. Het zijn oorlogen die de camera’s, nieuwsagentschappen of satellietzenders niet aanspreken. Het zijn de oorlogen van elektriciteitsonderbrekingen, van ondrinkbaar water. Van tientallen kilometers vernielde straat herstellen en puin ruimen. Van angst, zorgen en slaapgebrek.
Zal ik schrijven over het ijzer van de ziekenhuisbedden dat huilt om de gewonden die het draagt? Over het gejammer dat je op de foto’s niet kan zien? Of over diegenen die hun gehoor en spraak verloren — en dat is helaas geen metafoor. Of over diegenen die bang zijn om over straat te lopen en om nog naar de hemel te kijken?
Gaza is een wereld van geestelijk gestoorden. Van kinderen, jonge mannen en vrouwen in de fleur van hun leven, wier zenuwen gebroken zijn door het verlies van families, huizen en geliefden, door de brutale agressie.
Ik besef dat ik uw hart verzwaar en u stoor met deze plaat die blijft hangen, die na iedere oorlog opnieuw afgespeeld wordt. Ik vraag niemand iets, maar ik schrijf omdat ik niet wil dat ons lijden een normale zaak wordt. Ik wil mijn volk niet bezingen als helden om te zien hoe ze nadien vergeten worden. Ik schrijf, en soms huil ik, omdat ik de oorlog heb overleefd.
Uit het Arabisch vertaald door Annelies Keuleers.
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in